Jeroen De Kloet

Rebellie en de ondraaglijke onechtheid van het bestaan

Het was in het begin van de jaren negentig dat ik, in een treurige grijze studentenflat in de suburbia van Amsterdam, getroffen werd door de beelden op mijn kleine zwart-wit televisie. He Yong, een Chinese punker van mijn leeftijd, schreeuwde dat hij op een vuilnisbelt leefde. 'Is er hoop? Is er hoop?' riep hij vertwijfeld uit. Ik werd gegrepen door het aura van ware rebellie, hier stond een rocker die zich durfde uit spreken in een totalitair land. De beelden van de studentenopstand die door de Communistische Partij op 4 juni 1989 in de kiem werd gesmoord stonden mij nog helder voor ogen. Ik zag He Yong als een muzikale versie van de student die in zijn eentje de tank durfde te stoppen.