Nr. 39 januari - februari 2010

Dossier: Documentaire

Wat vermag vandaag nog de documentaire? Zijn rol lijkt steeds meer in het gedrang te komen, nu een groeiend aantal spelers aanspraak maken op het onderwerp dat hij belicht: de realiteit. De opgang van nieuwe media, gecombineerd met de verspreiding van flexibele opnameapparatuur als de gsm, maakt vandaag elke consument een potentiële producent en distributeur van de realiteit. Die consument krijgt daarmee een steeds groter aandeel in het uitzicht van de samenleving zoals die zich aan ons voordoet in de pers, op internet of op televisie. Hoe overleeft documentaire dat realiteitsconsumentisme? Ons documentairedossier biedt meerdere antwoorden.

 

Redactioneel: Test uw creativiteit

Wat vermag vandaag nog de documentaire? Zijn rol lijkt steeds meer in het gedrang te komen, nu een groeiend aantal spelers aanspraak maken op het onderwerp dat hij belicht: de realiteit. De opgang van nieuwe media, gecombineerd met de verspreiding van flexibele opnameapparatuur als de gsm, maakt vandaag elke consument een potentiële producent en distributeur van de realiteit. Die consument krijgt daarmee een steeds groter aandeel in het uitzicht van de samenleving zoals die zich aan ons voordoet in de pers, op internet of op televisie. Hoe overleeft documentaire dat realiteitsconsumentisme? Ons documentairedossier op de volgende bladzijden biedt meerdere antwoorden.

Perchance to dream

De cinema van Terence Davies is een metafoor voor herinnering. Dat gold voor zijn vroegste films, zoals The Terence Davies Trilogy (1976-1983) en Distant Voices, Still Lives (1988), maar het geldt evenzeer voor zijn meest recente film, Of Time and the City (2008), een portret van de stad Liverpool. Het is Davies' eerste documentaire. Beelden, of ze nu nieuw zijn gemaakt of in archieven werden gevonden, zijn voor Davies altijd aanleiding voor persoonlijke reflectie. De objectieve wereld en zijn geschiedenis worden steeds opnieuw door de bril van de persoonlijke geschiedenis bekeken en gekleurd. Of Time and the City is dan ook een hybride documentaire, want de film is vooral een persoonlijke kijk op een stad die, in Davies' perceptie, langzaam ten onder is gegaan aan haar eigen modernisering.

 

Kijken in de spiegel van de realiteit

In documentaire is de werkelijkheid niet eenduidig op beeld vast te leggen, maar afhankelijk van de persoonlijke aanpak en keuze van de maker. Manu Riche probeert als documentairemaker de samenleving van vandaag zo direct mogelijk te benaderen. Zijn documentaires voor het vermaarde RTBF-programma Strip-Tease en de reeks Hoge Bomen voor Canvas zijn vooral oefeningen in observeren. Als een 'vervelende vlieg' cirkelt hij met de camera rond zijn personages en zoekt hij naar ongecontroleerde of onderliggende processen van de werkelijkheid, met als doel die werkelijkheid beter begrijpbaar en herkenbaar te maken. In zijn jongste documentaire Tempo of a Restless Soul werpt Riche een blik op de persoon achter dEUS-frontman Tom Barman. Een ideale gelegenheid om de documentairemaker zelf aan de tand te voelen over wat hij het beste kan: observeren.

 

De waarheid achter de retoriek van Michael Moore

In zijn nieuwe film Capitalism: a Love Story trekt Michael Moore, het enfant terrible van de documentaire, van leer tegen het koningskoppel Grootkapitaal en Angst. Daar vallen al eens slachtoffers bij, en het eerste is Moores gevoel voor nuance. Maar ondanks zijn manipulatieve filmtechniek slaagt Moore erin een fascinerend nieuw standpunt te formuleren en de kijker enkele originele inzichten mee te geven.

De facetogen van Berlin

Op vijf jaar heeft geen vaderlands gezelschap beter geboerd dan Berlin. Voor Moscow, het vierde deel van zijn Holoceen-cyclus rond bizarre steden, wist het trio zomaar even tien coproducenten te strikken, van Lissabon tot Göteborg. Het geheim? Berlin vernieuwt met zijn theatrale aanpak niet alleen de filmdocumentaire, maar verbreedt met zijn documentaire insteek ook de geldende interesses in het Vlaamse podiumkunstenlandschap.

 

De figurant, niet zomaar een extra

Actors & Extras zou kunnen misleiden. De tentoonstelling in Argos, Centre for Art & Media in Brussel, gaat veel verder dan de titel doet vermoeden. Vertrekpunt is dan wel de interactie in films tussen de acteur en de figurant, maar interessant wordt het pas wanneer de figurant doorgedacht wordt naar de realiteit, als 'de massa'. Actors & Extras bevraagt de mens als figurant van de geschiedenis, vormgegeven in de media.

 

Zo oud als het nieuws

Het Duitse collectief Rimini Protokoll maakt sinds 2000 theater met diepe ankers in de realiteit en gooit daarmee hoge ogen in Europa en daarbuiten. Tijdens het Playground-festival in Leuven brachten twee van de kernleden, Helgard Haug en Daniel Wetzel, de Belgische première van Breaking News: met een hoop parallelle journaals en een aantal echte tv-reporters, onder wie Stefan Blommaert. Op zich nieuwswaardig, of niet?

