Nr. 30 juli - augustus 2008

Redactioneel: Fuck rock-'n-roll

Soms is kritiek gewoon cliché. Toen de prijzen werden bekendgemaakt van de tickets en de pintjes - pardon: drankvouchers - voor Rock Werchter, stond het halve land op zijn achterste poten, en het ging al zo lelijk mank. Schandalig toch hoe Herman Schueremans - de 'Schuer' voor de vrienden, al heeft hij er helaas geen meer - de zuurverdiende euro's uit de broekzak van de festivalgangers sloeg. Eén drankbon kost 2,5 euro, maar (zo meldt de officiële website) om die bittere pil te verzachten: 2,25 in voorverkoop. Zoiets heet lachen met de mensen. Maar de mensen laten graag met zich lachen. In mijn verbeelding - die niet te betrouwen is - zie ik een journaal terug waarin enkele subcultureel gepierceten, maar ook een bevallige jongedame met een tien voor Latijn en chemie, 'als jongeren' protest aantekenen tegen hun 'verlies aan koopkracht'. Op de achtergrond staat een trosje ouders te glunderen, trots dat hun kinderen de assertiviteit aan de dag leggen die henzelf op TW-Classic misschien ook een cent zal schelen.

 

De kracht van ritueel theater

Shakespeare een hedendaags pak aanmeten is een uitdaging die al ontelbare theatermakers met wisselend succes zijn aangegaan. Onder hen ook Piet Arfeuille. Eerder maakte hij bij HETPALEIS al eigenzinnige bewerkingen van de klassiekers Hamlet en Romeo en Julia. Nu gebruikte Arfeuille De storm als ruw materiaal voor een opvallend sterke voorstelling die gedragen wordt door de kracht van rituelen. Zo moest er meer theater zijn.

 

Door het stof meegesleurd

'Een heer die bij ons kwam rondneuzen vroeg me op een keer: "Neem me niet kwalijk, maar is er nog geen manier gevonden om het apparaat uit zichzelf te laten draaien?" Ik zie nog het gezicht van die meneer: smal, bleek, met dun blond haar; blauwe, sluwe ogen; gelig puntbaardje, waarachter een glimlachje schuilging dat schuchter en beleefd moest lijken, maar boosaardig was. Want met die vraag bedoelde hij: "Bent u heus wel nodig? Wat bent u eigenlijk? Een hand die aan de slinger draait. Zou die hand niet gemist kunnen worden? Zou u niet kunnen worden afgeschaft, vervangen door een of andere mechaniek?"' (Luigi Pirandello)

 

Urbi et orbi et foxy

Ten zuiden van de rivier is een roman van Blake Morrison over het Groot-Brittanië van Tony Blair, het Londen van schrijvers, reclamejongens en journalisten, en over de vos in u en mij. Het boek zat in de selectie van de Literaire Lente, een initiatief van Boek.be, dat deze roman misschien beter als herfstpromotie had aangeboden, want fleurig kun je Morrisons schets van de Britse samenleving en het politieke systeem van dat land bepaald niet noemen. In plaats daarvan is Ten zuiden van de rivier wel een uiterst genietbare en zeer relevante roman, omdat Morrison er gelijktijdig in slaagt om een geloofwaardige microkosmos voor zijn personages neer te zetten én een panoramisch beeld te schetsen van een almaar kleiner wordend Groot-Brittannië, dat vergeven is van beesten.

 

I hate this place, but it's our place

Drie toneelteksten liet de Brit Dennis Kelly dit seizoen los op onze podia. En dan hadden we de komische tv-serie Pulling nog niet gezien. Als u het ons vraagt, is Kelly een dramatisch polsstokspringer: neemt een verre aanloop bij genoegzaam bekende schrijftechnieken, om vervolgens over het boosaardige in-yer-face theatre te wippen. Blind geweld, uptempo scènetjes en rauwe kreten hoeven bij hem niet meer zonodig. Maar als het niet meer op uw smoel is, waar dan wel?

Het veranderlijkste element

Hoe komt een avant-gardeband met een verleden in de postpunk, de krakersbeweging en de industrial weg met een toegankelijke popplaat? Het is een vraag die zich opdringt na beluistering van Alles wieder offen, de jongste cd van Einstürzende Neubauten.

 

Dubbelspel en dubbelspion

Telkens als er een nieuwe film van David Cronenberg op komst is, maakt enig ongeduld zich meester van de critici die al jarenlang verwoede pogingen ondernemen om de cineast in de juiste categorie onder te brengen. In de jaren zeventig bracht Cronenberg een omwenteling teweeg in het horrorgenre met films als Shivers, Rabid en The Brood. Enkele jaren later waagde hij zich aan sciencefiction met Scanners, The Dead Zone en Videodrome en behaalde hij zijn eerste kaskraker met The Fly. Zijn daaropvolgende films - Crash, eXistenZ, Naked Lunch, Spider - waren almaar moeilijker te classificeren en werden gemakshalve 'auteursfilms' genoemd, met allerlei onduidelijkheden en negatieve connotaties tot gevolg.

