Pat Donnez als allrounder

In het kader van zijn comeback volgde netwerkman Pat Donnez geruime tijd onder cover. Het leverde een intrigante reportage op over het nachtelijke bestaan van deze frisse poëet. 'Al sla ik jou dood, jij zult niet onthouden/hoe mijn winden klonken.' Terecht verwoord.

Netwerkman. Illustratie: Marijn DionysDe poëzie boert goed. Wie haar een beetje volgt zoals ik, weet dat er tegenwoordig veel geld tegen wordt gesmeten. Eerst was er dat op zichzelf staande en slaande succesdebuut, een voltreffer, van de kale steracteur Steph (sick!) Goossens, het nu al consequent op één nacht geschreven Eén nacht. Vervolgens kwam uit grondig doorgelichte bron het nieuws dat de uitgeefwereld een businessplan op zijn poten had gezet dat draait rond poëzie voor én door bekende mensen. Niemand meer dan Mark de Messmaker, de zogenaamde allochtoon Kroes Wouters, Eurobert [duet van Bert Anciaux & Kate Ryan] en Han Sotten zouden hebben getekend, wordt ons uit onbevestigde bron verzekerd — al zou er nog een probleem zijn met het pseudoniem van Han Sotten en de titel van zijn bundel (eveneens Eén nacht). Het eerste symptoom en tevens al meteen de kroon op deze nieuwe stroming staat evenwel gespannen rond het hoofd van de alomtegenwoordige allrounder Pat(rick!) Donnez, bekend van op de radio, die de voorbije tijd met geen stok uit het veld of uit de ether was te slaan.

Van Watou tot de boekenbeurs, over de Vlaamse liefdes(steen)wegen: overal kwam je Patje tegen. Zijn debuut, Het is een mooi leven (zolang je niet bestaat), was dan ook een (on)verdeelde succestitel — met de haakjes echt als weerhaakjes. In reactie op de matige bespreking van Paul Demets in De Morgen — een allemansvriend waarin ik mij nochtans vaak herken — vroeg De Standaard Pat Donnez zelfs meteen om de nieuwste bundel van Leonard Nolens, Bres, te bespreken — wat kan omdat recensies daar zelden worden (na)gelezen. En terecht! De wijze waarop Donnez de bundel zonder enige complexiteit én ook zonder zichzelf persoonlijk uit te schakelen wist te verdedigen tegen dichters/critici die de tekst belangrijk vinden  ('we noemen ze met gemak de postmodernen of de structuralisten'), doet vermoeden dat niemand het achterste van hem al heeft gezien. In combinatie met zijn meer dan glansrijke debuut — zelden was eenvoud zo onwaarschijnlijk — dat terug doet verlangen naar de jongste Herman De Coninck, valt te hopen dat zoiets ook niet gauw gebeurt. Dichten zonder het gat op te lichten: het kan weer. Portret van een stem op zoek naar zijn gehoor.

Dichter

Belaag me
Zolang je scheldt meldt zich
geen onverschilligheid.
Sla me. Nee, met je vlakke hand. Dat smeedt een band
Waarom wijk je?

Je vindt dat ik te hoogdravend klink
Ach, schatje, jij wou toch spelen
Je zat je te vervelen

Nog eentje om het af te leren

'De begeerten van het hart zijn krom als kurkentrekkers
Je kunt maar beter niet geboren worden.'

Zeg, waarom loop je weg?

'Het zijn visioenen/Hij loopt niet naast/zijn schoenen'

