Schaduwen

Geluid klinkt in ons leven voortdurend op de achtergrond, tot het ineens naar voren treedt. Dan worden klanken een gebruiksmiddel, een vorm van cultuur. Met een doel, een betekenis, een geschiedenis. Precies dat is muziek: geluid ontworpen om bewust naar te luisteren. Alleen trekt zelfs muziek zich nu steeds meer terug naar de achtergrond. Het wordt weer gewoon geluid. Muziek om níét naar te luisteren.

Iedere avond kan je in de stad de trappen afdalen naar het gangenstelsel onder de grond. Het metronetwerk strekt zich uit over de hele stad en overal zijn de gangen koud. Een keldergeur verspreidt zich tussen de wachtenden. Iemand roept. De galm strekt zich uit naar de overkant en blijft lang nagonzen. Maar er doemt geruststelling op. Viool, cello en piano zwerven uit in harmonische klanken. Als een droom hangt de muziek onder de grond.

Die muziek is ooit gemaakt door muzikanten. Alleen is hun fysieke aanwezigheid met hun houten en koperen instrumenten verdwenen. De dag waarop de opname is gemaakt, is al lang geleden, de muziek die nu klinkt is onlichamelijk geworden. Achter de luidsprekers bevindt zich niets meer. Het is er stil, de boxen zenden elektrische signalen uit door draden die leiden naar een centrale computer die volautomatisch een speellijst afdraait.

Geluiden zijn hun fysieke schaduwfiguur kwijtgeraakt

Sinds de algemene verspreiding van technisch gereproduceerd geluid de fysieke geluidsbron loskoppelde van degene die luistert, zijn geluiden hun fysieke schaduwfiguur kwijtgeraakt. R. Murray Schafer noemt dat symptoom van onze tijd schizophonia: geluiden die geïsoleerd zijn van hun bron, zowel in de ruimte als in de tijd. In de menselijke geschiedenis is het niet eerder voorgekomen dat een geluid nabij kan klinken zonder dat zijn werkelijke bron aanwezig is. Die gespletenheid van autonome geluidsgolven heeft de kracht van geluid versterkt.

Zo is in de schemering van de mensheid ook de stem ontwikkeld, die eerst klonk als effect van de menselijke klankkast, waarmee kreten van pijn, woede of enthousiasme werden voortgebracht. De roep ‘Au!’ was een direct gevolg van pijn. Later ontstonden stemgeluiden die niet langer werden opgewekt door een directe aanleiding. De geluiden werden abstract. Een taal begon zich te ontwikkelen. De pijn kreeg een ‘omschrijving’, een omtrekkende beweging rond de pijn. Door een afstand te scheppen tussen de ervaring en het spreken daarover werd het mogelijk om nieuwe betekenissen te scheppen in klanken.

Muziek als manipulatie

Pas sinds ruim honderd jaar is nu ook geluid zelf op afstand gebracht. Onvermijdelijk is zo eenzelfde taalmechanisme in gang gezet. Muzikale klanken kunnen nu gebruikt worden om iets te communiceren los van hun ontstaanscontext. Samen met die explosieve toename van verspreidingsmogelijkheden, zijn ook de kansen op culturele uitwisseling – en dus culturele dominantie – sterk vermeerderd. Bovendien werd een geluidsopname handelswaar, dankzij de verwaarloosbare kosten voor verspreiding in verhouding tot een geluidsperformance. Die commerciële waarde heeft geresulteerd in een grootschalige muziekindustrie.

Muziek is een gereedschap waarmee een emotie afgebogen kan worden. Romantische muziek maakt mensen verliefd, opgewekte muziek in een shopping mall maakt kooplustig. De muziek manipuleert onze ervaring van een situatie, en doet dat op bijzondere wijze. Doorgaans wordt aangenomen dat manipulatie erop gericht is een persoon zo te beïnvloeden dat die reageert op een gewenste manier. Muziek is in staat voorbij de buffer van het bewustzijn te laveren, omdat muziek geen ‘inhoud’ heeft. Terwijl je over de inhoud van een tekst altijd kan argumenteren, zijn er voor muziek geen woorden waar een mening tegenover gezet kan worden. Het gaat voornamelijk om gevoelens, en het is onmogelijk om daarmee rationeel in discussie te gaan.

