Nr. 14 november - december 2005

Redactioneel: Voor niks schijnt de zon

Velen onder u weten het wellicht nog. Goed een jaar geleden was rekto:verso niet zomaar een tijdschrift voor kunstkritiek, maar een gratis tijdschrift voor kunstkritiek. Verspreid op 5000 exemplaren, via een twintigtal verdeelpunten in Vlaanderen. Omdat gratis natuurlijk niet echt bestaat, en wij vorig jaar niet over de poen beschikten om dat feestje langer vol te houden, vroegen we het voorbije jaar uw bescheiden bijdrage, in de vorm van een heus (steun)abonnement. Met succes: vierhonderd abonnementen hebben we verkocht. Daar hoeven we naar onze bescheiden mening niet écht beschaamd om te zijn, maar 5000 lezers vonden we toch leuker. We kregen meer reacties, meer spontane inzendingen, meer fan- en hatemail.

 

Vrouwen zijn getormenteerde tantes

Een zeldzaamheid is het, een voorstelling over de strijd tussen de seksen waarin niet de man, maar de vrouw de bovenhand heeft. In Pina Bausch' Palermo Palermo heeft zij daar zelfs geen opgestoken deegrol voor nodig. De autoriteit van de actrices op scène lijkt bijna ingebakken in hun vrouwzijn zelf. Ze rikketikken over het podium op hoge hakken en met hun haar los, in strakke of net speelse jurken. Soms verleidelijk, soms assertief, soms met een ingekeerde poëzie. Maar steeds hebben de mannen zich naar hen te schikken, en voeren zij slaafs uit wat hen wordt opgedragen. Het lijkt de omgekeerde wereld wel, zeker als je dit vergelijkt met de stereotiepe vrouwenrollen die je in vele andere podiumproducten te zien krijgt. En toch. Wat houdt dat schijnbaar bevrijdende vrouwbeeld van het Tanzpodium Wuppertal nu juist in? Waarom worden vrouwen, als ze dan een keer op de voorgrond mogen, in podium steeds geënsceneerd als getormenteerde tantes met niets anders dan nukken?

Wat is er zo kak aan muzak?

Naarmate ons openbare leven zich meer en meer afspeelt in restaurants, winkelcentra, kantoorcomplexen, luchthavens, hotellobby's en pretparken, gaan achtergrondmuziek en easy listening ons sociaal-culturele dieet steeds sterker bepalen. Achtergrondmuziek is overal: brunch-barok verfijnt onze smaakpapillen, losjes georkestreerde popmuziek begeleidt onze shopping sprees, pianorecitals stellen ons gerust in de wachtrij, en kunstmatige natuurgeluiden doen de grenzen tussen onze woonkamer en de buitenwereld vervagen. Waarom heeft iedereen dan zo'n lak aan muzak?

 

Ronde punten

De afgelopen decennia investeerden lokale en regionale overheden fors in kunstwerken in de publieke ruimte. Dat is op zich geen nieuw gegeven. Maar terwijl kunst in de publieke ruimte voorheen in eerste instantie diende bij te dragen tot de reputatie van de gezagsdragers of tot het activeren van het collectieve geheugen, zijn de achterliggende motivaties nu uiteenlopender. Het artistieke resultaat is zo mogelijk nog heterogener. Je hoeft maar je wagen te nemen en de vele werken die je op ronde punten tegen komt, te inventariseren en je zal al snel merken dat er van een consequente lijn geen sprake is. Op Vlaanderens wegen vind je dan ook de meest waanzinnige artistieke exploten. Rekto:verso stuurde fotograaf Boris Snauwaert op pad en vroeg hem een kritische reportage te maken over Vlaamse "ronde-punten-kunst. Of hoe de fotografische blik kan uitgroeien tot kunstkritiek.

 

Trouwen in trainingsbroek

Eind mei stuurde podiumcriticus Marc Cloostermans van De Standaard ons zijn recensie door van Pubermensch, een voorstelling van Jan Sobrie en Joris Van den Brande bij HETPALEIS. Het behoorlijk krakende stukje was per brief bekritiseerd door Barbara Wyckmans, directeur van Vlaanderens grootste jeugdpodiumhuis, en dat vond Cloostermans 'misschien wel iets voor rekto:verso'. Dat vonden wij ook, maar we wilden de discussie verbreden tot de vraag wat momenteel de tendensen en de uitdagingen zijn van het héle jeugdpodium. Een blog op internet was zo aangemaakt, interessante discussiepartners werden gevonden in een aantal makers, critici, academici en programmatoren. Hieronder een geredigeerde selectie, de volledige zwik vind je op www.rektoverso.be. En de discussie loopt door! Surf naar www.hetpaleis.be en placeer daar uw eigen woordje. De meest interessante reacties drukken we af in de (historische) volgende rekto:verso.

Ik ben een homo met het virus

'Ik had mij op Motörhead voorbereid', zeg ik wanneer ik in zijn wagen stap. Ik meen het eigenlijk niet, maar een mens moet iets zeggen om het ijs te breken. Ik denk aan Zwerm, de nieuwe roman van Verhelst, waarin Motörheads hit 'Ace of spades' een leidmotief is. Ik denk tegenwoordig altijd en overal aan Zwerm. Ik droom ervan, ook als ik wakker ben. 'Sinds ik je boek gelezen heb, heb ik maar weinig nachtrust', zeg ik. 'Toen ik mijn boek schreef, had ik géén nachtrust', zegt hij. Uit de autoradio van Peter Verhelst weerklinkt geen Ace of spades, wel iets van Crowded House: Four seasons in one day. Vier seizoenen op één dag, ik zou Zwerm niet beter kunnen samenvatten.

