Theaterkunst haal je in de warme winkel

Eindelijk komt De Warme Winkel met meerdere producties naar België. Waarom dat Nederlandse collectief zo geruchtmakend is? Een kijk voor en achter de schermen leert dat het als een van de weinige groepen in Nederland nog nonconformistisch durft te zijn.

48_Zegers_DSC0253.JPGErgens halfweg de voorstelling Totaal Thomas maakt een actrice op de grond een cirkel door een pak bloem uit te strooien. Ze ontbloot haar bovenlijf, rolt zich een tijdlang door die cirkel en maakt zo een bh van bloem. Ondertussen heeft een acteur houten takken in de vorm van een bezem om zijn polsen gebonden en voert hij, wild zwierend met zijn armen, een Ausdruckstanz-achtige choreografie uit. Een derde acteur heeft een groot hakenkruis op zijn ontblote bovenlijf geschilderd en kijkt provocerend naar het publiek. Een vierde acteur zegt een aantal Thomas Bernhard-citaten op, vermengd met kirrende klanken. Performance art? Resultaten van een cursus zelfverwezenlijking? Tableaux vivants van de historische avant-garde? Inktzwarte ironie? Naargeestige parodie op theaterkunst? Of toch gewoon ‘theaterkunst’? Het publiek wordt in het ongewisse gelaten: wat denk je zelf? Wie is hier ironisch over theaterkunst? Wie spreekt hier namens wie?

Theaterkunst

Onlangs gaf iemand me tijdens een gesprek te kennen dat theaterkunst niet meer bestaat. Zonder de hele context van het gesprek opnieuw te schetsen, kwam het op het volgende neer: het overgrote deel van de Nederlandse theatermakers conformeert zich tegenwoordig – gedwongen of vrijwillig – aan de publieke smaak en aan de economisch gedicteerde eisen van subsidie-instanties. In het bijzonder beleidsmakers zwaaien die attitude lof toe. Kunst om de kunst is tegenwoordig door en door not done. Een vleugje ‘maatschappelijk engagement’ mag ze nog wel hebben, maar kies geen kant en noem geen namen, daar hebben we immers het cabaret voor, klinkt het. Daarbij moet je weten dat het hedendaagse cabaret in Nederland volledig ongevaarlijk, amusementsgeil en vleugellam is.

Het overgrote deel van de Nederlandse theatermakers conformeert zich tegenwoordig aan de publieke smaak

Een van de schaarse flitsen van theaterkunst in Nederland wordt de laatste jaren geleverd door toneelgroep De Warme Winkel, een collectief van drie spelers-makers: Jeroen De Man, Mara van Vlijmen en Vincent Rietveld. Ze zijn alle drie afkomstig van de Toneelacademie Maastricht en vonden elkaar in hun drang naar andere, authentieke en experimentelere theatervormen. Veertig jaar lang bouwde Nederland een rijke, in het buitenland bewonderde traditie op, met sterke collectieven als Het Werkteater, Onafhankelijk Toneel, Maatschappij Discordia, Dood Paard en ’t Barre Land. De Warme Winkel kan best aan dat rijtje toegevoegd worden, ook omdat de rechts-populistische regering van VVD, CDA en gedoogpartner PVV de theatersubsidies fors inperkt, met name voor kleinschalige, onafhankelijke theatergroepen. Theatermakers worden tegenwoordig in Nederland weggezet als luie, parasitaire nietsnutten die op kosten van de belastingbetaler onrendabele en overbodige kunstproducten afleveren, waar de ‘gewone’ burger niet op zit te wachten – maar even genoeg daarover.

Fascinatie

Theater maken begint bij een fascinatie (niet zelden een irritatie), die vaak niets met het medium theater te maken heeft en dat ook helemaal niet wil. En wel omdat ze onbemiddeld een plek opeist in je leven, als een steeds terugkerend moment, als een niet aflatende jeuk, als een zeurend idee-fixe. Kunstenaars zijn zij die ervoor kiezen die inbreuk van het ‘andere’ niet achteloos aan zich voorbij te laten trekken, maar te integreren in hun leven, lichaam en geest, en uiteindelijk te verheffen tot kunst. Aan het begin van het maakproces van De Warme Winkel staat nooit een te halen premièretermijn, maar een fascinatie die heel lang, zelfs tot dagen voor de eerste opvoering, de motor van hun werk is en de voorstelling bepaalt. En dat die fascinatie herkenbaar is, zorgt precies voor de kracht en de impact van het theater van De Warme Winkel.

