Nr. 64 december 2014 - januari 2015

Redactioneel: Na de sloop, de zelfkritiek

De Noorse Zeemanskerk in Antwerpen is verkocht. De kerkgemeenschap zal er in mei nog zijn 150-jarige bestaan vieren, maar daarna wordt het neogotische gebouw uit 1865 het speelterrein van Steve Symons en diens designbedrijf BuzziSpace. De Antwerpse ondernemer zal er een ‘flagship store’ van maken: een showroom voor zijn akoestisch absorberende ecomeubelen en wandpanelen. ‘Waarom ik de kerk heb gekocht? In de eerste plaats om ze te redden van de sloophamer’, zo verklaarde Symons deze zomer aan De Tijd. Gevraagd naar de kostprijs voor zoveel burgerzin, luidde het antwoord: ‘héél veel’, en uit eigen zak. Het orgel en de preekstoel zullen met plezier geïntegreerd worden in de nieuwe inrichting, zo is beloofd. Van kerk naar corporate, van zeemanshuis naar vlaggenschip: een nieuw likje verf, en de zaak is gepiept.

 

Dossier: Heilige huisjes

Heilige huisjes slopen is uit de tijd. Veel makkelijker is ze je creatief toe te eigenen. En zo steekt de gebalde vuist van alle protest van weleer nu in een fluwelen handschoen. Onze omgang met heilige huisjes is een schijngevecht met symbolen geworden, goed voor het coverbeeld in de krant van morgen. Hun diepere fundamenten blijven moeiteloos overeind. Leve het speelse flirten van postmodernisme en neokapitalisme met het sacrale. Heilige koeien worden niet langer geslacht, ze worden gemolken.

Tijd voor een andere instelling

Dé heilige huisjes van ons kunstenlandschap zijn de instellingen die erin verspreid staan. Letterlijk: het zijn de gewijde tempels die de kunst haar voetstuk bieden. En figuurlijk: de fundamenten waarop zij zelf gegrondvest zijn, worden zelden ter discussie gesteld. Schouwburgen, musea, concertgebouwen, ‘grote huizen’: wat moeten ze, in tijden van bezuinigingen en schuivende maatschappelijke zekerheden? Schouwburgdirecteur Melle Daamen en cultuursocioloog Rudi Laermans provoceren de debatten: ‘De kunsten dreigen opgerold te worden.’

 

Het afnemende draagvlak voor kunst is een mythe

‘Het draagvlak voor kunst neemt af’: zowel in Nederland als in Vlaanderen is die aanname de jongste jaren zo vaak herhaald dat ze een heilige koe dreigt te worden. Maar in de feiten is er niets van aan. We moeten ons niet zozeer zorgen maken over het maatschappelijke draagvlak voor de kunsten, wel over de interne aristocratisering binnen de podiumkunstensector zelf.

 

Hou er toch mee op, man!

Kunstenaar ben je voor het leven, heet het. Je ademt kunst, staat ermee op en gaat eraan dood. Stoppen als kunstenaar is een heilig huisje. Vier ex-fans schrijven vier artiesten een aanbeveling om het toch te doen. Wie mag er zo zoetjesaan met pensioen?

Kerk van tempelbouwers

‘Artistieke autonomie’: het moet zowat het diepste fundament zijn onder de tempel die de kunsten vanaf de twintigste eeuw hebben opgetrokken. Om kunstenaars te kunnen zijn, moeten kunstenaars vrij zijn. Maar wat is die vrijheid precies, als ze op zich al geen heilig huisje is? Autonomie in de biechtstoel: een beschouwing in vijf bedrijven.

 

De vergeetput van de Vlaamse cinema

‘De Vlaamse film bloeit!’ Dat is de hoge viool die media en beleid de jongste jaren driftig bespelen. Van recensies tot ministeriële redes: samen bezingen ze de hoogconjunctuur van de eigen cinema. Ook in de nieuwe beleidsnota Cultuur staat ‘het succes van de Vlaamse film’ buiten kijf. En toch vertoont dit heilige huisje steeds meer scheuren. De dissonante stemmen klinken almaar luider.

