Snuifje jazz, vleugje klassiek

Je hebt zo van die cross-overprojecten waarvan je het resultaat min of meer op voorhand kunt voorspellen. Raymond van het Groenewoud met groot orkest, metallica of Portishead goes symphonic of Hooverphonic met strijkkwartet zijn voor de hand liggende voorbeelden. Bestaande muziek krijgt nieuwe arrangementen, de zanglijn blijft doorgaans hetzelfde en de begeleiding wordt uitgeschreven voor nieuwe instrumenten. Soms klinkt het resultaat verrassend en komen er andere muzikale accenten naar boven. Maar cross-over kan veel verder gaan. Bijvoorbeeld wanneer bestaand muzikaal materiaal niet het uitgangspunt is, maar een pop- en een klassieke muzikant samen een nieuw product maken. Zoals de cd A Love Sublime (2006) van Brad Mehldau en Renée Fleming.

Twee topmuzikanten, maar dan in uiteenlopende genres: Mehldau is jazzpianist, Fleming lyrische sopraan. A Love Sublime is een album met liederen die Mehldau speciaal voor Fleming componeerde. Vreemd genoeg kreeg de cd haast geen recensies, terwijl eerder werk van Mehldau of Fleming afzonderlijk - gezien naam en faam van de uitvoerders - doorgaans op veel belangstelling en lovende kritieken konden rekenen. Misschien was er geen enkele recensent die wist wat hij er mee aan moest vangen. Mehldau en Fleming zetten zich dus samen aan een album, een cross-over tussen een pop-/jazzmuzikant en een klassieke zangeres. Dat werd hen al eens eerder voorgedaan door mezzosopraan Anne Sofie von Otter en Elvis Costello, in 2001. For the Stars was nog altijd een jazzy album, maar dan vertolkt door een klassieke zangstem. Mooi gedaan, maar A Love Sublime gaat veel verder. Het is geen jazzalbum, maar valt eerder thuis te brengen bij het hedendaagse kunstlied, in de traditie van een aantal westerse grootmeesters, zoals Vaughan-Williams en Mompou. De muziek is behoorlijk moeilijk. Het zijn geen deuntjes die zomaar blijven hangen. De pianobegeleiding is technisch doenbaar, maar klinkt vaak abstract. De af en toe kale pianobegeleiding doet denken aan Pärt (in films wordt nogal eens dankbaar gebruik gemaakt van Pärts minimalistische muziek: denk bijvoorbeeld aan Heaven van Tom Tykwer of Gerry van Gus van Sant).

Brad Mehldau. Credits: www.jackylepage.comDat Mehldau en Fleming allebei hun metier beheersen, staat buiten kijf. De pianist heeft een schitterende toetsaanslag en zijn improvisatievermogen (qua harmonie, ritme en stijl) is verbluffend. Fleming wordt alom gewaardeerd voor haar warme sopraanstem, soepele stembuiging, inlevingsvermogen en veelzijdig repertoire. Een cruciale eigenschap typeert hen beiden: ze hebben geen oogkleppen op. Mehldau zoekt het basismateriaal voor zijn covers — of noem het eerder 'remakes' — tot ver buiten het standaard jazzrepertoire. De muzikant kan zowel The Beatles, Radiohead, Paul Simon als Cole Porter aan. Daarin is hij trouwens meesterlijk. Neem nu Mehldaus versie van 'ParanoidAndroid' van Radiohead. Je meent een flard melodie te herkennen, maar het valt haast niet thuis te brengen. Mehldau ontrafelt de begeleiding van de oorspronkelijke song, speelt met motieven uit het thema, vult de harmonieën terug op, legt andere ritmische accenten, wisselt in tempi, speelt hoekig honky-tonk en dan weer breedsprakerig. Soms laat Mehldau de oorspronkelijke melodie helemaal los en gaan zijn variaties zo ver dat je het oorspronkelijke wijsje haast niet meer kunt onderscheiden (tot hij het terug in ongewijzigde vorm oppikt). Kortom, Mehldau maakt het liedmateriaal helemaal tot het zijne. Of het nu om een dijk van een hit gaat of om een jazzklassieker doet er niet toe. Ook Fleming heeft een open kijk op liedrepertoire. Als klassieke zangeres zingt ze oratoria (kleppers als Mozart, Handel, Dvorak, Donizetti, Rossini) maar kan ze ook gospel, operette en pop aan. Op haar album Haunted Heart staat muziek van Joni Mitchell en Lennon/McCartney.

