Succes van een levende dode

Batman mag een nominatie in ontvangst nemen voor comeback kid van de eenentwintigste eeuw. In de jaren 1990, en zeker na het desastreuze Batman and Robin (Joel Schumacher, 1997) leek het tijdperk van de actieheld in zijn vleermuispak totaal voorbij. Maar Batman Begins (2005) bleek een geslaagde en hoog gewaardeerde herstart. Christopher Nolan, begonnen als regisseur van kleine maar verrassende arthousefilms als Following (1998) en Memento (2000), mocht daarna ook voor het vervolg tekenen. Met The Dark Knight maakte hij niet alleen de zomerkaskraker van het jaar die allerlei bezoekerrecords deed sneuvelen.

Ook bestormde de film het hedendaagse pantheon van de ultieme keuring: met het waarderingscijfer 9,1 stootte hij door tot de hoogste regionen van de imdb.com top 250-lijst. Waarin schuilt het succes van deze superheld die concurrenten als Superman, Spiderman en The Hulk in de schaduw stelt?

De genoemde superhelden hebben allemaal een gespleten identiteit. In hun dagelijkse outfit zijn ze tamelijk onopvallend, met de bedeesde Peter Parker uit Spiderman als meest pregnante voorbeeld. Batman is het alter ego van Bruce Wayne, die niet vanwege zijn voorkomen boven de middelmaat uitsteekt, maar dankzij de erfenis van zijn steenrijke vader. Wie er achter de maskerade schuilgaat, is in alle superheldenverhalen een goed bewaard geheim dat slechts bij enkele vertrouwelingen bekend is, zoals bij Butler Alfred in het geval van Bruce/Batman. Door zijn verschijning en zijn voor goede daden aangewende kracht is de superheld een object van fascinatie voor vrouwen, maar bij nader inzien is hij niet de door hen verlangde seksuele partner. Vrouwen hebben doorgaans wel een vermoeden van de eigenlijke man achter de vermomming, maar het moment van rechtstreeks uitspreken wordt steeds uitgesteld. Of zijn bekentenis wordt onderbroken door een actie die de aandacht afleidt, of Bruce begint spontaan te hakkelen als hij wil onthullen dat hij de superheld is. Slavoj Žižek heeft beargumenteerd waarom een (begerenswaardige) vrouw beter onbekend kan blijven met de identiteit van de superheld: als een vrouw op zoek is naar een seksuele relatie, kan ze die alleen hebben met de alledaagse knul, niet met de superheld die de drager is van diens symbolisch mandaat.1 Wanneer Dr. Chase Meridian (Nicole Kidman) Batman (Val Kilmer) kust in Batman Forever (Joel Schumacher, 1995) is het typisch dat ze daarna zegt: 'Goh, ik dacht dat ik op jou verliefd was, maar het is toch iemand anders.' Inderdaad, later zal ze Bruce himself zoenen.

Een tweede kenmerk van de superheldenfilms is dat net als in de comics waarop ze gebaseerd zijn, de tijd doorgaans in rondjes draait. De superheld leeft in een permanent heden en kan zo karaktervast blijven, omdat hij niet verandert door in het verleden beleefde avonturen. Met elke nieuwe episode begint hij weer met een schone lei. Maar juist op dit vlak leent Batman zich voor een wezenlijke variatie. Hij is een figuur met een traumatische jeugdherinnering, waarmee de in rondjes draaiende tijd lineair wordt.2 Batman is een figuur die gemarkeerd is door een gebeurtenis uit het verleden. Dat werd ons al duidelijk gemaakt in de eerdere Batman-films, zij het relatief summier in vergelijking met de wending die Nolan heeft aangebracht in Batman Begins. In Batman (Tim Burton, 1989) zijn we al bijna anderhalf uur ver in de film als een journalist ontdekt dat Bruce Wayne (Michael Keaton) als kleine jongen getuige is geweest van de moord op zijn ouders tijdens een roofoverval. Daarna krijgen we via Bruce zelf een flashback van een drietal minuten, waarin een man de fatale schoten afvuurt. We herkennen de schutter als de jonge Jack Napier, hetgeen verklaart waarom Bruce zo'n weerzin koestert tegen de man die door een val in een chemisch bad tot The Joker (Jack Nicholson) is misvormd. Gotham City, waar de confrontatie tussen Batman en The Joker zich voltrekt, is bij Burton vooral een duister sprookjesuniversum, met eigen codes. En zodra we de codes van dit specifieke universum aanvaarden, kunnen we ten volle genieten van Burtons versie.

