Nr. 20 november - december 2006

Redactioneel: Visionair België?

Ik weet niet of u al vertrouwd bent met het fenomeen Johan Sanctorum. Ik ben nog maar net dertig, dus voor mij dook hij een paar jaar geleden op uit het niets. Volgens zijn website moet hij in de jaren 1980 een berucht tijdschrift hebben uitgegeven. Hij is cultuurfilosoof, en sinds een jaar of twee publiceert hij kritische teksten die in allerhande Vlaamse kranten en tijdschriften verschijnen (netjes gebundeld op www.visionair-belgie.be).

 

O dierbaar Amerika

Net nu alles wat naar Amerikaans patriottisme ruikt, meteen in de Bush-prullenmand wordt gemikt, bezingt Sufjan Stevens ongegeneerd zijn liefde voor God en vaderland. Niet de Goede Vader uit de misdienaarlyriek of de toornige variant die dreigt met hel en verdoemenis, wél de God die er ook maar het beste van probeert te maken. Stevens doet dat nu eens engelachtig, dan weer bitterzoet, maar altijd even glorieus. Na zijn briljante optreden in de AB Box vorig jaar, is op 5 november een uitverkochte Vooruit aan de beurt. Gaat heen en komt bekeerd terug.

"Culture in my ass!"

Is er podium na Saddam? Nauwelijks, want zowat alles ligt plat. Was er dan wel podium tijdens Saddam? Meer, maar zonder die naam echt waard te zijn. Dit weinig opbeurende beeld dat regisseur Hazim Kamaledin van het Iraakse podiumlandschap schetst, relativeert vele discussies in de Vlaamse podiumkunsten. 'In Irak hebben mensen geen tijd om anderhalf uur te zitten luisteren. Passief zijn voelt verschrikkelijk. Elk moment gebeurt er wel iets: een bombardement, slecht nieuws, zelfs de natuur speelt tegen.'

 

Same same but different

In Azië afficheren lokale reisorganisatoren hun arrangementen als 'same same but different'. Vrij vertaald betekent dat: bij ons dezelfde service als elders, maar net ietsje beter. De muzikale bewerking van Die Entfhrung aus dem Serail door Wim Henderickx is zeer 'same same but different'. Het origineel blijft herkenbaar en toch is het anders.

 

Vulva non grata

Exhibition (1975) van Jean-François Davy is misschien wel de meest succesvolle pornofilm uit de Franse geschiedenis. Zo succesvol dat Davy een reeks opvolgers maakte die nu (samen met een paar andere van zijn films) in een luxueuze dvd-box zijn samengebracht. In Exhibition 2 (1976) en Exhibition 79 (1979) laat Davy ons binnengluren in de wereld van de vroege pornofilm. Dat klinkt leuk. Dat vonden ze ook bij het prestigieuze tijdschrift L'Avant-scène Cinéma, dat Davy eerder dit jaar als auteur canoniseerde door een volledig nummer aan Exhibition te wijden. Maar waarom al die drukte rond een paar pornofilms van dertig jaar oud? Omdat de Exhibition-cyclus een ijzersterke oefening is in 'geënsceneerde reportage', cinéma vérité die creatief omspringt met de vérité. Daarin was Davy niet alleen een voorloper van de hedendaagse mode voor reality-tv, zijn films zijn ook stukken beter dan wat tegenwoordig voor kritische vérité moet doorgaan. Vooral de trend om de kritische blik gewoon gelijk te stellen met het 'verder gaan' en (nog) meer onthullend te zijn dan ooit tevoren is een stuitende ontwikkeling. En dat zeg ik niet omdat we preuts zijn en niet van porno houden. Maar omdat vérité en human interest zo de excuustruzen bij uitstek zijn geworden voor wie zijn lauwe vingers in broeierige papjes wil dompelen zonder te hoeven erkennen dat hij eigenlijk gewoon aan porno wil doen.

Queen

Ik heb al een paar keer gehoord dat ik een beetje op Chris Martin van Coldplay zou lijken. Dat is nogal lullig voor Chris Martin. Niet dat ik zo lelijk ben, maar het zegt wel wat over die arme man. Draai het of keer het zoals je wil, een echte ster ben je niet als je op mij lijkt. Een echte ster lijkt überhaupt niet op een mens. Neem nu Freddie Mercury. Net als Jezus geboren in een eenvoudig gezinnetje, op het voormalige slaveneiland Zanzibar en - dat kan Jezus dan weer niet zeggen - zich opgeknokt tot de hoogste regionen van de popmuziek.

 

De netwerkessayistiek van Joost Zwagerman

Uit het archief, van 2006, na het spijtige nieuws: De Nederlandse schrijver Joost Zwagerman legde zich de afgelopen jaren steeds nadrukkelijker toe op de essayistiek. Op geregelde tijdstippen houdt hij grote kuis in de laden van zijn schrijftafel en bundelt hij zijn krantenstukken, essays en lezingen in een boek. Steeds gaat het om notities van een bevlogen lezer, kijker of luisteraar die getuigenis aflegt van zijn fascinatie voor een kunstenaar.