Bij de zangstem komt behoorlijk wat techniek kijken. De tessituur (de afstand tussen de laagste en de hoogste te zingen noot) is uitgebreid. De zanger moet met andere woorden een groot stembereik hebben en soepel van hoog naar laag kunnen. De sprongen zijn moeilijk. De zanglijnen zijn vaak lang, dus is er een grote ademsteun nodig om zo'n lange (en dikwijls ook nog eens hoge) zin in één ademteug te zingen. Omdat de pianobegeleiding zo beperkt is, heeft de stem er ook weinig houvast aan. Ze moet bij momenten op haar eentje het stuk kunnen dragen of interessant maken.
Dat is meteen duidelijk in 'Your First Word Was Light', het openingsnummer van de cd. Fleming zet alleen in. De pianobegeleiding van Mehldau komt pas later en is uiterst beperkt (enkele eenvoudige akkoorden met tussenpauzes). Pas aan het eind van het stuk, waar het dramatisch hoogtepunt van de tekst ligt, 'drove us out of paradise', beukt de piano met de zangstem mee. Functioneel en doordacht geschreven.
De pianist staat trouwens bekend om zijn virtuoze linkerhand, waardoor de partij voor die hand in zijn composities — de lage noten, dus — prominenter uitgewerkt is dan in de meeste pianomuziek. Dat heeft een heel eenvoudige verklaring: omdat de meeste pianisten rechtshandig zijn, is die hand soepeler en kan die ingewikkelder loopjes of akkoorden aan. Componisten houden daar rekening mee. Mehldau's linkerhand kan veel aan, dus komen lage noten veel aan bod. Wanneer de linkerhand in een laag register speelt en de zangstem hoog zit, dan heeft dat veelal een dramatisch effect. Maar het kan ook voor evenwicht zorgen. De laagte houdt het klagen van de zangeres in 'we grew sturdy in your sunlight' (uit het nummer 'I Love You, Gentlest of Ways') bevattelijk. De linkerhand zorgt voor een fundament, ze vermijdt een overdaad aan pathetiek en houdt de muziek aards.

Voor wie de andere albums van Mehldau kent, valt het moeilijke idioom van A Love Sublime onmiddellijk op. Verwonderlijk is ook dat Mehldau zo weinig ruimte laat voor improvisatie. Alle stukken, zo verklaart de componist in het cd-boekje, zijn noot voor noot uitgeschreven. In klassieke muziek is dat gebruikelijk. Voor jazzmuziek niet, daar improviseren muzikanten meestal binnen het frame van een akkoordenschema. Enkel voor 'Love Sublime', het titelnummer van het album, schreef Mehldau een akkoordenschema neer. Fleming mocht improviseren qua melodie en tekstplaatsing. Meteen klinkt het veel meer jazz dan klassiek, bevattelijk, voorspelbaar, vertrouwd. Wat mij betreft het minst gedurfde nummer van het album.
Komt er dan nergens anders op het album een vleugje jazz aan te pas? Toch wel. Er zitten behoorlijk wat jazzinvloeden in zowel piano- als zangpartij. Af en toe komen in het pianovoorspel (voor de zangstem inzet) of in de interludia tussen de strofes ritmische tegentijden voor, typisch voor jazzmuziek. Ook in de harmonieën zitten jazzy akkoorden. Mehldau speelt rond die akkoorden, haalt ze uit elkaar, speelt de afzonderlijke noten ervan, voegt ze terug samen en varieert er op naar nieuwe harmonieën.

