Nr. 12 juli - augustus 2005

Redactioneel: Music, please

Minsk, november 1997. Het is dertig graden onder nul en zelfs met thermisch ondergoed aan blijft het kleumen. De enige warmtebron in de wijde omtrek is de eeuwige vlam op het Plein van de Overwinning, maar die is al ingepalmd door een stel clochards. Gewapend met een broodmes in mijn rechtermouw - Taxi driver een keer te veel gezien en 'Are you talking to me?' in het Russisch geoefend voor de spiegel - trek ik 's avonds tussen de grauwe appartementsblokken naar het zoveelste op vodka geïnspireerde studentenfeestje. Maar meer nog dan dat mes bezorgt 'Joga' van Björk op de walkman me een (vals) gevoel van veiligheid. De koude deert me niet, de kille neonlichten evenmin. 'Joga' maakt me content, blij dat ik daar op dat moment ben. En dat is wat muziek moet doen: mij ontdooien, verwonderen, ontroeren.

 

Weer een andere Gurdjieff

In de top tien van de Amerikaanse hitlijsten voor klassieke muziek staat op dit moment de cd Chants, hymns and dances van de Duitse celliste Anja Lechner en de Griekse pianist Vassilis Tsabropoulos. Hoofdmoot van deze cd vormen negen stukken van de Armeense filosoof Georges Ivanovitsj Gurdjieff, die als componist tot dusver bij het grote publiek niet of nauwelijks bekend was. De onverwachte belangstelling roept vanwege deze sterk van eerdere vertolkingen verschillende interpretatie de vraag op waaraan deze cd zijn eclatante verkoopcijfers te danken heeft: Gurdjieffs bescheiden, introspectieve composities of Lechners en Tsabropoulos' gloedvolle samenspel in de improvisatie op Gurdjieffs thema's.

21 vlaamse dichters op het oog

'Het grootste misverstand tussen Vlamingen en Nederlanders is dat ze denken dat ze dezelfde taal spreken.' Dat schrijft Paul Wouters (1950) in zijn onlangs verschenen België - Nederland. Verschil moet er zijn. Hij werkt en woont sinds 1983 in Nederland. Ik las het terwijl ik bezig was in de bloemlezing Op het oog. 21 dichters voor de 21ste eeuw, om die dan te bespreken. Op het oog is samengesteld door de Vlaamse dichters Maarten De Pourcq en X(avier) Roelens. Uitgeverij P uit Leuven geeft de bundel uit.

 

Love it or leave it

Ik vraag het me hoe langer hoe meer af: wordt er nog écht betrokken geschreven in catalogi over hedendaagse beeldende kunst? Met betrokken bedoel ik - extreem en wat klef gesteld - vanuit een oprechte liefde voor tot regelrechte haat ten opzichte van een beeldend kunstwerk, en natuurlijk alles wat daar tussenin kan liggen. Kortom, vanuit een subjectief engagement eigenlijk, en liefst dan nog één dat je in de tekst zelf kan voelen.

 

Live-opnames als bindmiddel tussen band en publiek

Down under, zo heet de allereerste Pearl Jam-bootleg die ik ooit kocht. Recorded live in Melbourne, Australia, March 17, 1995, door een volslagen onbekende bootlegger met verdomd goed materiaal. Uitgebracht door bootleglabel Kiss The Stone. Dankzij deze opname raakte ik niet alleen voorgoed verknocht aan Pearl Jam, maar ook verslaafd aan bootlegs. Studioalbums zijn mooi, proper zelfs, afgelijnd. Maar het is pas live dat de mannen van de jongens worden onderscheiden, dat de ziel - als die überhaupt aanwezig is - echt naar boven komt. Rauw, ruw en ongepolijst, maar tenminste authentiek, sfeervol en bij wijlen als een vuistslag in de maag.

Liefde in tijden van cynisme

De romantische liefdesfilm heeft binnen de filmgeschiedenis grote populariteit gekend, heden ten dage is dit (sub)genre echter veroordeeld tot een bestaan als 'levende dode'. Maar dat wat onderdrukt wordt, zo houdt de psychoanalyse ons voor, kan altijd weer aan de oppervlakte verschijnen. Zo'n hernieuwde verschijning vereist evenwel een andere gestalte, omdat het vasthouden aan zijn oorspronkelijke vorm de romantische liefdesfilm tot een belachelijk anachronisme zou maken. Dat roept de vraag op of en hoe het mogelijk is om de conventies van de 'zwijmelfilm' gestand te doen én toch een interessante, eigentijdse film te maken. Laten we even kijken naar waarom de klassieke romantische film uit de gratie is geraakt, en wat de voorwaarden zijn van wat als een oxymoron klinkt - de postmoderne liefdesfilm.

