Noise music: zijn = lawaai

Noise music is meer dan simpel 'lawaai'. Het gaat om een heftig statement over het bestaan en de wereld, in één lijn met de abstracte schilderkunst of het vroege surrealisme. Luister maar naar Kevin Drumm. 

1.

Kevin Drumm weet zijn titels te kiezen. Sheer Hellish Miasma uit 2002 belooft lawaai en is inderdaad een geslaagde oefening in noise music (de plaat is ondertussen zelfs een klassieker in het genre). Het pièce de résistance heet toepasselijk ‘The Inferno’: vanaf de eerste seconde wordt de luisteraar zonder pardon in een muzikale hel gekatapulteerd. Heftige klanken komen en gaan, sputteren en spetteren, en schieten regelmatig alle kanten op of beuken violent op elkaar in. Het doet denken aan een wedstrijd in wie om ter hardst kan schreeuwen, maar dan tussen vakkundig gemartelde harde computerschijven die onderling slag leveren om de mooiste doodsreutel.

Dit is deterritorialisering van het absolute soort, zonder enig rustpunt, zonder het repetitieve van drone music à la Sunn O))), zonder stuttend ritme ook dat het loutere meervoud aan klanken van een minimaal kader voorziet. Niks coherentie of identiteit, tenzij misschien het verlangen om door te gaan met het maken van lawaai. Noise is ook daarom allicht niet toevallig een mannenzaak: de link met de treiterende puber die de volumeknop een ruk naar rechts geeft, is gauw gelegd. Maar ‘The Inferno’ gaat zodanig hard dat de klankmassa regelmatig lijkt te veranderen in een autonoom doorratelende machine waar geen mens meer aan te pas komt. Rockmuziek zoekt altijd weer opnieuw het driftmatige op en celebreert graag ‘het beest in de mens’, uiteraard enkel imaginair en gewoonlijk binnen de welluidende grenzen van de vierkwartsmaat. Noise koketteert daarentegen met het inhumane: muziek die tegen de pijngrens aan schuurt en wars is van iedere zweem van sentimentaliteit, zelfs van menselijkheid zonder meer.

Het eerste lange deel is pure Jackson Pollock: geen verfslierten, maar een klankspaghetti zonder onderliggend bord of recept

‘The Inferno’ neemt de boodschap letterlijk en ensceneert lawaai als tirannie: noise music wordt noise terror. Twintig minuten lang domineert het soort chaos dat ook wel te boek staat als teringherrie, vervolgens stolt de sonore hypernervositeit plotseling tot een gebalde monotone geluidsbrok die vijf minuten lang aanhoudt. Zonder digitale make-over kan je zo’n nummer allicht niet maken, maar naar de meer concrete klankbronnen heb je het volstrekte raden (Drumm geeft daarover wel meer uitsluitsel in interviews: hij werkte met gitaarfeedback en ouderwetse modulaire synthesizers). Dit is écht abstracte muziek, ja, het directe muzikale pendant van het abstract expressionisme in de schilderkunst. Het eerste lange deel is pure Jackson Pollock of action painting revisited binnen een ander medium: geen verfslierten, maar een klankspaghetti zonder onderliggend bord of recept. Het kortere slot doet dan weer denken aan een wijds monochroom doek van Barnett Newman: geen ruimtelijk afgebakend rood of zwart kleurveld, maar een zelfgenoegzaam doordenderende geluidsmassa.

2.

Net als een modaal avant-gardewerk dat Duchamps beruchte Fountain nogmaals varieert, ontvouwt lawaai à la ‘The Inferno’ meerdere paradoxen tegelijk. De uitdrukking noise music ofte lawaaimuziek is inderdaad een oxymoron: het conventionele verschil tussen muziek en niet-muziek wordt welbewust uitgewist. Als een verzameling klanken die de mogelijkheid van kakofonie niet uit- maar insluit, stelt elke noise-exercitie altijd weer opnieuw de vraag of brutaal lawaai soms ook een vorm van toonkunst kan heten. ‘The Inferno’ is tevens een geïmproviseerd carnaval van klanken dat luidruchtig ‘de dood van de auteur’ viert, maar dan op een egomaniakale manier: één iemand geniet in totale soevereiniteit een toestand van schijnbaar absolute acting out of total loss. Lawaaimuziek, dat is een vreemd soort van narcisme waarin egotripperij en anonimiteit, pure subjectiviteit (‘this is what I enjoy doing right now’) en extatisch zelfverlies (‘this is just sound’) een onontwarbare knoop vormen. Het wordt op Sheer Hellish Miasma wel allemaal gekaderd door de minutieuze achteraf-productie: zelfverlies is in noise music altijd ook een zaak van zelfenscenering.

57_Laermans_cover I Drink Your Skin, Kevin Drumm en Aaron Dilloway.jpgAvant-gardekunst is vaak gezocht provocatief en komt daarom nogal eens als een puberale schreeuw om aandacht over. De drang om de kijker voor schut te zetten, tendeert meermaals op een versimpelende manier richting betekenisloosheid. De tautologie regeert dan: ‘een urinoir is een urinoir’ (Duchamp), ‘een zwart vierkant is een zwart vierkant’ (Malevich). In het andere register, dat het surrealisme en vooral de Weense actionisten ijkten, worden met veel theatrale zwier culturele taboes gesloopt. Dat geeft een andere nulgraad: die van het naakte lichaam, van clichématige zinspelingen op seks en geweld, of van de materialiteit van afval en andere vuiligheid. De rockmuziek sloot van meet af aan een verbond met deze tweede ‘anesthetische‘ traditie. Ze onderkent in de kick van het overtreden van gevestigde fatsoengrenzen het summum van artisticiteit, met of zonder expliciete verwijzingen naar Nietzsche of Bataille. Culturele durf als bewijs van artistiek kunnen: dit torenhoog romantisch cliché blijft zowel de kunstwereld als de rockmuziek achtervolgen.