De Warme Winkel vindt de theaterkunst hier opnieuw uit in al haar absurdisme, anarchie en frivoliteit

Na een weifelende aanloop van een paar jaar, bleek in 2008 het centraal stellen van die fascinatie de sleutel om tot het theater te komen dat het trio beoogde. In dat jaar ontstond de voorstelling Totaal Thomas, de eerste van een reeks rond Oostenrijkse schrijvers. Het leven en werk van Thomas Bernhard, de vlijmscherpe analist en pessimist die met zijn zwartgallige en lichtvoetige stukken onnavolgbaar de waan van de dag fileerde, leverde materiaal om de vraag ‘Waarom eigenlijk theater?’ op te werpen. De voorstelling gaat terug op het toneelstuk De theatermaker, over de theatermaker Bruscon die in een achterafzaaltje zijn magnum opus Het rad der geschiedenis wil opvoeren, maar daarin gefnuikt wordt door een brand in de parochiekerk. De Warme Winkel toont dat nooit opgevoerde, fictieve stuk, maar langzaam ontspoort het – vermengd met flarden van een buitengewoon stroef verlopend ‘nagesprek’ – in een orgie van ‘kunstmakerij’ (zie de hierboven beschreven taferelen). Door zowat elke code te ironiseren en aan hun laars te lappen, door geagiteerd te vieren dat het enkel om theater gaat, vindt De Warme Winkel de theaterkunst hier opnieuw uit in al haar absurdisme, anarchie en frivoliteit. Net door hun eigen medium ongenadig te ontleden, zetten ze het geheel naar hun hand. De artistiek-inhoudelijke en ook vormtechnische vrijheid die dat oplevert, zal ook hun latere voorstellingen kenmerken.

FIN DE SIÈCLE

Landelijke bekendheid kwam er door de alom geprezen locatievoorstelling Rainer Maria (2008), waarin het leven en werk van de schrijver Rainer Maria Rilke centraal stond. Ik zag de voorstelling op een regenachtige herfstdag, in een in onbruik geraakte koeienstal in de buurt van Utrecht. En natuurlijk passeerde toen ook Rilkes beroemde gedicht:

48_Zegers_DSC0221.JPG‘Herfstdag’

Heer, het is tijd. De zomer was zeer groot.

Leg je schaduw op de zonnewijzers

en leg met je stormen de velden bloot.

 

Gebied de laatste vruchten vol te zijn;

geef hen nog een zuidelijke dag.

Dring op hun voleinding aan en jaag

de laatste zoetheid in de zware wijn.

 

Wie nu geen huis heeft, bouwt zich er geen meer.

Wie nu alleen is, zal dat lang blijven,

zal waken, lezen, lange brieven schrijven

en zal in de lanen heen en weer

onrustig wandelen, als de bladeren drijven.

Precies diezelfde sfeer van verlatenheid, weemoed en onbestemdheid ademde de voorstelling, waarin naast de vaste kern ook gastspeelster Maria Kraakman te zien was. Zonder plotlijn, maar vol theatrale spanning en gedreven concentratie brachten de makers in uitputtende, ‘performatieve’ acts een ode aan de dichter en aan zijn poëzie, met een niet mis te verstane boodschap: je moet lijden om schoonheid te leren zien, alvorens je in staat bent waardevolle werken te creëren. Wat op het eerste gezicht een romantisch cliché lijkt, werd op die avond – toen aan het eind de deuren en ramen van de koeienstal opengingen en de gure herfstwind in je doordrong – een doorleefde, esthetische en warme ervaring. (Postdramatisch) theater bleek in staat om pure poëzie niet alleen te representeren, maar ook present te laten zijn.

