Peter Verstraten

De geslaagde (vertel)strategie van 'Nymph()maniac'

Seksuele opwinding zou haaks staan op esthetische beleving en/of contemplatie. Koren op de molen van de Deense rasprovocateur Lars von Trier, die zijn productiebedrijf Zentropa een marketingcampagne liet ontwikkelen met een radicale tegenstelling als uitgangspunt: pornografie is lage cultuur; Von Trier is hoge cultuur. Zijn tweedelige, tot Kersthype opgeblazen Nymph()maniac spant de kroon in een recente tendens tot het creëren van hard-core art cinema: art-house films waarin expliciete seks wordt vertoond. Via de vertelstrategie weet Von Trier de pornografische scènes perfect te rijmen met de esthetische inzet van de art film.

 

Hip consumentisme: film tussen kunst en commercie

‘Innemend, menselijk, grappig, inventieve stijl’. Dat zijn enkele veelgehoorde complimenten over Beginners (2010) van Mike Mills. De film is relatief kleinschalig, maar ook weer niet te klein. Het is een typische film die valt onder de categorie Indiewood: cinema voor wie de bioscoop als een ontspannen avondje uit beschouwt en tegelijk geschikt voor een potentieel arthousepubliek. Het lijkt wel het beste van twee werelden: de auteursfilm die kan rekenen op de steun van Hollywood. Of is er meer aan de hand?

Meer onkruid in de Nederlandse cinema!

Terwijl de Belgische film met de broers Dardenne alweer meedingt naar de Gouden Palm, blijft de Nederlandse film zo goed als afwezig in Cannes. De laatste Nederlandse rolprent die tot de competitie doorstootte, was Mariken van Nieumeghen van Jos Stelling – in 1974! Het probleem van de Nederlandse cinema is dat hij, enkele uitzonderingen daar gelaten, niet durft te vervelen.

 

Het ambachtelijke effect van super 16 mm: 'Black Swan'

Op de filmset is de director of photography (DoP), met zijn scherpe oog voor het juiste licht en kadrering, de rechterhand van de regisseur. Hij is de ambachtsman bij uitstek: hij heeft voeling met het materiaal, de filmstock, met de camera en de lenzen. Met de digitalisering lijkt de functie van de DoP uit te hollen ten voordele van de colorist of de grader, die allerlei oneffenheden in de nabewerking wegpoetst en (kleur)correcties doorvoert. Digitale cinema is, om met Lev Manovich te spreken, een soort handschilderen per computer. Teruggrijpen op een analoge en ambachtelijk-fotografische werkwijze kan strategisch zijn, zoals in Black Swan (Darren Aronofsky, 2010).

 

Fly me to the moon. De status van de sciencefictionfilm anno 2010

In sciencefiction gaat de verbeelding van de toekomst doorgaans over de projectie van allerlei verwachtingen die in het heden leven. Sciencefictionfilms hebben vaak een optimistische toon, wanneer aan een bepaald verlangen voldaan moet worden. Critici achten het genre net hoog wanneer de films een cultuurpessimistische visie etaleren. Maar wordt zo’n pessimistische sciencefiction niet gekenmerkt door behoudzucht? Houden de bedenkingen bij nieuwe tendensen niet indirect in dat het verleden rooskleuriger wordt voorgesteld dan het werkelijk was?

'The Wolfman' loopt verloren in oogstrelende beelden

Met The Wolfman bracht Hollywood alweer een blockbuster uit die de duistere kant van de mens exploreert via allerlei fijne en minder fijne monsters. Niet alleen de weerwolf, ook de vampier is helemaal terug: denk aan Twilight (Catherine Hardwicke, 2008) en Twilight: New Moon (Chris Weitz, 2009). Vele critici zijn sceptisch over de artistieke waarde van die films, maar het publiek lust er overduidelijk pap van. De aloude monsters zijn dan ook sterk gemoderniseerd voor de hedendaagse kijker. Maar hoe?

 

Westerlingen zijn de pineut in rampenfilm '2012'

Hedendaagse blockbusters uit Hollywood, gemaakt om de kassa te doen rinkelen, hebben een uitgesproken fascinatie voor de visualisering van wereldrampen. Verwoestende orkanen, gruwelijke zeemonsters, agressieve aliens, onafwendbare kometen en stijgende zeespiegels zijn het onderwerp van allerlei doemdenkende bioscoophits. Met zijn meest recente film, 2012, creëerde de Duitse regisseur Roland Emmerich wellicht de overtreffende trap van de einde-van-de-wereldcinema.

 

Een meisje, een telefoon en een brok engagement

Beweerde Jean-Luc Godard dat je voor een film slechts een meisje en een geweer nodig hebt, de Nederlandse cinema lijkt te willen bewijzen dat een wapen helemaal niet hoeft: een telefoon volstaat. Met wat goede wil kunnen we zelfs spreken van een mini-subgenre in de Nederlandse cinema: de telefoonfilm. De nieuwste aanwinst heet Oogverblindend.

