Met een korrel zout en een vederboa: muziek voor LGBTQ’s

‘You're in the mood for a dance, and when you get the chance, you are the dancing queen.’ Dat homo's van ABBA houden is niets nieuws. Maar bestaat er zoiets als ‘holebi-muziek’ als genre of stijl en zo ja, hoe mag dat dan klinken? In elk geval gevarieerder dan je denkt! 

Beluister hier de hele playlist bij dit artikel, met alle vermelde songs

Hoe vaak ik ABBA’s ‘Dancing Queen’ ook hoor, het nummer katapulteert me telkens terug naar mijn dertienjarige zelf, uitgelaten dansend in de kinderkamer. Die pianoriff, die vrolijkheid, het is een instant oppepper. Pas toen ik jaren later in de holebi-wereld begon uit te gaan, daagde het me hoe belangrijk ABBA echt was: op feestjes maakte de muziek mensen wild euforisch. De associaties met het Eurovisie Songfestival, de glamoureuze outfits, de opzwepende muziek en de herkenbare teksten zijn erg aantrekkelijk voor holebi’s, homomannen in het bijzonder. De titel spreekt hen rechtstreeks aan: een queen verwijst naar een flamboyante, vrouwelijke homo – een scheldnaam die geuzennaam geworden is, een vorm van positieve zelfidentificatie.

Bestaat er zoiets als holebitrans of queer muziek?

Drie jaar later hoorde ik op de radio ‘Not an Addict’ van K’s Choice. De stem raakte een snaar en diezelfde middag ben ik in de platenwinkel naar haar muziek op zoek gegaan. Wist ik toen veel dat Sarah Bettens lesbisch was en in België één van de grootste idolen voor lesbiennes zou worden.

Vandaag doe ik zelf onderzoek naar de rol van muziek in het leven van LGBTQ’s: lesbiennes, homo’s, biseksuelen, trans* en queer personen. Een vraag die daarbij geregeld ter sprake komt is: bestaat er zoiets als holebitrans of queer muziek? Een sluitend antwoord is er niet, wel uiteenlopende interpretaties én een paar duidelijke indicaties die de holebi-gemeenschap zelf aanreikt.

73_wassenbauer_Shura 1.PNG

 

‘Somewhere over the Rainbow’

Waarom houden mensen van welke soorten muziek? Er zijn de eigenschappen van de muziek zelf - lyrics, melodie, instrumentatie – en er is de context: waar en wanneer luisteren we, welke sociale interactie gebeurt errond, waarvoor ‘gebruiken’ we de muziek – als troost, als oppepper, voor sfeerschepping? Welke emoties wekt de muziek op en met welke artiest identificeren we ons graag? Ook het internet, met toegankelijke muziekbibliotheken en recommender systems, helpt ons kiezen. Muziek is verweven met persoonlijke én met collectieve identiteiten: het in groep beleven van een live event of het volgen, als fan community, van dezelfde artiest.

Naast die generische kenmerken bestaan er ook specifiekere criteria die holebitransgroepen aanspreken. In een maatschappij waarin heteroseksualiteit de norm is, is de nood van minderheidsgroepen aan (zelf)herkenning en representatie groot. Naast ABBA en K’s Choice wordt die bijvoorbeeld gevonden in de muziek van de openlijk lesbische Yasmine, door velen bewonderd en betreurd. Of in de levensloop van Maria Callas, aantrekkelijk in al zijn glamoureuze tragiek. Of nog, in het werk van Julie Andrews, holebi-diva uit de jaren 1960 en vooral bekend om haar gay anthem ‘Somewhere over the rainbow’.

De holebitrans community heeft meer te bieden dan enkel herkenning of stijliconen

Ook stijl speelt een rol, neem bijvoorbeeld de Vogue-rage van de jaren 1980. Deze bijzondere vorm van dans/battle was toen prominent in de underground gay scene van New York als een manier om vrouwelijkheid uit te drukken. Madonna bracht het fenomeen in 1990 onder de aandacht, en ook vandaag blijft het relevant: jonge artiesten zoals Le1f en Zebra Katz maken hiphop queer en voegen er vogue invloeden aan toe. Of kijk naar Lesbians on Ecstasy: elektronische, soms ironische coverversies van ‘womyn’s music’ uit de jaren 1970, die voornamelijk een lesbisch publiek aansprak.

