Kinderen op YouTube: leren zonder meester

Hoe vinden kinderen hun weg in de overdaad op YouTube? Wat houdt ze daar bezig? Wat en hoe leren ze van al die video’s? In Kids on YouTube brengt Patricia G. Lange een verdienstelijke reconstructie van het klik- en kijkgedrag van youtubende kinderen. Het is een behulpzaam boek voor al wie vreest dat het nageslacht op de bekendste videosite zijn tijd verdoet. Of toch vooral een studie voor academici?

‘Amazing seven year old sings Gloomy’, ‘Nestlé FITNESS Bra Cam’, ‘First Iphone 6 sold in Perth is dropped by kid’, en ‘French report: Syrian Woman Secretly Films Life in Raqa under ISIL’: deze vier video’s zijn maar een kleine greep uit het gepersonaliseerde, maar zeer uiteenlopende aanbod van YouTube in oktober 2014. De gemiddelde volwassene voelt zich algauw verdrinken in deze enorme warboel op YouTube. Voor kinderen daarentegen is dit amalgaam een bron van leermogelijkheden, zo blijkt uit Patricia G. Langes observaties van het online en offline gedrag van jongeren, en de 150 interviews die ze deed met participanten.

63_vanwijnendaele_kidsonyoutube.jpgLange verwerkte de interviews als antropoloog. Ze bouwt de verhalen van de ondervraagden op tot heldere conclusies. Ze vertaalt hun dagelijkse ervaringen naar academische termen en creëert er een begrippenkader mee dat voor academici broodnodig is om het domein van nieuwe media en mediageletterdheid verder te kunnen ontginnen. Het brede publiek zal er minder aan hebben. In haar conclusies maakt Lange vaak aanbevelingen voor toekomstig onderzoek, terwijl bevlogen euforie of snoeiharde kritiek op het mediagebruik van een nieuwe generatie uitblijft. Daarvoor kan je beter De Barbaren van Alessandro Baricco openslaan.

Dat wil niet zeggen dat Lange geen interessante inzichten aanreikt. Een sleutelbegrip dat lange tijd onduidelijk blijft, maar doorheen het boek vorm krijgt, is ‘technische identiteit’. Of het nu gaat over meisjes ‘geeking out’ of maatschappelijk engagement op YouTube, Lange koppelt steeds naar die term terug. ‘Technische identiteit’ gaat verder dan online identiteit. Het is het geheel aan keuzes om – zowel on- als offline, bewust als onbewust – een zekere techniciteit te etaleren. Een meisje kan bijvoorbeeld kiezen om machinima video’s te posten, waarbij een video wordt gemaakt door het opnemen van activiteiten binnen een game. Zo verweeft ze technische capaciteiten uit zowel gaming als video, om te komen tot originele verhalen en rijke beelden. Maar technische identiteit gaat over meer dan enkel de inhoud van de video’s: ‘The choices one makes about where to post a video (…) and how to handle commmentary and feedback from viewers are also mechanisms for establishing a favorable, technically situated understanding of the self.’ Het is dit technische zelfbeeld bij kinderen, en hoe het tot stand komt, dat Lange dus vooral interesseert.

Samen leer je meer

Kinderen maken video’s met vriendjes, aangemoedigd door hun familie. Het experimenteren met video begint niet zelden doordat ze van hun ouders een camera kregen. Samen streken uithalen voor de camera en het resultaat online plaatsen blijkt een perfecte leerschool. Via reacties van kijkers komen kinderen in contact met tegengestelde ideeën over hoe je de ander kunt representeren in bewegende beelden. Alleen zijn die beelden online vaak een eeuwig leven beschoren en duiken ze soms op onverwachte manieren buiten hun oorspronkelijke context op. Die conflicten bemiddelen, interactief en dialogisch, een ethiek.

Samen streken uithalen voor de camera en het resultaat online plaatsen blijkt een perfecte leerschool.

Zo bouwden Lola en haar 16-jarige dochter Ashley een band op door samen video’s te maken. In één van hun video’s danst Ashley voor de camera. Lola beschreef het als een kans voor haar dochter om haar danstalent verder te ontwikkelen en kijkers ervan te doen genieten. Maar toen die video opnieuw gepost werd op een pornografische website, werd ze verplicht haar idee bij te stellen. Haar oudste dochter raadde haar aan om de video te verwijderen. ‘I didn’t want to take the video down, but I did. And then I reposted it a second time, but then I disabled the embedding quality so that they couldn’t (…) have it link to any outside website.’  ‘Interactions’, zo concludeert Lange, ‘like these become learning opportunities in which participants recognize potential asymmetrical boundaries with regard to acceptable media-making practices.’

