Architectuur

Hoeveel samenwerking kan architectuur verdragen?

Het ‘maken’ krijgt terug aandacht in de architectuur. Met hun tentoonstelling Ensembles in deSingel onderstrepen curatoren Christoph Grafe en Bart Tritsmans de actuele waarde van de architectuur als ambacht. Dat je in bouwwerken opnieuw de hand van de maker herkent, wil men niet benoemen als nostalgie. Het biedt veeleer antwoord op de vraag naar authenticiteit in een tijdperk dat beheerst wordt door efficiëntie.Vreemd is wel dat ondanks de nieuwe samenwerkings-verbanden de rol van de architect als meesterbrein overeind blijft staan. Kan het ook anders?

 

Vrouwen die bouwen?

De gespannen relatie tussen feminisme en architectuur weet de laatste jaren nieuwe interesse te wekken. Boeiende online fora zoals Archiparlour en Places brengen met scherpe columns en kritisch onderzoek het onderwerp weer onder de aandacht. Er klinken heel verschillende stemmen, maar allemaal leggen ze een genderonevenwicht bloot in een beroep dat lijdt aan het ‘Star Architect Disorder’ en zoeken ze naar de ondergewaardeerde impact van feministische ideeën op de architectuurgeschiedenis.

Door tuin en bos – Mons in transformatie

Zoals elke culturele hoofdstad oogst ook Mons 2015 kritiek uit de eigen achtertuin. Daar hebben de vooruitziende organisatoren vele participatieve projecten met de lokale bevolking tegenin gezaaid. Want inderdaad, een culturele hoofdstad programmeren is een vorm van tuinieren: de bestaande stad omploegen en opfleuren zonder ze agressief te verstikken. Dat maakt van Mons 2015 een heikele oefening tussen overbemesten en samen schoffelen, bijvoorbeeld met vijf rustieke ‘lieux d’atmosphère’.

 

Hack de stad

Een nieuwe garde architecten bouwt geen wolkenkrabbers of concertzalen meer. Een eigen handschrift, zelfs esthetische perfectie laat ze koud. De zelfbewuste ontwerper van het modernisme, met zijn onaantastbare geloof in maakbaarheid, is tanende.De nieuwe architect heeft meer weg van de hacker. Zijn wereld is vol, zoemt van activiteit en is rijk aan aanknopingspunten. Door een betere toekomst te verbinden aan een bestaande situatie is de nieuwe architect ook beter toegerust voor de uitdagingen van onze tijd.

 

De Hyuga Residentie, Bruno Taut

Rekto:verso vroeg vijf kunstenaars naar een bijzondere 'schoontip'. Wat vinden zij in hun (toegepaste) kunstdiscipline een eeuwig mooi ontwerp, en waarom? Dit is de tip van architect Wim Goes. 

Vlaanderen als stedelijke nevelvlek

Wat houden we toch van die diepe kloof tussen het kosmopolitische steedse en het benepen Vlaamse hinterland. Zozeer bespookt deze tegenstelling ons zelfbeeld dat zelfs het kiesgedrag van de Vlaming ermee wordt verklaard.  Architect Xaveer De Geyter, over wie in het najaar een tentoonstelling opent in het Brusselse CIVA, probeerde een decennium terug de posities open te wrikken. Niet stad versus platteland was nog langer de kwestie, wel Vlaanderen als verstedelijkt web.

