In zijn jongste boek Het andere Parijs spit de Belgisch-Amerikaanse schrijver Luc Sante verhalen boven over het rauwe en wilde leven aan de onderkant van de lichtstad die altijd onderbelicht zijn gebleven. Ze hebben Parijs mee gevormd, maar werden bedolven onder het puin van de zoveelste stedenbouwkundige kaalslag, of opgekuist met het oog op het gelikte plaatje dat Parijs, zoals elke toeristische trekpleister, graag van zichzelf creëert, netjes gegentrificeerd. Toch legt Sante koppig hun alternatieve geschiedenis bloot. En die stemt ongehoorzaam. Een gesprek.