Instakunst

Van alle sociale media is Instagram de dapperst groeiende. Met 150 miljoen gebruikers is het een van de populairste apps op dit moment, die het bewerken en delen van foto’s heel eenvoudig maakt. Voor kunstenaars en musea is het stilaan een onmisbaar element voor publiekswerving. Instagram lijkt dé plek waar het onderscheid tussen underground en mainstream gewoon opgeheven wordt.

Je verzorgt je eigen exposure, iedereen is zijn eigen curator.

Het Insta-netwerk heeft enkele troeven voor op Facebook (geen onduidelijk gedoe met privacy en censuur) en Twitter (140 tekens zijn voor sommigen wat #passé). De foto’s die je ermee neemt van je mobieltje krijgen gemakkelijk een professioneel tintje door de belichting, warmte, kleur of helderheid aan te passen. Een filter kan zorgen voor een retrolook, terwijl de tekst #nofilter de ‘echtheid’ van de foto juist versterkt. Instagrammers weten waar ze aan toe zijn: instant posten en delen van beelden met een goed controleerbare kring van volgers. Dankzij de hashtags en de inherente algoritmes is het mogelijk onderwerpen te volgen of foto’s aangereikt te krijgen die aansluiten bij je interesse of die getagd zijn met eenzelfde trefwoord. Je hoeft je privacy als ‘poster’ niet op te geven en je hoeft als ‘liker’ niet bevriend te zijn met de poster, vaak heb je zelfs geen benul van de persoon achter de foto. De beelden bestaan op zich en worden vrijelijk het Instagram-universum in gestuurd.

Voor jonge makers als kunstenaars, fotografen of ontwerpers is dat precies het interessante: in enkele seconden krijg je beelden uit alle hoeken van de wereld te zien, gepost door mensen met dezelfde interesse, dezelfde artistieke invalshoek, gelijkaardig werkmateriaal of wat je ook maar selecteert als zoekterm. Tegelijk biedt het je ook een geweldig spotgoedkoop forum om je creaties te delen met een quasi-eindeloos breed publiek. Je verzorgt je eigen exposure, kan je publiek teasen en houdt zelf het overzicht over wie wat kan zien. Er is directe interactie met de bezoeker en erg handig is het visuele aspect van de fotogalerij die organisch ontstaat en volledig consulteerbaar blijft. Iedereen is zijn eigen curator. De beelden krijgen niet al vooraf een kwaliteitslabel of een categorisering, hun geloofwaardigheid en belang wordt louter toegekend door de scroller die ze bekijkt. De volgorde waarin de foto’s aangeboden worden, is volledig willekeurig, afhankelijk van algoritmes waar we ons niet van bewust zijn.

74_Platteau_foto instagram bij artikel.jpg

Auteur en fotograaf Teju Cole, zelf fervent Instagrammer met een heel druk gevolgde account, wijst er in zijn essaybundel Known and Strange Things op dat op Insta een visuele taal wordt geëxploreerd met nieuwe middelen. Typisch aan Instagram is dat het programma specifiek werd geschreven voor smartphones alleen, om foto’s te nemen, op te laden, te bewerken en te bekijken. De meeste beelden zijn eenvoudigweg te klein om als file uitvergroot of geprint te worden. Als je beelden dus alleen bestaan op een telefoonschermpje, moet je wel zorgen dat ze opvallen, zo geprangd tussen andere foto’s van cappuccino’s, katten en zonsondergangen. Instant bevrediging, jazeker, maar verwacht toch niet te veel voldoening van je perfecte foto. Iedereen is fotograaf in de constante competitie om aandacht en de stroom aan beelden die het medium overspoelt. Er is nog heel weinig journalistiek mee gemoeid, willekeur heerst. Toch zie je wel dat er een lijn, een narratieve of thematische consistentie komt in de beelden die deel uitmaken van een specifieke galerij. En zo wordt visual storytelling vanzelf geboren: samenhang creëren door associatieve verbanden tussen opeenvolgende foto’s.

I like Monopoly

Voor veel jonge artistic creators is zichtbaarheid op sociale media stilaan onmisbaar. Sommigen gebruiken Kred, een programma dat invloed en bereik op sociale media meet, om zich beter te kunnen positioneren en hun marketingstrategie aan te passen. Hier worden ze ook sterk toe aangemaand door galeristen/uitgevers/impresario’s … Populair zijn op internet, veel volgers en likers hebben: het streelt uiteraard je ego, maar verder voelt het zoals rijk zijn in Monopoly: je koopt er weinig voor. Hoewel, veel kunstenaars zien sociaal kapitaal als onmisbaar voor het verwerven van echt geld, sommigen geven zelfs aan dat 99% van al hun aanvragen en verkopen loopt via sociale media.

