Hoe kan kunst nog subversief zijn?

Kunstenaars noemen hun werken graag ‘interventies’, alsof ze hun creaties een sociale status willen geven die een vorm van afwijzing of zelfs subversie inhoudt van algemeen aanvaarde normen en gebruiken. En tegelijk roepen ze hun absolute onafhankelijkheid uit. Kunst hoeft geen verantwoording af te leggen, behalve aan het creatieve talent van de kunstenaar. Politieke of sociale keuzes mogen niet bepalend zijn, enkel de keuzes die de kunstenaar zelf wil maken.

De aanspraak op artistieke autonomie gaat gewoonlijk samen met een radicale afwijzing van instrumentalisme, hoewel die alleen inmenging uit de sociale en politieke wereld afweert en weinig doet om de artistieke autonomie te beschermen tegen ontwrichting door economische belangen of het culturele establishment zelf. De combinatie van een stevige aanspraak op sociale relevantie – die bijvoorbeeld tot uiting komt in de vraag om overheidssteun of subsidies – en een radicale aanspraak op autonomie lijkt op lange termijn onhoudbaar en heeft zijn houdbaarheidsdatum misschien al overschreden. Als mijn mening gevraagd wordt over kunst en activisme, wil ik me dan ook niet houden aan de klassieke bewoordingen. Ik wil liever stilstaan bij de specifiekere en meer contextgebonden vraag over de mogelijkheid en noodzaak van subversie nu de oorlog tegen terrorisme hevig woedt. En wat betekent dat voor de kunst?

Subversie is niet gericht op woorden, maar op een tastbare machtsverhouding

GORISbanksyDat hele gegeven in zijn context plaatsen, is op zich al een uitdaging. Als de gevestigde macht plots andere taal gaat spreken – los van de politieke ideologie van de oorlog tegen terrorisme – kunnen daden die gisteren nog subversief waren, vandaag achterhaald of zinloos lijken. Subversie is niet gericht op woorden, maar op een tastbare machtsverhouding. Subversie mag zich niet alleen afspelen in het hoofd van activisten, maar moet ook als subversief ervaren worden door het grote publiek. Dus als president Obama afstapt van de neoconservatieve toon die doorklonk in de eenzijdige oorlogstaal van zijn voorganger, mogen we die ommekeer niet zomaar kritiekloos accepteren en ook niet meteen afwimpelen als een irrelevante poging om dezelfde strijdwagen een nieuw kleurtje te geven. Kunst die relevant wil zijn in een complexe en geglobaliseerde wereld moet zich inlaten met de problemen die ze wil beïnvloeden.

 

SUBVERSIE

Subversie kan actief of passief zijn, zolang ze maar bedoeld is om een overheersend systeem of een dominante structuur te ondermijnen of te ontwrichten. Een voorbeeld van actieve subversie is de bezetting van de internationale luchthaven en overheidsgebouwen in Bangkok door Thaise reactionairen, manifestanten uit de stedelijke middenklasse, om een regering ten val te brengen die volgens hen te populistisch en corrupt is. Een voorbeeld van passieve subversie is Buy Nothing Day, een globale anticonsumentismecampagne die zeventien jaar geleden gelanceerd werd door het Canadese tijdschrift Adbusters. Het belang van zo’n passieve actie werd overduidelijk toen president Bush in de nasleep van de terroristische aanslagen in New York en Washington de Amerikaanse bevolking aanspoorde om zich niet te laten intimideren en ‘te gaan shoppen’.

In de voorbije periode (2001-2008, toen de economische globalisering een militaire kant kreeg door de uitbraak van de oorlog tegen terrorisme) hebben meer mensen dan in het vorige decennium kritiek geuit op en zich verzet tegen het beleid van hun regering en multilaterale instellingen die een centrale rol spelen om de samenleving achter de overheersende ideologie te scharen. En iedereen die zich in die periode van sterke polarisatie actief of passief subversief wilde tonen, stond voor een dubbele uitdaging:

1. Macht nam de vorm aan van een extreem repressieve instelling die zich het recht toe-eigent om preventieve aanvallen te doen op het internationale strijdtoneel. En in eigen land de privacywetten te negeren onder het mom van ‘We gaan niet zitten wachten terwijl onze tegenstanders hun volgende aanval voorbereiden.’ De neoconservatieve ideologie van ‘zwart tegen wit’ of ‘wij tegen hen’ greep de mentale shock van 11 september in de VS en bij uitbreiding in het Westen en zelfs de rest van de wereld aan als excuus om subversie te definiëren in de ruimste zin van het woord en er ook meteen een strafbaar feit van te maken.

