Nr. 22 maart - april 2007

Redactioneel: Vorm en inhoud

In het Fotografiemuseum van Amsterdam (FOAM) loopt momenteel een bijzondere tentoonstelling: Plaats Delict Amsterdam - foto's uit het politiearchief 1965-1985. De foto's zijn genomen door de recherche, op plaatsen waar een misdrijf werd gepleegd, meestal een moord. Ze tonen de plaats van de misdaad zoals die er nog onaangeraakt bij ligt. De beelden zijn ronduit shockerend: ze weigeren het getoonde te verbloemen en zijn met geen enkel esthetisch oogmerk gemaakt. Een lijk dat over een trap heen gedrapeerd ligt, hoofd naar beneden; een man die zelfmoord pleegde en tussen de lege flessen en pillendozen ineengezakt ligt: het zijn maar twee voorbeelden van een lange reeks beklijvende beelden. Het gaat hier om puur functionele foto's die ten dienste stonden van een gerechtelijk onderzoek. Door ze tentoon te stellen in een fotografiemuseum verliezen ze deels die functionaliteit. Ze dienen niet langer om een delict te onderzoeken, maar zijn er in de eerste plaats om bekeken te worden. Ze zijn misschien niet als kunstwerken gemaakt, maar worden nu wel met die ogen bekeken.

 

James Bond als Tamagotchi

Casino Royale (Martin Campbell, 2006), de nieuwste James Bond-film, is een gespleten productie. Enerzijds is Bond (Daniel Craig) de spil in een actiefilm van na 9/11 die qua spektakel en stunts volledig is toegesneden op de eenentwintigste eeuw. Anderzijds is de film ook te classificeren als een 'Bond Begins Anew'. De proloog in de film is in zwart-wit en toont ons een Bond die zijn status als double-0 nog maar net heeft verworven. Zo weet zijn tegenstrever in de openingsscène niet dat hij recentelijk is gemachtigd tot doden. In Casino Royale bezondigt de 'jonge' geheim agent zich tot ergernis van M (Judi Dench) aan roekeloos en gretig gedrag en moet hij zich nog leren intomen. In dat opzicht is de laatste Bond-film een soort 'back to the future': door de terugkeer naar vroeger worden we aangespoord te reflecteren op het toekomstige personagebeeld van de koelbloedige 007 dat inmiddels achter ons ligt.

Een tentoonstelling die er geen is

Het Roger Raveelmuseum in Machelen-aan-de-Leie is zonder twijfel een bezoek waard. Het huisvest een mooie collectie in een interessant stuk museumarchitectuur van Stéphane Beel. Machelen-aan-de-Leie is niet bepaald het centrum van de beeldende kunst in België en om op gezette tijden genoeg bezoekers naar het museum te lokken, richt het Raveelmuseum regelmatig thematentoonstellingen in. Het werk van Raveel wordt dan in verband gebracht met dat van andere kunstenaars door een specifiek aspect van de kunstenaarspraktijk centraal te stellen. Zo is er nu De toets, een tentoonstelling rond kunstenaars die 'de schilderkunstige toets op een zeer persoonlijke manier hebben ontwikkeld'. Althans, dat is wat de plaquette, een fraai vormgegeven minicatalogus, ons vertelt.

 

Alleen met de waarheid

Maltus heet de tweede roman van Hans den Hartog Jager. Hij vertelt daarin het verhaal van Martin Maltus, een man die experimenten uitvoert op dieren en aan de hand daarvan onderzoek voert naar de gevolgen van overbevolking. Daarmee jaagt hij de Nederlandse publieke opinie, die immers helemaal in de ban is van dierenrechten, tegen zich in het harnas: dieren zijn als mensen, ze hebben gevoelens en rechten. Maltus is een allegorie van een samenleving die verloren gelopen is. Het boek vertelt het verhaal van een man die een kompas heeft maar het stukje bij beetje niet meer lezen kan.

 

Geen vogel om in een gouden kooi te zetten

'well i've been here before
sat on the floor in a grey grey room
where i stay in all day
i don't eat, but i play with this grey grey food
desole, if someone is prayin' then i might break out,
desole, even if i scream i can't scream that loud'
(Damien Rice, uit 'Grey Room')
  
Of ik hen via mijn 'connecties' niet aan een extra kaartje voor het optreden van Damien Rice op 26 maart in het Koninkrijk Circus kan helpen. Dat hebben ondertussen al vijf mensen, die schromelijk te laat waren bij de ticketverkoop, aan mij gevraagd. (Het antwoord is: neen, sorry.)

Over België en andere dode beesten

De dag dat God België heeft geschapen, was hij een beetje in een jolige bui. Het grote werk zat erop, er moesten alleen nog hier en daar wat gaatjes worden opgevuld. Omdat zijn aandacht wat begon te verslappen, legde hij zichzelf die dag ook enkele onnozele taken op, waaronder het bedenken van een paar concepten en stromingen waarvan de naam moest eindigen op '-isme'. Toen hij het surrealisme had bedacht, verscheen er een brede grijns op zijn gezicht. 'Laat ons dat maar aan de Belgen toevertrouwen', galmde Hij.