Populair zijn op internet: het streelt uiteraard je ego, maar verder voelt het zoals rijk zijn in Monopoly

Vult Instagram dan een vacuüm op, een gat in de markt? Niet echt, want er waren al veel langer online platformen voor kunstenaars en hun potentiële publiek. Denk aan sites als Deviant Art, waar (dilettante) kunstenaars uit elke denkbare artistieke tak elkaar kunnen vinden door beelden van hun werk in categorieën te posten of de bijdragen van anderen te becommentariëren. Peer review voor wat het waard is, maar je moet er wel voor inloggen en je gegevens afgeven aan de site. Ook Art Slant werkt op een gelijkaardige manier, maar gaat ruimer en professioneler. Hét netwerk voor hedendaagse kunst, zo profileert het zichzelf. Er is inderdaad heel veel op te vinden, er worden ook expo’s, verkopen en openingen in galerieën op gesignaleerd. Dit netwerk is naar eigen zeggen ‘community-driven’ en ‘community-inspired’. Je kan er je werk tonen in de online galerij, maar net zo goed kan je een review schrijven, een galerij promoten of er je artist call achterlaten. In dezelfde stijl zijn er nog een aantal sites met een eigen community, maar ze missen allemaal wat Instagram als app wél heeft: tools om posts te bewerken, plus de grootste zichtbaar- en toegankelijkheid.

En zoals dat gaat met elk nieuw medium, creëert Instagram zijn eigen artiesten, die werken met het medium zelf. Zo is er Richard Prince, die foto’s van de Instafeed van beroemdheden kopieert, aanpast, opnieuw fotografeert en die foto’s dan post: een letterlijke, fysieke #regram. Dat is best veel werk, maar het werpt boeiende vragen op over eigenaarschap en auteursrechten, de collectieve distributie en onze fysieke relatie tot wat we zien op ons schermpje. Het liefst werkt Prince met foto’s die veel likes genereren, van Pamela Anderson of Kate Moss bijvoorbeeld. Er is nog geen publieke tentoonstelling geweest van zijn Instagram-kunstwerken, maar sommige zouden al op meer dan 100.000 dollar geraamd zijn. Ook de eerste juridische claims rond auteursrechten zijn al gevallen, maar daar trekt Prince zich weinig van aan. Andy Warhol en de reproductie revisited, in het Instagram tijdperk.

Welkom in de (online) galerij

Vandaag is elke tentoonstelling of kunstexpo per definitie een multimedia-ervaring voor een heel groot deel van het publiek. Interactie via hun telefoon is voor veel mensen stilaan de gangbare manier om naar de wereld te kijken. ‘Digital is a dimension of everything’, het was in 2013 de titel van een expo in Tate. Dat kan je betreuren, want er gaat natuurlijk wat verloren in de perceptie wanneer musea en exposities (en net zo goed concerten en evenementen) in eerste instantie worden waargenomen door de lens van een telefoon. Voor veel bezoekers en oprechte kunstliefhebbers heeft de omgang met een kunstwerk via hun telefoon de plaats ingenomen van diepere reflectie op de kunstwerken zelf. De artistieke ervaring wordt gereduceerd tot een snelle blik op je Instafeed en een like. Het posten van selfies met de Mona Lisa of een Van Gogh draagt ook bij tot je eigen sociale kapitaal, een vorm van zelfprofilering: ik neem deel aan cultuur, ik heb goede smaak, been there done that, check off the bucket list.

74_Platteau_RICHARD PRINCE_New Portraits_Installationview_photoby_Stuart Burford.jpg

Maar als alles online te vinden is, zou je dan nog wel naar het museum gaan en daarvoor betalen? Ja, zo blijkt. Of toch als die musea en galeries geen anachronismen zijn van visuele trage, analoge cultuur in een digitale wereld. Veel hangt af van de manier waarop musea omgaan met de tekens van de tijd. Laten ze selfies toe? Mag je als bezoeker communiceren met de meesters? Voeden ze de gadget-verslaving van hun publiek door op hun social media-accounts vooral populaire, toegankelijke werken te plaatsen? En zorgen ze zo ongewild voor hun eigen uiteindelijke overbodigheid als museum? Het zijn prangende vragen die musea niet zomaar kunnen negeren.

Vandaag is elke tentoonstelling of kunstexpo per definitie een multimedia-ervaring voor een heel groot deel van het publiek

Kort onderzoek wijst uit dat het Instagramaccount van het Van Gogh museum mag bogen op een gemiddelde like rate (likes per post/aantal volgers op dat moment) van 4,5%. Het Rijksmuseum daarentegen heeft een gemiddelde like rate van ongeveer 3%. Dat is opvallend, want doorgaans neemt de like rate af wanneer een Instagramaccount groeit. De grootste fans zijn er namelijk als eerste bij. Met ongeveer 25.000 followers meer dan het Rijksmuseum, én een aanzienlijk hogere like rate, doet het Van Gogh museum dus blijkbaar iets bijzonders op het gebied van content. Of zijn ze gewoon veel meer voorspelbaar in hun posts, gezien hun veel duidelijker brand: Van Gogh. Zou het dan meer lonen om in te zetten op een niche? Of toch maar vooral op originaliteit? Foto’s met een rug van een bezoeker doen het sowieso beter dan een catalogusfoto van een kunstwerk alleen. Het moet echt zijn, leven, met mensen eromheen, bezoekers zoals u en ik. Foto’s met een vrouwenrug doen het nog net iets beter, overigens.

