Nr. 34 maart - april 2009

Redactioneel: Kunst en ecologie: naar een nieuwe avant-garde

De kunstensector heeft - eindelijk - het klimaatprobleem ontdekt (ook al staat ecologie reeds lang op de agenda van enkele individuele kunstenaars). Die aandacht komt er geen moment te vroeg. Al in 1972 stelde de Club van Rome in zijn beruchte rapport 'The Limits to Growth' dat onze aardbol met een oorverdovende snelheid op zijn eigen ondergang afstevent. Op een moment dat er van een klimaatbewustzijn amper sprake was, laat staan van een aangepaste manier van doen en laten, kondigde dit rapport onomwonden de implosie aan van ons immer uitdeinende globale systeem. Tussen 1961 en 2001 groeide de mondiale ecologische voetafdruk met 160%. Die stijging wordt grotendeels toegeschreven aan het explosief groeiende gebruik van fossiele brandstoffen. Willen we, om met de Belgische filosoof Lieven De Cauter te spreken, die Mad Max Phase of Globalisation (waarin bijvoorbeeld de Chinese automarkt nog maar in zijn kinderschoenen staat) overleven, dan moeten we onze verslaving aan groei en expansie een radicale halt toeroepen.

 

Kunst is geen politiek handelen

Op de cover van There's Me and There's You, de recentste cd van The Matthew Herbert Big Band, staat een door de muzikanten ondertekende petitie afgedrukt. De éénregelige tekst daarvan luidt: 'We, the undersigned, believe that music can still be a political force of note and not just the soundtrack to over-consumption'. Die geloofsbelijdenis klinkt bekend in de oren: ze is immers hoogst symptomatisch voor een in hedendaagse kunstkringen veelgehoord discours over cultuur en politiek. Diep vanbinnen beseft men zelf ook wel dat kunst- of cultuuruitingen slechts in zeldzame gevallen een direct politiek effect sorteren, maar toch blijft men op die mogelijkheid wedden. Eigenlijk hoopt men dus op niets minder dan een mirakel, waarbij in het midden blijft of de kans daarop nu verkleint of vergroot door ondertussen gestaag door te werken in het gesubsidieerde circuit.

Een ongemakkelijke stilte

Verschrikkelijk luid en ontzettend dichtbij: zo klonk het schot dat David Nolens onlangs afvuurde, in antwoord op de vraag aan 'sterke, stille schrijvers' om 'wat meer lawaai te maken' die recensent Dirk Leyman kort daarvoor had gesteld. Die vraag was wellicht retorisch bedoeld, maar de reactie van Nolens was dat gelukkig niet. Een alarmkreet was het, een vuurpijl in de mist, ter attentie van de stuurlui aan wal. Want het blijkt alsmaar moeilijker om er nog mee te leven, met het lawaai dat het schrijven van een boek in je hoofd veroorzaakt, en de nietszeggende stilte die er vaak op volgt.

 

Een staaltje van nieuw engagement

Nu zijn ze in Rotterdam wel wat gewoon, maar de ochtend dat bewoners van wijk Middelland een Turks vlaggetje op hun auto geprikt vonden, keken ze toch vreemd op. Net als die keer dat op twee plekken in de stad een autobomwrak opdook, of toen ineens allerlei rouwfotootjes van Geert Wilders rondhingen, met bloemen en teddybeertjes, als voor een moordslachtoffer. Dader van dienst was geen moslimactivist, maar telkens Jonas Staal. Zijn werk als hedendaags kunstenaar toont de kracht van 'nieuw engagement', hét alternatief voor klassiek activisme.

 

De koloniale verbeelding van Congo

In de theatermonoloog Missie verkondigt een Vlaamse missionaris, terugkijkend op zijn leven en werk, zijn koloniale visie op Congo. In een tijd waarin houdingen tegenover de voormalige kolonie en etnische minderheden nog steeds gevoed worden door neokoloniaal paternalisme en racisme, stemmen het stuk en zijn succes tot nadenken.

Explosies

In zijn nieuwe boek, Het heilig vuur, kijkt Peter Sloterdijk met een kritische blik naar de drie grote monotheïstische godsdiensten die de westerse cultuur hebben bepaald: jodendom, christendom en islam. Hij heeft het over hun strijdbaarheid, als middel om hun moeizame plaats vandaag te begrijpen, en over de noodzaak van een nieuwe dialoog, hoe pijnlijk ook. Dat zijn kritische benadering nodig is, zal niemand ontkennen, maar de bekende Duitse filosoof was wel beter met meer historische kennis van zaken te werk gegaan, en niet met de filosofische pretentie die de man blijkbaar eigen is.