 

Wie zouden we zijn als we het niet probeerden?

'Wat is in onder moderne tijd kunst?' Het is één van de vele vragen uit het Vragenboek van Blanche Wittman. Zij was het favoriete medium van Freuds leermeester J. M. Charcot, die in zijn psychiatrische instelling La Salpétrière in Parijs publieke hypnosesessie hield op hysterische vrouwen. Zotte Blanche heeft tussen 1860 en 1913 echt bestaan, haar Vragenboek niet. Dat is een fictieve fantasie van Per Olov Enquist in zijn pas verschenen roman Blanche en Marie.

 

Schipperend tussen spielerei en experiment

De vorm-of-vent-discussie is zo oud als de straat. Primeert de vorm of de inhoud? Is experiment een formele of inhoudelijke aangelegenheid? Op die vraag wist ook Courtisane, het Gentse festival voor kortfilm, video en nieuwe media, niet meteen een eensluidend antwoord te bieden. Misschien is die vraag dan ook van secundair belang. Als kijker ga je immers op zoek naar werk dat onmiddellijk aan de verbeelding appelleert, dat voelen en kijken tegelijk is.

 

Are we changing the world?

Onder de titel Are we changing the world stelt schilder Narcisse Tordoir (°1954) tentoon in Extra City, het gloednieuwe centrum voor hedendaagse kunst nabij het Antwerpse Eilandje. Ik had twee drijfveren om te gaan kijken. De eerste tentoonstelling in Extra City heb ik niet gezien dus Are we changing the world was een goede gelegenheid om bezoek te brengen aan dit nieuwe initiatief. De tweede reden is Narcisse Tordoir zelf - hoewel ik zijn werk nauwelijks ken - wiens naam me toch vertrouwd in de oren klinkt. Tordoir is de kunstenaar die samen met Luc Tuymans achter de spraakmakende tentoonstelling TroubleSpot Painting zat en ook in verhalen over het (N)ICC wel eens opduikt. Zijn werk stelt het medium schilderkunst zelf in vraag - iets wat ik ook vanuit mijn eigen praktijk sterk als 'mijn ding' beschouw.

 

De elementen volgens Coil

Hoe klinkt LSD? Antwoord: zoals Coil, de avant-gardeformatie die zo'n twintig jaar lang heeft geëxperimenteerd met muziekgenres die nog steeds niet bestaan. Heeft geëxperimenteerd, want in november 2004 kwam John Balance in een dronken bui lelijk ten val en overleed.

 

Cultuurmanagement!?

Cultuurmanagement. Dit neologisme - de samentrekking van 'cultuur' en 'management' - klinkt voor velen vreemd, misschien zelfs verdacht, om niet te zeggen een beetje vies. Het is een recent en complex verschijnsel dat nog sterk zoekende is naar zijn eigen identiteit. Hebben we hier te maken met een positieve tendens naar een verdere professionalisering, of moeten we eerder schrik hebben dat het een fenomeen is dat zich voornamelijk beweegt in de schaduw van een steeds toenemende commercialisering?

 

Kontro:Verso: De betekenis van het Kunstendecreet voor de toekomst van de sociaal-artistieke praktijk

Na de bekendmaking van de preadviezen voor de subsidies 2006-2009 zat het er begin april bovenarms op in het sociaal-artistieke veld. 'De betrokken adviescommissie had de vastgelegde criteria aan haar laars gelapt' en 'keek enkel maar door een artistieke bril'. Dat werd door sommigen ervaren als 'de doodslag voor alles wat er al die jaren is opgebouwd'. In haar uiteindelijke adviezen in mei verwoordde de commissie meer gefundeerd waarvoor ze stond, maar echte rust kon ze daarmee toch niet brengen. Zeker nu Anciaux zopas (nadat deze teksten geschreven werden) de finale knoop heeft doorgehakt, wordt dé discussie van het najaar: wat betekent het Kunstendecreet voor de toekomst van de sociaal-artistieke praktijk?

Cultuurzender

Mijn droom: een cultuurprogramma voor de gewone mens met verslagen van kermissen overal te lande, de bierfeesten in Wieze, de ajuinmarkt in Ledeberg, het Sint-Atoniusfeest in Oosthoven ... Of Het leven zoals het is: fanfare. Ook graag een degelijk programma over literatuur, en naar Nederlands voorbeeld elk jaar een live-verslag van het Boekenbal op tv!

(Elke Aerts)