In vrijheid onderworpen

Begin mei verschijnt een van de meest gehypete romans van het moment eindelijk in Nederlandse vertaling. Wat valt nog toe te voegen aan de polemiek rond een boek waarover de opinies de publicatie voorafgingen? De politieke fabel zou visionair zijn, dystopisch, misogyn en controversieel. Is Soumission wel het islamofobe haat en angst aanwakkerende pamflet waarvoor het meteen werd versleten? En hoe zit het met de misogyne en conservatieve kant van de onderwerping?

Het boek dat opmerkelijk genoeg gelanceerd werd precies op de dag van de Charlie Hebdo-aanslagen is een ‘typische Houellebecq’ die niet voor één gat te vangen is. Veel meer dan een visionaire cynicus, toont Frankrijks bekendste levende schrijver zich in Soumission/Onderworpen een melancholische romanticus. De grens tussen het hoofdpersonage François en zijn auteur lijkt soms vaag, zoals dat ook het geval is bij Michel uit Platform of Jed in De kaart en het gebied. Het conservatisme van deze personages is geen ideologie, ze is het eenvoudige resultaat van luiheid en pessimisme. Houellebecq gaat er monkelend prat op dat rechts zich niet goed raad met hem weet – en links evenmin. Hij speelt met mogelijkheden, zich zeer bewust van de eventuele consequenties.

François’ verhaal ontvouwt zich in het Frankrijk van de nabije toekomst dat zonder veel slag of stoot onder islamitisch bewind komt, met alle gevolgen van dien. Openlijk stelling innemen doet hij amper, daarvoor boeit politiek hem te weinig. Hij observeert, stelt vast hoe de dingen zich voltrekken en wankelt daarbij steeds tussen twijfel en hoop. Aan de Sorbonne doceert hij literatuur met specialisatie in het werk van Joris-Karl Huysmans, zijn rolmodel en zielsverwant wiens werk hij mateloos bewondert. Hij vereenzelvigt zich sterk met het hoofdpersonage uit Huysmans’ bekendste boek A Rebours (Tegen de keer), de decadente en neurotische hertog Des Esseintes. Diens verveling, een zekere levensmoeheid die alles bezoedelt, is wat ze delen. François komt over als een gemakzuchtige slappeling met een grote seksuele appetijt en tegelijk een angst voor vrouwen. Hij is een goedhartige opportunist die alles in eerste instantie op zichzelf betrekt, wat er in de wereld ook voor schokkends mag gebeuren. Zijn uitlatingen bevatten een zeker sarcasme dat niet zo bedoeld lijkt. ‘Ik geloofde niet echt dat een burgeroorlog de zaak tussen mij en mijn ouders weer in orde zou brengen.’

Vintage Houellebecq: belangrijke momenten kwansuis onderbreken met culinaire weetjes

Net als Des Esseintes droomt hij van het traditionele familiegeluk, wat voor hen beiden onbereikbaar lijkt. Een zeer tastbaar en prozaïsch element van dat ultieme geluk is de gastronomie, die hem troost en genot verschaft. In A Rebours worden bladzijden gewijd aan de beschrijving van exquise gerechten, smaken en geuren. François in Soumission beschrijft gedetailleerd de zielige eenpersoonsmaaltijden die hij bij de supermarkt haalt en niet opgewarmd krijgt in zijn haperende microgolfoven. De tristesse daarvan heeft iets komisch. Zijn grote belangstelling voor lekker eten werkt soms ontluisterend en krijgt een onbedoeld sarcastisch karakter. Vintage Houellebecq: belangrijke momenten kwansuis,mine de rien, onderbreken met culinaire weetjes.

Zijn streefdoel is in wezen zeer basaal: een zo comfortabel mogelijk leven leiden. Geen gedoe, geen gezeur. Als dat inhoudt dat hij zich het best kan onderwerpen aan de islam, vooruit dan maar.