 

Give it to 'em in black and white

Het moet zowat het mooiste zijn dat je te zien kunt krijgen als het gaat om Amerikaanse muziek uit de twintigste eeuw: Johnny Cash en Louis Armstrong die in 1970 samen 'Blue Yodel #9' spelen, een nummer van Jimmie Rodgers, 'the father of country music'. Armstrong is op dat moment al zeventig jaar oud en zal tien maanden later sterven. Zijn dokters hadden hem geadviseerd geen trompet meer te spelen, maar zoiets vraag je uiteraard niet van een muzikant. Het allermooiste zijn echter de momenten waarop Armstrong de trompet even stilhoudt en Cash volgt wanneer die Rodgers' karakteristieke jodel inzet. Wat hij dan doet kun je misschien bezwaarlijk zingen noemen, maar het is wel van de meest zuivere en ontroerende muzikaliteit.

 

Prometheus amok

Paul Thomas Andersons There Will Be Blood (2007) is een macht die over je heen gaat. Met adembenemende vaart raast de film door het levensverhaal van Daniel Plainview (Daniel Day-Lewis), een oliebaron die zijn ziel verkoopt voor olie. Op zijn weg naar de verdoemenis kruist hij echter het pad van Eli Sunday (Paul Dano), een prairieprediker die even intens van God houdt als Plainview van zijn dollars. Zo stelt Anderson de twee Amerikaanse grootmachten van vandaag tegenover elkaar: God en Kapitaal. De tweestrijd die zich vervolgens ontwikkelt, is een Great American Novel waardig (is met name gebaseerd op een roman van Upton Sinclair) en loopt over van Bijbelse thema's. Amerika mag zich dan al graag een 'Natie Onder God' wanen, Anderson haalt dit zelfbeeld genadeloos onderuit en slaat het 'with great vengeance and furious anger' aan diggelen.

 

Art For Sale!

In maart stond het Gentse kunstencentrum Vooruit te koop gedurende hun festival The Game Is Up! Art for Sale. Qua marktwaarde klonk dat in elk geval veelbelovend want het kunstencentrum had nog maar net de Vlaamse cultuurprijs 2007 gewonnen. De anekdote doet overigens de ronde dat er op een rustig moment tijdens deze drukke tiendaagse twee Pakistani het café binnenwandelden om als ernstige kandidaat-kopers over de vraagprijs te onderhandelen. Welke intenties zij met deze kunsttempel hadden (moskee, mega nachtwinkel of Oosterse lusttuin?) is niet bekend. Wat we intussen wel weten is dat de werkelijkheid met dit absurde voorval de verbeelding eens niet overtrof. Met Art for Sale had Vooruit namelijk een grandioos gamma aan kunstenaars in aanbieding - veelal gratis of met korting - die de vrije markt en onze consumptiezucht als onderwerp namen voor een artistiek experiment.

 

De Collega's

't Arsenaal bracht De collega's terug op de planken en maakte daarmee de cirkel rond. De collega's was ooit een toneelstuk van het Mechels Miniatuur Theater, de voorvader van 't Arsenaal. Het is lang geleden, in 1976 met name, het jaar met die fameuze hete zomer, en op een van die zomerdagen speelt het stuk zich af - de hitte die iedereen teistert staat symbool voor de verhitte gemoederen op het bureau. De scenarist Jan Matterne had met het idee voor een kantoorserie bij de BRT aangeklopt, maar de omroep kreeg pas interesse toen de toneelversie liep als een trein. De televisiereeks kwam er alsnog, liep vanaf 1978 drie seizoenen lang en werd een fameus succes. De BRT zat toen nog stevig in het zadel als monopolist en uitzendingen van De collega's haalden tot twee miljoen kijkers.

 

Netwerkman meets Günter Walraff

Ook ik heb mij recent een tijdje gemist. Maar ik heb een uitleg: ik was onder cuver, met de sterren. Naar het voorbeeld van mijn voorbeeld, het bekende kopstuk Günter Wallraff, die men zeker kent van zijn onherkenbare, erg onthullende vermommingen als Turkse gastarbeider of riooljournalist, ben ik een jaar lang op de boer gaan trekken doorheen die kleine wereld waar iedereen 'ons' kent, inclusief tot in Mekka. Gewapend met mijn ogenschijnlijk ontwapenende, maar penetrerende blik en altijd goedgemutst met een portie gezond verstand, kon ik met succes mijn neus in zaken steken die het daglicht normaal niet zien. Vaak met hallucinerende resultaten. Zo rook ik als eerste onraad in de (overigens positieve) plas van Tom Boonen, volgens de betere bronnen bekend als deknaam van de zwaar ten val gekomen god Francesco del Pantalone, door als persfiguur onder een hoedje te spelen met de inspecteurs van de dopingbrigade die men geregeld ziet vliegen. Exit Boonen, dus - al had ik het niet zo bedoeld, want zodra de plas was uitgelekt in de media, las ik dat het gerecht nu zijn werk zal moeten doen. Men kan dus maar beter oppassen als men eens een lijntje uitwerpt.