 

'Instant Light. Tarkovski Polaroids'

Instant Light. Tarkovski Polaroids is een warm eerbetoon aan de meesterlijke Russische regisseur Andrei Arsenyevich Tarkovski. Het polaroidboek documenteert de periode 1979- 1984. Gedurende die vijf jaren trok Tarkovski regelmatig naar Italië om er in 1982 zijn voorlaatste film Nostalgia te verfilmen. Twee jaar later, in 1984, besloot Tarkovski niet meer terug te keren naar de Sovjet-Unie en zich met zijn vrouw Larissa voorgoed in Italië te vestigen. Oorzaken waren zijn langdurige en bijna legendarische strijd met de censuurcommissie, en vooral de afwijzing van zijn onbeperkte verblijf in Italië door de Sovjetautoriteiten. Tarkovski stierf op 29 december 1986 op vierenvijftigjarige leeftijd aan longkanker in Parijs en liet een klein maar indrukwekkend oeuvre van zeven langspeelfilms na waarin zijn poëtische visie op het leven wordt uitgedrukt. Instant Light. Tarkovski Polaroids nodigt nadrukkelijk uit om die te herontdekken.

 

Dansen op het kruispunt van culturen

Interculturele dans betekent vandaag niet langer dat choreografen inspiratie halen uit verre culturen. Sidi Larbi Cherkaoui en Akram Khan, in Europa geboren 'vreemde' stemmen, vertrekken veeleer van de eigen omgeving en streven zo naar een fusie tussen verschillende culturen, tussen traditionele en hedendaagse dans. Ook hun keuze voor interactie tussen dansers, meer dan tussen vormen, is een verrijking. Alleen komt het erop aan hoe je die diverse invloeden verwerkt. En daar knelt soms nog het schoentje, tonen hun laatste creaties Sutra en Bahok.

 

Tekst kwijt?

Het grote repertoiredebat dat de theaterwereld momenteel opjaagt, dreigt een politieke schijndiscussie te worden rond cijfers en definities. Laten we liever een artistiek meer fundamentele vraag stellen. Wat is nog de status van (nieuwgeschreven) tekst in het hedendaagse podiumlandschap? Wij kondigen graag even de noodtoestand af, maar Arne Sierens, Michael De Cock en Piet Arfeuille helpen meteen nuanceren. Én komen met een concreet voorstel om de theaterauteur terug in de armen te sluiten.

 

Van Gogh en de poëzie van de nacht

Nooit eerder was een expositie, zoals nu in het Van Gogh Museum in Amsterdam, helemaal gewijd aan de 'nachtwerken' van de gekwelde Vincent van Gogh. Nochtans ging zijn voorliefde vooral uit naar landschappen in schemerlicht, sterrenhemels of avondlijke caféterrassen. Kennelijk heeft zijn zomerse, stroperige zonnebloemgeel ons al die tijd blind gemaakt, terwijl - volgens de schilder in een van zijn vele brieven - de sprankelende kleuren van de nachtzijde 'levendiger en kleurrijker zijn dan die van de dag'. Van Gogh en de kleuren van de nacht toont diens belangstelling voor 'nocturnes', voor de poëzie van de nacht. Hij was een heel normaal mens. Een keer heeft Van Gogh zijn hand verbrand en verder alleen maar zijn linkeroor afgesneden.

 

De blutsen in de American dream

Ik heb nooit echt van countrymuziek gehouden. Potsierlijke hoofddeksels, jankende violen (fiddle) en jodelende rednecks: country was niet meer dan een ergerlijke soundtrack voor een rit door Bush's Texas, een amalgaam van kitscherige en politiek bedenkelijke symbolen, met als enige lichtpunt in de duisternis de omvangrijke boezem van Dolly Parton, goed voor een verzekering ter waarde van 600.000 dollar. En toen kwam The Broken Circle Breakdown featuring the Cover-ups of Alabama.

 

Donkerblauw cultuurbeleid

Op de koudste winterdag sinds decennia pleitten drie Open VLD-politici - Sven Gatz, Herman Schueremans en Jean-Jacques De Gucht - voor een 'blauwe culturele lente' en voor meer 'meer cultuurbeleid met minder middelen'. Het theatercollectief de Roovers reageert, op vraag van Sven Gatz.

Mira, of de teleurgang van de Vlaamse liedschrijfkunst

I've been chasing ghosts and I don't like it

I wish someone would show me where to draw the line

John Cale, Dying on the vine

Als het slecht is, zeggen we het ook. De single 'Grenzen' van de jonge zangeres en 'singer-songwriter' Mira moet zowat het meest ergerlijk idiote nummer zijn dat Radio1 de voorbije tijd heeft grijsgedraaid. Faut le faire: een al door en door grijs nummer grijsdraaien. Heeft dat iets met de vergrijzing te maken? Of zitten we met quota inzake 'Vlaams chanson' opgescheept in combinatie met een gebrek aan talent? Het is niet dat ik van de smaakpolitie ben: iedereen haat of houdt maar van, en de radio kan ik uitzetten. Maar het punt is dat ik de laatste tijd het gevoel heb dat de smaakpolitie zich aan de andere kant bevindt, bij managers en programmatoren die een denkbeeldig publiek van louter gemiddelden willen bedienen en daartoe zo agressief een aantal keuzes door de strot rammen dat ze het nog aan het creëren zijn ook.

 

Experimenteel theater de vrije radicalen presenteert:

DRAMATIS PERSONAE

XAVIER ROELENS de tegendraadse dichter
JURGEN TAS de achtergebleven dichter
DIRK VAN BASTELAERE de postmoderne dwingeland
DE RADIOSTEM de gratuite stijltruc/ de symbolische kritiek

 

Commerciële pistes voor het artistieke veld

De eer van de natie?