Dit is Belgisch! Over het Vlaamse 'Bo' en het Waalse 'La régate'

U kent ze: de geroemde tegenstellingen tussen Vlaanderen en Wallonië. Meestal zijn het niet meer dan clichés, vooringenomenheden, getrukeerde statistieken, self-fulfilling prophecies en politieke manipulatie. Met de tegenstelling tussen de Vlaamse en Waalse film is het niet anders. Nochtans een terrein waar wel degelijk vergelijking mogelijk moet zijn.

De twee lokale filmproducties van dit land zijn, wat de inbreng van de overheid betreft, al een halve eeuw compleet gescheiden van elkaar. De Vlaamse en Waalse/Franstalige filmproductie zouden dus na vijftig jaar culturele autonomie een duidelijk ander profiel moeten hebben. Op het eerste gezicht lijkt dat ook zo. Is er niet de gevierde tweedeling tussen het sociaal realisme van de gebroeders Dardenne aan Waalse kant en de Hollywood-imitaties van Erik Van Looy, Jan Verheyen, etc. aan Vlaamse kant? Meer dan het zoveelste cliché is dat echter niet, want natuurlijk is de Waalse cinema meer dan enkel de Dardennes: er is ook Jaco Van Dormael die in het Engels draait, er bestaan zelfs Waalse horrorfilms. Dat geldt ook aan Vlaamse kant, met cineasten als Geoffrey Enthoven, Christophe Van Rompaey of Felix Van Groeningen, op zoek naar een eigen soort realiteit die niets met Hollywood te maken heeft.
Maar laten we de proef op de som nemen: zijn Vlaamse en Waalse films echt zo verschillend? Bijna gelijktijdig kwamen er twee films uit met een wel zeer gelijklopend thema. Het Vlaamse Bo van Hans Herbots en het Waalse La régate van Bernard Bellefroid gaan allebei over 15-jarigen die een duistere periode in hun leven doormaken. Alex in de film van Bellefroid leeft samen met zijn gewelddadige vader. Hij gaat gebukt onder het huiselijk geweld en revolteert tegen alles en iedereen. Deborah, alias Bo in de film van Herbots, wil weg uit de verstikkende alledaagsheid van een rijhuis op de Antwerpse Linkeroever. Ze heeft een slechte relatie met haar moeder en vooral geen geld om een eigen leventje te leiden.

WAALSE MIDDENKLASSE

Een beter vergelijkingspunt is moeilijk te vinden. Wij vertrekken van hetzelfde verhaal: de revolte van een tiener. Zelfs de anonieme flats waarin de twee jongeren leven zijn inwisselbaar. De rest van de twee verhalen en de aanpak van de cineasten is dat veel minder. Om aan de harde realiteit van zijn dagelijkse leven te ontsnappen, heeft Alex in de film van Bellefroid een uitlaatklep: roeien bij de Royal Club Nautique Namurois. Zijn ultieme doel is Belgisch kampioen worden. Zijn trainer Sergi (Sergi Lopez) en Muriel, een meisje op wie hij verliefd is, zorgen ervoor dat Alex langzaam zijn identiteit vindt. De film is volgens de cineast ‘un combat pour devenir un homme libre’.

En het is een overtuigend gevecht, met prima vertolkingen. De dramatische interactie tussen de jonge Joffrey Verbruggen als Alex en de ervaren Thierry Hancisse als zijn vader is voortreffelijk. Hancisse zet een gefrustreerde man neer die niet in staat is om zijn gevoelens te uiten en dat dan maar doet met zijn vuisten. Je voelt dat de cineast dit soort situatie aan den lijve ondervonden heeft. De film mag fictie zijn, de basisemoties zijn het niet.

SCHOOL DARDENNE

Bernard Bellefroid komt uit de school van de gebroeders Dardenne. De broers produceerden zijn eindwerk en Bellefroid werkte voor zijn eerste speelfilm samen met Alain Marcoen, de vaste cameraman van de Dardennes. Toch is het een ander soort film geworden dan die van de broers. Gelikter gedraaid – de scènes van de roeiwedstrijd op de Maas zijn een technisch hoogstandje voor een debuutfilm – en het verhaal speelt zich af in een minder miserabilistisch milieu. Namen is Seraing niet, ook Wallonië heeft een middenklasse. Misschien is de sociale situering precies de achilleshiel van dit opmerkelijke debuut. Het publiek van de gebroeders Dardenne bestaat immers niét uit diegenen die ze uitbeelden op het scherm. Zij maken films voor de betere bioscopen waar het publiek zich komt vermeien in (cinefiel hoogstaand) medelijden. Bellefroid is in die zin veel (over)moediger dan zijn voormalige mentoren: hij maakt films over én voor hetzelfde soort publiek.

VLAAMSE B.B.