Noise music combineert op het eerste gezicht beide tradities, dus transgressie met betekenisloosheid. ‘Klank is gewoon klank’, zo luidt de boodschap – maar het gehoorde lawaai klinkt wel als een uit de hand gelopen drugsfeestje of orgie en gaat meermaals voorbij de limiet van het onaangename. Deze grensoverschrijding daagt echter helemaal geen centrale waarden of normen uit. Noise is margemuziek die voor alles het altijd aanwezige wereldlawaai tot een gebald statement condenseert.

3.

In Noise/Music: A History laat Paul Hegarty de geschiedenis van de lawaaimuziek terecht niet beginnen bij de futurist Luigi Russolo en diens manifest ‘The Art of Noises’ (1913). Noisewerd muzikale kunst met ‘4’33”’ van John Cage: gedurende vier minuten en drieëndertig seconden doet een muzikant niets of niemendal. In deze artificiële stilte kan de wereld een moment lang beluisterd worden. Echt stil wordt het nooit tijdens de uitvoering van deze quasi-partituur, wat natuurlijk ook de pointe ervan is. Stilte is een grensbegrip, een onhoorbaar akoestisch vluchtpunt aan de sonore horizon. Altijd is er een minimum aan lawaai, waar onze cultureel getrainde oren opvallend vaak doof voor zijn. ‘4’33”’ is daarom een oefening in opmerkzaamheid voor wat er is, altoos en overal: geluid. Wie goed luistert, hoort behalve voorbijgaande klankrimpelingen aan de oppervlakte tevens een massief kolkende noise.

Paradox van de meeste lawaaimuziek: het geblèr van de wereld wordt doorgaans getemd geserveerd, gekruid met stabiele ritmes of een monotoon zanikende melodie

Iedere noise-song vormt als besloten klankwereld altijd ook een filosofische uitspraak over de wereld op zich. Lawaaimuziek is inderdaad een eigenzinnig soort van demonstratieve zijnsleer die niet aan universiteiten wordt gedoceerd. Daarbinnen verschijnt de werkelijkheid als pure meervoudigheid, loutere heterogeniteit, zuivere kakofonie. Zijn, versie noise: geen geordende wereld of doordachte compositie, maar het inconsistent door elkaar bestaan van ontelbare, gedurig veranderende singulariteiten. Kabaal-zonder-meer, gedruis dat nooit verstomt. ‘Zijn’ is anarchie, gewemel en geraas, reuring en rumoer – maar deze Waarheid zwakt het gros van de lawaaikunstenaars wel af tot een verteerbare portie ‘lawijt’. Paradox van de meeste lawaaimuziek: het geblèr van de wereld wordt doorgaans getemd geserveerd, gekruid met stabiele ritmes of een monotoon zanikende melodie. ‘The Inferno’ is de uitzondering op de regel dat in het leeuwenaandeel van de muziek die als noise wordt gecatalogeerd een minimum aan muzikaliteit een maximum aan lawaai vergoelijkt.

4.

57_Kevin Drumm -® Fabio Lug.jpgKevin Drumm, de diehard lawaaibard, verraste in 2008 met een dubbelaar zonder massieve geluidsuitbarstingen. Imperial Distortion bevat zes lange, titelloze nummers waarin meestal één enkele klanklijn subtiel verdikt en verdunt, of gewoonweg aanhoudt met slechts kleine veranderingen. Een jaar later verscheen het tot op het bot uitgebeende vervolg. Op Imperial Horizon kabbelt 65 minuten lang de tot één sonore sliert verdichte gitaarfeedback soeverein verder. Noise ging altijd al over de wereld, maar transformeert eensklaps tot een nieuw soort van ambient music dat het genre heruitvindt. De foto op de cd-hoes levert meteen ook het meest passende beeld bij deze volstrekt op zichzelf staande muziek: zon die invalt op een park, met op de achtergrond een banaal flatgebouw.

De klanklijn op Imperial Horizon is eeuwig in wording en verandert voortdurend, zonder dat de basisparameters wijzigen. Binnen een gelijkblijvende muzikale bedding duiken onophoudelijk nieuwe tonale rimpelingen op. Meer dan een uur lang speelt Drumm met nauwelijks hoorbare sonore verschillen een onwaarschijnlijk spel dat zich consequent houdt aan de cybernetische stelregel ‘the same is different’. Het is alsof je de minimal music van Terry Riley in een nog veel minimalere versie hoort, met aftrek evenwel van elke claim op innerlijke verlichting. Op Imperial Horizon kondigt iedere verandering in micro-intensiteit echter altijd ook een mogelijke uitbarsting aan die nooit gebeurt. Het blijft noise, maar dan verstild tot het equivalent van het gezoem van een koelkast die fan is van Bachs Wohltemperiertes Klavier.

 

Rudi Laermans is gewoon hoogleraar aan het Centrum voor Sociologisch Onderzoek, KU Leuven.

^ Terug naar boven
 

Reacties

Post new comment

The content of this field is kept private and will not be shown publicly.
  • Web page addresses and e-mail addresses turn into links automatically.
  • No HTML tags allowed
  • Lines and paragraphs break automatically.

More information about formatting options

Als maatregel om geautomatiseerde spamrobotten tegen te gaan, vragen wij u het huidige jaar in te vullen. Op die manier kunnen we uw bericht onderscheiden van spam.
By submitting this form, you accept the Mollom privacy policy.