Nr. 32 november - december 2008

Redactioneel: Gevallen voor het volk

Een pleidooi voor populisme? Dat is wel het laatste wat je van een hedendaagse intellectueel verwacht. Als er één maatschappelijke spreekstijl anti-intellectualistisch is, dan immers bij uitstek het populisme. Toch is het juist dat wat David Van Reybrouck met zijn recente, gelijknamige pamflet heeft geschreven: een pleidooi voor populisme, een 'verlicht' en een democratisch populisme, maar niettemin populisme. En het vreemde is: hij meent het. Met alle dubbelzinnigheid van dien.

 

Hiphop in Sarkoland

Het schijnt dat Michael Stipe (REM) de States gaat verlaten als John McCain de verkiezingen wint (bij het ter perse gaan van deze rekto:verso is er nog niet gestemd). Een verdienstelijke poging om de Democraten een duwtje in de rug te geven en de Obama-mania een artistieke portie EPO toe te dienen. Het doet denken aan de verenigde krachten van de Franse hiphopscene (maar ook andere muzikanten) om Le Pen tegen te houden in de tweede ronde van de 'Présidentielles' van 2002.

Het publiek en het publieke

In memoriam: Ritsaert ten Cate (1938-2008), ontwerper van publieke ruimtes

Hoe kan kunst nog politiek zijn? Terwijl het theater van de jaren 1970 expliciet de politieke discussie aanwakkerde, lijkt de kunstpraktijk vandaag moeilijker en moeilijker in staat te zijn een rol in de publieke ruimte in te nemen. Dissensus wordt daarbij angstvallig gemeden. Toch vormt die de essentie van de publieke ruimte, zo betoogt de Belgische politicologe Chantal Mouffe in haar recent vertaalde boek Over het politieke. En ook al doet ze in dat boek geen uitspraken over kunst, toch levert Mouffe een aantal mogelijke denkpistes, voor kunstenaars, beleidsmakers en al wie met de rol van kunst in de samenleving begaan is.

 

Vrienden, Romeinen, consumenten

Over de prachtige scenografie en de indrukwekkende acteerprestaties van Ivo Van Hoves Romeinse Tragedies bij Toneelgroep Amsterdam is al veel inkt gevloeid. Minstens zo interessant aan deze zes uur durende marathonvoorstelling is het parallelle verhaal van de toeschouwers, vrij maar steeds gestuurd. Dat wij de kans kregen om te gaan en te staan waar we wilden, binnen net drie tragedies rond verschuivende politieke structuren en de rol van democratie daarin, kan geen toeval zijn. Of toch?

 

Heil zoeken aan de horizon

Via een kunstgreep herinnert beeldend kunstenaar Hans Op de Beeck de mens aan zijn oorspronkelijke omgeving. Op uitnodiging van het Holland Festival bouwde hij een gelaagde interpretatie van het festivalthema 'Cielo e Terra'. Wat is de plaats van de menselijke soort?

Dossier: Populisme

Een pleidooi voor populisme? Dat is wel het laatste wat je van een hedendaagse intellectueel verwacht. Toch heeft David Van Reybrouck met zijn recente, gelijknamige pamflet juist dat geschreven: een pleidooi voor een 'verlicht' en een democratisch populisme. En het vreemde is: hij meent het. Rekto:verso vroeg een paar beschouwers uit de culturele én de politieke wereld om op deze kwestie ook hun licht te laten schijnen. Wat met populisme vandaag?

 

Onder het gepeupel, het gepopel

Sinds het begin van het nieuwe millennium, met de opkomst van Jörg Haider en de FPÖ in Oostenrijk, worden de West-Europese democratieën op een verhevigde manier geteisterd door een 'populisme' dat in zijn slogans (of 'oplossingen') niet zelden de vloer aanveegt met de principes van de democratie zelf. Met figuren als Filip Dewinter, Jean-Marie Dedecker, Pim Fortuyn, Rita Verdonck en Geert Wilders is dat 'duistere populisme' bij ons vooral van extreem of toch radicaal rechtse signatuur, maar exclusief rechts is het niet.

 

Pleidooi voor loftsocialisme

Dagelijks pendel ik over en weer tussen de hoogopgeleide omgeving waarin ik werk en de laagopgeleide omgeving waarin ik woon en waarin ik op sociaal en politiek vlak erg actief ben. Checkpoint Charlie tussen beide werelden bevindt zich in mijn partij, de SP.a. Die telt immers nog steeds zeer veel laaggeschoolde leden, maar wordt bijna exclusief geleid door hooggeschoolden. Nochtans is een diploma een nodige, maar zeker geen voldoende voorwaarde om Checkpoint Charlie te passeren en in de hogere regionen van de partij te vertoeven.

