Mozaïek der Mislukking

Rekto:verso vroeg kunstenaars uit verschillende disciplines naar hun grootste mislukking en wat die heeft betekend.

 

65_mozaiëk.jpg

Philip Aguirre (beeldend kunstenaar)

‘Mislukken is een woord dat ik niet of nauwelijks zal gebruiken, zeker niet als het over mijn artistieke praktijk gaat. Er zijn natuurlijk momenten en periodes in het atelier dat het niet zo vlot loopt en er geen zichtbaar resultaat geproduceerd wordt. Dat zijn geen makkelijke, maar wel intense periodes die je veel bijbrengen. Zo heb ik eens vijf maanden gewerkt en gewroet in de klei op een levensgrote versie van het beeld Steenwerpers. Ik was niet tevreden en heb het afgebroken. Het werd me duidelijk dat ik me vergist had in schaal: de grote versie was veel minder monumentaal dan de kleine. Op dat moment was dat uiteraard niet zo prettig, maar algauw was het een bevrijding en een leidraad voor veel nieuw werk.’

65_mozaiëk2.jpg

Pieter De Buysser (theatermaker)

‘Met een kunstwerk ga je niet om in termen van gelukt of mislukt. Net zomin je over iemands gezicht zegt dat het is gelukt of mislukt. Het cultiveren van “het mislukken” als tegenreactie op de cultus van het lukken is niet meer dan een schatplichtige verderzetting van die cultus. Een kunstwerk stuurt het oordeel vrolijk en wanhopig wandelen, laat praten en zwijgen tegelijkertijd, verenigt de paradoxen in haar schoot en houdt haar uiteindelijke ° verborgen, zelfs wanneer ze die open en bloot op tafel legt. Of geldt dat alleen maar voor de gelukte kunstwerken? En is door toevoeging van die laatste vraag deze bijdrage nu mislukt?’

65_mozaiëk2.jpg

Peter De Caluwe (directeur De Munt)

‘Ik denk meteen aan Becketts citaat uit Worstward Ho: “All of old. Nothing else ever. Ever tried. Ever failed. No matter. Try again. Fail again. Fail better.” Kunst als “art of failing better”: er bestaat geen belangrijke artistieke creatie zonder minstens twijfel, en soms helaas ook mislukking. Schoonheid wordt geboren op de grens van de catastrofe, op de rand van mislukking. Ik zou twee types mislukking omschrijven:

1) Persoonlijk: ik maakte tot nog toe gelukkig nog geen verkeerde carrièrekeuzes, maar wel een aantal mismatches in teambuilding, wanneer ik bijvoorbeeld regisseurs vertrouwde die nog niet rijp waren voor het operavak of dat nooit zullen zijn (maar dat ontdek je pas als het te laat is). Daaruit heb ik wel geleerd mijn gut feeling te blijven volgen, niet te blijven twijfelen als ik twijfel over de essentiële dingen. Voluntaristisch en gewaagd blijven denken, maar geen grens meer overgaan die naar de catastrofe leidt.

2) Algemeen: ondanks de vele pogingen slagen we er nog steeds niet in om als culturele sector met één stem te spreken en de beleidsmakers, maar ook de brede lagen van de bevolking, ervan te overtuigen dat cultuur samen met onderwijs en zorg de sokkel vormen van een gezonde maatschappij en democratie.’

65_mozaiëk2.jpg

Peter De Graef (acteur, regisseur, theatermaker & auteur)

‘Mijn grootste mislukking was lange tijd: mijn leven.

Verslaafd, gescheiden, in therapie. Van voor mijn puberteit tot diep in de veertig.

Eén grote struikelpartij. Eén grote zoektocht ook naar “What the fuck is this: Life!?

And how to do it. How to live!?”

Mijn hele carrière, die voornamelijk uit successen bestaat, is in wezen een waterig aftreksel van dat “mislukkende” leven.

Overigens 1: de term “mislukken” is een wat ongelukkig begrip.