Het is altijd lachen met Pat Donnez, beter gerenommeerd als <Paddoné> — met dat zalige dofgeluid waarmee men in zijn zetel ploft als men 's zondags frietjes heeft gegeten: een schoolvoorbeeld van assimilatie en regressie in één — een echt fenomeen voor wie nog voor Germaanse geleerd heeft. Meer dan wie ook in de wereld van de show belichaamt deze authentieke 'Mechelse koekoek' het vleesgeworden ideaal van de crossmediale lijn waar men tegenwoordig niet meer naast kan kijken, als men nog 'meteen mee' is. Niet alleen is zijn gezicht, dat meer dan bekend genoeg is, ook dat van Radio 1 — althans in zijn vernieuwde vorm. Bovendien komt hij ook vaak naar buiten als dichter en performer, om nog te zwijgen over zijn blog op het internet — een gigantisch kanaal dat alles toelaat wat er vroeger niet door kon. In dat verband had ik onlangs het voorgerecht getuige te zijn van een 'multimediale performance met beelden en soundscapes' waarin 'Pad', zoals ik hem vanaf nu graag noem, samen met Lore Dejonckheere en Chris Lomme de rol van dichter speelde die zich serieus neemt — werkelijk hilarisch, een dikke proficiat (in een regie van Walter Swennen). Persoonlijk ben ik qua kunst niet echt voor beelden en soundscapes — tenzij ze goed in elkaar zitten, zoals in Kuifje en de Zonnetempel — maar een multimediale performance gaat er altijd wel in, al was het maar om Pad na al die jaren van radio eindelijk nog eens aan het werk te zien. Bovendien was ik als man van de pers automatisch uitgenodigd, ondanks de uitverkoop van de zaal. Ik voelde mij dan ook verplicht naar de organisatoren toe om de vriendelijk geblokkeerde plaatsen te bezetten.

Om die reden (en ook wel om enkele andere contacten te hebben) bevond ik mij dat weekend dus in kc nOna te Mechelen, overigens niet zonder de bevredigende bijgedachte dat inspanning loont: na jaren van onbaathebbende inzet zonder persoonlijke interesse als lid van de raad van bestuur kreeg Pad van kc nOna eindelijk de ruimte waar hij recht op had, en daarvoor doet men het uiteindelijk toch. Het resultaat was overweldigend, niet te vergeten en onverstaanbaar waarom er niet meer volk was. Ikzelf kon de show niet tot het einde uitzitten, helaas, vanwege uiterst urgente zaken van meer persoonlijke aard, maar afgaand op wie in de zaal zat te gieren kon ik mij een al vaststaande ovatie inbeelden. Extreem vooraan zat Marc Didden, zoals altijd op zoek naar werk zonder moe te worden, kirrend en dijenkletsend te solliciteren naar de rol van hooggestemd regisseur in de nieuwe show van Pad, die al dik zit aan te komen. Sinds ik hem kort daarna met het ego van Pad aan een koordje over de Mechelse markt zag lopen, een ervaring die al verwerkt werd dankzij zijn kolom in De Morgen, weet ik dan ook hoe laat het is. Net als Greet Op de Beeck, met wie ik tijdens de voorstelling enkele goede contacten wisselde en die als stem van het nieuws met een voorliefde voor al wat grijzere mannen en hun cultuur werkelijk in de wolken was. Spijtig dat ik mij voortijdig terug diende te trekken.

Wat meteen opviel toen ik Pad hoorde spreken, was dat poëzie voor hem geen enkele moeite kost. Trouwe luisteraars van zijn radioprogramma's weten dat wel, maar het leuke is dat schijn bedriegt. Aan de debuutbundel die hij voor de gelegenheid in kc nOna wou presenteren, Het is een mooi leven (zolang je niet bestaat), schreef hij maar liefst elf jaar. Het mooie is dat je dat nergens aan kunt merken (zolang je de tekst niet belangrijk vindt, zoals de postmodernisten of structuralisten). Integendeel, ondanks alle schaafwerk (op vraag van ongevoelige redacteuren) is het buikgevoel van zijn lyrische subject nergens onder interne druk bezweken: het rijm werd behouden waar dat kon of niet (zoals in: 'Een tersluikse blik. Zijn harde pik', of in: 'hij wordt steeds bleker/neemt een slok uit zijn beker'), het pijnlijke woordspel werd niet schijnheilig weggeknipt (zoals in 'woelt ze zich onmiddellijk thuis?' of 'ik hou de blaffeturen dicht/ik blaf de uren weg'), en het innovatieve neologisme werd niet onnodig vermeden (zoals het fraaie 'ontdekkingsreizologie'), net zomin als de retorische vraag (in 'zeg, waarom loop je weg?').

