Retro:Verso

Bukowski in Blankenberge

Vrouwen: ik hield van de kleuren van hun kleding; van de manier waarop ze liepen; van de wreedheid in sommige van de gezichten; af en toe de bijna zuivere schoonheid in een ander gezicht, een en al betoverend vrouwelijk. We konden niet aan ze tippen: ze planden veel beter en waren beter georganiseerd. Terwijl de mannen naar de football-wedstrijd zaten te kijken of bier dronken of kegelden, zaten zij, de vrouwen, over ons na te denken, ze verdiepen zich erin, ze bekijken het van alle kanten en ze be-slissen - of ze ons zullen accepteren, afdanken, omruilen, vermoorden of gewoonweg in de steek zullen laten. Uiteindelijk deed het er nauwelijks toe; wat ze ook deden, we kwamen eenzaam en geschift aan ons eind. (Bukowski, Vrouwen, 1979: 205)

 

Zo licht als een veertje

Op 4 november concerteerde de 67-jarige pianist Chick Corea samen met John McLaughlin in de Elisabethzaal in Antwerpen. Geruggensteund door een uitgelezen band brachten ze fusion, impressionistische klavierstukken en stevige jazz. Corea's muziek en sprankelende geest zijn blijkbaar nog altijd springlevend, en nu en dan wekte zijn concert herinneringen aan twee memorabele opnames uit de jaren 1970. Ook toen al werd de speelse lichtvoetigheid van deze muzikant door sommigen geroemd en door anderen niet altijd naar waarde geschat. Maar is er iets mis met toegankelijke jazz?

Gentlemen van The Afghan Whigs

Een meisje, een zes, zeven jaar oud, ligt in haar bloemenjurk op een bed. Ze kijkt naar een jongen van ongeveer dezelfde leeftijd die op de rand van dat bed zit. Haar blik is licht melancholisch en sluit mooi aan bij de sepiatinten van het beeld. Hij kijkt weg van haar, starend in een groot onnoemelijk gat. Zijn blik is dromerig, het lijkt wel of hij op huilen staat, zo diepbedroefd kijken zijn ogen van de wereld en het meisje weg. Er moet iets gebeurd zijn tussen die twee, hij heeft haar pijn gedaan of zij hem, zo vertelt ons de zinderende leegte tussen beide, een leegte die onze volwassen blik maar al te goed te herkent. De jongen lijkt jaren schuldgevoel en seksuele wroeging met zich mee te torsen, het meisje lijkt te weten dat nu de jaren van onschuld definitief voorbij zijn. Alleen: het zijn kinderen.

 

Funksjoneel naakt

Het was mijn eigen kleine geheimpje. In de laatste jaren van mijn humaniora was ik verslingerd aan de VPRO-serie We zijn weer thuis, een dramady over de belevenissen van de weduwe Nel van der Hoed-Smulders en haar drie volwassen zonen. Deze reeks na vijftien jaar opnieuw bekijken, is getroffen worden door het soort televisie dat we hebben verloren. Het kabelvoer is vandaag van top tot teen high concept. Zelfs de platste banaliteit wordt ons met de glans en gladheid van een perfect vormgegeven leegte door de strot geramd. We zijn weer thuis dateert uit een tijd toen er nog werd geknutseld, gezocht en geëxperimenteerd op de buis. In één beweging door haalde de tegendraadse humor van de reeks bovendien de mode van de postmoderne ironie onderuit om er zowaar iets leuks van te maken.

 

De Collega's

't Arsenaal bracht De collega's terug op de planken en maakte daarmee de cirkel rond. De collega's was ooit een toneelstuk van het Mechels Miniatuur Theater, de voorvader van 't Arsenaal. Het is lang geleden, in 1976 met name, het jaar met die fameuze hete zomer, en op een van die zomerdagen speelt het stuk zich af - de hitte die iedereen teistert staat symbool voor de verhitte gemoederen op het bureau. De scenarist Jan Matterne had met het idee voor een kantoorserie bij de BRT aangeklopt, maar de omroep kreeg pas interesse toen de toneelversie liep als een trein. De televisiereeks kwam er alsnog, liep vanaf 1978 drie seizoenen lang en werd een fameus succes. De BRT zat toen nog stevig in het zadel als monopolist en uitzendingen van De collega's haalden tot twee miljoen kijkers.

Retro:verso - Ryu Murakami

Toen Takashi Miikes verfilming van Ryu Murakami's boek Audition enkele jaren terug in het reguliere Belgische cinemacircuit werd uitgebracht, bleek dat niet alleen Miikes beste werk tot nog toe te zijn, het was ook één van die extreem verontrustende filmervaringen waar minstens de helft van het publiek tijdens de sadistische ontknoping de zaal verliet. Eerder tekende Murakami zelf al voor de regie van een andere titel uit zijn eigen oeuvre, de al even ophefmakende schandaalfilm Tokyo Decadence. Die prent dateert van 1992, maar werd recentelijk in België opnieuw op dvd uitgebracht. Hoe raakt dit schrijnende relaas van een timide SM-hoertje ons vandaag de dag: als een sensatiebelust vehikel voor een belegen maatschappijkritische boodschap? Of herontdekken we een gestileerd pareltje uit de Japanse cultcatalogus?