Omdat mislukken betekent: afwijken van wat we ons in het hoofd hebben gehaald, van hoe we het hadden gewild, gezien, ons voorgesteld.

Maar de “mislukking” zit in wezen niet in de afwijking van de voorstelling, maar in de voorstelling an sich!

De werkelijkheid kán niet mislukken. Ze kan ook niet “lukken”. De werkelijkheid is.

En met de werkelijkheid moeten we werken.

Ik ben pas weer grip op het leven beginnen te krijgen, toen ik ophield het als een mislukking te zien. Toen ik ophield me ertegen te verzetten.

Overigens 2: die hele crisis is in zijn totaliteit een mislukking, van het materialistisch-wetenschappelijke denken. In de zin van: de werkelijkheid gedraagt zich anders dan we in de materialistische voorstelling hadden voorzien, gedraagt zich anders dan waar men in het liberale plaatje van uitgaat.

We moeten nu onze voorstellingen aanpassen, en iets van een totaal andere orde is volop bezig te worden! (Lees onder andere Nieuwe vensters op de werkelijkheid door Koo van der Wal)

Het is een gewéldige tijd om in te leven!’

65_mozaiëk2.jpg

Josse De Pauw (acteur, regisseur, theatermaker & auteur)

‘Ergens begin jaren 1990 – het precieze jaar heb ik met schaamte verdrongen – kreeg ik van Kaaitheater en NTGent de gelegenheid om mijn eerste “grote” voorstelling te maken. Ik zou aan de slag gaan met twee teksten van Michel de Ghelderode: Barabas en Les femmes au tombeau. Ik had een mooie ploeg om me heen verzameld: goeie, genereuze mensen, maar ik kon ze niet aan. Tijdens het maken bleek overduidelijk dat ik er langs geen kanten klaar voor was … Dat is een pijnlijke vaststelling geweest. Het werkproces werd stopgezet en ik ben in de jaren daarna blijven piekeren over hoe het zover was kunnen komen. Zo’n mislukking blijft je bij, blijft bij je en nestelt zich. Afgelopen jaar heb ik HUIS gemaakt. Twee teksten van Michel de Ghelderode: Le cavalier bizarre en Les femmes au tombeau. Ik heb een ploeg van meer dan twintig mensen naar de première geleid. Zoveel jaren later blijkt het wél te lukken. Die mislukking heeft ergens toe gediend. Oef!’

65_mozaiëk2.jpg

Rebekka de Wit (theatermaakster)

‘Ik denk niet dat “de kunsten” een veilige haven zijn voor mislukking. Echte mislukking doet heel veel zeer en die wil je het liefst in hetzelfde hoekje verwerken als ondeelbaar verdriet. Als je na je briljante mislukking champagne gaat drinken om het te vieren, dan was het geen mislukking. Als je van een mislukking kunst kan maken, was het geen echte mislukking. Maar mislukking kan wel een motor zijn. Voor mij geldt eigenlijk dat wat ik heb opgeschreven en gemaakt, voortkomt uit een mislukking. Een mislukking in het echte leven.

Ik ben ooit met iemand op reis gegaan naar Spanje om een voorstelling te maken over twee mensen die op reis gaan naar Spanje, en ik was toen zo gelukkig dat de voorstelling er niet van is gekomen, want het hoefde niet meer. Momenteel ben ik bezig met een boek over mijn familie. Als ik denk aan dat boek, dan zie ik mijn familie beneden zitten, met een lekker worteltaartje, en ik zit alleen boven iets op te schrijven over verbondenheid. Zo begint het bij mij meestal: iets is niet in orde. Een misverstand. Liefdesverdriet. En die “mislukking” probeer je in een andere ruimte – een theater, een boek, de verbeelding van het publiek – ongedaan te maken of tenminste te herstellen. Of je probeert – op zo mooi mogelijke wijze – jou en het publiek te verzoenen met wat er mislukt is. Meestal lukt dat niet. Dan moet je het dus nog een keer proberen. En zo houdt het niet op.’