 

Een teken des tijds?

Waarom voeren we in theater klassiekers op? Omdat ze tijdloos zijn. Want net omdat ze tijdloos zijn, zijn het klassiekers geworden. Die cirkelredenering is zelf nog de grootste blijver, en kwam pas weer verleidelijk ronddraaien in het moderne kleedje dat Ivo Van Hove zijn Hedda Gabler aanpaste. Ondertitel van zijn ontwerp: 'een teken des tijds'. Ik zag veeleer een korset dat vrouwen nog meer onrecht deed dan het negentiende-eeuwse huwelijkssysteem waar Henrik Ibsen zich met dit stuk tegen kantte.

 

On Display

Twee jaar lang schilderde Thomas Huyghe (°1971) niet. Niet zozeer omdat het niet lukte, maar wel vanuit een onvrede met wat je vandaag de dag als schilder nog kan zeggen op een plat vlak. Dat was twee jaar geleden; nu maakt Thomas Huyghe opnieuw schilderijen. Niet dat hij plots zijn 'geloof' in het schilderij heeft teruggevonden. Integendeel zelfs, hij is een stap verder gegaan met het medium schilderkunst. Hij heeft een manier gevonden om het medium te verruimen, het naar zijn hand te zetten en er dingen mee te tonen die nieuwe uitzichten bieden. Thomas Huyghe heeft het platte vlak achter zich gelaten en beschildert ruimtelijke objecten. Hij gebruikt geen schildersdoek, maar plexiglazen koepels en intrigerende veelvlakken. Het resultaat: een ruimtelijke schilderkunst. Niet omwille van het vormelijke experiment, maar omdat de inhoud die hij wil brengen daar om vraagt.

 

Beweging om niet te ontkomen

Toen pianist Andrew Hill dit jaar met zijn kwintet te gast was in het Rotterdamse Lantaren/Venster, vertelde de Turkse programmator een treffende anekdote over zijn jeugd in de jaren 1960 in Istanbul. De muziekleraar had iedereen gevraagd zijn favoriete elpee mee te nemen en die aan de klas te laten horen. De programmator had een net verschenen plaat van Andrew Hill meegebracht. Het kwam hem op een aanvaring met de muziekleraar te staan, omdat die dacht dat hij in de maling genomen werd. Hij kon zich niet voorstellen dat iemand die muziek mooi zou vinden.

 

Go In Fear

Het aantal tv-films, praatprogramma's en documentaires gewijd aan de nasleep van 9/11 is niet meer te tellen. Met United 93 en World Trade Center doet Hollywood dezer dagen zijn duit in het zakje. Toprverfilmen. Dat hoeft ook niet. Zijn adaptatie van H.G. Wells' War of the Worlds - een sciencefictionklassieker uit 1egisseur Steven Spielberg verklaarde van zijn kant nooit de gebeurtenissen te willen 898 nota bene - brengt het trauma van 9/11 raker, verontrustender en eerlijker in beeld dan de resem reconstructies van de aanslagen.

 

United de lucht in

Zo zijn er niet veel: filmdocumentaires die aan relevantie winnen door wat er niet in gebeurt. United 93 van de Britse cineast Paul Greengrass reconstrueert de laatste vlucht van het gekaapte vliegtuig dat op 9/11 zijn doel miste.

Sadosirene

Moet er nog Björk zijn? Deze zomer kwam er een luxueuze cd-box op de markt waarin alle soloalbums van de IJslandse diva zijn samengebracht, inclusief alle bijhorende videoclips. Zo'n doos heeft natuurlijk iets van een afgesloten project. Het is een kubieke decimeter oeuvre die op zichzelf staat. En dat is een gelegenheid om de balans op te maken van het parcours dat 's werelds guitigste pinguïn tot nu toe heeft afgelegd. Waar is ze begonnen? Waar staat ze nu? En vooral: hoe klinkt het daartussen?

 

Een dag in maart. Of in april. Of in mei. Of…

'Eene zelfde zaak dikwijls te zeggen en herzeggen, geeft armoede en gebrek van stof te kennen, en behalve dat het verveelt, voegt het de redelijkheid niet. Ontbreekt het U aan vonden en stof, zijt liever kort dan verdrietig lang.' (Joost van den Vondel). Een dag in maart is geen gewoon boek. Op de omslag staat dat het om een roman gaat, maar meer dan een verkoopstruc van de uitgeverij is dat niet. Het is al moeilijk genoeg om een boek van Pol Hoste te verkopen. Dan zet je niet zomaar Carnet III op de cover. Het is de uitgever vergeven. Al is een statement me liever dan een wanhoopsdaad. 'In dit boek zit Pol Hoste lekker aan te modderen', bijvoorbeeld. En veel plezier nog, lezer!

 

Kontro:Verso: Aandacht aandacht