Donnez is bovenal een eerlijk dichter, op het bedrieglijke af. Hij verbloemt zijn beperkingen niet, maar ontpopt ze tot stijlfiguren. De eeuwige herhaling waarmee hij bekend is geraakt (bv. de Titaantjes-vraag naar hoeveel zijn gasten verdienen) wordt hier meer dan efficiënt gebruikt (zoals in het typische 'Gesprek': 'Wat wil je dat ik zeg?/Zeg me dat je al die jaren hebt gewacht/Al die jaren heb ik gewacht/Zeg me dat er niemand anders is geweest/Er is niemand anders geweest/Zeg me dat je dood zou zijn gegaan als ik niet was teruggekomen/Ik zou zijn doodgegaan als je niet was teruggekomen/Zeg me dat je liegt/Ik lieg/Da's lief.' Prachtig point final!) Ook het man-vrouwbeeld dat de dichter erop na houdt, staat pal tegen het politiek correcte denken dat zoveel kapotmaakt, zoals in de derde 'ontdekking': 'De jongen staat voor de/ spiegel en denkt/ Zoals alle jongens over/ de hele wereld is hij/ een denker/ Hij denkt aan de oerknal/ Het meisje staat voor de/ spiegel en zwenkt/ Zoals alle meisjes over/ de hele wereld staat zij/ graag voor een spiegel/ Zij denkt: wat trek ik zoal aan?' (Dichters kunnen het soms toch simpel zeggen.) Maar ook wanneer Donnez zich weer eens ergens vastrijdt, durft hij daar ronduit voor opkomen, zoals in het strikt persoonlijke 'Ben ik alleen': 'Ben ik alleen met mij alleen mezelf/ en ben ik bij een ander vooral de ander/of ben ik met een ander vooral mezelf/en ben ik alleen om niet mezelf te zijn/ben ik bij een ander om mezelf/ en bij mezelf om een ander te zijn/ of ben ik een ander om een ander/ en mezelf om mezelf te ontlopen/ Hier valt geen touw aan vast te knopen.' Fenomenaal hoe het eindrijm hier troost biedt, ook voor wie er zich totaal niet in herkent — zoals ik en de meeste van mijn vrienden bij wie ik dit uitgepolst heb.

Daarmee komt ook het grootse van Pad Donnez bloot te liggen. Zelfs waar het om te huilen is, kan je er als lezer toch nog altijd goed mee lachen, omdat je zijn stem als het ware zelf bezig hoort, zoals in het kortgehouden gedicht 'Pathetisch': 'Als je in zijn armen ligt/ knuffel je mij langzaam dood'. Deze gedichten zijn daarom eigenlijk meer dan gedichten, het zijn grappen die oncontroleerbare betekenissen in mij verwekken, zoals seksistische herinneringen aan vroeger: 'Ik heb hier pijn, dokter/ En als u daar drukt/ begin ik hard te lachen // […]  En nu moet ik plassen/ Altijd als ik doktertje speel/ moet ik plassen/ Gek, toch?' In feite konden de gedichten mij alleen maar irriteren als de centrale grap te geconstrueerd was via intertekstuele verwijzingen naar andere teksten, zoals in de 'Aantekeningen' wordt toegegeven. Een gedicht als het volgende zou een poëtische illustratie van volmaakte zelfreflectie kunnen zijn, maar het wordt verpest door de interferentie met een banaal gedicht van Van Ostaijen, ondanks het verfrissende woordspel: 'Op het strand loopt een jongen / met zijn hond / Waarom loopt de jongen met zijn hond op het strand? / De jongen en de hond/ zoeken naar een hand // Ze lopen, nee / de jongen en de hond / hopen, dat is het / Wat hopen de jongen en de hond? /Ze hopen dat het weldra ophoudt met regenen.' Erg fris, klimatologisch gesproken zeker, maar door de verwijzing kruipt er een literair gewilde mufheid in. Al zijn er ook wel meer volslagen voorbeelden van intertekstualisme, zoals in deze pinkoog naar Hendrik Marsman: 'Kun je groots en meeslepend dweilen? / Mijn illegale Poolse kan dat.'

