Jef Geys

Bij alles wat ik zie van de beeldende kunstenaar Jef Geys (1935) stel ik me dezelfde vragen, omtrent de wijze waarop het werk behandeld en bekeken wordt, hoe men er persoonlijk, journalistiek of kunstkritisch mee omgaat. Het was dan ook uitkijken naar de artikels en recensies die over zijn laatste tentoonstelling Vrouwenvragen zouden worden geschreven. Duiken opnieuw dezelfde vraagstellingen op? Worden er antwoorden op gevonden? Of raakt de auteur van de stukken in de knoop met iets wat te vaak als ondoorgrondelijk beschouwd wordt?

Een heersende premisse waar nog moeilijk aan te ontsnappen valt. Het antwoord is zonder twijfel ja. Waar de ene de problemen ontwijkt, raakt de andere erin verstrikt.

Geys functioneert los van het kunstinstituut, de heersende normen en politieke steekspelletjes. Dat geeft hem en zijn oeuvre een zeker enigmatisch aura, maakt het in eerste instantie niet zo toegankelijk, te wars van alle regels, te complex, kunsthistorisch moeilijk te plaatsen … het zijn vaak gehoorde opmerkingen. Maar is dit eigenlijk wel zo?

Kan iets dat uit het leven gegrepen is, dat zich ent op een werelds onbehagen, zo onthecht zijn? Is Geys een figuur en marge? Ligt de oorzaak hiervan in zijn stellingname, het resoluut kiezen voor een bepaalde positie? Waar zit de esthetiek? Ontbeert het werk van Geys, en dus ook de persoon zelf een affiniteit met het kunsthistorische? Is het niet de constante zoektocht naar complexiteit binnen het kunstkritische discours dat die ideeën omtrent ambiguïteit over de waarde, de moeilijkheidsgraad van het oeuvre en het mysterie 'Geys' voeden?

De uit Balen opererende Geys voegt in Kunsthalle Lophem met Vrouwenvragen een luik toe aan zijn oeuvre. Nieuw, in de traditionele zin, is het niet, Geys' oeuvre bestaat nu eenmaal uit het constant verschuiven en puzzelen met elementen die op de een of andere manier al aangeraakt werden. Over afgeronde objecten is hier helemaal geen sprake. Een recente realisatie die dit heel duidelijk maakt is de bijdrage aan Documenta XI, een 36 uren durende film ('Een dag, een nacht, een dag' - 2002) waarin het door Geys aangelegde beeldarchief de revue passeert. Beelden die elk op zich een belangrijke betekenis hebben voor Geys. Of de wereldkaart die hij tijdens Brugge 2002 voor het project Attachment+ realiseerde. Een kaart die onder de lijnen van de sportvelden op het binnenplein van de Normaalschool, waar de tentoonstelling plaats vond, werd geschilderd. Visueel en inhoudelijk werkte dit werk gelaagder dan de kaart die hij in 1968 aanbracht op de speelplaats van de school waar hij lesgaf, met de bedoeling zijn leerlingen gebeurtenissen beter te weten plaatsen en bevragen. De combinatie met de sportvelden stelde vragen omtrent grenzen en regels, hoe we daar als mens en maatschappij mee omgaan.

Geys inventariseert zorgvuldig, elk werk en project krijgt een nummer dat in een directe relatie staat tot zijn documentatie-archief. Die inventaris kent geen hiërarchie, elk element heeft hetzelfde gewicht en is elk op zich op een bepaalde manier onlosmakelijk verbonden met alle andere elementen. Geys kruist als een volleerd bioloog, bij elke realisatie nieuwe invalshoeken creërend. Een methodiek die we ook terugvinden in het oeuvre van Fabrice Hybert, waarmee Geys een dubbeltentoonstelling organiseerde in het Hasseltse Provinciaal Museum voor Actuele Kunst (1997).

Vrouwenvragen valt als tentoonstelling uiteen in twee delen, een dvd-installatie en de presentatie van Geys' 157 vragen. De lijst ontstond door geladen vragen uit kranten en andere media te halen om ze samen met zijn leerlingen te bediscussiëren. Ze werden zorgvuldig bijgehouden op het door hem zo geliefde bruine inpakpapier. De keuze voor specifieke vragen voor vrouwen komt er nadat Geys al een tijdje iedere dag kranten naast elkaar legt en zich de vraag stelt of er typische vrouwen- en mannenvragen zijn.