Eenzame verveelde heren

François spreekt vanuit de nabije toekomst, maar is als personage ingeschreven in een lijn van Eenzame Heren, die teruggaat op de Franse literatuur van de negentiende eeuw. Een held die geen moreel model is, noch een sociologisch typetje, maar veeleer een getuige van de Idee, of tenminste ‘een observator van de leegte die zijn aanwezigheid graaft in de wereld die hem verraadt’, zoals de uitgever van J-K Huysmans het verwoordde. A Rebours eindigt met een soort gebed door Des Esseintes, dat sterk aan Baudelaire doet denken. ‘Heer, heb medelijden met de christenmens die twijfelt, met de ongelovige die zou willen geloven, met de verdoemde die alleen scheep gaat, ’s nachts, onder een firmament dat niet meer verlicht wordt door de troostende lantaarns van de oude hoop!’

Het zou evenzeer een beschrijving kunnen zijn van het gemoed van François die elke zingeving kwijt is en net als Huysmans overweegt of hij zich zou bekeren, zij het dan tot de islam. Herhaaldelijk haalt hij aan dat het hem moeite kost om zich weer te begeven onder de mensen die hij opmerkelijk ‘mes semblables’noemt. Het roept de herinnering op aan opnieuw Baudelaire die in zijn gedicht Au Lecteur de lezer vermaant dat de grondslag van het kwaad in de mens niet de duivel is, maar wel l’ennui. Het is de melancholische, existentiële verveling die we allemaal kennen, ook jij ‘hypocrite lecteur, mon semblable! Mon frère!’

Precies die woorden van Baudelaire worden ook hernomen door T.S. Eliot in The Waste Land, waardoor ze de moderniteit binnenkomen en nu ook ons nog rechtstreeks kunnen aanspreken. We zijn hypocriet als we oordelen over François, want wat zouden we zelf doen? We zijn immers zijn gelijken, broeders. Hoe gaan wij om met de zinloosheid, de spirituele ledigheid van ons geëmancipeerde, vrije en seculiere bestaan? Het is onze ennui die ervoor zorgt dat Frankrijk en bij uitbreiding het oude Europa gebukt gaan onder een crisis, onder mentale en morele uitputting.

De ennui van Huysmans was een typisch verschijnsel van het mal du siècle, maar verschilt wezenlijk weinig van de Angst van Kierkegaard of de Walging van Sartre. De door links zo verheerlijkte autonomie, de onderwerping aan de vrijheid heeft geen soelaas gebracht, integendeel. Net zo min spaart Houellebecq het discours van de uiterst rechtse ‘identitaires’, overigens. Maar elke aanleiding tot hoogdravende bespiegelingen wordt telkens vakkundig van verhevenheid ontdaan door registratie van banale feiten. Een prachtig staaltje daarvan is de beschrijving van het desolate tankstation waar François tijdens zijn vlucht uit Parijs iets te eten wil kopen. Maar er is geen shop, wat hem droogweg doet opmerken dat ‘het een jansenistisch tankstation is, zuiver toegewijd aan brandstof.’ De keuze van het adjectief is komisch in zijn absurditeit, en tegelijk zeer treffend door alle associaties met ascese, verwerpen van de wereld, pessimistische ethiek en het belang van petrodollars die verderop in het boek nog komen.

Een hereniging van het Europese rijk onder een charismatische leider – die bovendien democratisch is verkozen – kan plausibel lijken. Europa breidt uit en verlegt het zwaartepunt naar het zuiden, met een belangrijke rol voor de landen rond de Middellandse Zee, als een heruitgave van de Romeinse Mare Nostrum. Een dergelijke hereniging lijkt Houellebecq slechts mogelijk onder één gemeenschappelijke godsdienst, wat veel verder gaat dan linkse of rechtse ideologie. De macht van alle grote beschavingen die eeuwen duurden, was immers steeds op religie gebaseerd en veel grote leiders hebben zich precies om die reden bekeerd.

