Totdat het afval van de bom valt

‘Radioactief materiaal, opgeslagen in betonnen tunnels diep onder de grond, kan een catastrofale ramp veroorzaken tot ver in de toekomst, tot in een tijdperk waar we ons nauwelijks iets bij kunnen voorstellen.’ Dat komt niet uit een pamflet van Greenpeace, maar uit de perstekst van Riddle of the Burial Grounds, een tentoonstelling van Extra City. Kan kunst ons wel iets helpen voor te stellen bij die lange nucleaire hypotheek?

Uitgangspunt van de Antwerpse expo was voor curator Tessa Giblin de tachtig minuten durende documentaire Containment (2015) van Peter Galison en Robb Moss. Ze wordt in de tentoonstelling integraal afgespeeld, en neemt je mee naar drie locaties: het kernwapencomplex Savannah River in South Carolina, de begraafplaats voor kernwapens in Carlsbad in New Mexico en de befaamde site van Fukushima in Japan. Een best ontluisterende trip, zo blijkt. De meest verbijsterende uitspraak in de film komt nog van de voorzitter van de Amerikaanse Nucleaire Reguleringscommissie, die uitlegt dat het 240 000 jaar duurt vooraleer de radioactiviteit van plutonium oplost. Ruim 8000 generaties lang moet de mensheid er dus voor zorgen dat er op die ondergrondse opslagplekken niet geboord wordt, dat er geen calamiteiten gebeuren en dat mensen met kwade bedoelingen er buiten blijven.

1.

Van hoeveel hubris of ontkenning getuigt het dan niet om onze haperende kerncentrales nog wat langer in dienst te houden, zoals Belgische regering besloot? Ook het ‘nuchtere realisme’ van Bart De Wever, zoals verwoord in een interview bij Newsmonkey voor de verkiezingen van 2014, bezorgt koude rillingen: ‘Het slimste energiebeleid is proberen om zo min mogelijk energie te verbruiken. Wij zijn er absoluut voor om uit de kernenergie stappen. Maar als we dat binnen een paar jaar doen, hoe gaan we dat dan oplossen zonder veel meer fossiele productie? Je zal toch onder ogen moeten zien dat we nog een veertigtal jaar in de kernenergie zullen moeten blijven. We moeten de afgeschreven centrales op een veilige manier goedkope energie laten opwekken om alternatieve energie te kunnen betalen.’

72_Laureyns_‘Riddle of the Burial Grounds’, installation view, Extra City Kunsthal, Antwerp, 2016 © Tomas Uyttendaele_700.jpg

Dat soort ijskoude redeneringen draait het probleem om en schuift het op de lange baan: het langer openhouden van de kerncentrales vormt een rem op de massale omschakeling naar hernieuwbare energie. Gek hoe Vlaams-nationalisten er ineens geen graten meer in zien om de zakken te vullen van het oude Belgische establishment en de Franse kapitalisten die met de afgeschreven kerncentrales de winst voor de aandeelhouders veiligstellen. De Wever heeft toch ook Land van de dwazen van de Vlaamsgezinde Karel Van Isacker gelezen, zou je denken? Die schreef al in 1970: de economische vooruitgangsgedachte ‘ontsteelt ons de oerelementen’, ‘het water, het groen, de lucht en de aarde’, het ‘contact met de waarachtigheid van de natuur’, de enige plaats ‘waar wij echt kunnen zijn, naar de zin van ons lichaam en onze zintuigen’.

Gek hoe Vlaams-nationalisten er ineens geen graten meer in zien om de zakken te vullen van het oude Belgische establishment

Belgisch-Vlaanderen zou het eerste land ter wereld moeten zijn waar we met een nieuw welvaartsmodel afscheid nemen van het oude. Maar op politiek niveau lijkt iedereen met zijn rug naar de toekomst te leven. De oplossingen worden gezocht in het verleden, met als trieste voorbeeld hoe kernenergie zelfs geserveerd wordt als ‘oplossing’ voor de klimaatopwarming. Veelzeggend was in 2012 een opiniestuk van professor André Oosterlinck, voorzitter van de Associatie KU Leuven. Daarin sabelde hij vol ‘misprijzen’ een studie neer over 100% hernieuwbare energie tegen 2050 en gaf hij en passant nog eens uiting aan zijn nostalgie naar de goede oude vooruitgangsoptimistische tijden waarvan kernenergie zo’n goed voorbeeld was: ‘Ons land is de voorsprong die het indertijd had op het vlak van kernenergie kwijtgespeeld.’

