Raoul Peck: 'Het monopolie moet doorbroken worden'

Raoul Peck, regisseur van de films Lumumba en Sometimes in April, wordt dit jaar zestig en viert dat met een kritische documentaire over de falende hulp aan zijn geboorteland Haïti. Assistance fatale, straks te zien op het MOOOV-festival, is uitgesproken politiek. ‘Dat komt doordat het leven zo doordesemd is van politiek’, vertelt hij aan MO*.

Zijn persoonlijke geschiedenis is het materiaal waaruit regisseurs zoals hijzelf met vreugde een biopic zouden puren. Toen Raoul Peck (1953) acht was, verhuisde zijn familie uit Haïti naar Kinshasa, omdat zijn vader al enkele keren gearresteerd en gevangen gezet was door het steeds repressiever wordende regime van François Duvalier, alias ‘Papa Doc’. Vijfendertig jaar later, in 1996, werd Raoul Peck zelf minister van Cultuur in Haïti. Intussen had hij gewoond en gestudeerd in Congo, Frankrijk, Duitsland en de Verenigde Staten, en een carrière als industrieel ingenieur laten staan voor een onzeker bestaan als filmmaker.

Niet de rode loper

Die keuze had niets te maken met de glamour die aan film verbonden is. Voor Raoul Peck ging het om de mogelijkheid het woord te nemen en noodzakelijke verhalen te vertellen. Het was, met andere woorden, niet zozeer de rode loper, maar de rode vlag. Peck was vijftien in 1968 en leefde in de jaren daarna in een wereld die bol stond van de Zuid-Afrikaanse anti-apartheidsactivisten, Centraal-Amerikaanse revolutionairen en Haïtiaanse rebellen.

56_MO_raoulpeck_MO103_380.jpgRaoul Peck groeide op als een onvervalste kosmopoliet. De wereld was een huis met telkens andere kamers, maar zonder vastgelegd vaderland – al blijft de band met Haïti altijd reëel en innig. ‘Ik begrijp de taal, de grappen, de gedragsregels en de cultuur in alle landen waar ik het leven van mensen gedeeld heb’, zegt Peck. ‘De afwezigheid van een duidelijk afgelijnde nationale identiteit beschermt mij tegen elk chauvinisme en tegen elke simplificatie van wat mensen zijn of willen.’

Nochtans waren de bewegingen waarmee hij in de jaren zeventig sympathiseerde meestal nationalistische bewegingen. Hoe groot is het verschil tussen het patria libre o morir-nationalisme dat zo populair was tijdens zijn studentenjaren in Berlijn, en het hedendaagse nationalisme in veel Europese landen of regio’s, dat hij lijkt af te wijzen? ‘In de jaren zestig en zeventig was het formuleren van een eigen nationale identiteit veeleer een zoektocht naar bevrijding van koloniale bezetting of neokoloniale dictatuur. Het nationalisme van vandaag is eerder geworteld in een gevoel van bedreiging en angst voor het verlies van een volkszuiverheid die nooit bestaan heeft.’ En die angst moet je bestrijden, vindt Peck, niet voeden met een ideologie die haar legitimeert.

De verborgen helden

Pecks vader was hoogleraar landbouwkunde, tot hij onder politieke druk ontslagen werd. Het was in die functie dat hij door de Verenigde Naties werd aangenomen om in Congo de massale uittocht van de Belgen na 1960 op te vangen. Hij bleef er vijfentwintig jaar actief. Pecks moeder werkte jarenlang voor de burgemeesters van Kinshasa. Mensen die een dictatuur ontvluchten en daarna deel uitmaken van de politieke entourage van een andere dictator, is dat niet ironisch?

‘Mobutu was een complex personage’, antwoordt Peck. ‘In de jaren zestig en zeventig gold hij als een van de betere voorbeelden van bestuur in Afrika. De man die het land verenigd had en het communisme buiten de deur hield, de leider ook die zijn volk trots liet zijn op zijn Afrikaanse cultuur en waarden.’ Toch wist zijn vader sneller dan de westerse kranten dat de coterie rond Mobutu en de maarschalk zelf het land te gronde richtte, zegt Peck.

