Vlaanderen als stedelijke nevelvlek

Wat houden we toch van die diepe kloof tussen het kosmopolitische steedse en het benepen Vlaamse hinterland. Zozeer bespookt deze tegenstelling ons zelfbeeld dat zelfs het kiesgedrag van de Vlaming ermee wordt verklaard.  Architect Xaveer De Geyter, over wie in het najaar een tentoonstelling opent in het Brusselse CIVA, probeerde een decennium terug de posities open te wrikken. Niet stad versus platteland was nog langer de kwestie, wel Vlaanderen als verstedelijkt web.

In 2002 presenteert het Brusselse bureau Xaveer De Geyter Architecten (XDGA) After-Sprawl, een ‘onderzoek naar de hedendaagse stad’. Al een jaar eerder, in een interview in De Standaard, vertelt Xaveer De Geyter waar het hen om te doen is: ‘Het is onze bedoeling de stedelijke nevel tussen Brussel, Antwerpen en Gent door te lichten. Omdat het de realiteit van het wonen is. Er zitten een hoop mensen samengepakt. Ik vind het prima dat het Structuurplan Vlaanderen voor een verdichting van de steden en voor een terugkeer naar de stad pleit, maar het klinkt me een beetje als een literaire werkelijkheid in de oren. Hoogstens 10 percent van de mensen kiest vrijwillig voor een huis in de stad en heeft de stad nodig om te leven en zich goed te voelen.’

57_VanGerrewey_After-Sprawl, Xaveer De Geyter Architecten.jpgDe weigering om alles af te schrijven wat niet tot de stad behoort, is opmerkelijk. Enerzijds omdat De Geyter in al zijn architectuurontwerpen even metropolitane als moderne strategieën heeft geïntroduceerd. Anderzijds omdat de keuze voor de stad een kritisch dogma is. Het platteland is voor koeien, zoals Bob Van Reeth, Vlaams Bouwmeester van 1999 tot 2005, vaak benadrukt. Ook het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, opgesteld in 1997, kiest voor verdichting van stadskernen, en niet voor verkavelde akkers, supermarkten langs steenwegen of huizen in het groen. De problematiek gaat verder terug, bijvoorbeeld naar 1968, wanneer Renaat Braem met Het lelijkste land ter wereld kritiek levert op het gebrek aan planning dat België buiten de stadsmuren tot een jungle heeft gemaakt. Steden zijn reservaten van concentratie, cultuur en geschiedenis, van duurzaam, publiek en gastvrij leven. Weldaden en deugden die in de sprawl, in het chaotische geheel van ongecontroleerde bebouwing rondom een stad, onmogelijk zijn.

In After-Sprawl wordt die tegenstelling, zoals de titel aangeeft, tot het verleden gerekend. ‘In werkelijkheid,’ schrijft XDGA-medewerker Lieven De Boeck in de inleiding op de publicatie, ‘is de versmelting van stad en platteland in alle opzichten allang een feit: men beweegt zich door het netwerk zoals men zich ooit door de stad bewoog, alleen de historische kernen onderscheiden zich als eierdooiers in de omgevende substantie.’

Die interpretatie is uitdagend. Wie niet over een auto beschikt, zal een villa in Brasschaat als onderdeel van een andere wereld beschouwen dan een appartement in het centrum van Antwerpen. Ook het internet is er nog niet in geslaagd om het verschil uit te vlakken tussen het bestellen van een pizza in de Dansaertstraat in Brussel, langs de Boomsesteenweg in Aartselaar of in een boerderij in Alveringem – laat staan het opeten ervan.

Ook het internet is er nog niet in geslaagd om het verschil uit te vlakken tussen het bestellen van een pizza in de Dansaertstraat in Brussel of in een boerderij in Alveringem

Het is dan ook niet zo verwonderlijk dat After-Sprawl eerder negatief wordt ontvangen, en al bij aanvang tot een van de spannendste meningsverschillen in de Belgische architectuurgeschiedenis leidt. Ter voorbereiding van het project gaat XDGA een e-mailcorrespondentie aan met filosoof Lieven De Cauter. Die benadrukt meteen enkel van klassieke stedelijkheid te houden, en wil het contrast met de sprawl verhoogd zien. Zijn eerste e-mail draagt als titel ‘New York is voor mij modern genoeg’. Hoewel hij daarna verzucht: ‘Ach, misschien moet ik de stad als strijdpunt opgeven. En inzien dat de komst van de capsulaire beschaving onafwendbaar is.’ In het voorwoord op After-Sprawl doet architectuurcriticus Geert Bekaert de opvattingen van De Cauter af als cultuurpessimisme: ‘Zijn naam staat voor een leger gelijkgezinden die er niet genoeg van krijgen om de teloorgang van de stad en de stedelijkheid in alle toonaarden te betreuren.’ Bekaert juicht de gelijkstelling tussen stad en suburbia door XDGA toe, vooral omwille van de ongedwongen stedenbouwkundige voorstellen die erdoor mogelijk werden. En ook Lieven De Boeck schrijft in zijn inleiding: ‘Indien men het onderscheid laat varen, worden de meest intensief bebouwde delen van bijvoorbeeld Vlaanderen een aanstekelijk experimenteerveld vol nieuwe potenties, omdat ze direct gevormd zijn door de politieke, economische en demografische ontwikkelingen zelf en niet door een onwerkelijk, vervormend planningsapparaat.’

De vraag is niet noodzakelijk welk verhaal het meest op fictie is gebaseerd: stad en suburbia als vijandige tegengestelden, of als gelijkaardige vlekken in hetzelfde stedelijke geheel. De vraag is met en voor welke interpretatie er te werken valt, zonder grote gedeelten van de actuele realiteit (en van de bevolking) uit te sluiten. Zoals Marx het vroeg van de filosofen, zo moeten architecten de wereld interpreteren om haar vervolgens te veranderen. In een van de ontwerpvoorstellen van After-Sprawl wordt er bijvoorbeeld tussen Brussel en Zaventem, en aansluitend op het Zoniënwoud, een immens kruis van bomen gelegd – op de bestaande bebouwing, zowel in privézones van woningen en bedrijventerreinen als langs straten en pleinen. In plaats van het bos te verkavelen, wordt de verkaveling bebost. Het resultaat is een gebied dat alle kwaliteiten van Central Park bezit, zonder dat het daarvoor de moderniteit en de exclusiviteit van New York nodig heeft.

 

Christophe Van Gerrewey maakt met steun van het FWO aan de UGent een doctoraat over de architectuurkritiek van Geert Bekaert. In september verschijnt zijn tweede roman 'Trein met vertraging' bij De Bezige Bij Antwerpen. Hij is ook de auteur van de catalogus bij de tentoonstelling over Xaveer De Geyter Architecten (CIVA, november 2013).

 

^ Terug naar boven
 

Reacties

Xaveer De Geyter heeft

Xaveer De Geyter heeft gelijk, enkel jammer dat zijn eigen ontwerpen voor Brussel (Rogier, Schuman) zo weinig groen vertonen!

Post new comment

The content of this field is kept private and will not be shown publicly.
  • Web page addresses and e-mail addresses turn into links automatically.
  • No HTML tags allowed
  • Lines and paragraphs break automatically.

More information about formatting options

Als maatregel om geautomatiseerde spamrobotten tegen te gaan, vragen wij u het huidige jaar in te vullen. Op die manier kunnen we uw bericht onderscheiden van spam.
By submitting this form, you accept the Mollom privacy policy.