65_mozaiëk2.jpg

Michiel Hendryckx (fotograaf & auteur)

‘Het heeft te lang geduurd voor ik min of meer mijn weg vond. Begin jaren 1970, toen ik in het eerste jaar fotografie aan de Gentse Academie zat, had ik vrienden die het beluik in de Krommenelleboog deelden met een aantal Turkse gastarbeiders, een van de eerste destijds. In de zomer, als de mannen van hun werk thuiskwamen, werden hun voeten buiten, voor de deur, door hun vrouwen gewassen. Vanuit ons zelfingenomen emancipatorisch standpunt was het tafereel uiterst verwerpelijk. Wij waren met kunst bezig. En ik, als zogezegd geëngageerde fotograaf, dacht er niet eens over na een foto te maken. Om dat unieke spektakel te bewaren voor het nageslacht. Beschamend, vooral omdat ik achteraf bezien alle pseudoartistieke rommel die ik in die dagen maakte, graag zou ruilen voor die ene foto die ik toen achteloos liet voorbijgaan. En ook met dat wassen van voeten was natuurlijk niets mis. Integendeel. Nu heet dat “wellness” en heb ik maar al te graag dat mijn vriendin, na een lange dag, mijn voeten masseert.’

Stef Lernous (acteur, regisseur, auteur & artistiek leider Abattoir Fermé)

‘Een van de eerste stukken van het Abattoir was De beatificatie van Nul. Die voorstelling werd live bij mekaar geïmproviseerd op basis van kortverhalen van Robert Walser en eigen anekdotes. Elke avond stond er een nieuw decor klaar dat de voorstelling mee stuurde. Een piepjonge Ans Van den Eede speelde mee. Van de tien keer dat die voorstelling liep, was ze acht keer goed, één keer fantastisch en één keer liep ze euh, behoorlijk fout. Eén acteur "blokkeerde" fysiek. Dat lichaam bleef steken en "deblokkeerde" pas na het groeten. Lijnen werden aangezet die niet werden opgepikt. Grappen geforceerd. En een timing die van den hond was. De spelers waren uitverteld na een half uur. Ik zag, als piepkuiken van een regisseur, die voorstelling zich na drie minuten in slow motion te pletter rijden. Normaal gezien zou ik zeggen “stop maar met spelen en begin opnieuw”, maar dat durfde ik toen nog niet. Op 45 minuten nam een van de spelers de beslissing het publiek te bedanken voor hun aandacht: “Sorry, maar het gaat ni meer, het is op.” De spelers groetten en gingen af, op de geblokkeerde speler na. Ik was wat van m’n melk, ik kan me dat gevoel nog heel goed herinneren. Ik vond dat een fantastisch, eerlijk en moedig gebaar van de spelers. Met die matinee werd voor het eerst de vraag geformuleerd die we ons bij elk maakproces nog stellen: “Is het genoeg?” Als het antwoord daarop “nee” is, komt er geen première; dan zeggen we “sorry, maar het gaat ni meer, het is op”.’

65_mozaiëk2.jpg

Johan Simons (theater- en operaregisseur & artistiek directeur NTGent)

‘Over de acteerkunst verschil ik met Konstantin Stanislawski van mening. Hij vond dat een acteur zich met zijn personage moet identificeren. Elk van zijn handelingen komt voort uit de psychologie en de realiteit van het personage. Ik heb een andere manier van werken. Voor mij is theater de kunst van het moment. Ook bij de vijftigste opvoering van een productie moet een acteur het publiek laten geloven dat zijn gedachtes en emoties zich in het hier en nu afspelen. Om dat mogelijk te maken, moet je als acteur elke waarneming en elke gedachte toelaten. Bijvoorbeeld: “Mijn god, deze dialoog is goed geschreven.” Of: “Vandaag ziet mijn collega er moe uit.” Of: “Ach, deze zin heb ik slecht uitgesproken. De volgende wordt beter. Weer ernaast!” Of: “Wat een knappe dame in het publiek.”