Wat we vroeger kenden als vrijheid van mening en meningsuiting en vrijheid om vreedzaam samen te komen, werd in vele landen beknot door wetten en decreten. Conservatieve moslims, radicale vakbondsleden, antiglobalisten van elke kleur en tint: plots werden ze allemaal bestempeld als extremistische dissidenten. Ze werden gezien als een gevaar voor de nationale veiligheid en zelfs voor de veiligheid van burgers in vrijheidslievende landen – en zo werd elke interventie gewettigd om het democratische podium voor dissidente standpunten en vooral subversieve actie te verkleinen. De tendens om onaanvaardbare dissidentie ruimer te definiëren en strafbaar te maken, werd een vaststaand feit binnen de grenzen van vele nationale staten (van de VS over EU-lidstaten tot Israël en India) en in de context van multilaterale organisaties en platforms. Er werden lijsten van terroristen opgesteld waarop toevallige dissidenten in één adem genoemd werden met jarenlange politieke tegenstanders van de status quo en met extreme en terroristische groeperingen. Alle beperkingen van de behoorlijke rechtsgang werden opgeheven om vermeende bedreigingen agressiever aan te pakken dan ooit tevoren.

2. Het podium voor antisystemische actie werd radicaal opgeëist en ingenomen door groepen en ideologieën die al even bereid bleken om het begrip ‘vijand’ zo ruim mogelijk op te vatten. De ‘je bent voor ons of tegen ons’-aanpak van George Bush jr. werd stevig gecounterd door de Al-Qaeda’s van deze wereld: laten we niet alleen de gehate Big Satan aanvallen, maar ook iedereen die ervan beschuldigd kan worden een collaborateur te zijn. En het voorbije decennium heeft ons geleerd dat het niet alleen de nationale legers of politiekorpsen van Irak of Afghanistan zijn. Collaboratie met de ‘duivelse strijders’ heeft zich nu uitgebreid tot alle overheidsinstanties in landen die overheerst worden door of zelfs gewillig samenwerken met het ongelovige Westen. Vaak worden ook ngo’s geviseerd die de levensomstandigheden en toekomstperspectieven van burgers proberen te verbeteren, en zelfs wegwerkers, gsm-operatoren, leraren in overheidsscholen en religieuze leiders van een andere overtuiging dan de leider. Die wordt dan gesteund door militanten die niet aarzelen om anderen te veroordelen op basis van een politiek geïnspireerde superieure macht.

Conclusie? Actieve of passieve subversie moet zijn rechtmatige en wettige plaats heroveren op repressieve regeringen en intolerante verzetsbewegingen. Subversieve actie is dat aan zichzelf verplicht, zodat toekomstige acties gespaard kunnen blijven van de verstikkende tweestrijd tussen concurrerende intoleranties. Dat is echter niet zonder risico’s. Het is geen lichtzinnig spelletje en wie niet bereid is om door te gaan tot het eind begint er beter niet aan – tenzij hij het risico wil lopen dat wettige subversieve acties verder uitgehold worden. Subversie is geen schoon vertoon of de nieuwste trend, het is een verbintenis voor het leven die wordt aangegaan door echte mensen die echte risico’s lopen overal ter wereld. Alleen al uit respect voor die mensen zouden kunstenaars die beweren subversief te zijn dat ook echt moeten zijn.

ARTISTIEKE CREATIE

Kunstenaars die beweren politiek actief te zijn mogen niet langer genoegen nemen met het onderuithalen van de artistieke leerstellingen of conventies (en ze kunnen geen werken blijven creëren in een verdeelde en gemilitariseerde wereld zonder ten minste een positie in te nemen op het echte sociale en politieke veld). De voorbije eeuw hebben zoveel kunstenaars hun eigen, persoonlijke urinoir gecreëerd dat dat gebaar – een betekenisvolle provocatie door Marcel Duchamp in 1917, maar sindsdien uitgehold door herhaling en zelfs overgenomen door het artistieke establishment en de globale kunstmarkten – precies het tegengestelde is geworden van wat Duchamp beoogde. Kunst die zelfverwijzend blijft in de 21e eeuw vindt nog altijd een plekje aan de muren van musea voor moderne kunst, maar kan zichzelf niet langer politiek subversief noemen. Ook afgewezen worden door de geheiligde musea of podia is geen bewijs van subversiviteit.

Kunst moet de veilige grenzen van haar eigen context overschrijden

GORISart_activismDus wat kan kunst doen of betekenen als ze wil meewerken aan de subversie van de heersende macht?