EEN PSYCHOLOGISCH PROFIEL

Nolan daarentegen bekommert zich er in Batman Begins nadrukkelijk om Bruce een volwaardig psychologisch profiel mee te geven. Hij biedt ons uitvoerig inzicht in de ontstaansgeschiedenis van Batman. Bruce is op jonge leeftijd in een put gevallen, waarbij heel veel vleermuizen op hem afvlogen. Sindsdien heeft hij een angst voor deze beesten ontwikkeld en als hij met zijn ouders een opera bezoekt en schimmen van vleermuizen ziet, wil hij het theater vroegtijdig verlaten. Zijn ouders vergezellen hem, en eenmaal buiten het theater worden ze bedreigd en vermoord. De opgroeiende jongen wordt geplaagd door gevoelens van zowel schuld als wraak. Beladen met deze stevige psychische rugzak kiest Bruce, gespeeld door Christian Bale, voor een bestaan in de criminaliteit. Daarna begint hij een zware mentale training onder leiding van Ra´s Al Ghul (Ken Watanabe) en Henri Ducard (Liam Neeson). De laatste zal hem allerlei wijsheden bijbrengen: 'Je moet je zelf aan een ideaal wijden,' en 'je moet je eigen angst de baas worden, zodat je de angst van anderen kunt manipuleren.' Tegen de achtergrond van deze laatste gedachte is de vleermuis, het object van Bruce' angst, de uitgelezen vermomming voor de man die wraak op de dood van zijn ouders als hoofddoel heeft gesteld.

Nolan heeft met Batman Begins de vleermuisman in een hogere versnelling geplaatst. De superheld is in wezen een uitvergrote bovenmenselijke figuur die we niet al te serieus nemen. Joel Schumacher, die zich tweemaal over Batman ontfermde in de regeringsperiode van Bill Clinton, benadrukte het over the top karakter met zijn naar camp overhellende filmbewerkingen. Nolan heeft de stap gezet om Batman weer volledig serieus te nemen in een tijdperk waarin Amerika betrokken is geraakt in een war on terror. Hij representeert Bruce/Batman als een figuur die nadenkt over mentale kwesties — 'ik win aan kracht door me op een idee te concentreren' — en morele vraagstukken — 'kan ik het recht wel in eigen hand nemen?' En na The Dark Knight kunnen we stellen dat de uitwerking van deze kwesties in Batman Begins inderdaad slechts een 'begin' is gebleken.

ENTER HEATH LEDGER

In The Dark Knight is Batman nog steeds actief als goedaardige outlaw in Gotham City, maar tot zijn genoegen ziet hij een nieuwe ster aan het firmament rijzen, de officier van justitie Harvey Dent (Aaron Eckhart). Terwijl Bruce/Batman zelf buiten de juridische codes staat, en dus als 'zwarte ridder' opereert, belichaamt deze Harvey voor hem de hoop op een 'witte ridder', op een man die als vertegenwoordiger van de wet alle kwaad zal bestrijden. The Joker is evenwel als verknipte schurk opgedoken en blijkt maar één enkele missie te hebben: het creëren van wanorde. Iedereen maakt schema's en plannetjes, oreert hij, en hij is erop uit alle plannetjes en schema's in de war te schoppen. Zo'n rol als anarchist pur sang kan gemakkelijk uit de klauwen lopen. Bij Jack Nicholson als The Joker in 1989, lag een hang tot schmieren al snel op de loer. In de geest van de oorspronkelijke strip maakte Nicholson hem toen tot een cartooneske figuur. Maar het fenomenale aan de performance van Heath Ledger als The Joker is dat hij de idiote freak die hij moet spelen zowel buitenissig als ingetogen vertolkt. In zijn betogen en in de ingelaste stiltes tussendoor onthult hij een zekere tragiek die aan zijn existentie kleeft. We zien weliswaar nooit flashbacks vanuit zijn perspectief, maar tot tweemaal toe zal hij een verhaal afsteken over hoe hij aan zijn littekens is gekomen. Zoals Batman getraumatiseerd is doordat hij getuige was van de dood van zijn vader, zo lijkt the Joker getroebleerd door mishandeling door diens eigen vader, aldus zijn eerste verklaring over de littekens. Hij is wellicht zo getormenteerd door wat hem vroeger is overkomen dat het kind in hem gestorven is. Daardoor slaat hij zich nu als een levende dode door het leven, emotioneel uitgewoond. En het is juist dat aspect dat de werkelijke dood van acteur Heath Ledger zo'n navrante meerwaarde geeft.

De magie van de cinema is dat elke dode ook weer tot leven geblazen wordt, vandaar dat Jacques Derrida de film als een dans der geesten typeerde. Dit effect verdubbelt zich in de omstandigheid dat juist Ledger hier een psychopaat speelt die als een levende dode de straten van Gotham City afstruint. Door een balans te vinden tussen leven en dood, tussen idiotie en tragiek, tussen ernst en ironie, plaatst Ledgers Joker zich in het rijtje van grootste filmpsychopaten, naast Dennis Hoppers Frank Booth uit Blue Velvet (David Lynch, 1986) en Gary Oldmans corrupte politiefunctionaris Stansfield uit Léon (Luc Besson, 1994). Figuren vol grootheidswaan maar ook met sentimentele tics, zoals een voorliefde voor Roy Orbison of Beethoven.

