Nr. 9 januari - februari 2005

Redactioneel: Keuzes

Het geheugen van de Vlaamse literatuur. Het is niet de titel van een oud boekje van August Vermeylen, het is geen TV1-quiz en ook geen koosnaam voor Marc Reynebeau. Wat dan wel? Het is het ronkende epitheton dat het Antwerpse Letterenhuis voor zichzelf heeft bedacht.

 

Als hiphop zwijgt

Wat heeft Bush met hiphop te maken? Alles en niets. Het is boeiend om hiphop tegen het licht van de laatste pseudo-democratische verkiezingen in de States te houden. Politieke standpunten in hiphop en binnen muziek in het algemeen zijn namelijk not done tegenwoordig. Denk maar aan Nick Cave die beweert dat muziek niks met politiek te maken heeft (of zou mogen hebben). Of Bob Dylan die na zoveel jaar doodleuk komt vertellen dat hij niet de gedoodverfde protestzanger is waarvoor hij doorgaans wordt versleten. Natuurlijk, er was tijdens de aanloop naar de presidentsverkiezingen in de States een tour van artiesten (Springsteen en co) die de mensen opriepen om te gaan stemmen en dan nog het liefst voor de Democrats.

Het getal van Kuoon

Joke, de vriendin van het hoofdpersonage in Terug naar Killary Harbour, construeert het getal van Kuoon om zich te mogen bedienen van woorden als 'hoogtepunt' en 'genot' als het gaat over haar persoonlijke, toeristische ervaring in het museum Auschwitz-Birkenau. Het vormt het hoogtepunt van haar reizen. Ze probeert met een mathematische dwang tot zekerheid te verklaren waarom ze zo van dit lijden kan genieten. De wiskunde van het lijden, dus. Kuoon is Grieks voor hond, waarvan het woord cynisme afgeleid is. Het getal van Kuoon is een zeer cynisch getal: het lijden wordt gekwantificeerd en in zijn sublimatie overtroffen. Maar is de som van alle uren van leed wel degelijk de kleinste? Kan er wel ooit genoeg gesublimeerd worden om het leed te overtreffen? Het zijn vragen die Guido van Heulendonk zich stelt in zijn jongste roman. Antwoorden worden met mondjesmaat of zelfs helemaal niet aangereikt. Het besef dat er geen antwoord kán zijn, hoeft niet te desillusioneren, maar kan een pleidooi zijn voor een warm cynisme dat een positief 'ja' tegen het leven inhoudt.

 

Ontmoeting met een verloren gelopen wereldburger

Nog tot de helft van januari is in het SMAK in Gent Rendez-vous te zien, een tentoonstelling met werk van Pascale Marthine Tayou. Het is een ontmoeting met een oeuvre dat niet altijd een uitweg vindt in de dilemma's die het vooropstelt. Soms kunnen de werken van Tayou op een duistere manier subtiele nuances blootleggen, soms vervallen ze in een te rechtlijnig statement dat al eerder door anderen gemaakt werd. Het lijkt wel alsof kunst steeds vaker een boodschap te verkondigen heeft, alsof die boodschap niet te genuanceerd mag zijn.

 

Spiel mit mir!

Dinsdag 2 november 2004, hier heb je naar uitgekeken. Aan de poorten van het Antwerpse Sportpaleis reik je je toegangsticket over aan een loebas in een zwarte skivest. Hij monstert je met betaalde achterdocht, maar beschouwt je ten slotte toch als ongevaarlijk. Je mag het circus binnen en duikt de catacomben in. Na weer een trap omhoog sta je plots in het midden van de arena. Kuip van verheffing, heilige grond. Om je heen tollen duizenden koppen. De adrenaline door het lijf. Je wordt heroïsch: zo moeten zich destijds ook de gladiatoren gevoeld hebben. En even denk je dat jij in het epicentrum van alle leven terechtgekomen bent. Voor het podium, voor de scène hangt een doek. podium, spektakel! Het doek gaat open, de spanning stijgt, de drones worden nadrukkelijker. De eerste drumslag weerklinkt, spots lichten op: de voorstelling is begonnen. Volle bekers en lege handen vliegen de lucht in. Nog voor het eerste nummer goed en wel opslaat, lijkt het publiek al vergeten te zijn dat het publiek is. Rammstein: een ritueel. Maar what the hell wordt hier gevierd?