 

Provocateur van het falen

Voorkeuren zijn particulier en dus eigenaardig. Mijn cd-kasten zijn wat dat betreft een overtuigend bewijs van een inconsistente smaak. Hoewel mijn vrienden en ik over veel zaken hetzelfde denken, kunnen een aantal van mijn dierbaarste cd's op hun hoongelach rekenen. Die van Giya Kancheli bijvoorbeeld. Ik begrijp die afkeer wel enigszins. Met zijn beeldende taal en sferische effecten zoals kerkklokken en wind nabootsende violen en met die voortdurende nadruk op tegenstellingen in volume, klankkleur en dynamiek, lijken Kancheli's composities soms te mooi om mooi te zijn.

 

Xianfeng!

Het museum Beelden aan Zee in Scheveningen stelt tot 11 december 2005 sculpturen van zestien jonge, Chinese kunstenaars tentoon. Xianfeng duidt op de spirit die deze kunstenaars gemeen hebben, de pioniersgeest. In China behoren deze kunstenaars tot de avant-garde. Ze blinken uit door hun aparte aanpak, en etaleren een kijk op de samenleving die verschilt van de Chinese norm. In het Westen behoren deze artiesten tot de nieuwe lievelingen, en ze vormen stilaan een powerhouse binnen de kunstwereld. Buitenbeentjes in China, bondgenoten in het Westen - een mijmering.

 

Bloemen noch kransen

'Geen bloemen, geen decor' stond er in 4.48 psychose, de meest uitgeklede en meest wanhopige voorstelling van het afgelopen podiumfestival, te lezen op de achterwand. Klinkt een beetje als: 'bloemen noch kransen', wat uitstekend paste bij de begrafenisstemming die negen dagen lang heerste in de zalen van het Kaaipodium. In vijf van de acht getoonde voorstellingen vielen er doden te betreuren, in minstens twee ervan stonden de doden zelfs op het podium. Maar wat bedoelt de begrafenisondernemer eigenlijk met zijn versteende uitdrukking? Dat de droefenis zo onmetelijk groot is dat bloemen noch kransen de pijn kunnen verzachten? Of juist dat zelfs de dood nooit zo erg is dat er zonodig altijd bloemen en kransen aan te pas moeten komen? Het was alsof de regisseurs er op het festival anders over dachten dan de kunstenaars.

 

Roepend om gehoor te vinden

Ik ken een leuk gedachte-experiment voor wie graag met geschiedenis koketteert. Stel jezelf even de volgende vraag: welke gebeurtenissen uit onze tijd zullen de historici binnen tweehonderd jaar aanwenden om het begin van een nieuw tijdperk aan te duiden? Wie zal met andere woorden de volgende Columbus zijn, welke oorlog eindigt ons tijdperk of welke buitenaardse mogendheid zal ons genadeloos annexeren? Sommigen vermoeden dat vooral de opkomst van de massamedia de toekomst drastisch heeft gewijzigd. Steeds meer anderen denken dat het nieuwe tijdperk wordt ingeluid door (de angst voor) wereldwijde terreur. Op dit moment kan ik zelf moeilijk een beter antwoord verzinnen.

 

Satansteef

Iedere vent een knipmes in zijn reet. Zo zou ze haar woede willen koelen, indien u het haar toestond. Ze kickt op relaties met onbehouwen mannen, bajesklanten die tegen een stootje kunnen en die terugslaan als ze erop mept. Ze is een helleveeg die de miserie van de wereld in satanische missen uitdrijft. Volgens haar zijn we allemaal seropositief. En ze is één van de weinige kunstenaars die erin slagen politieke kunst te maken die niet prekerig of drammerig is, maar integendeel de besmuikte stempel van tijdeloosheid draagt. Haar naam is Diamanda Galás, de ex-hoer met de stem van beton, meerdere octaven schreeuwbereik en een bezetenheid die als een breekmes door de ziel van morele lafaards snijdt.

 

Het writer's block van de Afrikaanse filmkritiek

Sarah Késenne trok afgelopen zomer naar het Fespaco filmfestival in Ouagadougou en hield er een uitgebreid dagboek bij over haar avonturen, en die van de Afrikaanse film en filmkritiek. Een eerste deel las u reeds in de vorige rekto:verso, in dit nummer leest u het tweede en laatste deel van dat dagboek. Késenne stelde vast dat het op zijn zachtst gezegd niet altijd even goed gaat met de Afrikaanse filmkritiek (en dat doet ze eigenlijk ook voor de Vlaamse filmkritiek), maar wees tegelijk op het gevaar van eurocentrisme en al te gemakkelijke veralgemeningen.

Kontro:Verso: Jan De Cock

KONTRO
DANSEN

: Lars Van Kwakkenbos

Twee pubers kruipen in een constructie van Jan de Cock, die vlak voor Tate Modern staat. Ze doen hun best om erin te klauteren en na wat zoeken en klimmen staat één van de twee bovenop de constructie. Hoewel ze nog intact is, is er van haar monumentale schoonheid opeens niks meer over. De puber lacht. Hij heeft gewonnen.