Elk maakproces van De Warme Winkel behelst een intensief onderzoek naar de historische, sociale en literaire achtergronden van de kunstenaar die centraal staat. Alles wat beschikbaar is, wordt verwerkt. De fascinatie breidde zich via Rilke onwillekeurig uit naar het gehele fin de siècle in het Midden-Europa van de negentiende eeuw. Zo baseerde de voorstelling Villa Europa (2009) zich niet alleen op het oeuvre van de Oostenrijkse schrijver Stefan Zweig, maar ook op de culturele wortels van de Europese moderniteit. Centraal staan Zweigs herinneringen aan een wereld die op het punt stond te verdwijnen. Vincent Rietveld en Mara van Vlijmen roepen die wereld op in een opgefokte performance lecture en spelen uitbundig een scène uit Zweigs jeugdwerk Jeremiah na, om dan in te zoomen op de zelfmoord van Zweig en zijn vrouw. Met de politiefoto van de zelfmoord in de hand proberen ze zich in de juiste houding te brengen, zoeken ze naar aanwijzingen voor wat er precies is gebeurd: wie als eerste de dodelijke pillen slikte, wie het glas water aanreikte, waarom die hand zich aan die arm vastklampte enzovoort. Die reconstructie leunt niet op de metaforische kracht van de daad, maar op de onbeholpenheid van de praktische uitvoering, en op de niet te ontkennen ijdelheid en het snobisme van een bevlogen en betrokken intellectueel.

In de zomer van 2009 ontstond Alma, de vierde voorstelling over Oostenrijkse kunstenaars, die De Warme Winkel presenteerde onder de titel Öst’reich raus!’. Die voorstelling staat in het teken van de muze van het Weense fin de siècle, Alma Mahler, en presenteert een ongrijpbare vrouw, als het middelpunt van orgie in letterlijke en figuurlijke zin. Opmerkelijk zijn de tumultueus ogende vermenging van esthetiek en ranzigheid, de frivole celebratie van het menselijke lichaam en zijn lusten, het ongegeneerde spel met beeldtaferelen, en de zinnenprikkelende vermorzeling van de idee van schoonheid, om die plaats te laten maken voor de schoonheid zelf.       

KNIPPEN EN PLAKKEN

Wat moeten we met die enorme berg Europees cultureel erfgoed, in hoeverre is die deel van ons?

De Warme Winkel heeft de laatste jaren, gestimuleerd door de ervaringen van nog eerdere producties, een heel eigen werkwijze ontwikkeld. Ten grondslag daaraan ligt telkens een gedeelde fascinatie voor geschiedenis, literatuur en kunst, die leidt tot een intensieve en langdurige speurtocht. Na dat intensieve voortraject beginnen de repetitiedagen, die ze opsplitsen: de ene helft van de dag zijn ze bezig met het voorbereiden en presenteren van ‘acts’, de andere helft met voorlezen, schrijven en discussiëren. In het begin lijken die twee bezigheden totaal los van elkaar te staan. Maar naarmate het proces vordert, overlappen zij steeds meer en komt het een uit het ander voort. De Warme Winkel doet dat omdat men consequent intuïtief, associatief en beeldend wil werken, maar altijd met een inhoudelijke basis, die men niet uit het oog wil verliezen. Een ‘act’ is bij het trio een ruim begrip. Het kan een zes uur durende performance zijn, een ‘af’ theatraal stukje – compleet met licht en geluid, maar ook een opdracht voor een improvisatie. Alles is bruikbaar, ook al was de act nog zo slecht: een vormidee, of een inhoudelijk uitgangspunt. De makers knippen en plakken, transformeren en combineren, waaruit dan vaak theatrale figuren en scenische situaties voortkomen. Uiteindelijk ontstaat er een ruwe montage, die eerder uitgaat van de dramaturgie van een dans.

‘Het is een voortdurend binnen alle mogelijkheden van het menselijke hoofd van het ene uiterste in het andere uiterste heen en weer denken en een voortdurend binnen alle mogelijkheden van het menselijk verstand van het ene uiterste in het andere uiterste heen en weer voelen en binnen alle mogelijkheden van het menselijk karakter van het ene uiterste in het andere uiterste heen en weer getrokken worden.’ (Thomas Bernhard)