Een unieke synergie tussen beeld en verhaal

Halsreikend heb ik ernaar uit gekeken: de publicatie van het dertiende nummer van het Amerikaanse tijdschrift McSweeney's Quarterly Concern. Het tijdschrift is opgericht en wordt doorgaans samengesteld door de Amerikaanse schrijver Dave Eggers (het best bekend van de romans A Heartbreaking Work of Staggering Genius en You Shall know our Velocity). Nummer dertien is echter guest edited by Chris Ware (1967), Amerikaanse comic legende. Al mijn hoogoplopende verwachtingen ten aanzien van deze comic anthologie werden meer dan ingelost. Er werd een pakje afgeleverd waarin een formidabel verzorgd en uniek uitgegeven boek zat. Nee, geen tijdschrift met slappe kaft en vergankelijke inhoud maar een prachtig hard cover boek dat uren lees- en kijkplezier oplevert.

 

De darmen van zijn gedachte

Op zaterdag 11 september 2004 werd de luchthaven van Zaventem opgeschrikt door een bomalarm. Uiteindelijk bleek het om een jaloerse echtgenoot te gaan. De man kon het niet verkroppen dat zijn vrouw een dag eerder dan hij naar de Canarische eilanden vertrok en belde de luchthaven met de mededeling dat hij een bom in haar bagage verstopt had.

 

Het museum spreekt

Elk lifestyleblad in Vlaanderen voerde het in oktober wel ergens op. De Man Versierd/t was, voor wie onder u geen glossy's leest, de nieuwe eindejaarstentoonstelling van het Diamantmuseum, en blijkbaar ernstig hot in design-, cultuur- en vrijetijdsminnende milieus. Toen ik echter 's morgens met een croissant en een kop koffie in de weekendkrant zat te bladeren en de tentoonstelling ook daar voorpaginanieuws bleek, begon er iets te knagen.

 

Hoeveel soul schuilt er in Joss Stone?

"Geen enkele blanke kan de blues zingen." De uitspraak is van de onlangs overleden soulzanger Ray Charles. We moesten terugdenken aan deze provocatie toen de hele heisa rond de piepjonge, blanke èn Britse soulzangeres Joss Stone ontstond. Als je de drie zaken op een rijtje zet, dan lijkt haar verschijning de ultieme heiligschennis voor de liefhebber. Die zogenaamde specialisten en connaisseurs zijn echter op de eerste plaats zelf blank, Europees en heel wat ouder. Ze hebben a priori aangenomen dat de engelachtige verschijning de zoveelste lege doos met een mooie strik is die aan ons gesleten wordt. Soul staat immers niet alleen voor een algemene term waarmee zwarte muziek bedoeld wordt, maar ook voor een specifiek genre dat zich in de jaren vijftig in Amerika ontwikkelde en op een combinatie van blues en gospel gebaseerd is. Vooral een feilloze timing, een grote techniek en een stem vol emotie zijn de maatstaven om de ware soulgroten te herkennen. Op de eerste twee scoort het wicht zeer hoog, maar over het derde element lopen de meningen - op zijn zachtst gezegd - ver uiteen.

 

Live-dvd's. Ons netvlies als wingewest

Kerstmis is weer voorbij, halleluja! De eeuwig groene bomen worden netjes afgetuigd en naar de kelder of het containerpark gebracht. Wat mij betreft, doen we hetzelfde met de lawine live-muziekdvd's die wij, argeloze muziekliefhebbers, over ons heen hebben gekregen. De beleefdheid gebood ons vriendelijk te grimlachen bij het uitpakken en even beleefd te mompelen "oh, leuk, die had ik nog niet". Maar ze zijn wat ze zijn: een vergiftigd geschenk, zoals een krat absint voor de sociale drinker of een boekenbon van duizend euro voor de occasionele lezer. Overdosis, overdaad, overdreven, over the top. Hoeveel muziek schuilt er nog in live-dvd's?

 

Zingende lichamen

Zeven mensen op een bidstoel, zeven stemmen die een hypnotische polyfonie van stemmen brengen, een klein orgeltje dat hen begeleidt: dit is Chronicles - A lamentation van het Poolse Teatr Piesn Kozla. We bevinden ons op het internationale Mimefestival te Aarschot, waar bijzondere ervaringen thuis zijn.

 

Kontro:Verso: Ongewisse openheid

KONTRO

: Wouter Hillaert
De eerste keer was ergens op Theater Aan Zee. Een jonge actrice sloot haar hoogstpersoonlijke monoloog af met de profetische woorden: 'Tja, ik weet het ook niet goed'. Het is het enige wat ik me van haar ding herinner, zelfs de titel ben ik kwijt. En dat zegt zowat alles. Kunstenaars die het niet weten, en daar op scène hun ding van maken, daar hou je bitter weinig van over. Ik tochÂ….