Spelletje voor dooie momenten tijdens aanslepende linkse vergaderingen: noem zo snel mogelijk drie linkse waarden. Links en rechts weerklinken de usual suspects: ‘Solidariteit!’ ‘Rechtvaardigheid!’ ‘Zelfkritiek!’ ‘Interne onenigheid!’ grapt iemand met een opmerkelijk verzorgd voorkomen. Cryptorechts, vermoeden de anderen al enige tijd, maar inclusie wint het voorlopig van achterdocht. ‘Empathie!’ roept iemand. ‘Behalve voor rechts!’ grapt de cryptorechtse rakker, zich van geen kwaad bewust. De meest langharige van het gezelschap was tot dan toe diep verzonken in Le Capital au XXIe siècle van Piketty. Abrupt staakt hij zijn lectuur. In zijn ogen flakkert het ideologische vuur: ‘Wacht eens, vrienden,’ zegt hij genderneutraal, ‘wat als we nu eens afdalen van onze moral high ground! Wat als we daadwerkelijk met rechts zouden praten. Niet vrijblijvend om ons gevoel van het eigen gelijk te sterken, maar oprechts!’ Hij had de gave van het enthousiasme, maar niet van de woordgrap (humor en ideologie, een ongemakkelijk huwelijk). Hij vervolgde: ‘Wat als we er even, al was het bij wijze van gedachtenexperiment, van uitgingen dat we het bij het verkeerde eind hebben?’