De Congolese, later Zaïrese en dan weer Congolese jaren van Peck leverden geen film op over Mobutu Sese Seko, wel over de charismatische eerste premier van het onafhankelijke Congo, Patrice Lumumba. Twee films zelfs: Lumumba. La mort du prophète (1992) en Lumumba (2000). Een experimentele documentaire en een mainstream biografische speelfilm. Vanwaar die interesse voor een politicus die al van de scène verwijderd was voor Peck als kind in Kin arriveerde?

In het verhaal dat Peck vertelt over de vrij toevallige ontstaansgeschiedenis van het idee om het leven van Lumumba te verfilmen, klinkt op de eerste plaats fascinatie voor de periode en de context, en pas dan voor de politicus en de man. ‘De helden van de zwarte ontvoogding worden weggestopt onder een dikke deken van historische vergetelheid. Dat geldt zowel voor de Haïtiaanse vrijheidsstrijders als voor de voortrekkers van de Afrikaanse onafhankelijkheidsstrijd. Zelfs de linkse media van die tijd berichtten over de onafhankelijkheid van de Afrikaanse staten met een paternalistische – en vaak ronduit racistische – ondertoon. En zij hadden toen nog bijna het monopolie van de berichtgeving in handen.’

Mensen en macht

Het westerse monopolie op het begrijpen van de wereld doorbreken, dat is de belangrijkste drijfveer in het leven en het werk van Raoul Peck. Dat blijkt ook nog eens als we het over de K2 van Centraal-Afrika hebben: Kabila en Kagame. Rwanda, zegt Peck, is een land dat grote sprongen voorwaarts heeft gemaakt sinds, en ondanks, de genocide. Congo daarentegen heeft een leider die zijn land naar de haaien laat gaan of helpt, terwijl de internationale gemeens De helden van de zwarte ontvoogding worden weg-gestopt onder een dikke deken van historische vergetelheid. chap hem blijft behandelen als een groot staatsman.

De helden van de zwarte ontvoogding worden weggestopt onder een dikke deken van historische vergetelheid.

Het argument dat de onbestuurbaarheid van Congo deels veroorzaakt wordt door de inmenging van Rwanda en Oeganda brengt Peck niet van de wijs. ‘Er wordt een spelletje bluffen en liegen gespeeld over het geweld in Congo. Als Rwanda en Oeganda al zorgen voor problemen in Oost-Congo, dan kunnen ze dat alleen doen indien en omdat grotere –westerse – machten hen de hand boven het hoofd houden. Als je een analyse maakt, mag je nooit de ruimere context of de chronologie van de gebeurtenissen uit het oog verliezen. Als het over de dictators in Haïti gaat, weigert men ook altijd de zetbazen te benoemen, waarna men zich blind staart op de man die het feitelijke geweld pleegt. Dat is toch al te gemakkelijk?’

Toch zoomt Raoul Peck in op de figuur van de dictator in Moloch Tropical. Het is zijn parabel over de ontsporingen van de macht en de kuiperijen van adviseurs, troonpretendenten en buitenlandse belangenbehartigers. Haïtianen herkennen in het verhaal van Moloch de tragische neergang van Jean-Bertrand Aristide, de priester-redder die na de vlucht van Jean-Claude Duvalier, alias ‘Baby Doc’, in 1986 de macht in handen kreeg in Haïti. Peck beklemtoont echter dat de film niet alleen over tropische dictaturen en bananenrepublieken gaat.

‘Dit proces speelt zich ook af in het Europa van Berlusconi of Sarkozy, in het Rusland van Poetin, in de VS van Clinton en Bush. Het bijzondere aan de president uit Moloch was dat hij democratisch verkozen en van veeleer linkse signatuur was. Ook in Europa zie je vandaag dat de macht wel democratisch verkozen wordt, maar daarna op autoritaire wijze een agenda uitvoert die allesbehalve die van de meerderheid van de bevolking is.’

