Thibaut Verhoeven

Kijken voor het slapengaan

Het blijft een vreemde vaststelling wanneer je discussieert met collega's uit andere cultuursectoren of met kunstliefhebbers in het algemeen: 'Waarom kunnen jullie van de beeldende kunst op jullie tentoonstellingen nu eens niet gewoonweg stérk werk tonen, zonder een vuistdikke handleiding nodig te hebben om begrepen te worden?', of 'Waarom is veel beeldende kunst vandaag de dag zo meta, conceptueel of elitair geworden, en wordt ze enkel nog begrepen door een zichzelf suf rukkend kringetje van door kunst bezeten intimi?' Het zijn veel gehoorde opmerkingen aan ons adres. Ik heb dat nooit goed begrepen, althans niet helemaal: wat bedoelen ze dan met 'te meta', of met 'te conceptueel'?

 

To boldly go where Panamarenko has never gone before

Kent u het verschil tussen een miskend genie en een erkende dorpsgek? Ik ook niet direct, maar het onderscheid tussen Paul Van Hoeydonck en Panamarenko lijkt me toch al behoorlijk in de buurt te komen. De laatste kent iedereen uiteraard van de vlieg-, ruimte- en rijtuigen die hij in groten getale in elkaar knutselde. Paul Van Hoeydonck daarentegen werd voornamelijk bekend door zijn figuren met een sterk menselijke anatomie uit allerlei industrieel afvalmateriaal, die futuristische namen als Homo Spatiens, Mutant of Humanoid meekregen.

I like art, you like art, we all like art

De vraag 'Ken ik u niet van ergens?' kent iedereen wel van ergens. Het is een van de meest banale vragen die een mens tijdens het verleidingsspel kan stellen. Origineel is anders. En laat het nu net die vraag zijn die met veel te grote regelmaat in ons beiden opkomt als we - graag verleid door kunst - naar veel jonge, hedendaagse beeldende kunst kijken. En dat terwijl in de kunstwereld het criterium 'originaliteit' in al zijn vormen tegenwoordig als een van de belangrijkste richtsnoeren lijkt te gelden. Logisch is anders.

 

Pompen of verzuipen

Hoe je het ook draait of keert, met een reusachtige tentoonstelling als Beaufort 2006 weet niemand in het kunstenland blijkbaar blijf. Ofwel wordt het project in de kwaliteitskranten gewoontegetrouw gerecenseerd vanuit een bijeengesprokkeld amalgaam van anekdotes over de bekendste kunstenaars, ofwel wordt het in de vakpers al bij voorbaat neergesabeld als zijnde te toeristisch, te 'evenementieel', of nog erger: artistiek waardeloos. De waarheid ligt misschien niet eens in het midden, maar een mogelijk standpunt kwam ons wel aangewaaid vanuit een andere, doorgaans wat vergeten hoek: die van de deelnemers zelf. Want for the record, ook onder een aantal deelnemende kunstenaars blijken er op zijn zachtst gezegd enkele reserves te bestaan ten opzichte van Beaufort 2006. Waarom nemen ze dan in godsnaam deel, hoor ik u al vragen? Wel, dat vroeg ik mij ook af. Een gesprek met Koen van den Broek en Jan Van Imschoot over de zin en onzin van hun deelname aan Beaufort 2006 en - bij uitbreiding - het schrijnende gebrek aan goede groepstentoonstellingen.

 

Kontro:Verso: Gevangenissen in België

KONTRO
HET LEVEN ZOALS HET ABSOLUUT NIET IS: VOLGENS DE KUNST
OVER DE ON(T)MENSELIJK(T)E FOTO'S VAN LIEVEN NOLLET
: Thibaut Verhoeven

Volgens de begeleidende tekst is de expositie Gevangenissen in België in het Caermersklooster immers het resultaat van een sociaal-artistiek project dat fotograaf Lieven Nollet initieerde en begeleidde in diverse Belgische gevangenissen, met als hoofdbedoeling 'het onmenselijke leed achter de gevangenismuren te tonen'. Om dit mooie ideaal kracht bij te zetten, gaf hij in de maanden die voorafgingen aan de tentoonstelling een workshop fotografie aan de gedetineerden en werd filosoof Richard Anthone uitgenodigd om een aantal conversaties te voeren met de gevangenen over hun leven achter de tralies.

Zwijgen en schilderen! Kritiek van een oude dame op de debatcultuur

Ik heb een zwaar probleem met Vincent Geyskens (°1971, Lier). En dit om twee redenen. Ten eerste hou ik enorm van beeldende kunst die maatschappelijk is, die een positie inneemt ten opzichte van zichzelf, of ten opzichte van maatschappelijke, politieke en/of sociale vraagstukken, en - nog belangrijker - die daar voor uit durft te komen door onbevreesd en onbevooroordeeld de discussie aan te gaan. Ten tweede hou ik zo mogelijk nog meer van de discussiecultuur die zo eigen is aan de hedendaagse kunst, en waardoor ze zich steeds probeert te bevragen en te nuanceren, in een poging om zichzelf en de werkelijkheid beter te begrijpen.

