Voorbij de vaan van de dag

Spelletje voor dooie momenten tijdens aanslepende linkse vergaderingen: noem zo snel mogelijk drie linkse waarden. Links en rechts weerklinken de usual suspects: ‘Solidariteit!’ ‘Rechtvaardigheid!’ ‘Zelfkritiek!’ ‘Interne onenigheid!’ grapt iemand met een opmerkelijk verzorgd voorkomen. Cryptorechts, vermoeden de anderen al enige tijd, maar inclusie wint het voorlopig van achterdocht. ‘Empathie!’ roept iemand. ‘Behalve voor rechts!’ grapt de cryptorechtse rakker, zich van geen kwaad bewust. De meest langharige van het gezelschap was tot dan toe diep verzonken in Le Capital au XXIe siècle van Piketty. Abrupt staakt hij zijn lectuur. In zijn ogen flakkert het ideologische vuur: ‘Wacht eens, vrienden,’ zegt hij genderneutraal, ‘wat als we nu eens afdalen van onze moral high ground! Wat als we daadwerkelijk met rechts zouden praten. Niet vrijblijvend om ons gevoel van het eigen gelijk te sterken, maar oprechts!’ Hij had de gave van het enthousiasme, maar niet van de woordgrap (humor en ideologie, een ongemakkelijk huwelijk). Hij vervolgde: ‘Wat als we er even, al was het bij wijze van gedachtenexperiment, van uitgingen dat we het bij het verkeerde eind hebben?’

Een schokgolf trekt door de vergadering. De oudste van het gezelschap frunnikte al geruime tijd geagiteerd aan zijn laatste en enige dreadlock, maar kon zijn verontwaardiging niet langer de baas: ‘We gaan toch niet het dominante, wat zeg ik, het alomtegenwoordige rechtse discours nu ook via onze linkse kanalen beginnen te verspreiden?’ Zijn stem trilt, de emotie is oprecht. ‘We gaan onze linkse vrijplaats toch niet laten besmetten door het demagogisch vertoog van die goochemerds?’

– ‘Hé, wacht eens even. Wat maakt ons zo automatisch links?’

– ‘Wij zijn een tijdschrift voor kunstkritiek. Kunst. Kritiek. Hallo?’

– ‘Alsof je automatisch links bent als je aan kunstkritiek doet. Het is toch niet (…)’ (vervolg niet te verstaan door het rumoer)

– ‘Oké, nieuw spelletje. Noem mij één rechtse kunstenaar?’

– ‘Stravinsky!’ ‘Marinetti! ‘Louis-Ferdinand Céline!’ ‘Jean Cocteau!’ ‘Salvador Dali!’

– ‘Van na de tweede oorlog!’

– ‘Jan Verheyen?’

– ‘Een kunstenaar!’ Het vermoeden van triomf smaakt zoet.

(pauze)

– ‘Gilbert & George!’

– ‘Zijn die rechts?’ vraagt iemand verschrikt. ‘Die zijn toch avant-garde?’

– ‘Zo rechts als de pest.’

– ‘Maar zij zijn Engels, daar is alles altijd averechts.’

– ‘Dialogeren!’ roept een dromerige jongen, nog steeds in de waan dat er punten te scoren vallen bij het spelletje ‘linkse waarden opsommen’.

– ‘Maar dan zijn wij het weer die empathie opbrengen voor rechts. Wanneer gaan zij eens empathie tonen voor ons?’

– ‘Vrienden, kunnen we het wij-zij-denken proberen te overstijgen?’

– ‘Zij zijn begonnen!’ mokt een meisje nog, maar zij wordt verder overstemd door het gehakketak in de machtsvrije ruimte die deze vergadering is.

– ‘Ik zie toch nog een probleem.’ Elke vergadering heeft een scherpslijper.

– ‘Als wij het inderdaad zijn die empathie voor rechts willen opbrengen, verhogen we dan niet alleen maar onze moral high ground?’ Verwarde stilte.

– ‘T.S. Eliot!’ De dromerige jongen opnieuw.

***

Laten we voorbij de karikatuur proberen te denken. Makkelijker gezegd dan gedaan. Want dit hebben links en rechts alvast gemeen: we – eerste persoon meervoud, bien étonnés ... – lijden collectief aan confirmation bias. Ook wel de myside bias genoemd: een denkfout, of beter, een psychologische vertekening waarbij je enkel informatie, interpretaties of meningen opzoekt, onthoudt of overtuigend vindt die je eigen gelijk bevestigen. Omdat wij van links daar, dat spreekt, net iets minder last van hebben dan die hardnekkige rechtse rakkers, hebben we van ons links kloppend hart een steen gemaakt en ons de volgende vraag gesteld: ‘Welke inzichten over cultuur en samenleving leven er eigenlijk ter rechterzijde, die ons mogelijks kunnen inspireren of verrijken? Stel nu dat rechts echt waarden verdedigt die van de wereld een mooiere plek zullen maken. Niet alleen voor henzelf, maar voor iedereen. Waarom niet eens écht luisteren?’

Het resultaat van deze rechtsgeaarde poging tot gesprek is een rekto:verso die meer dan anders rechts is uitgelijnd. We hebben een gesprek met Roger Scruton, een ‘intelligente conservatief’. We vroegen Jean-Pierre Rondas om uit te leggen waarom het Vlaams-nationalisme en de kunsten zich elk aan weerszijden van een intussen diep ingesneden tweesprong bevinden, en spreken met de Franse filosoof Alain De Benoist, een man van rechtse waarden met linkse ideeën. We polsen bij Sven Gatz naar de liberale gronden van zijn cultuurbeleid, delven Spengler terug op voor vandaag. Met gespitste oren, maar niet zonder fronsen. Hoe zit dat eigenlijk met die taxshelter in de filmindustrie? Wat vertellen die verse publicaties rond liberalisme of conservatisme nu eigenlijk? Het leverde onverwachte allianties op, onbedoelde zelfportretten, even vaak bevestiging als bevraging van al te gemakkelijke stereotypen. En hier en daar een identiteitscrisis. Bij cryptorechts, wel te verstaan.

***

(lange stilte) ‘Het probleem is dat ik echt vind dat we gelijk hebben.’

– ‘Ik ook.’

– ‘Ik bedoel: ik vind dat niet alleen, ik voel het ook.’

– ‘Ik ook.’ (instemmende geluiden, niet verstaanbaar)

– ‘En ik vind het gebrek aan kritiek binnen rechts, die eenstemmige consensus, die afkeer van elke vorm van kritiek door en door verdacht. Typisch autoritair rechts.’

– ‘Ik ook.’

– ‘Ik ook.’

– ‘Ik ook. Echt.’

(stilte, opname breekt af, statische ruis)

^ Terug naar boven
 

Reacties

Post new comment

The content of this field is kept private and will not be shown publicly.
  • Web page addresses and e-mail addresses turn into links automatically.
  • No HTML tags allowed
  • Lines and paragraphs break automatically.

More information about formatting options

Als maatregel om geautomatiseerde spamrobotten tegen te gaan, vragen wij u het huidige jaar in te vullen. Op die manier kunnen we uw bericht onderscheiden van spam.
By submitting this form, you accept the Mollom privacy policy.