Veel musea experimenteren met Instagram en laten een kunstenaar tijdelijk hun account overnemen. De geposte beelden vormen dan een creatieve en spontane aanvulling van de tentoonstelling die aan de gang is en laten de kunstenaar ook toe om in gesprek te gaan of minstens korte commentaren te krijgen van het publiek. Work in progress tonen scoort ook altijd goed: kijk de kunstenaar toch menselijk wezen. Like!

De kunst van het onderschrift

74_platteau_iphone_museum.jpgHet jonge medium Instagram genereert vanzelf ook een eigen soort kunst die moeilijk in een andere hoedanigheid kan bestaan: het samengaan van woord en beeld. Ook Snapchat, het meest vluchtige van alle sociale mediaplatformen, leent zich daarvoor. Sommige musea gebruiken het door bijvoorbeeld flarden popsongs te plakken onder beelden van eeuwenoude kunstwerken of schilderijen. De beelden blijven dan maximaal tien seconden op het beeldscherm zichtbaar. Musea als het LACMA in Los Angeles zetten hier hard op in, uiteraard om jongeren te bereiken die bijvoorbeeld door korte video-still image gallery tours aangetrokken worden tot kunst in een museum waar ze nog nooit een voet hebben gezet. Jeugd aantrekken is één opzet, maar over de jaren heen is gebleken dat de platformen van sociale media ook demografisch breder en diverser zijn geworden. Musea hebben inmiddels ook Facebook- en Instagramvolgers van tachtig en ouder. Op Snapchat vind je hen niet.

Het samenspel van (blijvende) beelden uit de collectie met een onverwachte of juist zeer treffende caption eronder, creëert een fundamenteel nieuwe beleving van zowel het kunstwerk als de tekst. Uit de overvloed op Instagram enkele erg interessante en originele accounts: Todayisartday, painters_paintings, aperturefnd (voor fotografie), _TejuCole, rivkah1981 of brettgorvy. Op geheel eigen wijze linken zij citaten, poëzie, fragmenten uit boeken en songteksten of korte eigen bedenkingen aan eigen foto’s of een beeld van een kunstwerk of schilderij. De symbiose tussen beide elementen tilt het geheel naar een hoger niveau: er ontstaan betekenissen en associaties die er daarvoor nog niet waren. Accounts als deze herbergen een schat aan informatie en kennis. Ze prikkelen net zo goed je humor (en soms je irritatie) als je neiging om de gevonden kunstenaars of tekstfragmenten te googelen en verder nieuwe ontdekkingen te doen. Ook MoMA en Tate Britain geven onder mooie items uit hun lopende tentoonstellingen uitleg over maker, kunstwerk en tijd – overigens in een mensentaal die ver wegblijft van nietszeggende of hoogdravende museumtekstjes.

We leven in een tijd met een overload aan visuele informatie, wie zal het ontkennen. Maar scrollen door dergelijke Instagramfeeds zorgt voor ontspanning, ontdekking, verwondering. Sociale media zijn geen undergroundsegment meer, niet louter een onlinewereld die parallel loopt met de realiteit waar het echte leven plaatsheeft. Integendeel. De toekomst van de kunst is overal, maar zeker ook online, op Instagram. Met of zonder hashtag.

 

Virginie Platteau schrijft en is redacteur van rekto:verso.

 

^ Terug naar boven
 

Reacties

dan zijn placemats van de

dan zijn placemats van de museumshop ook beeldende kunst. Koekendozen met de Mona Lisa of bierflesjes met Adam en Eva uit het Rubenshuis zelfs grote kunst
Als marketing en consumerisme kunstuitingen zijn dan is alles een artistic gallery dan volstaat het naar de supermarkt te gaan en verpakkingen te bewonderen.

Post new comment

The content of this field is kept private and will not be shown publicly.
  • Web page addresses and e-mail addresses turn into links automatically.
  • No HTML tags allowed
  • Lines and paragraphs break automatically.

More information about formatting options

Als maatregel om geautomatiseerde spamrobotten tegen te gaan, vragen wij u het huidige jaar in te vullen. Op die manier kunnen we uw bericht onderscheiden van spam.
By submitting this form, you accept the Mollom privacy policy.