Er zit ten slotte ook jazz in het zingen. Voor een jazzliefhebber die gewend is aan het stemgeluid van Ella Fitzgerald of Deedee Bridgewater, zal Fleming nog altijd klinken als een operazangeres. Voor wie niet vertrouwd is met klassieke muziek, lijkt klassieke zang misschien wel altijd hetzelfde. Altijd wat stijfjes, voornaam en geschoold. Maar niets is minder waar. Welk stuk een klassieke zanger ook zingt, hij moet ten eerste techniek hebben en ten tweede kunnen interpreteren. Elke stijlperiode (zoals renaissance, barok, romantische of hedendaagse muziek) vraagt een specifieke manier van zingen: maak je lange lijnen of probeer je eerder een bepaalde kleur in je stemtimbre te leggen, moet je de tekst heel precies uitspreken of mag je gewoon een klank maken, vul je je stem op of hou je ze klein? Fleming past zich wel degelijk aan. Ze permitteert zich op dit album vrijheden die in de klassieke muziek absoluut not done zijn: ze 'schept' bijvoorbeeld haar noten: ze zet iets onder de toon in en glijdt dan naar de juiste toon (Céline Dion doet dat trouwens constant, tot vervelens toe). Fleming houdt een lange noot gestrekt aan en legt er een kleine glottisslag in voor meer expressie.
In alle omstandigheden klinkt Flemings stem gecultiveerd en warm. In jazzmuziek mag je al eens omfloerst, hees en bijna fluisterend klinken. Dat gebeurt bij Fleming nooit. Elke noot krijgt zijn waarde. Ze intoneert perfect (klinkt nooit vals, ze treft elke noot die Mehldau neerschreef). Maar ze zingt geen opera: nergens klinkt haar stem dik of ligt er veel vibrato op. Flemings stem klinkt warm en gedragen, zonder druk op de keel (zoals wel eens in popmuziek gebeurt, denk aan de harde en directe stem van Anouk) of lucht op de stem (zoals in sommige jazzmuziek, of denk aan het omfloerste geluid van Dido). Fleming heeft een geschoolde stem die het volume klein en groot kan maken, maar altijd kern behoudt. En die zich, naast de juiste noten, vooral concentreert op de vertolking van de tekst en het samen musiceren met de begeleider. Vooral het slot van de liedcyclus op tekst van Rilke is verbluffend. De laatste zin van 'Extinguish My Eyes' is 'I feel you burn in every drop of my blood.' Fleming houdt op het woord 'blood' een hoge noot matenlang aan en Mehldau beukt er, in een laag pianoregister, met tegentijden tegen in. De grote leegte tussen de lage begeleiding en de hoge zangstem en het contrast in ritme (Fleming houdt een noot aan, Mehldau geeft haast de maat aan) zorgt voor een pakkend dramatisch effect. De woorden zijn extreem, de muziek is dat ook.

A Love Sublime is geen album dat onder één noemer onder te brengen valt. Het is wel een bijzonder knap samenspel van twee rasartiesten. Zangeres en begeleider zijn perfect op elkaar ingespeeld. Mehldau geeft tempo aan. Fleming zet haar zanglijn in de sfeer en het tempo dat Mehldau aangeeft. En andersom, eenmaal Fleming aan het zingen is, volgt de pianist de zangeres in haar vertolking. Dat is zo geslaagd aan deze cd: begeleider en zanger zijn vertolkers met grote technische bagage, maar ze kunnen ook nog eens samen musiceren. Fleming kent haar plaats in het geheel, ze gaat voluit als de zangpartij dat vraagt, ze houdt zich in en volgt de begeleider als die een bepaalde richting aangeeft. Mehldau komt naar de voorgrond als er ruimte voor is en begeleidt puntig, gedragen, hoekig, dan wel bescheiden als de muziek het vraagt. En de muziek is complex genoeg om al die facetten aan bod te laten komen.

^ Terug naar boven
 

Reacties

Post new comment

The content of this field is kept private and will not be shown publicly.
  • Web page addresses and e-mail addresses turn into links automatically.
  • No HTML tags allowed
  • Lines and paragraphs break automatically.

More information about formatting options

Als maatregel om geautomatiseerde spamrobotten tegen te gaan, vragen wij u het huidige jaar in te vullen. Op die manier kunnen we uw bericht onderscheiden van spam.
By submitting this form, you accept the Mollom privacy policy.