Dat zou je allemaal moeten toelaten. Zoveel mogelijk gedachtes toelaten en tonen, deel laten uitmaken van je spel. Niets tussen haakjes zetten. Met de angsten omgaan, die op het podium kunnen heersen. Leven met de mogelijkheid van de mislukking.

Vaak heb je bij een productie slechts na twee of drie opvoeringen het gevoel dat alles goed gegaan is. En dat is helemaal geen probleem. Integendeel. Als je elk ogenblik op zich opnieuw laat ontstaan, indien je telkens de poging daartoe laat zien, dan maak je van het theater de meest menselijke kunstvorm die er is. Het klinkt eenvoudig, maar voor een acteur is werkelijke vrijheid op het podium de grootste uitdaging.

Als regisseur moet je daarom een grote warmte trachten op te wekken, zodat acteurs vertrouwen kunnen kweken. Vertrouwen met zichzelf, met de ruimte, met de teksten, met elkaar. Dat vertrouwen is nodig als je niet meteen wil beginnen te vechten wanneer het publiek komt kijken. Je moet de moed hebben de totale vrijheid in de ogen te kijken, en de angst die daarmee gepaard gaat. En dan moet je je intuïtie volgen. De eerste intuïtie is een lichamelijke intuïtie. Ze komt voort uit een diep soort kennis. Ze heeft vaak een enorme kwaliteit en maakt voor mij de kern uit van de acteerkunst.’

65_mozaiëk2.jpg

Koen Theys (videokunstenaar)

‘Kunst is voor mij de plek bij uitstek van het mislukken. Men wil er immers het onzegbare zeggen, of het spirituele tot uiting brengen in iets materieels. Daarom ben je er gedoemd tot mislukken. Je kan slechts trachten bepaalde zaken te benaderen, maar je kan ze nooit echt bereiken. De eeuwige titaantjes, weet je wel?

Wanneer je dat mislukken echter tot cultus verheft, riskeer je inderdaad in een maniërisme te vervallen waarbij je, zoals Nietzsche zegt, je eigen aap kan worden.

Anderzijds kan je het mislukken omvormen tot een dramatische kracht, waarbij je alle tegenstrijdigheden die komen kijken bij het maken van kunst, bundelt in een soort louterende synthese. Je weet dat je slechts voorlopige oplossingen of deelproblematieken aanreikt, maar je kan wel die problematieken die het meest je eigen tijd kleuren, in een detailopname neerzetten. Dan hoef je je niet meer met eeuwigheidswaarden of andere absolutistische zaken bezig te houden, maar kan je gewoon trachten ervoor te zorgen dat je hier en nu een degelijk werk neerzet. Mislukken is dan al een veel relatiever begrip, voornamelijk gehanteerd door externen. Indien je je werk immers zelf als een zoektocht beschouwt, heb je geen mislukkingen. Enkel vondsten.’

65_mozaiëk2.jpg

Luc Tuymans (beeldend kunstenaar)

‘Het gaat over het werk Body uit 1990.Na een dag schilderen aan dat schilderij, constateerde ik in de late namiddag dat het dreigde te mislukken.Ik was aan het overwegen om het werk te laten vallen, maar besliste om nog door te werken. Door de ingreep van twee penseelstreken was dat werk van een dreigende mislukking geëvolueerd tot een van de meest iconische werken van mijn oeuvre.’

65_mozaiëk2.jpg

Wim Vandekeybus (acteur, regisseur, fotograaf & choreograaf)

‘… Als ik zelf echt niet tevreden ben tijdens één van mijn voorstellingen, en het publiek achteraf unaniem zijn enthousiasme toont, voel ik me totaal “gefaald” op dat moment. Dat gevoel is veel sterker dan wanneer ik niet begrepen word en vanbinnen tintel, terwijl de meesten het maar niks vinden. De mislukking zelf zit nu eenmaal als terugkerende constante verweven in mijn werk. Het onaffe en falende is verleidelijker dan het afgelikte of het zuivere. De mislukking is inspirerend en ik creëer dan ook voortdurend condities waar er mislukt kan worden. Het schrikt me niet af, noch fysiek, noch psychologisch. Niet in de werkwijze, noch in het resultaat. “Il faut que ça crève!”’