 

'Three Monkeys', een stijlvaste pastiche

De meeste critici zijn unaniem: Üç maymun (Three Monkeys, Nuri Bilge Ceylan, 2008) is een verpletterende kijkervaring. De film leverde Ceylan vorig jaar tijdens het filmfestival van Cannes de Regieprijs op en kreeg terecht een pak positieve recensies. Ceylan durft zich te verhouden tot de poëtica van de Europese art cinema en meer bepaald tot het werk van Michelangelo Antonioni, maar Üç maymun is meer dan Antonioni revisited.

 

Succes van een levende dode

Batman mag een nominatie in ontvangst nemen voor comeback kid van de eenentwintigste eeuw. In de jaren 1990, en zeker na het desastreuze Batman and Robin (Joel Schumacher, 1997) leek het tijdperk van de actieheld in zijn vleermuispak totaal voorbij. Maar Batman Begins (2005) bleek een geslaagde en hoog gewaardeerde herstart. Christopher Nolan, begonnen als regisseur van kleine maar verrassende arthousefilms als Following (1998) en Memento (2000), mocht daarna ook voor het vervolg tekenen. Met The Dark Knight maakte hij niet alleen de zomerkaskraker van het jaar die allerlei bezoekerrecords deed sneuvelen.

 

Kneedbare cinema

Interessanter nog dan de vraag of het recent uitgebrachte The Fall (Tarsem Singh, 2006) een goede film is, is de vraag waarom critici er zo moeilijk raad mee weten. Jan Pieter Ekker was in de Volkskrant tamelijk positief over de bombastische film vanwege zijn overdonderende beeldenstroom, maar eindigde zijn recensie met twijfel. Tarsems film is 'misschien ook wel een tikkeltje leeg. Maar dat besef komt pas lang nadat de film is afgelopen en je je verwonderd afvraagt waar je nu precies naar hebt zitten kijken.'1 In De Filmkrant vergelijkt Ronald Rovers The Fall met pover ontvangen films als Southland Tales (Richard Kelly, 2006) en The Fountain (Darren Aronofsky, 2006). Zijn deze films te beschouwen als junkfood of, zo oppert Rovers, zijn ze stiekem iets nieuws aan het doen?2

 

Een poging tot 'zuivere' filmkunst

Het Mexicaanse Stellet licht (Carlos Reygadas, 2007) biedt een mooie kijk op twee cruciale tendensen binnen de hedendaagse cinema. De film belicht een specifieke regionale cultuur, terwijl zijn stijl en beeldtaal onmiskenbaar gericht zijn op een internationaal publiek. Daarnaast toont hij dat de typische esthetische criteria van de Europese art cinema nu geëxporteerd zijn naar allerlei buitenwestelijke gebieden. De nazaten van regisseurs als Michelangelo Antonioni, Robert Bresson en Andrei Tarkovski vinden we vandaag vooral buiten Europa.

'When you have an itch, scratch it'

In Rescue Dawn (2006) dat in de nazomer in de filmhuizen rouleerde, portretteert Werner Herzog de van oorsprong Duitse Dieter Dengler. Deze sluit zich als luitenant bij het Amerikaanse leger aan, maar wordt tijdens zijn eerste vlucht in de Vietnamoorlog direct neergeschoten. De film belicht hoe hij moet zien te overleven in de jungle van Cambodja onder de meest erbarmelijke omstandigheden. En daarmee wordt Rescue Dawn een typische Herzog-film: een kleine man wordt zwaar beproefd te midden van een duistere natuur en etaleert zijn moedige overlevingsdrang. Herzog zoekt ook met deze film weer zijn plek binnen de Duitse filmgeschiedenis en toont zich opvallend onverschillig over vragen omtrent goed en kwaad.

 

James Bond als Tamagotchi

Casino Royale (Martin Campbell, 2006), de nieuwste James Bond-film, is een gespleten productie. Enerzijds is Bond (Daniel Craig) de spil in een actiefilm van na 9/11 die qua spektakel en stunts volledig is toegesneden op de eenentwintigste eeuw. Anderzijds is de film ook te classificeren als een 'Bond Begins Anew'. De proloog in de film is in zwart-wit en toont ons een Bond die zijn status als double-0 nog maar net heeft verworven. Zo weet zijn tegenstrever in de openingsscène niet dat hij recentelijk is gemachtigd tot doden. In Casino Royale bezondigt de 'jonge' geheim agent zich tot ergernis van M (Judi Dench) aan roekeloos en gretig gedrag en moet hij zich nog leren intomen. In dat opzicht is de laatste Bond-film een soort 'back to the future': door de terugkeer naar vroeger worden we aangespoord te reflecteren op het toekomstige personagebeeld van de koelbloedige 007 dat inmiddels achter ons ligt.

 

Hoe subversief is ironie?

Fatale Flashbacks

Liefde in tijden van cynisme

Ouroboros Ironicus