EEN PERVERSE SPIEGEL

Los van de wijze waarop Ledger invulling geeft aan The Joker, vormt ook de functie die The Joker in het verhaal heeft, een ijzersterke troef. Het kan onnoemelijk saai zijn wanneer een personage zich van God noch gebod iets aantrekt, maar het effect in The Dark Knight is dat hij met zijn anarchistische strapatsen de andere hoofdpersonages een spiegel voorhoudt. Als een schurk niets en niemand ontziende methoden gebruikt, kunnen fatsoenlijke burgers als Bruce Wayne en Harvey Dent dan nog wel volgens hun eigen maatstaven blijven handelen, of moeten ze zich op rigoureuzere stappen beraden? Houden we nog wel aan onze eigen ethische standaard vast in tijden van paniek? The Joker speelt tot tweemaal toe een uiterst pervers spel. Ten eerste zijn er passagiers op twee boten die allebei een mechanisme hebben om de andere boot te doen ontploffen. Wie grijpt als eerste naar de ontsteker, en redt ten koste van de andere passagiers de eigen huid? Durft iemand de stap tot terreur te zetten of laat men het lot zijn beloop hebben? Ten tweede krijgt Batman de kans om óf Rachel Dawes, die hij al van jongsaf aan kent, óf om Harvey van een zekere dood te redden. De tijd zal te kort schieten om ze allebei te bevrijden: Harvey zal ternauwernood overleven, maar met zulke hevige brandwonden dat hij in Two-Face zal veranderen. Daarmee bereikt the Joker weer een doel, want de zogenaamde 'witte ridder' zal nu zelf naar de duistere zijde overhellen. Uit frustratie over de dood van zijn geliefde Rachel zal Harvey als Two-Face zelf moorden gaan plegen.

Als Harvey aan het eind door geweld om het leven komt, zal Batman de misdaden van Two-Face voor zijn rekening nemen, zodat het publiek niet van de illusie beroofd wordt dat er 'witte ridders' zijn. Door zijn daden bewerkstelligt The Joker dat Harvey ontspoort, waarmee het onderscheid tussen goed en kwaad raakt uitgehold. En dat dwingt Batman vervolgens om nader over de rechtvaardigheid van zijn eigen acties na te denken. Zulke reflectie is niet direct het terrein van de reguliere stripverfilming met zijn hang naar uitvergrote scheidslijnen, maar maakt dat Nolans recente superheldenfilm veeleer het karakter heeft van een duister misdaadepos. Dit karakter wordt visueel ondersteund door de vele in groene en blauwe tinten geschoten scènes en de prachtige verstilde shots van de hoogbouw in het sinister ogende Gotham.3

Door toedoen van The Joker wordt Batman nog aan een andere zware mentale beproeving onderworpen. The Joker wil dat hij zijn identiteit prijsgeeft, zoniet zullen er steeds meer doden vallen. Moet Batman toegeven aan de grillen van the Joker of, zoals butler Alfred hem voorhoudt, zijn nuttige symboolfunctie koesteren? Terwijl Bruce Batman in het leven heeft geroepen om onrecht en kwaad te bestrijden, lijkt het erop dat de aanwezigheid van Batman nog erger is dan de kwaal, want The Joker houdt woord: elke dag vallen er nieuwe slachtoffers. Bijna zou Bruce zich in het openbaar uitspreken, maar uiteindelijk draait het uit op een confrontatie met zijn diabolische evenknie. Het zijn zulke mentale en morele dilemma's die, zo heeft de oplettende lezer wellicht bemerkt, aan de film een uiterst actuele waarde verlenen in het post-9/11-tijdperk. Bestrijd je een onberekenbare schurk het best op diens eigen terrein of begeef je je dan op drijfzand? Moet er altijd vanuit de wet gestreden worden of zijn dubieuze trucs geoorloofd? The Dark Knight heeft daar — logischerwijs — geen antwoord op, maar het opwerpen van deze vragen is in deze tijden waarin Amerika zich zo graag bemoeit met regimes ver buiten haar territorium, al meer dan verdienstelijk genoeg. The Joker wordt bedankt.

1 Slavoj Zizek , Enjoy Your Symptom! Jacques Lacan in Hollywood and out. New York: Routledge, 1992: 24.

2 Met dank aan Point of No Return: De rol van psychologisch trauma in superheldencomics, de doctoraalscriptie van Jesse Prevoo, Literatuurwetenschap Universiteit Leiden, 2007.

3 Zie Thijs Witty in: http://www.xi-online.nl/recensie/the-dark-knight/

^ Terug naar boven
 

Reacties

Post new comment

The content of this field is kept private and will not be shown publicly.
  • Web page addresses and e-mail addresses turn into links automatically.
  • No HTML tags allowed
  • Lines and paragraphs break automatically.

More information about formatting options

Als maatregel om geautomatiseerde spamrobotten tegen te gaan, vragen wij u het huidige jaar in te vullen. Op die manier kunnen we uw bericht onderscheiden van spam.
By submitting this form, you accept the Mollom privacy policy.