De lijst duikt voor het eerst buiten het klaslokaal op toen de Socialistische Vrouwenkring van Balen vroeg om zijn zaadzakjes, nageschilderde versies van originelen, te exposeren. Geys stemde toe, maar wou wel dat de dames hun tochthonden en handwerkpoppen presenteerden en dat zijn 'Vrouwenvragen' er een plaatsje vonden. De voor de kunstenaar gebruikelijke mélange van kunst en kitsch dus. De lijst is tot op de dag van vandaag niet afgesloten, er wordt in de gepresenteerde lijsten al ruimte gereserveerd voor nummer 158.

1: Emancipatie wat is dat. Betekenis?

35: Wat met abortus?

131: Vrouwenkunst bestaat dat?

Anno 2003 worden de 'Vrouwenvragen' op diverse media gepresenteerd: toile cirée, millimeterpapier, inpakpapier en schildersdoek. Een aantal van de lijsten bevinden zich op een rol, zoals we ze allemaal kennen van de ouderwetse geografische kaarten. Het herinnert ons ook aan perkamenten van redenaars uit de klassieke oudheid. De lijsten werden vertaald naar o.a. Frans, Engels, Italiaans, Duits, Japans, Fins, … Tussen de geëxposeerde lijsten kan je foto's van de bewuste bijeenkomst terugvinden. Een vreemde eend in de bijt is de foto van een opnieuw op inpakpapier geschreven quote, waarmee Geys de deur openzet naar een gerelateerde problematiek, die van het multiculturele: "Rusmet Kandemir spreekt beter Nederlands dan Charles Ferdinand Nothomb. De tweede is minister van buitenlandse zaken, de eerste een turk van 16 jaar, leerling aan een technische school in de Kempen."

De DVD-installatie behandelt de vrouwenvragen in een ruimere context. Vanuit het oeuvre van Geys werd een kader met een biografisch tintje samengesteld waarin beelden uit Geys' archief gekoppeld worden aan korte teksten van curator Roland Patteeuw. Het zou een fout zijn dit als een historisch kader te beschouwen. Wat is die installatie dan wel? Een instrument?

De installatie vervult hier ietwat de rol van het Kempens Informatieblad, dat nu niet langer in die vorm bestaat. Geys recupereerde dit regionale blad en vormde het om tot een gratis publicatie bij elke door hem gerealiseerde tentoonstelling. Inhoudelijk zijn het Kempens Informatieblad en de installatie elkaars parallellen, ze archiveren achtergrondinformatie, verzamelen indrukken, waarnemingen van de kunstenaar die in relatie staan tot de tentoonstelling en daardoor een belangrijk element zijn in het geheel van een tentoonstelling. Vooral de kijker haalt hier een schat van informatie uit, sleutels om deuren te openen, dingen te plaatsen.

Visueel is er de link met het werk dat Geys maakte voor de recentste Documenta, opnieuw schuiven statische beelden over het scherm, geen 36 uur lang deze keer, wel een mooi afgelijnd halfuurtje browsen doorheen een zorgvuldige greep uit een immens archief van beelden. Het grote verschil met 'Een dag, een nacht, een dag' zijn echter de begeleidende teksten die de beelden dragen, ze toelichten en des te waardevoller maken.

 

CAMOUFLAGE

Waarom wordt dit werk zo vaak als 'ondoorgrondelijk' ingeschat? Is het Geys' methodiek van infiltratie, multiplicatie en camouflage die hier voor verantwoordelijk is? Geys' werk, als kunst, infiltreert in contexten waar men het normaal niet terugvindt, in een nachtclub of op een school bijvoorbeeld, of op de voorpagina van De Morgen, waarop hij in alle ernst zijn moeder een gelukkige verjaardag wenst. Het wordt vaak niet meer als kunst herkend en erkend, het camoufleert zich, neemt andere dan de geijkte vormen aan, verschilt van wat kunst zou moeten zijn of is, gooit de betekenis of de waarde niet domweg recht in het gezicht van de kijker.

