Nooit eerder was een expositie, zoals nu in het Van Gogh Museum in Amsterdam, helemaal gewijd aan de 'nachtwerken' van de gekwelde Vincent van Gogh. Nochtans ging zijn voorliefde vooral uit naar landschappen in schemerlicht, sterrenhemels of avondlijke caféterrassen. Kennelijk heeft zijn zomerse, stroperige zonnebloemgeel ons al die tijd blind gemaakt, terwijl - volgens de schilder in een van zijn vele brieven - de sprankelende kleuren van de nachtzijde 'levendiger en kleurrijker zijn dan die van de dag'. Van Gogh en de kleuren van de nacht toont diens belangstelling voor 'nocturnes', voor de poëzie van de nacht. Hij was een heel normaal mens. Een keer heeft Van Gogh zijn hand verbrand en verder alleen maar zijn linkeroor afgesneden.