Tekenend in deze zin is ook de bekering tot de islam van de man die in François’ ogen het perfecte leven leidt. Deze Rediger heeft precies op Pasen de bekering ondergaan, in Brussel nota bene, de stad die de indruk geeft permanent op de rand van burgeroorlog te verkeren, en dat als centrum van Europa. Het decadente oude continent staat op instorten. Emblematisch voor de langoureuze zelfmoord van Europa is het Hotel Métropole, hoogtepunt van de belle époque dat zonder veel poeha blijkt te sluiten. Ook François kampt met zelfmoordgedachten zonder echte oorzaak. De simpele wil om te leven volstaat kennelijk niet meer om het hoofd te bieden aan de pijn en problemen die de gemiddelde westerling teisteren. Zijn escapisme neemt slechts onschuldige, burgerlijke vormen aan: gastronomie, alcohol, de vrouwen die beschikbaar zijn en uiteindelijk religie. Hij probeert zich goedschiks kwaadschiks neer te leggen bij zijn lot. Inch’Allah.

Ideale inschikkelijke vrouwen

Houellebecqs conservatieve visie op de vrouw is notoir anti-feministisch. Hij moet er niets van weten omdat het feminisme pur et dur terug zou vallen op mannelijke waarden: macht en individualisme. Hij raakt echter enkele heikele punten aan, niet vanuit een minachting of superieure waan, maar precies omdat hij echt om vrouwen geeft. ‘Ik begrijp de vrouw’, schrijft Houellebecq in Mogelijkheid van een Eiland. ‘Demain sera féminin’ orakelt hij zelfs in Elementaire deeltjes. Hij heeft het weliswaar over een heel specifiek soort vrouwelijkheid: die van koesterende, zorgzame, gewillige vrouwen die eeuwig jong en sexy blijven. Weinigen zullen hem in die opinie niet bijtreden … 
Houellebecq en zijn fictieve François, Huysmans en zijn Des Esseintes, allen groeiden ze op verstoken van moederliefde. Het verbaast dan ook niet dat François eveneens droomt van ‘une femme pot-au-feu’: een gezellige, moederlijk zorgende vrouw die lekkere stoofpotjes kookt en hem rust en standvastigheid biedt. De islam met toegestane polygamie kan hem dus het beste van twee werelden bieden.

Vrouwen geven leven en schenken genot, en in een ideale wereld schikken ze zich met oprecht plezier en toewijding in die rol. Houellebecq verkondigt dit niet uit machtswellust. Vanuit een oprechte maatschappelijke bezorgdheid – of luiheid om verdere discussies aan te gaan – stelt hij gewoon vast dat het leven veel eenvoudiger en aangenamer zou zijn als we weer het oude rollenpatroon in ere herstelden. Dit is geen plat seksisme uit frustratie en pretentie à la een Thierry Baudet. Wat hij in vraag stelt, mag dan controversieel klinken, hij legt de vinger op een zere plek, want het leven van de werkende geëmancipeerde vrouw is er niet per definitie eenvoudiger op geworden.

Zelden schetsten zinnen van een zogeheten antifeminist met zo veel finesse en subtiliteit de moeilijkheden en desillusies van moderne tweeverdieners

Van echte misogynie is in Soumission echter geen sprake. Zijn rolpatroonbevestigende blik op vrouwen is onderbouwd, zo bleek in een interview met Der Spiegel. ‘De terugkeer van het patriarchaat is denkbaar. De bevrijding van de vrouw is een softe vooruitgang. De emancipatie is nog niet zo lang bezig dat ze niet teruggeschroefd kan worden. Demografisch bevindt het feminisme zich in het kamp van de verliezers.’ Bepaald krachtige argumenten zijn het niet. Ze lijken vooral zijn wishful thinking dunnetjes te maskeren. Misschien kunnen we juist met een nog verder doorgedreven emancipatie een evenwicht vinden tussen de rollen van man en vrouw, maar dat vraagt inspanning en experiment. Daar ontbreekt hem de puf voor, hij verkiest hoe het vroeger was. Beter, voor de man toch. Verderop geeft hij toe: ‘Ik weet het niet. Je weet het nooit. Je kunt niet precies weten wat de vrouwen willen.’ Was will das Weib? Kan een oudere blanke man er het antwoord op geven? Wil hij het überhaupt weten? François merkt dat zijn libido daalt nu vrouwen in de openbare ruimte steeds meer bedekt zijn. Daar voegt hij aan toe dat de erotische impuls bij vrouwen meer diffuus is en daarom moeilijker te overwinnen, ‘maar ik heb nu echt geen tijd om dieper op dat onderwerp in te gaan.’ Waarop hij zich zijn waterzooi laat smaken en nog een plateau kazen bestelt …