Vreemd hoe dit transformeren bij Geys zo moeilijk te lezen valt, het lijkt alsof er vaak te ver gezocht wordt naar een startpunt om te werken en leven met wat Geys doet. Het 'kijken' als primaire methodiek lijkt een zeer moeilijk iets geworden te zijn. We kunnen Geys allerminst aansmeren dat wat hij presenteert als gegeven niet eenduidig is. We kunnen er niet omheen dat Vrouwenvragen een duidelijke mix is van een zeker maatschappelijk engagement en een persoonlijke invulling door de kunstenaar. Dat het persoonlijke aspect niet altijd een evidentie is voor de kijker, dat is zeker. Maar het maatschappelijke aspect, waaruit een onbehagen spreekt, is daarentegen ontegensprekelijk heel nadrukkelijk aanwezig. Een duidelijk vertrekpunt voor de kijker dus.

De al aangehaalde Kempense Informatiebladen vormden voor het persoonlijke aspect altijd een oplossing, een rol die bij deze tentoonstelling overgenomen wordt door de dvd-installatie. De sleutel voor het geheel, de praktijk van waaruit de lijst an sich ontstaan is, duidt op de initiële eenvoud. De schoolse context, het samenwerken met leerlingen rond een bepaalde thematiek, wijzen op het elementaire. Het kunstenaar-zijn van Geys is onlosmakelijk verbonden met die didactische omgeving. Vragen stellen en antwoorden zoeken, vormen in beide gevallen de basis waarop verder gebouwd wordt.

De gender-problematiek die in Vrouwenvragen vervat zit wordt door de DVD—installatie geduid, verankerd aan een aantal momenten, gebeurtenissen en realisaties. Geys die zich vragen stelt bij de vrouwenrollen die hij vertolkte in toneelstukjes bij de Broeders van Liefde, vrouwelijke rotsvormen in Ramatuelle, zijn aankleedpoppen, Zwarte Lola, de fascinatie voor Lea De Luxe (een strippende travestiet), ... Staan deze zaken zo los van de wereld? Integendeel, die elementen zijn elk op zich herkenbaar, vanwege hun eenvoud. Ze zijn nu eenmaal uit het leven gegrepen. Van de kijker wordt dus helemaal niet té veel verwacht, hij hoeft zich niet in de figuur van Geys te verplaatsen, maar eerder de door Geys aangebrachte elementen rond zichzelf op te bouwen.

 

KUNST & KITSCH

Geys combineert zonder schroom hoge en lage cultuur met het oog op een 'eerlijk' eindresultaat. Shakespeare en de traditionele Griekse tragedie zijn voor Geys hiervan de perfecte afspiegeling. Beiden zijn uit het leven gegrepen, zijn alledaags, ondanks het feit dat een aantal elementen zich vaak in de marge van de samenleving bevinden. Een zelfkant die vaak heel veel te vertellen heeft over die maatschappij.

Hier wordt high-brow cultuur, kunst, gekoppeld aan de kitsch van lage cultuur. Een moeilijke combinatie, die al vaak tot mislukkingen geleid heeft, een val waar Geys door zijn eigenzinnige, totaal eigen directe methodiek van infiltratie en camouflage niet in trapt.

Ook in Vrouwenvragen is kitsch niet veraf, getuige daarvan de toile cirée bedrukt met kleurige motieven zoals we het in zo vele Vlaamse keukentjes vinden. Het zal helemaal geen toeval zijn dat net die vrouwenvragen hierop terechtkomen. Ook in de DVD-installatie vinden we het terug, de verwijzingen naar 900, een club ingericht door Geys, en de Negresco, een cabaret dat op gezette tijden door Geys werd omgetoverd tot een kunstgalerie. Werk van James Lee Byars wordt tentoongesteld, terwijl Dolly haar live-act brengt met de door Geys in diverse exemplaren gemaakte stabas, een in kleur gelakt stokje gevat in een pluchen hoes: fallus-symbool of wapen? Geys, zoals eerder al geduid, infiltreert en camoufleert, combineert werelden en uitersten, en lost hierbij grenzen op.

Heel nuchter bekeken kunnen we kitsch en kunst dus in die ogenschijnlijke uitersten met elkaar verbinden. Beiden beschikken over kritische dimensies die vaak mikken op dezelfde onderwerpen, dingen in vraag stellen, en vanuit dit opzicht is het bijna evident dat een combinatie van die twee elementen af en toe eens de kop opsteekt.