 

De maatschappelijke bres met documentairemakers Joris Ivens en Henry Storck

De documentaire heeft ontegensprekelijk aan publieke belangstelling gewonnen, mede dankzij Michael Moore met documentaires als Bowling For Columbine (2002) en Fahrenheit 9/11 (2004). Moore treedt in zijn films echter op als een performer die amusement en zichzelf belangrijker waant dan zijn achtenswaardige inhoud. Ook in Vlaanderen blijkt het oude en nieuwe, maar immer snelle reportagewerk van de BV/NV Jambers razend populair. In zijn kielzog vinden we heel wat human interest documentaires en reality freakshows die vaak haaks tegenover de ernst en complexiteit van de huidige en toekomstige wereldtoestand staan. De overdaad aan oppervlakkige reportages doet de nood aan gedegen maatschappijkritisch documentairewerk stijgen. Filmpioniers der lage landen, Joris Ivens en Henri Storck, bewijzen met hun gezamenlijk documentaireproject Borinage (1933) waarom.

 

Een lijf als een gebalde vuist

In de Belgische en Franse pers ging de grote Ensor-retrospectieve, die vanuit New York de oversteek maakte naar het Parijse Musée d'Orsay, niet ongemerkt voorbij. De parade van meer dan honderd werken - een geweldig overzicht van het beste wat de Oostendse meester in huis heeft - zou eindelijk zijn internationale doorbraak moeten betekenen, na menig rendez-vous manqué in het verleden. Maar volstaat het wel om meesterwerken aaneen te rijgen tot een enigszins chronologisch geheel om indruk te maken?

 

Terugschrijven (over popmuziek)

Er bestaat zoiets als een muzikale adolescentie. De terugblik op die periode waarin de muziek het hele lichaam omvat, en zich vasthaakt op elke voelspriet, is niet enkel het terug opzoeken van een oude betovering. Voor Bart Meuleman bijvoorbeeld is schrijven over popmuziek ook een reconstructie van de geschiedenis van het zelf. In zijn De Donkere Kant van de Zon tref je tal van reflecties aan die het beloop van muzikale affecten belichten.

 

Recenseren in Vlaanderen

In een vorig nummer van rekto:verso beklaagden David Nolens en Jeroen Theunissen zich erover dat hun nieuwe werk zo weinig aandacht krijgt in de pers. Uitgeverijen zouden volgens hen ook alleen bekende auteurs echt promoten. Er zou binnen de uitgeverijen en daardoor ook in de pers een rangorde bestaan van A- (bekende, goed gepromote) en B- (genegeerde, slecht gepromote) auteurs. Tijd voor een onderzoek, dus. Hoe is het gesteld met het recensielandschap in Vlaanderen? Wie wordt gerecenseerd, hoe vaak en waar?

Goin' down the road feeling bad

Het Tribute to Alan Lomax-programma dat de AB in het najaar organiseerde, werd samengesteld door Herman Hulsens, gewoonlijk programmator van hardrock en metal in de AB, en directeur Jari De Meulemeester, die van de culturele emancipatie van de populaire muziek zijn levenswerk gemaakt heeft. Met hun programma maakten zij alvast komaf met een groot misverstand: Alan Lomax is geen aartsvader van een muzikaal multiculturalisme.

 

Nooit meer droog

Van Jonathan Littell werd zopas Le sec et l'humide vertaald, een uitdagend en indringend essay over de psychische mechanismen in het fascistische discours van Léon Degrelle - de Waalse 'zoon van Hitler'. Uitgangspunt is La campagne de Russie (1949), een boek dat Degrelle kort na de oorlog vanuit zijn Spaanse toevluchtsoord schreef en waarin hij zichzelf viert en rechtvaardigt door de ervaring van het Oostfront in herinnering te brengen. Littell leest het boek als een 'omvangrijke reddings-operatie ten behoeve van het Ik van Degrelle', een poging om 'de sluizen te sluiten voor de golven die zijn psyche overstromen'. Dat laatste lijkt niet meer dan metaforiek, maar Littell laat juist zien hoe de psychische structuur van het fascistische 'Ik' zichzelf uitsluitend in stand kan houden door dergelijke metaforen letterlijk te nemen. In Degrelles discours wordt een heel arsenaal ingezet van retorische strategieën die opgebouwd zijn rond de tweespalt tussen 'het vochtige' en 'het droge'. Die hebben met name tot doel het gevaar dat in het vochtige schuilt te kanaliseren en te lozen.

 

Signalement: Einde van een nieuw begin

Een duwtje voor jazz

Europa zendt zijn klassiekers uit

Het lijf mag je hebben, maar de kop is van mij (deel 5)

Mu.zee isoleert Belgische kunst aan de Belgische kust

Westerlingen zijn de pineut in rampenfilm '2012'

Medea: de apocalyps voorbij

Mishalle & co: samen authentiek

Het museum als experiment

De noodzaak van een gebaar