De grootste overweging van François of hij zich al dan niet tot de islam zal bekeren, is niet van spirituele aard, evenmin maakt hij zich veel zorgen over de moraal of leefregels die hem daarmee worden opgelegd. Zijn grootste bekommernis en meteen ook de aantrekking van zijn bekering is dat hij gekoppeld zal worden en recht heeft op meer dan één vrouw. Hij neemt afscheid van zijn intellectuele leven en vrijheid en maakt zich klaar voor iets ‘geheel anders’.

De hunkerende, nicotine-zuigende schrijver met een drankprobleem dat aan zijn gezicht valt af te lezen, overdrijft, meer dan eens. Maar je kan er bezwaarlijk kwaad om worden. Zelden schetsten zinnen van een zogeheten anti-feminist met zoveel finesse en subtiliteit de moeilijkheden en desillusies van moderne tweeverdieners. Zo beschrijft hij met grote empathie de dagelijkse rush van een moderne vrouw die moet jongleren met haar sociale rollen, een belangrijke baan en haar gezin. Hij ziet hoe uitgeput de echtgenote van zijn collega is en helpt haar spontaan en discreet bij de barbecue en het opruimen. Je bent haast geneigd hem te geloven wanneer hij zegt dat hij niet de minste intentie had om zich ‘in een avontuurtje met haar te storten – wat wel mogelijk was geweest, alles in haar situatie leek mogelijk. Ik wilde haar alleen wat solidariteit laten voelen, een soort ijdele solidariteit.’

In passages als deze lijken auteur en personage samen te vallen. Je zou hem zo een aai willen geven over zijn warrige grijze bol. Je gunt dit lichtjes geniale jongetje dat kennelijk veel moederliefde heeft gemist, zelfs de zachte armen van een mooi begripvol meisje. ‘Als het menselijk ras ook maar een klein beetje in staat is om te evolueren, dan is dat wel te danken aan de intellectuele plasticiteit van vrouwen. De man is in feite “rigoureusement inéducable”.’ ‘Alice bekeek ons met die toegenegen en tegelijk licht spottende blik die vrouwen hebben als ze een conversatie gadeslaan tussen twee mannen, dat merkwaardige fenomeen dat altijd lijkt te aarzelen tussen pederastie en duel.’ Voor zinnen van die orde ben je geneigd hem veel te vergeven.

Hoe is het mogelijk?

Geluk staat voor François gelijk aan traditionele waarden die niet de mens als individu en zijn persoonlijke ontwikkeling centraal plaatsen, maar zijn relatie tot anderen. Moslims delen met rechts hun conservatieve maatschappelijke en gezinspolitieke opinies. Op die common ground is een coalitievorming mogelijk. Onderwerping, de letterlijke vertaling van het woord ‘islam’, lijkt het hoogtepunt van geluk: willoze gehoorzaamheid. Het aanvaarden en in stand houden van de orde door het respecteren van de hiërarchie: de vrouw gehoorzaamt aan de man en de man onderwerpt zich aan Allah door de religieuze wetten na te leven. Niet langer autonomie nastreven, geen existentiële vragen, angsten en crisissen meer. Niet meer dat al te zware juk torsen dat Vrijheid heet, het belooft hem een weldadige rust.