 

Fuck bottom-up

Ik heb goesting om eens goed in uw soep te spuwen. Ik heb goesting om eens tegen uw kloten te stampen. Ik heb goesting om eens stevig te vloeken in uw heilige kerk. Ik geloof niet in uw celebratie van participatie. Fuck bottom-up! Het is een alibi voor een gebrek aan beleidsvisie. En daarbij: participatie? My ass. Er moet iemand zijn die mij representeert. En er is niemand meer. Ik ben alleen nog alleen.

 

Gideons kleine leger

Eens moet je het roomse van je afschudden. Niet meer het schijnheilige boontje uithangen. En durven om, net als de oudtestamentische rechter Gideon, plaatselijke heilige huisjes in te trappen. Maar waar te beginnen? Rekto:verso vroeg vier creatievelingen met buitenlandse achtergrond naar de Lage Landen te kijken: welke onbesproken gebruiken, verborgen taboes en onaantastbare schijnwaarheden beheersen ons cultuurlandschap?

 

‘Maar wie is uw doelpubliek?’

Begin niets zonder een helder beeld van wie je wil bereiken! Een welomschreven target audience lijkt vandaag een routine, eis en doel op zich geworden. Efficiëntie gaat nu eenmaal boven alles. Alleen is die functionele selectie niet zonder gevolgen.

 

Houd de kerk in het midden

46 parochiekerken om over na te denken: zo luidde de titel van een recente tentoonstelling in het STAM over de onzekere toekomst van Gents religieus erfgoed. Wie staat in voor het beheer en het behoud van deze heilige huizen, die lang niet allemaal nog een levendige geloofsgemeenschap herbergen? Moeten we ze überhaupt behouden? Niet alleen Gent kampt met deze vragen: Vlaanderen telt nog zon 1750 andere kerken waarvan de deuren steeds vaker gesloten blijven. Wat moeten we ermee?

 

Kunst in de kerk

Tegenwoordig belandt een mens vaker in de kerk voor theater dan voor huwelijken of begrafenissen. Niet omdat er minder getrouwd of gestorven wordt, wel omdat het kerkgebouw nogal wat makers aanspreekt met iets wat een schouwburg mist. Rekto:verso vroeg twee van hen, Selm Wenselaers en Dries Verhoeven, naar hun artistieke motieven, hun reële ervaringen en hun kijk op de kerk, als het heilige huis bij uitstek. Kan theater iets van religie opsteken?

Een dot van een tempel. Yael Bartana’s 'Inferno'

Als je – zoals videokunstenares Yael Bartana – geboren en getogen bent in Israël, heb je met menig heilig huisje af te rekenen. In Inferno laat Bartana een Bijbels bouwwerk herrijzen dat niet alleen gestalte geeft aan de collectieve herinnering van de Joden, maar ook aan haar eigen worsteling als mens en als kunstenaar.

 

De kracht van bewaring

Hoe kritisch zijn voor het bestaande? Voor Luc Devoldere is kritiek geen sloopwerk, wel een blijvend gesprek met de traditie. In zijn jongste essaybundel Tegen de kruideniers schrijft hij pro domo. Letterlijk: ‘voor zijn huis’. Hij bewoont er vele: taal, traditie, identiteit, canon. Zijn grootste huis is misschien wel Europa. Onze intellectuele erfenis moet worden verdedigd tegen het nieuwe Europa van de rekenende kruideniers. Maar daar spant het. De kracht van Europa ligt, volgens Devoldere, in schijnbaar krachteloze waarden: scepsis (al mag die niet verlammen), ironie (maar niet vrijblijvend) en melancholie (maar weerbaar). Kan je daar ook activisme uit puren? Een interview over de kracht van bewaring.

 

‘Er komt een nieuwe ons’

Op zoek naar het perfecte geluid

Stars: ‘Trap Door’

‘Onder elke grafsteen een wereldgeschiedenis’. Een gesprek met Sigrid Weigel over de cultuur van de martelaar

‘Subsidies zijn het dieptepunt van degelijk cultuurbeleid’

El Sistema: de Venezolaanse strijd tussen muziek en politiek

Berlinde De Bruyckere. Verlijden tot een streling

Vergeet de gids (niet)

Krachtlijnen in het Vlaams cultuurbeleid