Tegelijk heeft muziek de holebitrans community meer te bieden dan enkel herkenning of stijliconen. Artiesten zijn vaak een maatschappelijke spreekbuis, brengen politiek gemotiveerde songs of zijn een statement an sich. Neem Conchita Wurst, die ons eraan herinnert dat er een vrolijke variëteit bestaat op het genderspectrum tussen man en vrouw, homo en hetero. Of denk aan ‘I’m Coming Out’, Diana Ross’ hymne voor de holebi-community. Wanneer artiesten als Macklemore en Ryan Lewis zich expliciet voor de community inzetten (‘No freedom 'til we're equal, damn right I support it’) vindt seksuele diversiteit gehoor bij een breed publiek. En wie kent nog Bronski Beat’s ‘Smalltown Boy’, met een videoclip waarin een jonge homo aangevallen wordt omdat hij naar een man lonkt? Aan het eind ontvlucht hij zijn dorp en vindt hij elders zijn geluk.

LGBTQ-identiteiten moeten niet enkel worden verdedigd of uitgedragen, je kan ze ook gewoon vieren. Geen bonte parade zonder de bijhorende muziek, meestal even extravagant en kleurrijk als de deelnemers zelf — of die nu in veren en pailletten of jeans en T-shirt zijn getooid. Gloria Gaynor, anyone? Iets ingetogener is het nummer ‘Michael’ van Franz Ferdinand, een hommage aan zwoel dansende homo-vrienden, of ook wel Shura’s ‘Touch’, met een clip waarin mannen met mannen en vrouwen met vrouwen kussen. Vrijheid van liefde en seksualiteit wordt hier geësthetiseerd en gevierd. 

73_wassenbauer_shura 2.PNG

 

Camp en 2Fabiola

Onder de mensen die ik erover sprak, lijkt een brede consensus te bestaan dat er zoiets bestaat als ‘holebi-muziek’, maar tegelijkertijd ziet men het begrip graag genuanceerd. Het is een sociale constructie eerder dan een genre, en even divers als de groep mensen waarnaar de naam verwijst. 

Camp keert de gewone, ‘normale’ esthetische waarden de rug toe en verlegt de grenzen van de smaak

Ter beschrijving valt vaak het woord ‘camp’, ook al zo’n moeilijk te vatten begrip. Filosofe Susan Sontag heeft er helder over geschreven. Volgens haar is camp overdreven, camp ziet alles tussen aanhalingstekens (zeg niet regenboog, maar zeg ‘regenboog’). Camp is vol van verleiding en dubbelzinnigheid, is extravagantie, is iemand die rondwandelt in een jurk gemaakt van drie miljoen veren. Camp keert de gewone, ‘normale’ esthetische waarden de rug toe en verlegt de grenzen van de smaak. Kortom, camp is alles wat over the top is: muzikaal, en ook qua enscenering.

Maar camp is vooral een gevoel, een smaakvoorkeur, die we bijzonder vaak bij holebi’s en queers tegenkomen. Camp houdt van Maria Callas, Edith Piaf, Madonna, Lady Gaga. Het neemt de dingen met een korreltje zout en een vederboa: een gevoel voor ironie, theatraliteit/drama, humor en ironie in combinatie met toch ernstig gemeende muziek. Stijl en esthetiek staan hoger in het vaandel dan inhoud en moraliteit. Dat is de subversieve kracht van camp: het biedt een andere kijk op het leven en de kunsten doordat het alledaagse theatraal wordt en de draak wordt gestoken met wat dramatisch is.