1. Kunst moet vechten voor haar recht om haar eigen stem te behouden en te laten horen. Die stem is uitgesproken cultureel, dus het machtsdomein waarop artistieke subversie moet mikken is culturele macht: de macht om de context te bepalen waarin we de chaos rondom ons moeten bekijken; de macht om waarden, standpunten en gedrag te aanvaarden of te verwerpen; de macht om gezag te erkennen of te ontkennen; ... Dat gaat veel verder dan het oude adagium ‘kunst om de kunst’. Het zet vraagtekens bij de commodificatie van menselijke activiteit tegen de achtergrond van een wereld die gedomineerd wordt door neoliberale ideologieën, praktijken en verankerde instellingen. Als kunst daarin slaagt, kan ze die neoliberale wereldorde zelfs omverwerpen. De grootste uitdaging is om invloed uit te oefenen op lagen van de samenleving die er nog niet van overtuigd zijn dat het overheersende model onderdrukkend is. Als subversie alleen gelijkgestemden of elites overtuigt, zal ze de bestaande structuren en machtsverhoudingen alleen maar bevestigen en niet radicaal in twijfel trekken. De gewelddadige betogingen van het zogenaamde ‘zwarte blok’ binnen de antiglobalistische beweging in het begin van deze eeuw hebben de positie of wettigheid van de staatsstructuur nooit bedreigd. En door de ordediensten aan te vallen, heeft de beweging alleen haar eigen langzaam opgebouwde en verworven wettigheid in gevaar gebracht. Een subversieve artistieke stem laat zich niet horen om de overtuiging te verkondigen dat ‘mensen zoals wij’ gelijk hebben en de rest er helemaal naast zit: ze spreekt over een alternatieve hiërarchie van waarden en prioriteiten voor een ruimer publiek en laat ruimte voor een heel andere menselijkheid waarbij absolutistische aanspraken op macht of verzet alle legitimiteit verliezen.

2. Kunst moet de veilige grenzen van haar eigen context overschrijden – of dat nu in een museum, op een podium of op een festival is. Ze moet de vertrouwde en geruststellende grenzen van haar eigen (en, in het geval van de hedendaagse kunst, vaak ontoegankelijke) wereldje achter zich laten. Wil kunst subversief zijn, dan moet ze zich volop in de huidige politieke en sociale strijd werpen. Niet als een neorealistische stroming die verzinkt in propaganda, maar als een creatieve en (esthetisch) originele bijdrage om de echte machtsverhoudingen op hun kop te zetten. Subversieve kunst heeft niets te zoeken in een galerie of een museum: ze hoort thuis waar beslissingen worden genomen of besproken. Dat kan op straat zijn, in de (massa)media, in kerken, … Kunst moet in de eerste plaats een cultureel standpunt innemen en de symbolische of echte macht omverwerpen waar dat nodig is.

3. Artistieke subversie kan niet zonder een grondige en goed geïnformeerde kennis en analyse van de conflicten die ons heden en onze toekomst bepalen en van de bijbehorende contexten. Kunstenaars worden al te vaak gevraagd om goede doelen te steunen met een nogal vage visie op vrede, tolerantie en solidariteit. Hoe waardevol die doelen ook zijn (en ik besef dat in een culturele omgeving waar hebzucht en ambitie aanvaard worden als normale drijfveren zulke standpunten al doorgaan voor sterke politieke statements), subversief zijn ze zeker niet en ze zullen ook nauwelijks een impact hebben op de harde machtsverhoudingen die miljarden mensen en talloze gemeenschappen alle kansen ontnemen. Het is niet aan de kunst om gemaakte analyses te illustreren of om droogweg verslag uit te brengen over gebeurtenissen. De enige manier waarop de kunst kan helpen een onderdrukkend systeem omver te werpen, is door onverwachte perspectieven te openen en haar licht te laten schijnen over de onbekende inzichten van vandaag en de mogelijkheden van morgen. Daarom moet kunst haar doel heel nauwkeurig bepalen, want macht is een bewegend doel dat vaak al een nieuwe vorm en een nieuw gezicht heeft aangenomen vóór een kunstenaar zijn treffende kritiek in een noemenswaardig kunstwerk kan gieten. De huidige Amerikaanse regering is daar een mooi voorbeeld van. Hoewel ze haar straffe taal achterwege laat en nu precies het tegenovergestelde beweert en dat op zich een nieuwe situatie creëert op het terrein, zou het in het beste geval naïef en in het slechtste geval lui zijn om te geloven dat de woorden van een president de machtsstructuur in de wereld kunnen veranderen. Dat geldt natuurlijk ook voor zijn voorganger: een obsessieve aandacht voor George Bush jr. verhult meer dan die onthult (of: toont vooral dat we niet in staat zijn onderliggende stromen en trends te begrijpen). Dus, iedereen – kunstenaar, activist, journalist, academicus of een combinatie daarvan – die zich mengt in het debat over de Amerikaanse militaire aanwezigheid in de wereld (een debat dat zeker gevoerd mag worden) moet eerst zijn huiswerk maken. Oordelen en opinies die niet gefundeerd zijn, zullen een beweging niet vooruithelpen, tenzij de verkeerde kant uit.