Het is vooral door dit soort verwijzingen naar de echte wereld en de sociale visie die eruit spreekt ('Na de Götterdämmerung veeg ik bij elkaar/ wat van haar overblijft. Een handvol smokkelwaar') dat de potentie van Pad Donnez' bundel overeind blijft. Een gedicht als 'Asperger', bijvoorbeeld, over de seksueel getinte verkeersagressie van elke buschauffeur ('híj rijdt en de straat is van hem'), toont aan dat ook poëzie rechts voor de raap kan zijn en niet alleen maar hoge dromen over niets. Deze dichter is een mens die zich ergert en hij hoopt langs de grap die zijn gedichten toch zijn zelf ook weer een beetje ergernis te kunnen wekken, als politieke bijdrage aan de hedendaagse wereld. Hij doet dat bovendien met een naturel dat echt verbijstert, zowel in zijn publieke verschijnen als in de uitzegging van zijn gedichten zelf. Alsof het evengoed radioteksten hadden kunnen zijn.

Zodat het niemand zal verbazen dat sommige van zijn gedichten ook echt radioteksten zijn. Een gedicht als 'Café Landtman', over het nobele beroep van kelner, of het gedicht 'Sluitingstijd', dat ik hierna zal citeren, leverden de directe inspiratie voor het radioprogramma 'Bromberen', naar een idee dat Pad eveneens op de pot bedacht. Over de nieuwe Radio 1 is al veel gezegd dat echt boeit, maar er is naar mijn bescheidenheid nog te weinig op gewezen hoe 'Bromberen' ervoor zorgt dat de kleine burgerij die nog eens naar het hogere leven wil streven eindelijk nog eens een klankbuis heeft.

Dat de Bromlijn wordt vol gesproken door enkele werkslaven van Pad Donnez of Radio 1 zelf is daarbij van ondergeschiktheid. Centraal is vooral dat gewichtige personen als Yves Desmet, Lukas Vander Taelen of Michiel Hendryckx dankzij deze Pad eindelijk hun mond openen om te kakken (excuseer, maar het moet eruit!) op alles wat voor eigen mensen als ons de poëzie van het leven aanfluit. Dat kan fascistisch overkomen, men kan zich ook niet altijd inhouden voor de schijn. Bovendien wordt alles mooi ingepakt met een grap — juist het omgekeerde van in Pads gedichten, waar het de grap is die wordt ingepakt — zodat wie zich gekwetst voelt ook niet kan komen klagen. Het effect is bij mij zelfs zo perverterend dat ik stukken van Desmet of Vander Taelen in de krant vaak als grap begin te lezen — met inbegrip van de mening ze daardoor nog beter te begrijpen ook. Zoals die keer dat Vander Taelen Leterme de Vlaamse Vladimir noemde en met Poetin vergeleek, om aan de hand van een eigen koekjesdeeg iedereen de mond te snoeren die niet begreep waarom Leterme de RTBF met 'Radio Milles Collines' vergeleek, komaan zeg! Als dat is wat poëzie vermag te bewegen, laten we hopen dat we het achterste van Pad Donnez dan nog lang niet in zicht hebben, om eens af te ronden. Zijn poëzie bevat de kern van een nieuwe Vlaamse politieke beweging. Bel mij indien nodig, Pad, dag en nacht: (015/28.66.66)

Uw dikke vriend, Ervé de Patser, bekend als alias netwerkman.

Sluitingstijd

IJs eten in vreemd gezelschap
is van alle
ongewenste intimiteiten
de meest doortrapte
Het is geen gezicht
Lekkende kinnen en hikkende
longen
Op- en neergaande
tongen in neonlicht overdag
Om nog te zwijgen van
de dampende darmen
en de prostaten
gelaten strijdend met hun blaas
Hoe lang moeten wij dit nog tolereren?
Waarop wacht de politiek?

^ Terug naar boven
 

Reacties

Post new comment

The content of this field is kept private and will not be shown publicly.
  • Web page addresses and e-mail addresses turn into links automatically.
  • No HTML tags allowed
  • Lines and paragraphs break automatically.

More information about formatting options

Als maatregel om geautomatiseerde spamrobotten tegen te gaan, vragen wij u het huidige jaar in te vullen. Op die manier kunnen we uw bericht onderscheiden van spam.
By submitting this form, you accept the Mollom privacy policy.