De vooruitgang van het verleden blijkt het failliet van de toekomst, maar voor elk mogelijk alternatief ontbreekt bij onze decision makers de elementaire wil. Zij blijven zweren bij de harde, logische en rationele realiteit van het moderne triumviraat Wetenschap-Technologie-Kapitalisme, waarvan de irrationele uitwassen geen plaats laten voor de zorg voor de toekomst. Biedt dat geen opening voor kunstenaars?

2.

Riddle of the Burial Grounds verbeeldt de opgestapelde overlast van dat oude welvaartsmodel met zijn industriële vooruitgangsideaal, verslaafd aan fossiele brandstoffen. Het wordt gepresenteerd als een riddle, als een raadsel. Hoe verder leven met het nucleaire afval waarmee we de komende generaties opzadelen? Dat is zoveel meer dan een louter ecologisch vraagstuk. Het graaft door naar onze eigenlijke existentie. Zo toont bijvoorbeeld het eenvoudige beeld van Regina de Miguel in de tentoonstelling: over de foto van een ijsberg heeft ze een digitale, bergachtige grafiek geschoven, gebaseerd op de Europese cijfers voor zelfmoord en depressie. Strijden tegen de nucleaire machinerie is een strijd voor het leven.

De vooruitgang van het verleden blijkt het failliet van de toekomst, maar voor elk mogelijk alternatief ontbreekt bij onze decision makers de elementaire wil

Net daarom kan ik er niet bij dat de bevolking niet massaal op straat komt bij elke reactor die in Doel weer wordt stilgelegd of ingeschakeld, en de definitieve sluiting van onze kerncentrales eist. Misschien is het ook wel daarom dat ik een kort fragment uit een vroege film van Harun Farocki een van de beste werken uit de tentoonstelling vind. Het is ouderwetse agit-prop uit 1969, waarin Farocki blootlegt hoe arbeiders die in ploegen meewerken aan het industriële productieproces van napalm, hun individuele verantwoordelijkheid opzij schuiven – alsof hun deeltje in die productie niets te maken heeft met de oorlog in Vietnam. Ook zonder nostalgie naar de revolutionaire tijd van Mei ’68 voelt het betogende karakter van Farocki’s film soms als het enige zinvolle antwoord op het gebrek aan strijdbaarheid en vreedzaam verzet tegen de stuitende vormen van uitbuiting, ongelijkheid, onrechtvaardigheid en klimaatcriminaliteit.

72_Laureyns_Tracy Hanna, 'Holes', 2015, ‘Riddle of the Burial Grounds, installation view, Extra City Kunsthal, 2016 © Tomas Uyttendaele_700.jpg

Alleen, doet Extra City daar wel recht aan? Allereerst is er de integratie van zoveel films, video’s en documentaires in een tentoonstelling met beeldende kunst. Wie gaat er nu van uit dat een toeschouwer het 148 minuten lang uithoudt om alle beeldmateriaal ten volle te laten indringen, half staand, half zittend en ergens midden in de films invallend? Ook het gebouw zelf waar Extra City zijn derde onderkomen heeft gevonden, nodigt daar nauwelijks toe uit. Het is een oude wasserij op verontreinigde grond in Berchem, kil en kouwelijk. Het doet me denken aan die zwaar vervuilde industrieterreinen waar we tijdens mijn groene jeugdjaren naar vogels gingen kijken. Vrolijk word je er niet van. Met de hedendaagse kunst is het in onze samenleving zoals met de natuur: daar is alleen maatschappelijke gedoogruimte voor op plaatsen waar het eigenlijk niet gezond is om te verwijlen, en waarvoor het wachten is tot de overheid die ‘black- en brownfields’ gaat saneren op kosten van de gemeenschap.

3.

Je kan daar romantisch over doen door er Les Fleurs du Mal van Baudelaire bij te halen: het idee dat de mooiste poëtische verbeelding juist ontstaat op die plekken waar ’s levens afval welig tiert. Maar zijn de bloemen die in dit vervuilde gebouw bloeien, wel zo schoon als kunst zou kunnen zijn? Lang niet alle werken in Riddle of the Burial Grounds hebben dat opfleurende effect. Wat moet ik bijvoorbeeld precies vinden van de betonnen sculpturen die George W. Bush, zijn vrouw Laura en vader George H.W. Bush uitbeelden? Hun primitieve vorm en hun grove grimassen suggereren de verschrikkingen op oude afbeeldingen van doodgemartelde mensen. Niet mis te verstaan, en daardoor niet echt beklijvend.

