Mischa Andriessen

Von Freeman: een vrij man kan thuisblijven

In augustus overleed op achtentachtigjarige leeftijd de legendarische tenorsaxofonist Von Freeman, naar wie in Chicago zelfs een straat is genoemd. ‘Alles heb ik gespeeld: ragtime, dixieland, blues, bebop, free, avant-garde – en nu heeft niemand nog enig idee wat voor muziek ik maak.’ Het portret van een absoluut vrije artiest.

 

Een filosoof in de muziek

Een krakend geluid. Je hoort het krassen van een naald op een versleten grammofoonplaat. Je denkt eerst aan knappend vuur, dan aan golven, aan het zachte klotsen van het water boven je hoofd als je voor even kopje-onder gaat. Het gekraak vermengt zich met een diepe, donkere toon. Dreinend en dreigend. Vanuit de verte klinken violen. De melodie die ze spelen komt almaar dichterbij. Sommige geluiden naderen, andere worden zwakker. Je weet niet zeker of wat je hoort er daadwerkelijk is. De ongrijpbaarheid van de klanken wekt een luciditeit op die te vergelijken is met een koortsdroom. Met het moment vlak voor je in slaap valt, waarop je je realiseert dat je bijna slaapt en dus nog wakker moet zijn.

Verbeelding als vluchtweg

Het gordijn schuift opzij. Je brengt een hand naar je ogen. Licht verblindt. Stemmen. Er zijn mensen. Je hoort stemmen. Je doet een stap naar voren. Je ziet niemand, nog niet, maar je hoort mensen. Harder nu dan net. Nog een stap. Je ogen raken gewend. De gezichten op de eerste rij worden herkenbaar. Je test de microfoon met twee droge tikken. De fluittoon van de feedback. Weer twee tikken. Je begint een gedicht: 'You there! Thou bird of the golden wing: how happily would you fit into my nest. You there! … You there! … You people of the planet earth forget yesterday and sorrow fly away with me to my ever living world of tomorrow.'

 

Over Galina Oestvolskaja

Trage stappen, het gelijkmatig neerkomen van de zweep op de reeds zwaar gekwetste rug. De muziek van de onlangs overleden Russische componiste Galina Oestvolskaja klinkt als de zelfflagellatie van religieuze fanatici. Ze is zowel wanhopig als lucide en in staat heviger smart te doorstaan dan zij ooit zal hebben gedacht. De muziek van Oestvolskaja is uniek. Ze lijkt uit een andere wereld te komen, zoals ook de zichzelf kastijdende gelovigen los lijken te zijn geraakt van het aardse. Door het lichaam aan extreem veel geweld te onderwerpen, wordt uiteindelijk de catharsis bereikt waarin de pijn niet meer wordt gevoeld. Deze muziek is spiritueel en heel, heel erg fysiek.

 

Beweging om niet te ontkomen

Toen pianist Andrew Hill dit jaar met zijn kwintet te gast was in het Rotterdamse Lantaren/Venster, vertelde de Turkse programmator een treffende anekdote over zijn jeugd in de jaren 1960 in Istanbul. De muziekleraar had iedereen gevraagd zijn favoriete elpee mee te nemen en die aan de klas te laten horen. De programmator had een net verschenen plaat van Andrew Hill meegebracht. Het kwam hem op een aanvaring met de muziekleraar te staan, omdat die dacht dat hij in de maling genomen werd. Hij kon zich niet voorstellen dat iemand die muziek mooi zou vinden.

De wereld als weiland

Het oeuvre van Henry James staat er bol van: naïeve Amerikanen die aan het gewiekste cynisme van de Europeanen ten onder gaan. Als er ooit weer een van James' boeken verfilmd wordt, is de jonge Amerikaanse componist Michael Torke de ideale kandidaat voor de soundtrack. In Torkes Strawberry Fields (een opera in één akte, red.) is de hoofdrol bijvoorbeeld weggelegd voor een demente oude vrouw en een wereldvreemde student die samen van de muziek van Verdi en John Lennon genieten. Torkes stukken stralen een blijmoedig optimisme uit dat in de serieuze muziekpers dikwijls verward wordt met oppervlakkigheid. Hoewel hij wel degelijk een aantal belangrijke voorbeelden uit de muziekgeschiedenis kent en gebruikt, heeft heel veel (vooral Europese) klassieke muziek op zijn werk geen enkele invloed uitgeoefend.

 

Provocateur van het falen

Voorkeuren zijn particulier en dus eigenaardig. Mijn cd-kasten zijn wat dat betreft een overtuigend bewijs van een inconsistente smaak. Hoewel mijn vrienden en ik over veel zaken hetzelfde denken, kunnen een aantal van mijn dierbaarste cd's op hun hoongelach rekenen. Die van Giya Kancheli bijvoorbeeld. Ik begrijp die afkeer wel enigszins. Met zijn beeldende taal en sferische effecten zoals kerkklokken en wind nabootsende violen en met die voortdurende nadruk op tegenstellingen in volume, klankkleur en dynamiek, lijken Kancheli's composities soms te mooi om mooi te zijn.

 

Weer een andere Gurdjieff

In de top tien van de Amerikaanse hitlijsten voor klassieke muziek staat op dit moment de cd Chants, hymns and dances van de Duitse celliste Anja Lechner en de Griekse pianist Vassilis Tsabropoulos. Hoofdmoot van deze cd vormen negen stukken van de Armeense filosoof Georges Ivanovitsj Gurdjieff, die als componist tot dusver bij het grote publiek niet of nauwelijks bekend was. De onverwachte belangstelling roept vanwege deze sterk van eerdere vertolkingen verschillende interpretatie de vraag op waaraan deze cd zijn eclatante verkoopcijfers te danken heeft: Gurdjieffs bescheiden, introspectieve composities of Lechners en Tsabropoulos' gloedvolle samenspel in de improvisatie op Gurdjieffs thema's.