48_Zegers_rilke5.jpgDe leden van De Warme Winkel zijn opgegroeid in het eclectische postmoderne tijdperk en beïnvloed door een veelheid aan beelden, media, informatie en keuzemogelijkheden. Met dat eclecticisme wordt bewust gespeeld in vorm en stijl. De Warme Winkel zoekt naar een verhouding tot de Europese cultuur en stelt zich de vraag waar onze verworvenheden vandaan komen en wat ze nog waard zijn. Wat moeten we met die enorme berg Europees cultureel erfgoed, in hoeverre is die deel van ons? Wat moeten we met al die in onbruik geraakte waarheden en grote verhalen? De makers pogen die vragen te beantwoorden, door literaire schatten uit het verleden af te stoffen en te bekijken wat hun schoonheid en inhoud voor vandaag kunnen betekenen. Daarbij roepen ze als vanzelf vragen op over de betekenis van kunst en over de plaats van de kunstenaar als rusteloze zoeker in de samenleving. Verwacht geen hapklare antwoorden. Het is ook niet zo dat De Warme Winkel je die onderwerpen opzichtig voorlegt. Ze blijven schemeren op de achtergrond, als vervaagde, tijdelijk tot leven gewekte herinneringen die te pas en te onpas van stal gehaald worden. Maar waar politiek gestuurde cultuurinstellingen ons ‘het erfgoed’ presenteren in museale installaties, retorische bonbondoosjes en geconserveerde manifesten, tapt De Warme Winkel uit een ander vaatje. De ogenschijnlijk intellectueel zware thema’s worden letterlijk belichaamd door hun uiterst persoonlijke, tegen elke politieke en culturele agenda gevrijwaarde, anarchistische, in sommige gevallen libidineuze fascinatie. En dat levert altijd speels en toegankelijk theater op, want bij de ‘theatralisering’ van literaire teksten, dramatische scènes en ‘performatieve’ acts schuwen deze makers het spel met luguber amusement, rotte folklore en geaffecteerde banaliteit niet.

Verwarring

Door de afwisseling in speelstijlen en gebeurtenissen zoeken de voorstellingen van De Warme Winkel altijd de spanning op tussen de theatrale representatie en de aanwezigheid in het hier en nu. Waar de ene theatrale scène naast de andere ‘performatieve’ scène wordt geplaatst, onderken en voel je achter de scènes de makers en achter de personages de acteurs. Dat transparante acteren wil echter niet alleen leiden tot toegankelijkheid, maar ook tot intrigerende verwarring. Wie is hier aan het woord? Waar vind je de legitimatie van het getoonde? Ook de rol en de houding van de toeschouwer staan op het spel. Het trio stuurt daar bewust op aan.

Mijn splitsing tussen theater en theaterkunst is in feite een door politiek en commercie opgelegde onderscheiding, die kortzichtige kwaliteitscriteria inzetbaar maakt. De heersende politieke macht misbruikt die indeling. Ze legitimeert zogenaamde ‘topkunst’ met omzet en publieksaantallen en verwerpt de marginaliteit. En daar, in de rafelranden en niches van onze cultuur, vindt de theaterkunst haar natuurlijke habitat weer. Daar vinden we de weigering om op te lossen, betekenissen te stabiliseren, het veronderstelde te bevestigen. De wereld met al zijn beeldvormingen, die hem als plakband samenhouden, vraagt erom onderuitgehaald te worden. En dat doet De Warme Winkel door te spelen met scènes, ‘performatieve’ momenten, referenties, iconen, tradities, symbolen en ervaringen die onze wereld hebben bepaald. Lang leve de theaterkunst! Gelukkig ligt er een voorraad in De Warme Winkel.

De Warme Winkel speelt van 11 tot 22 oktober Villa Europa, Rainer Maria, Totaal Thomas en Alma in het Kaaitheater (www.kaaitheater.be). Totaal Thomas is op 8-9 november ook te zien in STUK (www.stuk.be) en 23-24 november in Monty (www.monty.be).

Mart-Jan Zegers is freelancedramaturg en theaterdocent. Hij werkte occasioneel samen met De Warme Winkel, zoals voor de voorstelling Luitenantenduetten.

^ Terug naar boven
 

Reacties

De reeks Warme

De reeks Warme Winkelvoorstellingen in Brussel en omgeving, want ook op locatie, worden gepresenteerd in samenwerking met Kaaitheater, Cc Strombeek en Cc Westrand onder de noemer Weense Herfst.

Post new comment

The content of this field is kept private and will not be shown publicly.
  • Web page addresses and e-mail addresses turn into links automatically.
  • No HTML tags allowed
  • Lines and paragraphs break automatically.

More information about formatting options

Als maatregel om geautomatiseerde spamrobotten tegen te gaan, vragen wij u het huidige jaar in te vullen. Op die manier kunnen we uw bericht onderscheiden van spam.
By submitting this form, you accept the Mollom privacy policy.