65_mozaiëk2.jpg

Liesa Van der Aa (zangeres & actrice)

‘“Mislukken” of “falen” zijn woorden waarvan ik hoop dat ze in muziek, film of theater bijna niet bestaan. Een kunstenaar moet de kans krijgen een evolutie door te maken, een weg af te leggen, waarin er mindere en sterkere momenten zullen zijn, maar waar hij kan doorgroeien naar een parcours dat hij in het begin van zijn maken misschien niet voor ogen had. Omdat kunst perspectieven verlegt, moet ze risico’s nemen. Als die risico’s niet worden genomen, dan is voor mij de betekenis van het woord “mislukken” daar misschien nog het meest aan de orde.’

65_mozaiëk2.jpg

Annelies Verbeke (auteur)

‘Ik denk niet over mijn werk in termen van lukken of mislukken. Elk werk is voor mij een onderdeel van een levenslange zoektocht naar het wezen van de mens en de juiste woorden om het leven te vatten. Als ik sommige dingen die ik schreef, teruglees, denk ik: dat kan beter, zeker. En soms deed ik té veel, en hier en daar (in een minderheid van de gevallen) ging iets van mezelf verloren in een samenwerking. Maar dan nog beschouw ik dat niet als een mislukking. Wat betekent “geslaagd”? Hoge verkoopcijfers? Dat is een erg holle voorstelling, die ik niet wil onderschrijven. Voor mij is het belangrijkste dat ik zelf oprecht geloof dat elk nieuw werk dat ik maak beter is dan mijn vorige, binnen zijn eigen genre dan (roman, verhalenbundel, toneelstuk …). Dat is de enige wedstrijd die ik bereid ben te voeren.’

65_mozaiëk2.jpg

Benjamin Verdonck (acteur, theatermaker, beeldend kunstenaar & auteur)

Saleculotte, een eenmalig gebeuren dat ik kort na de toneelschool op vraag van Time Festival in elkaar stak. Een voorstelling met naakte mensen, honden, illegalen in politiekostuum, een junk, een bende kleuters, mijn ouders en twee piano’s die uit de lucht vielen.

Ik herinner mij de ontwijkende blikken achteraf, de zwijgende programmator, de zuchtende producent, genodigden die niet bleven voor het premièrefeestje. Ik ervoer een unanieme afkeuring, werd door schaamte overmand en heb dat gevoel lang meegetorst.

De mislukking school niet in wat ik had gemaakt, maar in de vaststelling dat ik niet opgewassen bleek tegen wat ik had uitgelokt. In het feit dat ik jarenlang met afgrijzen terugdacht aan een voorstelling die door haar losbandigheid en levenslust misschien wel het dichtste kwam bij wat ik sindsdien geprobeerd heb te maken.’

65_mozaiëk2.jpg

Johannes Verschaeve (zanger/gitarist The Van Jets)

‘Bij het schrijven van nummers maak ik vaak gebruik van mislukkingen. Ik leer een halve gitaar- of synthpartij en druk meteen op “record”, waardoor ik hier en daar de mist inga, improviseer, fouten maak. Het is ook een kwestie van smaak, maar tal van fouten halen uiteindelijk de plaat. Ze geven de suggestie van iets meer, juist door de perfecte harmonie te doorbreken.’

^ Terug naar boven
 

Reacties

Post new comment

The content of this field is kept private and will not be shown publicly.
  • Web page addresses and e-mail addresses turn into links automatically.
  • No HTML tags allowed
  • Lines and paragraphs break automatically.

More information about formatting options

Als maatregel om geautomatiseerde spamrobotten tegen te gaan, vragen wij u het huidige jaar in te vullen. Op die manier kunnen we uw bericht onderscheiden van spam.
By submitting this form, you accept the Mollom privacy policy.