De realiteit van wat macht met mensen doet, leerde Raoul Peck van heel nabij kennen toen hij minister van Cultuur was, van februari 1996 tot midden 1997. ‘Ik zag de achterkant van het podium en leerde hoe beslissingen al dan niet genomen worden, hoe beperkt de impact van ethiek is op de macht, maar ook dat er geen sluipwegen naar een oplossing bestaan. Wat de mensen ook mogen geloven, de oplossing voor een land als Haïti ligt niet in een sterke leider, maar in een stevig bestel dat kan bogen op een actief betrokken bevolking.’

Dodelijke hulp

De realiteit verandert langzaam, weet Raoul Peck sinds zijn deelname aan de macht. En dat geldt nog meer voor staten, overheden en machtsverhoudingen. Alleen grote schokken of crisissen kunnen die algemeen geldende wet doorbreken. En dan nog. Zelfs de aardbeving van 12 januari 2010, die tot 222.650 doden, 300.000 gewonden en 1,5 miljoen daklozen leidde, kon geen fundamentele ommekeer teweegbrengen in Haïti. ‘De eerste weken na de ramp was er een enorme solidariteit en bereidheid in het land om iets te doen, maar de regering heeft die energie niet aangeboord. En de tsunami aan internationale hulp die volgde, heeft de kans op breed gedragen verandering volledig van de kaart geveegd.’

Over de destructieve gevolgen van de internationale hulp aan Haïti gaat Pecks jongste film: Assistance mortelle. Peck schetst een beeld van een massale hulpactie die volkomen om haar eigen logica en belangen gaat draaien, en waarbij de altijd al broze Haïtiaanse overheid genegeerd of zelfs tegengewerkt wordt. Peck pleit niet voor het stopzetten van humanitaire hulp of ontwikkelingssamenwerking, maar hij vraagt wel dat het hele internationale hulpsysteem zich minstens aan zijn eigen regels, afspraken en discours zou houden. En daarbij moeten twee principes centraal staan. Eén, het voorzorgsprincipe: zorg ervoor dat wat je doet niet meer schade berokkent dan het probleem dat je wil oplossen. Twee, autonomie: het land dat hulp ontvangt, moet in staat zijn of in staat gesteld worden om zelf keuzes te maken en zelf sterker te worden van de hulp.

‘Als een internationale hulpoperatie te maken krijgt met een zwakke regering, dan zou ze er alles aan moeten doen die te versterken. In Haïti gebeurde precies het tegenovergestelde. Minder dan één procent van de hulp die echt is uitgegeven, liep via de Haïtiaanse regering. Na twee weken was iedereen – de Amerikanen, de Fransen, de Verenigde Naties, CNN – goed georganiseerd en goed uitgerust, terwijl de Haïtiaanse regering zich nog steeds in haar verwoeste gebouwen bevond, zonder telefoon en zonder middelen om te functioneren. De prioriteit ging naar het verplaatsen en coördineren van de eigen staf, de eigen dokters en vooral: de eigen journalisten, want die moesten die dokters en hulpverleners uit eigen land in beeld kunnen brengen.’ Als antwoord daarop brengt Raoul Peck zijn eigen camera in stelling. In de hoop dat het helpt.

 

Assistance Fatale (Raoul Peck) wordt vertoond op 22 april (14 uur in Utopolis Turnhout; 22 uur in Lumière Brugge), 25 april (19 uur in Utopolis Turnhout) en 27 april (14 uur in Lumière Brugge) in het kader van MOOOV.

Dit interview kadert in een alternatief mediapartnership tussen rekto:verso en MO*.

^ Terug naar boven
 

Reacties

Post new comment

The content of this field is kept private and will not be shown publicly.
  • Web page addresses and e-mail addresses turn into links automatically.
  • No HTML tags allowed
  • Lines and paragraphs break automatically.

More information about formatting options

Als maatregel om geautomatiseerde spamrobotten tegen te gaan, vragen wij u het huidige jaar in te vullen. Op die manier kunnen we uw bericht onderscheiden van spam.
By submitting this form, you accept the Mollom privacy policy.