Want wat hebben vrijheid en individualisme ons uiteindelijk opgeleverd? Leegheid en eenzaamheid. Wat heeft de emancipatie de vrouw gebracht? Ze is overspannen, vermoeid en ongelukkig. De man voelt zich evenmin vervuld. Ze scheiden. Wat met het traditionele gezin als hoeksteen van de maatschappij? De afbrokkeling heeft voor ontwrichting en verlies van waarden gezorgd. Wat hij ten diepste verlangt, is een warm, hecht gezin. Wanneer Myriam, de enige vrouw voor wie hij een blijvend verlangen lijkt op te vatten, met haar ouders naar Israël uitwijkt, beseft hij dat hij helemaal alleen is. ‘Voor mij is er geen Israël.’

Houellebecq toont andermaal aan dat de Europese cultuur zoals we die kennen, uitdooft door nihilisme en gebrek aan bindende ideologie

Geen beloofde land dus. Het besef van zijn eenzaamheid na de dood van zijn ouders en het vertrek van Myriam treft hem zo hard dat hij probeert weer voeling te krijgen met het katholicisme. Hij gaat naar Rocamadour, staart er naar de Madonna met kind en krijgt prompt een semi-mystieke ervaring. Deze zeer symbolisch geladen spirituele ervaring wordt echter meteen ondermijnd. ‘Een suikerdipje’, vermoedt hij. Later gaat hij terug naar het klooster waar Huysmans een tijd verbleef. Het is een zoektocht naar herinneringen, maar de nostalgie wordt een ontnuchtering, elke verbondenheid ontbreekt, de retraite is een fiasco. Wat hem de fijnzinnige uitspraak ontlokt dat ‘Nietzsche toch gelijk had, die ouwe bitch, dat het christendom in feite een vrouwelijke godsdienst was.’

Houellebecq toont andermaal aan dat de Europese cultuur zoals we die kennen, uitdooft door nihilisme en gebrek aan bindende ideologie. Hij stelt een paradigmawissel voor, maar het problematische en tegelijk ironische is dat deze niet ver genoeg gaat. In feite is het reactionair: het ene patriarchale monotheïstische politieke kader inruilen voor het andere. Een samenleving onder dit gematigd islamitisch bewind verschilt in wezen weinig van het katholieke Frankrijk van voor de jaren 1960. De poreuze grenzen tussen auteur en personage maken opnieuw deel uit van het sardonische spel met Houellebecq-signatuur. Hij zaait verwarring eerder dan haat, en monkelt in zijn vuistje wanneer hij de door rechts als schrikbeeld afgeschilderde islamstaat invult als een (gematigd) rechts politiek droombeeld. Maar de geschetste onderwerping aan het idee dat vrijheid niet het ultieme geluk brengt, vervalt in oude patronen die hun beperkingen getoond hebben. De strijd om daaruit los te breken is nog niet voltooid, niet in het minst voor de emancipatie van de vrouw. Voor de eenzame bange man die François is, komt dat niet handig uit. Hem lijkt de beste ‘solution’ opnieuw ‘soumission’. Opmerkelijk: het laatste hoofdstuk, waarin het ultieme geluk hem toelacht, is in de voorwaardelijke wijs geschreven. Potentialis, de mogelijkheid van onderwerping, tegen de keer.

 

Virginie Platteau schrijft en is redactielid van rekto:verso.

Michel Houellebecq, Soumission, Parijs: Flammarion, 2015.

De Nederlandse vertaling, Onderworpen, verschijnt op 19 mei 2015 bij De Arbeiderspers.

^ Terug naar boven
 

Reacties

Post new comment

The content of this field is kept private and will not be shown publicly.
  • Web page addresses and e-mail addresses turn into links automatically.
  • No HTML tags allowed
  • Lines and paragraphs break automatically.

More information about formatting options

Als maatregel om geautomatiseerde spamrobotten tegen te gaan, vragen wij u het huidige jaar in te vullen. Op die manier kunnen we uw bericht onderscheiden van spam.
By submitting this form, you accept the Mollom privacy policy.