Muziek speelt bovendien een belangrijke rol in het homogeniseren van gedrag. De muzikale cultuur van een gemeenschap wordt gevormd door een gemeenschappelijke voorkeur voor een bepaald soort muziek, dat het groepsgevoel versterkt. Bovendien vergroot die muzikale binding het verschil met andere groepen met andere muzieksmaken. Dat mensen zich verbonden voelen door samen te luisteren naar hun eigen muziek, werkt ook in omgekeerde richting. Door een groep mensen dezelfde muziek te laten horen, wordt een vorm van verbondenheid gesmeed. Niet alleen het luisteren, ook het gedrag wordt onderling afgestemd.

Muziek als parfum

In de metro van Brussel wordt al een aantal jaren muziek afgespeeld. ’s Avonds, wanneer mensen zich het onveiligst voelen, klinkt licht klassieke muziek. Onder het motto ‘muziek verzacht de zeden’ wordt muziek gebruikt als crowd control. Jongeren zouden niet houden van die muziek, en zullen dus ook niet gaan rondhangen en overlast veroorzaken. Ook al is de muziek vaak zo zacht dat ze mensen niet opvalt, de werking ervan doet zich gelden. Denk aan Muzak®, lichte popnummers en muziekstukken gemaakt om ruimtes ‘in te kleuren’, meestal gebruikt in warenhuizen en restaurants. Het is muziek als een parfum, dat onzichtbaar in de ruimte wordt verspreid.

Die vorm van muziek als spookfiguur wordt voor het eerst gesignaleerd in 1920, toen Erik Satie muziek componeerde met als titel: Musique d’ameublement – muziek als bemeubeling. Hij schreef ze met het doel ze te spelen tijdens diners. Hij stelde zich voor hoe zijn muziek de hectische straatgeluiden onhoorbaar zou maken en de ongemakkelijke stiltes in een gezelschap zou verdoezelen. Voor het eerst was muziek niet enkel bedacht om werkelijk naar te luisteren, maar om deel te worden van het interieur. Muziek kon nu ook dienen om níét naar te luisteren.

Door constant ingebed te zijn in een soundscape, wordt muziek steeds vaker onbewust beluisterd

‘De tijd is voorbij dat muziek, een schilderij of wat dan ook onze volle aandacht zou moeten genieten. Het is een vrijheid om te kunnen luisteren naar muziek, maar ook om ze onbewust te laten doordringen.’ Zo schreef componist Brian Eno in 1975, als aanhanger van ambiancemuziek, enthousiast over het architecturale potentieel van muziek en haar mogelijkheden om onze ervaring van ruimtes bij te sturen.

Vandaag is muzak afgeschreven als ouderwets, terwijl pop en zelfs klassieke muziek ervoor in de plaats zijn gekomen. Muziek die gecomponeerd en gespeeld werd om aandachtig beluisterd te worden, verdwijnt naar de achtergrond. Door constant ingebed te zijn in een soundscape, wordt muziek steeds vaker onbewust beluisterd. Enkel muziek die extra luid de aandacht opeist, weet nog enige beroering teweeg te brengen. Als alles naar de achtergrond verdwijnt, verdwijnt het wel in het onderbewuste, maar het gaat daar niet verloren. De uitwerking blijft behouden. Of muziek dan manipulatie is, architectuur of ‘muziek’, hangt af van de opmerkzaamheid van de luisteraar.

Nina de Vroome is filmmaker. Dit artikel is het laatste in een vijfdelige reeks in het kader van haar stage bij rekto:verso, als aanvulling op haar afstudeerproject aan het KASK in Gent.

 

^ Terug naar boven
 

Reacties

Post new comment

The content of this field is kept private and will not be shown publicly.
  • Web page addresses and e-mail addresses turn into links automatically.
  • No HTML tags allowed
  • Lines and paragraphs break automatically.

More information about formatting options

Als maatregel om geautomatiseerde spamrobotten tegen te gaan, vragen wij u het huidige jaar in te vullen. Op die manier kunnen we uw bericht onderscheiden van spam.
By submitting this form, you accept the Mollom privacy policy.