Vlaming Hans Herbots is geen debutant. Hij maakte al een heel aantal tv-series en de films Verlengd weekend en Windkracht 10. Het meest opmerkelijke aan Bo is de casting van de 16-jarige Ella-June Henrard in de titelrol. Zij wordt in de populaire pers graag omschreven als ‘de Vlaamse Brigitte Bardot’. En hoewel ze het voortreffelijk doet, doet Bo denken aan het gros van de films waarin B.B. meespeelde: onbenullige niemendalletjes.

Het thema van Bo is nochtans even zwaar beladen als het huiselijke geweld in La régate. Gebaseerd op de bestseller Het engelenhuis van jeugdauteur Dirk Bracke vertelt de film hoe de minderjarige Bo voor het geld in de escortbusiness terechtkomt. Herbots gaat sensatie en de grootste clichés uit de weg en snijdt het onderwerp met een zekere gevoeligheid aan. Wanneer het mis gaat en Bo in een gesloten instelling belandt, daaruit ontsnapt, onderduikt met haar pooier en vervolgens verkocht wordt aan mensenhandelaars, ontspoort het filmscenario echter compleet tot een moralistisch ‘zie je wel wat ervan komt’. Hier is geen sprake van ‘un combat pour une femme libre’ zoals in de film van Bellefroid. Integendeel, het laatste shot van de film toont hoe een snotterende Bo haar gehate moeder belt en om hulp smeekt. E.T. phone home.

De publieke ontvangst van de twee films was omgekeerd evenredig met hun kwaliteit

Er zitten enkele goede confrontaties in Bo tussen moeder en dochter, maar heel wat dramatische mogelijkheden worden uit de weg gegaan. Rauw realisme vereist goede scheldpartijen, hoog oplopende emoties en het nodige geroep en getier. La régate heeft deze ingrediënten wel (alleen het geweld zelf blijft suggestief buiten beeld), maar Bo nauwelijks. Bo is – zoals alle Vlaamse films – een brave middenklassenfilm. De echte tegenspeler van de ontsporende Bo is dan ook niet haar moeder, wel de morele vooroordelen van het publiek. ‘Kijk, dat komt er nu van’ is de moraal van deze film. La régate toont de realiteit achter de façade van de middenklassenmentaliteit, Bo bevestigt alleen die mentaliteit.

PUBLIEK

Toeval of niet, maar de publieke ontvangst van de twee films was omgekeerd evenredig met hun kwaliteit. Bo liep een goede maand na zijn release begin februari nog in elf zalen in Vlaanderen en Brussel. De film haalde in zijn eerste drie weken meer dan 100.000 bezoekers. Het betere, meer persoonlijke La régate liep twee weken na zijn release nog maar in twee zalen in Franstalig België en had een korte carrière in Frankrijk en Luxemburg.

Er schort dus iets met de Waalse film. Te veel kwaliteit, en niet genoeg middelmatigheid misschien? Praat men misschien het publiek niet voldoende naar de mond? ‘Il y a une manque d'adhésion du public’, weet cultuurminister Fadila Laanan. Laanan gaat een masterplan lanceren met geld voor verdeling van eigen films, voor zaalverfraaiing in de bioscopen, voor meer samenwerking met de culturele centra. Toch moet de Waalse film concurreren met de Franse cinema. En Waalse cineasten zijn pas sant in eigen land als ze slagen in Frankrijk. Kijk maar naar de gebroeders Dardenne.

Bo is – zoals alle Vlaamse films – een brave middenklassenfilm

Provincialisme en bekrompenheid spelen echter in het voordeel van de Vlaamse film. De Vlaamse films doen het goed als tegengif voor de zielloze spektakels van Hollywood. Kwalitatief is er nochtans weinig reden tot juichen: de doorsnee Vlaamse film haalt nauwelijks het niveau van een weekendfilm op televisie. En kwantitatief overstijgt het allemaal de eigen bekrompen horizon niet of toch niet zonder aanpassingen (Erik Van Looy moet een remake draaien van Loft om het Vlaamse monstersucces in Nederland kwijt te raken).

Een erg middelmatige film die aanslaat bij het publiek, een opmerkelijke debuutfilm die na een week uit de bioscopen verdwenen is. Zijn Vlaanderen en Wallonië dan werkelijk zo verschillend? Zijn het echt twee compleet verschillende werelden? Misschien toch niet. Want in feite is er één en hetzelfde mechanisme aan het werk: middelmatigheid. Bo profiteert ervan, La régate gaat er tegenin maar krijgt nauwelijks aandacht. Het is een trieste conclusie: na een halve eeuw culturele autonomie is de middelmatigheid nog altijd troef. Aan beide kanten van de taalgrens. Er is niets veranderd. Dit is Belgisch!

^ Terug naar boven
 

Reacties

Post new comment

The content of this field is kept private and will not be shown publicly.
  • Web page addresses and e-mail addresses turn into links automatically.
  • No HTML tags allowed
  • Lines and paragraphs break automatically.

More information about formatting options

Als maatregel om geautomatiseerde spamrobotten tegen te gaan, vragen wij u het huidige jaar in te vullen. Op die manier kunnen we uw bericht onderscheiden van spam.
By submitting this form, you accept the Mollom privacy policy.