Het werd een zonnige Pasen, dit jaar. Terwijl Tom Boonen voor de derde keer Paris-Roubaix won, hoorde ik de klokken luiden in een Limburg vol bloesems - een streek die graag op het beeld wil gelijken dat tv-series als Katarakt of De Smaak van De Keyser ervan hebben gemaakt. Vlaanderen vakantieland, de hervonden idylle, met de televisie als producent en de kijker als consument. Terug van nooit weg geweest, ook. In wezen ziet Vlaanderen zichzelf nog altijd het liefst als een schilderij van Emile Claus, zondagsschilder par excellence en nu in al zijn lichtheid te zien in het Museum voor Schone Kunsten in Gent: een land in de ochtend, met bedauwde velden, wanneer alles herbegint. Of liever nog bij valavond, wanneer de hitte bekoeld is en in de verte alleen nog een klokje klepelt dat vertelt hoe alles na een dag vol zindering en gewemel zijn plaats terug gevonden heeft, en rust.