Net zo weinig meerduidig is de glazen vitrine met ongebakken klei van Stéphane Béna Hanley, die de buste van de uitvinder van de CFK’s in water liet ontbinden. Is dat niet wat te gemakkelijk? Zou die uitvinder dan geen nobele intenties hebben gehad? Was hij zich wel bewust van de vernietigende werking van zijn CFK’s op de ozonlaag? Opnieuw: te eenduidig moraliserend om nog kunst te zijn. Een hedendaagse vorm van voodoo.

Riddle of the Burial Grounds verbeeldt de opgestapelde overlast van dat oude welvaartsmodel met zijn industriële vooruitgangsideaal, verslaafd aan fossiele brandstoffen

Of neem de loden tegels van Rossella Biscotti, gemaakt van het lood dat geveild werd na de sloop van een kerncentrale uit Litouwen. Oké, oké, ik zie ze wel: de kunsthistorische verwijzing naar de minimalistische vloertegels van Carl André; maar wat dan nog? Gaat dat werk verder dan dat? Is het meer dan snelle kritiek door simpele semiotiek? Bovenal typeert het in mijn ogen een generatie kunstenaars die de handdoek in de maatschappelijke ring gegooid hebben, elk idee van strijd begraven hebben en zich terugtrokken in onschuldige kunst die weinig deining veroorzaakt.

Kunstwerken die uit niets anders bestaan dan uit eenvoudige formules die de betekenis van de dingen ontsluieren om dan volledig plat te vallen, beginnen uiteindelijk te ergeren. Ruth E. Lyons hieuw vormen uit massieve brokken zout, afkomstig uit een 200 miljoen jaar oude zoutlaag: wat maakt ze anders dan diezelfde stenen die te bewonderen vallen in een natuurwetenschappelijk museum? Mikala Dwyer presenteert sokkels, ‘geschilderd in strak gescheiden kleuren in metallic verf, zodat een gelaagde doorsnede van een klif of steengroeve lijkt te ontstaan’: waarin verschilt die kleurengrafiek van de grafische, wetenschappelijke voorstelling van de verschillende aardlagen? Tracy Hanna heeft latexafval door de tentoonstelling geslingerd. Ik doe mijn best, kijk hard, maar blijf niet meer zien dan wat het maar is …: latexafval.

72_Laureyns_Peter Galison & Rob Moss, 'Containment' (filmstill), 2015_700.jpg

Hoe langer ik naar de verschillende werken kijk, hoe meer ik het gevoel krijg dat we hier te maken hebben met wat de Nederlandse landschapsfilosoof Ton Lemaire de 'zelfopheffing en de zelfuitwissing' van de kunst noemt. The Riddle of the Burial Grounds begaat niet de dodelijke vergissing om kunst en activisme met elkaar te verwarren, maar toont kunst die, bij gebrek aan geloof en verbeelding, zijn onmacht etaleert.

Eén beeld kon me nog wel beklijven, toen ik door de openstaande deur van een opslagruimte de loshangende buizen en het glazen plafond van deze kleine industriële ruïne zag. Van beeldende kunst verwacht ik meer visuele kracht en minder conceptuele impasse. Van kunst, en van de tempels waarin ze huist, verwacht ik dat zij mij de morele moed en inspiratie geven om de strijd aan te gaan voor een betere toekomst en een wereld zonder kernafval. Een portie utopie is wat we nodig hebben. Daarvoor is meer nodig dan versleutelde informatie verpakt in dingen. Als er nog in vooruitgang te geloven valt, anders dan de vooruitgang van gisteren, dan zal ze mee afhangen van kunstwerken die verder reiken dan het emballeren van de status quo.

 

Jeroen Laureyns van het Agentschap voor Geestelijke Gastarbeid, de Belgische sectie.

^ Terug naar boven
 

Reacties

Post new comment

The content of this field is kept private and will not be shown publicly.
  • Web page addresses and e-mail addresses turn into links automatically.
  • No HTML tags allowed
  • Lines and paragraphs break automatically.

More information about formatting options

Als maatregel om geautomatiseerde spamrobotten tegen te gaan, vragen wij u het huidige jaar in te vullen. Op die manier kunnen we uw bericht onderscheiden van spam.
By submitting this form, you accept the Mollom privacy policy.