 

Jeff Koons

Maandag 28 december 1992. Ik stapte het Stedelijk Museum van Amsterdam binnen voor de tentoonstelling Jeff Koons. Michael Jackson was er ook, in gezelschap van zijn lievelingschimpansee Bubbles. Buster Keaton zat schrijlings op een ezel. De Pink Panther werd stevig omhelsd door een blonde stoot. Zo ging het maar door. Teddyberen, bloemtuilen, een metalen konijn. Telkens uitgevoerd in drie dimensies en in grote maten.

 

De Rode Ridder

'De zon lag rood en nog jong in het oosten, zuidwaarts doomde het lage vette polderland, in het westen vloeide de stroom, met aan de overzijde het geweldig grote Dagonwoud, dat het laagland in tweeën snijdt.' Zo begint het eerste boek over Vlaanderens bekendste ridder, de Rode Ridder.

 

Eric Rohmer

In 1983 verscheen een 'kleine' film van een oudgediende van de Nouvelle Vague: Pauline à la plage van Eric Rohmer, deel 3 uit de cyclus Comédies et proverbes. De film was toen reeds een soort anachronisme, omdat Rohmer (°1920) al drie decennia lang min of meer dezelfde soort cinema aan het maken was, los van elke mode maar daarom nog niet navelstaarderig. Het verhaal is simpel: een meisje wordt voor de eerste keer verliefd, maar haar gevoelens botsen met de kleinzieligheid, het egoïsme en het fundamentele gebrek aan eerlijkheid van de andere personages, inclusief dat van de jongen waar ze het voor heeft. Dit maakt dat ze minder gelouterd dan geschonden uit het avontuur komt.

 

Gorky door Gorki

Luc De Vos is niet meer. Nu rest alleen nog ons archief, zoals dit artikel over Gorki uit 2007: 'In september lanceert de Ancienne Belgique REWIND. In deze concertreeks voeren Belgische groepen hun belangrijkste album integraal uit. Royalty in Exile (1990) bijt de spits af en brengt de The Scabs na ruim tien jaar even weer samen. Dan volgt Gorky (1992). Deze klassieker wordt echter niet door de originele bezetting vertolkt. Diepe waters scheiden zanger-gitarist Luc De Vos van drummer Geert Bonne en bassist Wouter De Schutter. 'Vosje' komt dus met de band die hij na het ontbinden van Gorky oprichtte. Maar kan Gorki Gorky ook tot leven brengen? En vooral: heeft De Vos daar echt zin in?'

 

De Power Rangers

Elke zaterdagochtend is op tv Power Rangers Mystic Force te bezichtigen. Ik volg de serie, eerder plichtmatig dan enthousiast, en met de hoop de fascinatie te herbeleven van de oorspronkelijke Mighty Morphing Power Rangers, die halfweg de jaren 1990 dagelijks het scherm bestormden.

 

De ware troubadour van de lage landen

Anno 2007 zijn er nog altijd platenboeren die het vermogen om Stef Bos in hun bakken onder te brengen bij 'Nederlandstalig chanson'. Áls ze zijn oeuvre al in permanente voorraad houden, want alfabetisch verwante traanklieren als Frans Bauer of Clouseau verkopen natuurlijk nog altijd een stuk beter. Ook door de andere zijde, door alterno's van muziekfans met steeds nauwer wordende slakkenhuizen, wordt Bos verdrukt. Te zeem, te zoet, te makkelijk. 'Dit is het land van bange doven, waar een eenoor koning is', antwoord ik daar met hemzelf op. In mijn rek hoort hij in het vak van de Grote Drie, tussen Bram Vermeulen en Herman Van Veen.

To boldly go where Panamarenko has never gone before

Kent u het verschil tussen een miskend genie en een erkende dorpsgek? Ik ook niet direct, maar het onderscheid tussen Paul Van Hoeydonck en Panamarenko lijkt me toch al behoorlijk in de buurt te komen. De laatste kent iedereen uiteraard van de vlieg-, ruimte- en rijtuigen die hij in groten getale in elkaar knutselde. Paul Van Hoeydonck daarentegen werd voornamelijk bekend door zijn figuren met een sterk menselijke anatomie uit allerlei industrieel afvalmateriaal, die futuristische namen als Homo Spatiens, Mutant of Humanoid meekregen.

 

Een grote kleine zanger

Popmuziek heeft de eigenschap om zich op een eigenaardige manier in je hoofd en lichaam te nestelen. Het hoeven zeker niet altijd de kwalitatief beste nummers of albums te zijn die zich onherroepelijk aan iemand blijven opdringen. Maar bij sommige begenadigde artiesten lijkt er toch nog iets meer aan de hand. Zij slagen erin om hun muziek al bij voorbaat een soort verdoken nostalgie mee te geven. Paul Simon heeft anno 2007 misschien een eerder stoffig imago, maar hij is hier de onovertroffen meester in.

 

Queen

Karate kid