 

ESTHETIEK / KUNSTHISTORIEK

Geys wordt vaak een zekere stijlloosheid toegedicht, maar wel herkenbaar door accenten die door de tijd opduiken in tal van realisaties. Dit idee lijkt vooral gegroeid te zijn uit een probleem met de methodiek van Geys. Nee, zijn werk heeft initieel geen esthetische ambities, hij vertrekt vanuit zijn arsenaal van waarnemingen en bedenkingen om bepaalde betekenissen te creëren.

Het proces van verwerking van de door Geys aangelegde verzameling vragen, bedenkingen, elementen houdt zich echter af en toe op, om te kristalliseren en daarna weer verder te evolueren.

Van een finaal object is er geen sprake, Geys stopt nooit. Die momenten worden getekend door het bewust combineren van elementen die in het grotere geheel, de combinatie en kruising, een duidelijke esthetische dimensie hebben. De herkenbare accenten zijn het esthetische waarmerk, en vormen dus onvermijdelijk een stijl. Een heel persoonlijke stijl, dat wel.

Geys neemt met zijn werk positie in binnen de kunstgeschiedenis. De referenties naar die geschiedenis zijn altijd talrijk aanwezig geweest in het oeuvre van deze kunstenaar. In Vrouwenvragen vinden we er enkele terug, verschillend van aard, een kritiek of bedenking op iets uit de kunsten, duidelijke referenties of recuperaties van elementen. Het is bijvoorbeeld geen toeval dat Geys schildersdoek hanteert voor één van zijn lijsten, de kritiek, of beter nog: de vraagstelling, is hier quasi evident. Wat met de schilderkunst?

Ook in de installatie vinden we elementen die een duidelijke affiniteit met de kunstgeschiedenis bloot leggen, en die door de begeleidende tekst geëxpliciteerd worden. Zo is er de door Geys verzorgde inrichting van 900, waar achter de bar een witte formica wand werd geplaatst. Hierin bevonden zich een aantal uitsparingen waarin kanaries te zien waren. Na verloop van tijd moest het witte formica wijken omwille van het onaangename cleane karakter. Geys loste het probleem op met een ander. Het witte formica werd gecamoufleerd door uit fake houten gesneden 'stoppage étalon'-vormen. Die stoppage-techniek werd door Marcel Duchamp ontwikkeld en stelde hem als het ware in staat te 'schilderen zonder handen'. Duchamp maakte hierbij gebruik van dunne draden die hij lukraak liet vallen op een schildersdoek, om ze daarna te fixeren. Op die manier vormden de draden de basis van een grillige, schijnbaar lukrake compositie.

 

VRAGEN?

Op alles antwoorden vinden is schier onmogelijk, dat is net het leuke eraan. Het houdt nooit op. En hij die de vragen stelt is nooit werkloos. Gelukkig maar! 

Vrouwenvragen van Geys werpt ze je in de schoot, niet alleen op de aangebrachte thematiek, maar ook op Geys als kunstenaar.

Antwoorden vinden is dus de opdracht, en een mens kan al eens missen, het is toegelaten. De kiemen voor antwoorden liggen er echter voor de aandachtige kijker binnen handbereik.

Deze tentoonstelling is zonder twijfel een heel overtuigend geheel geworden, waar de DVD-installatie de rol overneemt van Geys' Kempens Informatieblad. Het juist inschatten van de functie van dit laatste creëert een pak mogelijkheden, opent perspectieven en werpt op een zekere manier het juk van onze schouders. Geys is niet die ondoorgrondbare figuur waarvoor hij vaak versleten wordt.

De informatie is er dus, nog altijd. En die vragen...

 

^ Terug naar boven
 

Reacties

Post new comment

The content of this field is kept private and will not be shown publicly.
  • Web page addresses and e-mail addresses turn into links automatically.
  • No HTML tags allowed
  • Lines and paragraphs break automatically.

More information about formatting options

Als maatregel om geautomatiseerde spamrobotten tegen te gaan, vragen wij u het huidige jaar in te vullen. Op die manier kunnen we uw bericht onderscheiden van spam.
By submitting this form, you accept the Mollom privacy policy.