Hoe moeilijk het is om via de omweg van de fictie een accuraat beeld te geven van het hedendaagse Vlaanderen, bewijst Rundskop. In die film vindt, onderhuids maar onmiskenbaar, een verdienstelijke poging plaats tot artistieke psychoanalyse van het fenomeen ‘Vlaams-nationalisme’. Zo beschrijft een van de personages – een Waalse garagist, trafikant in gestolen wagens – op een bepaald ogenblik zijn klant, een Vlaamse hormonenspuiter, als ‘ce type du Vlaams Gezang’ – een duidelijke verwijzing naar het VB. Maar er is meer: het kerndrama zelf blijkt communautair getint. En het legt een trauma bloot in Vlaanderens politieke verbeelding.