Als prijzen iets zeggen over uitstraling, dan bereikte de Vlaamse animatiefilmsector precies dertig jaar geleden zijn voorlopige hoogtepunt. Toen won Nicole Van Goethem met Een Griekse Tragedie de Oscar voor beste korte animatiefilm. Sindsdien is de sector enorm gegroeid, maar nooit hebben we nog hetzelfde internationale succes geproefd. Hoe dat kan? Daarvoor moeten we even terug naar 1831. En weer terug.
De Vlaamse animatieopleidingen zouden hun studenten te weinig voorbereiden op de echte beroepswereld, te sterk zijn gericht op kortfilms, te weinig geschikte lectoren tellen, … Dit is slechts een greep uit wat er over die opleidingen te horen valt in het veld. Maar zijn die commentaren ook gegrond? Frits Standaert, vakhoofd Animatiefilm aan het RITCS, vindt alvast van niet. ‘Studio’s zien enkel hun eigen behoeften en gaan een beetje voorbij aan het maatschappelijke doel van een school.’ De pro's en contra's van de opleidingen.
Een animatiefilm realiseren kost enorm veel geld. Waar vind je dat in Vlaanderen? Er zijn natuurlijk de subsidies van het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF), maar is dat genoeg? ‘Wat wij doen, noemen ze hoeksteenfinanciering’, legt Karla Puttemans van het VAF uit. ‘Het is vaak omdat wij als eerste partij steun bieden, dat er ook andere deuren opengaan.’ Maar over welke deuren hebben we het dan?
Keer op keer hebben schrijvers en filmmakers kunst gepuurd uit de gruwel van de oorlog. Hoewel cinema met oorlogsfilms als All Quiet on the Western Front en Full Metal Jacket zijn artistieke horizon verlegde, blijft ‘de oorlog’ grotendeels beperkt tot een handvol conflicten. Getuigenissen van de dekolonisatieoorlogen zijn nog altijd een zeldzaamheid. Alleen al daarom is Cartas da Guerra van Ivo Ferreira een opmerkelijke film. Nu te zien op het MOOOV filmfestival en in de bioscoop.
In Raoul Pecks docu-essay I Am Not Your Negro, vanaf 10 mei in de zalen, vertelt Afro-Amerikaans schrijver James Baldwin (1924–1987) postuum zijn verhaal over z’n drie vermoorde strijdmakkers Medgar Evers, Martin Luther King Jr. en Malcolm X. De film zette Raoul Peck-kenner Matthias De Groof aan om zijn kijkervaring te delen in een brief aan James Baldwin-kenner Tunde Adefioye.
In Raoul Pecks docu-essay I Am Not Your Negro, vanaf 10 mei in de zalen, vertelt Afro-Amerikaans schrijver James Baldwin (1924–1987) postuum zijn verhaal over z’n drie vermoorde strijdmakkers Medgar Evers, Martin Luther King Jr. en Malcolm X. De film zette Raoul Peck-kenner Matthias De Groof aan om zijn kijkervaring te delen in een brief aan James Baldwin-kenner Tunde Adefioye. Lees hier zijn reactie.
In zijn nieuwe documentaire EXPRMNTL belicht Brecht Debackere een tot de verbeelding sprekende episode uit ons culturele geheugen. Tussen 1949 en 1974 was Knokke warempel het Walhalla voor de liefhebber van radicale cinema, underground muziek en bandeloze experimenteerdrift tijdens het filmfestival EXPRMNTL dat er vier maal georganiseerd werd. En dit is relevanter dan ooit nu het debat rond vertoningsmogelijkheden voor experimenteel werk hoog oplaait.
Jarenlang was Jim Jarmusch de Amerikaanse king of indie, met films die opvielen door hun Europese toon en dolende karakter. Begin jaren 1980 zette hij zo vanuit de marge van blockbuster-Hollywood onafhankelijke cinema op de kaart. In zijn nieuwe film Paterson vertaalt hij die hippe, vervreemdende filmstijl van weleer naar vandaag. En dat is verfrissend onhip.
Er is nog werk aan ons onderwijs! Dat wordt niet alleen pijnlijk duidelijk uit het debat rond de onderwijshervorming, maar is ook voelbaar in Grands travaux, de documentaire van Olivia Rochette en Gerard-Jan Claes over een beroepsklas in Brussel. Als onderwijs enkel nog voorbereidt op werk, wat betekent dat voor hun integrale vorming als kritische burgers? En dus voor onze cultuur? (KifKif)
In film en literatuur lijken mannen vooral op wraak te zinnen als ze in hun eer worden gekrenkt terwijl vrouwen dan weer bijzonder rancuneus uit de hoek komen als ze worden afgewezen. Vooral de overspelige man moet het vaak ontgelden. Hoe kunnen vrouwelijke wraakfantasieën voorbij dit cliché raken en het verlangen om door een man of een gemeenschap te worden omarmd omzetten in een strategie die ook mannen helpt om voorbij het revanchisme te denken?
Na schilderkunst claimde fotografie de 'objectieve realiteit' weer te geven. Later beweerde film dat te doen. Nu PlayStation haar eigen VR-bril klaar heeft, lijkt virtual reality die fakkel weer over te nemen. In de Nederlandse VR-workshop The End of Film werd onderzocht wat dat gloednieuwe medium nu precies is. Staat onze relatie met de 'echte' wereld op het spel?
Tijdens het lopende Bâtard Festival wordt het Beursplein in Brussel verfraaid met een straffe installatie: een lege sokkel, een replica van de sokkel onder het standbeeld van Leopold II aan het Brusselse Troonplein. De sokkel gaat in dialoog met de documentaire Échangeur van Anne Reijniers en Rob Jacobs, ook te zien op Bâtard. Film en installatie maken deel uit van dezelfde zoektocht: wat te doen met het koloniale erfgoed? Een gesprek met de makers.
Hoe zal onze toekomst eruitzien? Die vraag hield vorige eeuw zoveel schrijvers en cineasten in de ban dat het een genre werd: sciencefiction. Ondertussen overleefden we zowel 1984 als Back To The Future en weten we dat die toekomst alweer geschiedenis is. Voor High-Rise dook de Britse cineast Ben Wheatley daarom naar het einde van de vooruitgang: ‘Het voelt alsof de film zowel een periodedrama als een sciencefictionprent is.’