 

Love it or leave it

Ik vraag het me hoe langer hoe meer af: wordt er nog écht betrokken geschreven in catalogi over hedendaagse beeldende kunst? Met betrokken bedoel ik - extreem en wat klef gesteld - vanuit een oprechte liefde voor tot regelrechte haat ten opzichte van een beeldend kunstwerk, en natuurlijk alles wat daar tussenin kan liggen. Kortom, vanuit een subjectief engagement eigenlijk, en liefst dan nog één dat je in de tekst zelf kan voelen.

 

Redactioneel: Lieve Kunstliefhebbertjes

Lieve kunstliefhebbertjes,

Het was de voorbije weken weer eens hommeles in het Grote Kunstenbos. Ditmaal was de boeman van dienst het kopstuk van Vlaams Belang Filip Dewinter, die vond dat 'zijn' Antwerpen ten onder ging aan cultureel elitarisme en obsceniteit, en die daarom de subsidiekraan van de stadspodiums wilde dichtdraaien. Het gevolg vanuit de kunstensector was een - volkomen begrijpelijk - potje paniekvoetbal, aangezwengeld door een petitie van podiumwetenschapper Luk Van den Dries, die volmondig ondertekend werd door een hele trits Vlaamse instellingen.

 

"Ik stop ermee, tenzij..."

Op vijf maart 2005 - zijn 42ste verjaardag - is het zover. Jan Van Imschoot, één van Vlaanderens bekendste schilders, houdt er mee op. Of beter: hij stopt met schilderen en exposeren in Vlaanderen.

Van Imschoot heeft daar zo zijn redenen voor. Sinds de uitgave van het boek Een omgeving voor Actuele Kunst van Pascal Gielen en Rudi Laermans (een uitgave van Lannoo en het Initiatief beeldende kunsten) zou de discussie over de heroriëntering van het Vlaamse beeldende kunstveld tussen de verschillende sectorbewoners volop moeten woeden. Zou. Want hoe verdienstelijk de poging van beide auteurs om het beeldende kunstenveld in kaart te brengen ook is, toch lijkt het discours zich voornamelijk af te spelen tussen veld en overheid, en niet tussen veld, overheid én kunstenaars.

 

Kontro:Verso: HISK

KONTRO

: Thibaut Verhoeven

Zucht. De Open Atelierdagen die het Hoger Instituut voor Schone Kunsten (HISK) begin mei organiseerde, waren fantastisch. Spic and Span. Het begon al bij de hyperoverzichtelijke begeleidende brochure waarin alle  geselecteerde kunstenaars voor de atelierwerking van dit academiejaar werden aangeprezen. Vergezeld van pasfoto - ze moeten je kop kennen, nietwaar? - en plattegrond van het gebouw, werd de alleswetende incrowdbezoeker bij het handje genomen en behoedzaam langs de diverse artistieke etalages geleid. En, toegegeven, wat er te zien was, was bij momenten écht veelbelovend. En dat was niet enkel te wijten aan de deskundige toelichting die elke artiest - verrassend welbespraakt, net niet in maatpak, en ik vermoed dus tegen zijn natuur - voorzag bij het getoonde. Het jaarlijks wisselend  internationale selectiecomité en de al even gerenommeerde gastdocenten van het HISK hadden dus meer dan hun best gedaan: het pad naar de artistieke roem voor deze toekomstige coryfeeën der jonge hedendaagse kunst is geëffend.  

Terecht?

 

Levenskunst op sterven na dood?

De manier waarop het SMAK thans zijn programma van tijdelijke tentoonstelling invult, bezorgt me bijna letterlijk buikpijn. Let wel: vanuit de buik, want het hier gaat slechts om een vermoeden, een intuïtieve veronderstelling dat de (post?)Hoet-tentoonstellingsstaf - als we hier al van mogen spreken natuurlijk - met de groots opgezette expo van Luigi Ontani een vrij dubbelzinnige keuze gemaakt heeft. Een keuze die laat vermoeden dat het SMAK-beleid niet altijd even rechtlijnig is en dus niet kan tippen aan een aantal vroegere artistieke beslissingen van het museum.

 

"Ze zijn bang van ons"

Over sociaal-artistiek werk zijn al oneindig veel gesprekken gevoerd. Karel Vanhaesebrouck en Thibaut Verhoeven vonden dat het hoog tijd werd om de discussie au fond te voeren, én om niet alleen podiumkunstenaars Geert Six en Dominique Willaert ook beeldend kunstenaar Marc Schepers uit te nodigen.