Er is iets vreemds aan de hand met artistiek onderzoek. De snelheid waarmee het zich vooral eind jaren 2000 heeft verspreid in de kunstwereld en in academia zou een indicatie moeten zijn van een artistieke of wetenschappelijke doorbraak. Maar een Demoiselles d’Avignon, Zwart Vierkant of Brillo Box van het artistiek onderzoek bleef uit, laat staan een e=mc2. Wel waren er eindeloze discussies over wat artistic research zou moeten zijn. Zelfmystificatie ligt op de loer: er wordt een soort status aparte bedongen die alleen maar grotere onduidelijkheid schept over wat het ‘onderzoek’ inhoudt, wat ‘goed’ artistiek onderzoek is, laat staan of de uitkomsten ook waar of onwaar kunnen zijn. Die vaagheid maakt het des te moeilijker om vast te stellen in hoeverre de opkomst van artistiek onderzoek de kunstwereld, de kunstpraktijk en het denken over kunst nu veranderd heeft. Laten we de vraag anders stellen: noem het onderzoek of niet, het gaat erom of en op welke manier de artistieke onderzoeksinfrastructuur bijdraagt aan nieuwe, intelligente, geïnformeerde kunst.