73_wassenbauer_Shura 3.PNG

 

Poulenc en queercore

Kan men zich bij muziek voor homo’s en lesbiennes nog iets voorstellen, dan lijkt biseksuele, trans of queer muziek moeilijker te plaatsen. Queer is de parapluterm geworden voor een denken dat op een fluïde, subversieve manier omgaat met gender en seksuele voorkeuren. Neem de componist Francis Poulenc: zijn werk bevat queer elementen, die je echter pas hoort als je weet waar je naar moet luisteren – breiende stadswachten met snorren, om maar iets te noemen. De componist was zelf homo, wat op verschillende manieren ‘hoorbaar’ is in zijn muziek. Zo was hij geobsedeerd door de diva Denise Duval, voor wie hij veel heeft geschreven. Poulenc was een van de weinige componisten die homoseksuele en vrouwelijke schrijvers van muziek voorzag. Wie goed luistert, hoort dat zijn liederen vaak in zogenaamde vrouwelijke cadensen eindigen, in het ijle: niet alles wordt op een rationele manier ‘opgelost’. Op verschillende niveaus daagt hij de patriarchale en binaire genderrollen uit, en dat maakt hem queer ‘avant la lettre’.

Queercore toont dat muziek ook een medium is om verzet te bieden tegen een heteronormatieve maatschappij

Queercore is dan weer explicieter met gender- en seksuele identiteit en subversie bezig. Het is ontstaan in de vroege jaren 1990 uit verzet tegen enerzijds de homofobe en mannelijke hardcore punkscene, en anderzijds tegen de mainstream gay scene. Harde holebi-muziek dus, enkel niet mainstream. Politieke lyrics worden in een mix van woede en humor op het publiek losgelaten. In fanzines verspreidt de community haar muzikaal activisme verder: ‘Queer sex is great, it's fun as shit / Don't kill yourself cause people can't deal with your brilliance’ (Team Dresch). Queercore toont dat muziek niet alleen maar entertainment is, maar ook een medium om verzet te bieden tegen een heteronormatieve maatschappij.

Vandaag zijn er talrijke artiesten die verschillende scenes ‘queeren’. In hiphop heb je bijvoorbeeld Le1f en Zebra Katz, maar er is ook de trans- of zelfs multi-gender Mykki Blanco of de panseksuele Angel Haze. Zeker wanneer LGBTQ muzikanten een intersectie met een andere minderheidsgroep vertegenwoordigen – denk opnieuw aan Mykki Blanco: zwart en queer – zijn ze erg belangrijk voor het zichtbaar en ‘cool’ maken van diversiteit.

73_wassenbauer_Shura 4.PNG

 

Het cliché en de werkelijkheid

Queere elementen zitten overal: in de commerciële mainstream, in de alternatieve underground en in klassieke muziek. Holebi’s gaan op zaterdag misschien loos op Lady Gaga, doen op zondag wel eens aan queen-spotting in de opera – vroeger overigens een hot spot voor homomannen om elkaar te ontmoeten – terwijl ze thuis misschien het liefst naar Indie luisteren. Mensen luisteren nu eenmaal om verschillende redenen naar verschillende soorten muziek. Het feit dat iemand hetero is, sluit een queere muzieksmaak overigens niet uit, en omgekeerd.

Holebi- en queer muziek komt in alle kleuren van de regenboog

Dus om af te ronden met een huizenhoog cliché: holebi- en queer muziek komt in alle kleuren van de regenboog. Het is muziek die ons raakt en waarin we onszelf herkennen. Het is een belangrijk element van LGBTQ identiteit en cultuur. Elke vorm van engagement met LGBTQ muziek is een queere act, die de persoonlijke muziekvoorkeuren overstijgt. Op die manier draagt muziek bij tot het bouwen en in stand houden van de community en het verhogen van de zichtbaarheid, waardoor het vaker wel dan niet een politiek statement is.

 

Marion Wasserbauer werkt aan het departement Sociale Wetenschappen van UAntwerpen, en schrijft een doctoraatscriptie over dit onderwerp. Samen met Alexander Dhoest coördineert ze ook het LGBT-Forum.

 

^ Terug naar boven
 

Reacties

Post new comment

The content of this field is kept private and will not be shown publicly.
  • Web page addresses and e-mail addresses turn into links automatically.
  • No HTML tags allowed
  • Lines and paragraphs break automatically.

More information about formatting options

Als maatregel om geautomatiseerde spamrobotten tegen te gaan, vragen wij u het huidige jaar in te vullen. Op die manier kunnen we uw bericht onderscheiden van spam.
By submitting this form, you accept the Mollom privacy policy.