 

Pleidooi voor politiek metier

Ik geloof niet in een verlicht populisme. Het populisme verdraagt geen daglicht. Het teert op donkere onderbuikgevoelens - niet op het erkennen daarvan, maar op het bewust cultiveren ervan, op duistere beloften die de schaduw in vluchten zodra ze met de realiteit geconfronteerd worden, op verdonkeremaande gevoelens van collectieve zelfzekerheid, die alleen vol te houden zijn op de kap van een ander: dé politiek, dé vreemdeling, dé rijken of dé armen.

 

Lever de democratie niet uit aan rancuneuze 'halfbeschaafden'

Eerlijk gezegd ben ik nogal geschrokken van het pleidooi van David Van Reybrouck om het populisme te neutraliseren door meer 'laagopgeleiden' in het parlement binnen te loodsen. Alsof het bij uitstek laagopgeleiden zijn die gevoelig zijn voor populistische propaganda en alsof je aan die propaganda en de desastreuze gevolgen ervan een eind kan maken door de meest achterlijken onder ons tot volksvertegenwoordiger te bombarderen.

 

Populisme moet blijven

Langzamerhand beseffen we dat populisme geen incident of tijdelijke aberratie is: een reinigingsritueel dat het politieke bedrijf kortstondig heeft opgeschud voordat het zijn normale gangetje weer kon hernemen. Populisme is here to stay, het gaat in elk geval niet vanzelf weg, en het kan dus beter worden benaderd als een uitdaging dan als een bedreiging voor het bestaande politieke bestel. Ook omdat het niet simpelweg in de rechterhoek kan worden gedrukt: populisme manifesteert zich evengoed aan de linkerkant van het politieke spectrum, zoals de avonturen van Peter R. de Vries, Jan Marijnissen en Wouter Bos hebben laten zien. Bovendien hebben populistische politici eerder én effectiever dan hun traditionele tegenvoeters weten in te haken op de personalistische tendensen van de huidige mediademocratie.

 

Pleidooi voor minder democratie

'In het politieke veld vervallen de meesten in primitieve redeneringen en vooroordelen die zij in het dagelijkse leven als infantiel zouden beschouwen', wist politiek econoom Joseph Schumpeter. Het populisme van links en rechts speelt daar gretig op in. Nochtans liggen de randvoorwaarden voor het doorbreken van het populisme vervat in de democratie zelf.

Gentlemen van The Afghan Whigs

Een meisje, een zes, zeven jaar oud, ligt in haar bloemenjurk op een bed. Ze kijkt naar een jongen van ongeveer dezelfde leeftijd die op de rand van dat bed zit. Haar blik is licht melancholisch en sluit mooi aan bij de sepiatinten van het beeld. Hij kijkt weg van haar, starend in een groot onnoemelijk gat. Zijn blik is dromerig, het lijkt wel of hij op huilen staat, zo diepbedroefd kijken zijn ogen van de wereld en het meisje weg. Er moet iets gebeurd zijn tussen die twee, hij heeft haar pijn gedaan of zij hem, zo vertelt ons de zinderende leegte tussen beide, een leegte die onze volwassen blik maar al te goed te herkent. De jongen lijkt jaren schuldgevoel en seksuele wroeging met zich mee te torsen, het meisje lijkt te weten dat nu de jaren van onschuld definitief voorbij zijn. Alleen: het zijn kinderen.

 

Vir heroicus sublimis

Dit jaar verscheen totaal onverwacht, en zonder de heisa die men wel zou verwachten, Ik Jan Cremer Derde Boek, waarvan de titel als zelfverklarend mag worden beschouwd. Critici hebben nooit goed raad geweten met Jan Cremer (°20 april 1940). Met zijn eersteling, de schelmenroman Ik Jan Cremer (1964), maakte hij zoveel controverse los dat literaire respectabiliteit hem sindsdien lijkt te ontsnappen. In die hele heisa gaat echter het gevoel verloren voor de complexiteit van Cremers bedrieglijk vanzelfsprekende proza.

 

Alles wat mogelijk is

Succes van een levende dode

De eer van de natie?