 

... and justice for all

Overvolle gevangenissen en andere justitieperikelen vormen een dagelijkse soap in de Belgische kranten. Af en toe zijn ook de nieuwe justitiepaleizen in Antwerpen en Gent kop van jut: te duur, te prestigieus, te radicaal, te lelijk, … Toch zijn al een hoop kleinere nieuwe justitiepaleizen geruisloos aan ons voorbijgeslopen. Kortrijk heeft sinds 2002 een nieuw gebouw van Stéphane Beel op haar architectuurcurriculum staan, Nijvel pronkt sinds 2001 met haar nieuwe aanwinst, het gerecht van Aarlen zit al drie jaar in een nieuw gebouw, en het gerechtsgebouw van Marche-en-Famenne werd in september 2006 ingehuldigd.

 

De Banshees van punk tot pop

Een van de meest bevreemdende aspecten van Siouxsie and the Banshees is dat hun muziek album na album meer kunstmatig werd. Hoe verder ze van hun debuutalbum The Scream (1978) weg evolueerden, hoe meer hun werk een esthetische oefening leek te worden, een spel met muzikale vormen en de iconografische rubrieken van vervreemding, spookhuizen en body horror.

 

Het slachthuis gesloten?

Beste Abattoir Fermé,

Mannen, ik had plannen! Ik zou eindelijk eens dat eerste artikel schrijven dat wat dieper op jullie werk inging dan krantenrecensies doorgaans vermogen. Mijn epistel zou zichzelf voornemen - in dogma 07-stijl - om alvast drie woorden absoluut te mijden: 'horrorpodium', 'het afwijkende' en 'falluskunst'. Het zijn de vaste termen geworden waarmee we jullie werk steevast op onze krantenpagina's vastnagelen, 'terwijl het Abattoir daar helemaal niet om gaat' (repliceren jullie intussen ook standaard, met altijd die mysterieuze grijns). Ik zou het mysterie kraken, of toch minstens voor mezelf de dingen eens doordenken. Ik zou jullie Chaostrilogie als kapstok nemen. Ik had die rond, ik zag de lijnen, het was me klaar en duidelijk (ook ik heb zo mijn orgasmen). Maar toen kwam laatst in januari ineens Lala-land, de afsluiter van wat in Indie en Tinseltown was aangezet als de finale ontworsteling van jullie oeuvre aan de spuwende, vies-visionaire tekstlappen uit pakweg Dial H for (2003) of Life on the Edge (2004). Met die laatste Lala-monoloog schoof alles grondig scheef. Samen met jullie machtige beelden werd ineens ook mijn hele theorietje naar de vuilnisbak verwezen, plus mijn artikel. Het is 0u48, ik heb keiharde techno opgezet. Ik schrijf jullie een brief.

 

Over Hey Girl! van Romeo Castellucci

Geen eigentijdse podiumregisseur die internationaal zo gekoesterd wordt als de Italiaanse beeldenstormer Romeo Castellucci. Met zijn intensieve cyclus Tragedia Endogonidia stond hij de laatste vijf jaar op de affiche van zowat elk belangrijk festival in Europa, op zoek naar een hedendaagse herdenking van de klassieke tragedie. Hey Girl!, dat in november in première ging in Parijs en in april deSingel aandoet, is zijn eerste nieuwe losse voorstelling na die elfdelige reeks. Zéér los dan wel. Loos.

 

To boldly go where Panamarenko has never gone before

Kent u het verschil tussen een miskend genie en een erkende dorpsgek? Ik ook niet direct, maar het onderscheid tussen Paul Van Hoeydonck en Panamarenko lijkt me toch al behoorlijk in de buurt te komen. De laatste kent iedereen uiteraard van de vlieg-, ruimte- en rijtuigen die hij in groten getale in elkaar knutselde. Paul Van Hoeydonck daarentegen werd voornamelijk bekend door zijn figuren met een sterk menselijke anatomie uit allerlei industrieel afvalmateriaal, die futuristische namen als Homo Spatiens, Mutant of Humanoid meekregen.

 

Het succes van de emotionele iconografie

Hoe kan kunst zich in de hedendaagse, door beelden overspoelde wereld nog staande houden? Een onverwacht antwoord komt uit de wereld van het character design: ontwerpers die zich profileren als kunstenaars.Die kunstenaars gebruiken een in oorsprong commerciële taal, maar ze brengen die binnen in een heel nieuwe context. Hun schijnbaar eenvoudige beelden hebben ons misschien wel meer te vertellen dan wij dat zo meteen zouden denken. Een blik op de strategie van schone schijn.

Netwerkman neemt zijn hoed af voor ongerijmd volk met een hoek af

Onlangs zat ik weer luidgekeeld te lachen in het publiek van Morgen beter, een telenovella op Canvas waarin het maatschappelijk debat dagelijks wordt geparodieerd. Echt hilarisch, met vlakke personages maar professionele spelers die van geen ophouden weten. Ik moet steeds vast lachen tot ik echt niet meer kan. Toen ik hier vriendelijk over werd aangesproken door de regisseur zelf, iets wat al die jaren in De zevende dag zelfs niet één keer is gebeurd, scheen mij dat dan ook een mooie aangelegenheid toe om hem eindelijk eens al mijn meningen te geven en bij een fris pintje bier ook spontaan te solliciteren tot een kot in de nacht.