 

Pleidooi voor een urbane architectuur

Vraagt een studentenblad mij of ik iets wil schrijven over hedendaagse architectuur in Vlaanderen. En of ik iets wil schrijven! Onlangs liep ik vanaf het Zuid in Gent naar de Vooruit. Ter hoogte van de brug over het water schrok ik me een aap. What the hell?! De fraaie achtergevel van de Vooruit werd fataal ontsierd door een schreeuwerig aanpalend gebouw met dikke, witte, opzichtige zigzag-patronen op zijn grijze gevel. (Unité/dewereldmorgen.be)

Voor Geert Bekaert

 

Het theatergebouw van de toekomst

Leuven heeft er een nieuwe cultuurstek bij. Het Openbaar Entrepot voor de Kunsten (OPEK) is het jongste voorbeeld van een ander denken rond culturele architectuur. Tegenover het verwijt dat kunst elitair en exclusief is, leggen theaters architecturaal steeds meer de nadruk op ‘openbaarheid’. Het theatergebouw van de toekomst is transparant, multifunctioneel en publieksbetrokken. Gaat de praktijk al ver genoeg?

 

Een klein wereldje. Architectuur en gemeenschap

De hedendaagse architectuur lijkt minder dan ooit begaan met gemeenschapsvorming, net omdat ze voluit blijft geloven in wereldwijde gemeenschappelijkheid. Een paradox? Niet op de voorbije architectuurbiënnale in Venetië, People meet in architecture.

 

Architecturaal voyeurisme. '2 1/2 Dimensional' in Desingel

In deSingel in Antwerpen worden, in de wandelgangen en achter gordijnen, 16 films getoond waarin architectuur de hoofdrol speelt. Er is geen film denkbaar – met hier en daar een uitzondering – die niet bestaat dankzij architectuur. Maar de films in 2 ½ Dimensional: Film Featuring Architecture tonen architectuur, zonder ze per se te gebruiken voor iets anders.

 

Magique Marrakech

Toenmalig Vlaams minister van cultuur Bert Anciaux legde op 12 april van dit jaar in aanwezigheid van dolenthousiaste camera's en een handvol celebrity's de eerste steen van het Vlaams-Marokkaanse culturenhuis Daarkom. Die steenlegging vormt zonder twijfel een buitenkans voor cultuurminnend Vlaanderen, want in de creatie van dat huis ligt een nieuw theatraal genre verborgen: het postkoloniale drama. Een prelude op wat niet zal zijn, aan de hand van Marokko's mooiste prentbriefkaart: de riad.

 

De aantrekkingskracht van architectuur

De relatie tussen beeldende kunst en architectuur is sinds de eerste realisaties van Robbrecht Daem Architecten hét thematische veld waarbinnen hun werk wordt gesitueerd. Die relatie mag in de eerste plaats letterlijk en ruimtelijk beschouwd worden: Paul Robbrecht en Hilde Daem hebben architectuur gemaakt die ten dienste staat van de kunst.

Decolonizing architecture

In november en december was in Brussel de tentoonstelling Decolonizing Architecture te zien, het resultaat van een samenwerkingsverband van de in Bethlehem en Londen gebaseerde architecten Sandi Hilal, Alessandro Petti en Eyal Weizman. De tentoonstelling experimenteert met het ontwerpen van mogelijke architecturale interventies om de Israëlische bezettingsarchitectuur in de Palestijnse gebieden te beëindigen. Dit leidt tot verfrissende inzichten, maar roept ook vragen op.

 

Joods Babylon in Tel Aviv

Het hoofd van Theodor Herzl in zwarte graffiti. Op de muren van de hele stad, op elektriciteitskabines, kiosken en straatstenen. Onder zijn lange baard de belangrijkste woorden uit Alt-Neuland, zijn Joods-utopische roman uit 1902: 'als je het echt wil, is het geen sprookje meer'. Tel Aviv, waar witte Bauhaus-villa's het waargemaakte sprookje belichamen, is de realisatie van die Joods-Europese utopie, de enige plek waar 'Zion' in haar oorspronkelijke betekenis zichtbaar is, als de nieuwe, moderne aanvang van het Bijbelse Land van Israël. Voor cynici is Bauhaus ondertussen een herinnering aan de blinde naïviteit van de Joodse pioniers. Maar de stijl overleefde, net als de droom.

 

De verlichte architectuur

... and justice for all

Het succes van de emotionele iconografie