Het belangrijkste inzicht van Kids on YouTube is dat sociale aspect van het leerproces. Kinderen en jongeren op YouTube hechten zelf veel belang aan zelfstandig leren, observeert Lange vanuit interviews. De ene jonge gebruiker legt de nadruk op het experiment: bijleren met vallen en opstaan. Voor de andere betekent het eerder autonoom leren buiten het klaslokaal en zelf hulp zoeken bij tutorials, in handleidingen en op sociale fora. Maar wat kinderen autodidactisch noemen, blijkt niet zozeer een individueel proces, dan wel eerder iets wat in groep gebeurt. Door video’s te maken met leeftijdsgenoten onderhandelen kinderen voortdurend hun technische identiteit.

Ze bevechten zelfs hun positie binnen lokale techno-culturele hiërarchieën. Zo hebben de 17-jarige Ben en de 16-jarige Clyde samen één YouTube-account. Clyde vertelde in een interview dat Ben al grappend had gezegd dat hij Clyde niet nodig heeft om video’s te maken. Clyde besloot daarop een eigen ‘geheime’ account aan te maken om in alle vrijheid te experimenteren en te bewijzen dat hij zonder Ben even goede video’s kan maken. Voor Clyde ontstaat er zo een leermogelijkheid: hij wordt offline uitgedaagd door zijn omgeving en beslist zijn technische expertise te bewijzen.

Regisseurs en acteurs

63_vanwijnendaele_kids met laptop.jpg

De ondervraagde kinderen en jongeren geven meermaals aan dat ze veel hebben bijgeleerd over hoe media in elkaar zitten, of dat ze meer vertrouwen kregen om zichzelf uit te drukken door filmpjes te creëren met leeftijdsgenoten die meer technisch georiënteerd zijn. De informatie gaat voortdurend heen en weer. De kinderen en jongeren die bijleren, dragen al snel zelf weer bij tot het leerproces. Therapix, een 26-jarige man uit Spanje, specialiseerde zich bijvoorbeeld in het maken van tutorials. Zo deelde hij zijn ervaring met andere gebruikers, die hun vaardigheden in het maken van video’s konden verbeteren. De reacties van deze gebruikers zorgden er op hun beurt voor dat Therapix leerde om betere tutorials te maken. Lange omschrijft dit proces als ‘bi-directional chains of learning on YouTube that provide a wealth of peer-to-peer information’.

Dat klinkt als het summum van niet-georganiseerde samenwerking, in een tijd waarvan nochtans vooral de individualistische geest benadrukt wordt – zeker bij jongeren. Maar aan die collectieve creatie hangen wel degelijk voorwaarden vast. Niet alle jongeren kennen dezelfde passie voor video’s maken of zich publiekelijk openbaren via online media. En wanneer ze die passie wel hebben, blijven ze vaak binnen de specialisatie die past bij de technische identiteit die ze zichzelf aanmeten. Ruwweg kan je samenwerkingen dan opdelen in een kerngroep van kinderen die de regie of montage in handen nemen, naast zij die meer van aan de zijlijn opdraven als acteur.

Kids on YouTube past in een reeks cyberoptimistische betogen

Wanneer de kloof tussen deze groepen te groot wordt, breekt de keten van het leerproces. Wanneer de ene groep aanzienlijk meer kennis heeft, krijgt die het moeilijk om kennis over te dragen, aangezien het de anderen ontbreekt aan basiskennis. Wanneer de minder technisch georiënteerde groep geen waarde meer hecht aan de ‘geeky’ onderwerpen, blijft het proces van informeel leren steken. ‘Learning is an interactive process in which both the mentor and mentored presumably express desire to change the learner’s state of knowledge.’ Leerprocessen gebaseerd op peers kunnen dus baat hebben bij tussenkomsten – al dan niet in een schoolse omgeving – die videomakers aanzetten bij te leren in gebieden waar ze niet uit zichzelf streven naar meesterschap. Het klassieke onderwijs kan daar nog iets van opsteken.

Langes studie levert geen kwantitatieve bewijzen tegen de vrees dat kinderen hun tijd verdoen op YouTube, maar biedt wel inzicht in de sociale en dialogische manier van leren op de videosite. Hoewel Lange het nalaat haar bevindingen van een oordeel te voorzien, past Kids on YouTube in een reeks cyberoptimistische betogen. Helemaal achteraan het boek toont Lange een glimp van dat enthousiasme met de hoopvolle eindnoot: ‘By watching kids on YouTube, we may all learn how to become self-actualized contributors to our mediated world.’

 

Kids on YouTube: Technical Identities and Digital Literacies, Patricia G Lange, Left Coast Press: California, 2014, ISBN 978-1611329360, 272 blz.

Bregt Van Wijnendaele is artistiek coördinator van Het Jeugdfilmfestival en maakt deel uit van De Zendelingen.

 

^ Terug naar boven
 

Reacties

Post new comment

The content of this field is kept private and will not be shown publicly.
  • Web page addresses and e-mail addresses turn into links automatically.
  • No HTML tags allowed
  • Lines and paragraphs break automatically.

More information about formatting options

Als maatregel om geautomatiseerde spamrobotten tegen te gaan, vragen wij u het huidige jaar in te vullen. Op die manier kunnen we uw bericht onderscheiden van spam.
By submitting this form, you accept the Mollom privacy policy.