Koen De Meester

Hoeveel soul schuilt er in Joss Stone?

"Geen enkele blanke kan de blues zingen." De uitspraak is van de onlangs overleden soulzanger Ray Charles. We moesten terugdenken aan deze provocatie toen de hele heisa rond de piepjonge, blanke èn Britse soulzangeres Joss Stone ontstond. Als je de drie zaken op een rijtje zet, dan lijkt haar verschijning de ultieme heiligschennis voor de liefhebber. Die zogenaamde specialisten en connaisseurs zijn echter op de eerste plaats zelf blank, Europees en heel wat ouder. Ze hebben a priori aangenomen dat de engelachtige verschijning de zoveelste lege doos met een mooie strik is die aan ons gesleten wordt. Soul staat immers niet alleen voor een algemene term waarmee zwarte muziek bedoeld wordt, maar ook voor een specifiek genre dat zich in de jaren vijftig in Amerika ontwikkelde en op een combinatie van blues en gospel gebaseerd is. Vooral een feilloze timing, een grote techniek en een stem vol emotie zijn de maatstaven om de ware soulgroten te herkennen. Op de eerste twee scoort het wicht zeer hoog, maar over het derde element lopen de meningen - op zijn zachtst gezegd - ver uiteen.