WAT BETEKENIS KAN BETEKENEN

De Chileens-Amerikaanse kunstenaar Alfredo Jaar werkt al jaren volgens een motto van de dichter William Carlos Williams: ‘It is difficult/to get the news from poems,/yet men die miserably/every day/for lack of what is found/ there.’ Die versregels leggen een interessante link tussen kunst en activisme: ze gaan niet over hoe kunst subversief kan zijn, maar over hoe de samenleving niet kan functioneren als de input en intuïtie van kunst niet ernstig genomen worden. Voor Jaar leidt dat niet tot een exceptionalistische houding, maar tot een artistiek gebruik waarbij een kunstwerk pas goed is als het een gevoelige snaar kan raken bij het publiek en bij het systeem zelf.

In een van zijn installaties in Montréal legt hij een verband tussen een historische vuurtoren en de tienduizenden onzichtbare daklozen in de stad. Jaar plaatste een lichtschakelaar in enkele tehuizen voor daklozen, en telkens als een dakloze er binnenkwam om te overnachten, kon hij die knop omdraaien. Op datzelfde moment ging dan de vuurtoren aan de andere kant van de stad branden. Zo werd het onzichtbare en ongewenste zo zichtbaar dat de opdrachtgevende instantie het experiment stopzette. Ik vertel dat verhaal niet om te laten zien hoe het moet, maar om aan te tonen dat artistieke keuzes verwarring kunnen zaaien zonder terug te grijpen naar gemakkelijke provocatie. Ze kunnen een debat op gang brengen in de samenleving zonder de aandacht te vestigen op de kunst zelf.

Artistieke keuzes kunnen een debat op gang brengen in de samenleving zonder de aandacht te vestigen op de kunst zelf

Ik kan nog een voorbeeld geven uit Zimbabwe, waar kunstenaars de vlam van hoop en dissidentie brandend houden te midden van dictatuur en onderdrukking. De Zuid-Afrikaanse theatermaker Brett Bailey organiseert sinds 2005 de grootse openingsshows van het Harare International Festival of Arts. Als hij vertelt over de extreem gespannen sfeer waarin hij zijn heel kritische show van 2008 samenstelde – toen de gemoederen na de verkiezingen oververhit waren geraakt – herinnert hij zich wat hij zei tegen de schoolkinderen, dansers, dichters en musici die zouden deelnemen aan de show: ‘Al weken hebben de Zimbabwanen niets om zich aan vast te klampen. Wij beschikken over een podium in het stadscentrum om onze stem te laten horen. We kunnen misschien niets veranderen aan de situatie, maar we kunnen wel verwoorden wat de mensen voelen; we kunnen de mensen een beetje hoop geven om hen door de komende dagen te helpen.’ Gewoon om aan te tonen dat een beperkte ambitie in feite kan uitgroeien tot een explosieve avond vol nauwelijks of niet verholen referenties aan dictators en een volk dat niet in opstand kan komen tegen zijn tiran, nog een citaat uit ’Bailey’s verslag in de nieuwsbrief van Africalia: ‘Tachtig musici, zangers en dansers in gestreepte pyjama’s liggen languit te slapen op het podium. Dan sleept een reuzegrote koning in een wit, kunstleren legeruniform en een bovenmaats, bolvormig, rood masker een cello het podium op. Terwijl hij zijn instrument stemt, verhaalt een verteller hoe ooit, lang geleden in een mooi land ver van hier, die koning de liederen van zijn volk stal en hen liet verzinken in een diepe slaap. Dan zien we hoe twee hyena’s in militaire uniformen en met een Darth Vader-helm op de opvallende plastic stembussen van de voorbije verkiezingen gebruiken om een koor uit elkaar te knuppelen, en hoe ze een ander koor het zwijgen opleggen door het een uitgeknipte kartonnen tractor cadeau te doen. Het publiek wordt er stil van, velen hebben tranen in de ogen. Dan heft de koning een dronkenmansversie van What a Wonderful World aan.’

Die twee verhalen over kunst die de publieke tribune opstapt om de status quo omver te werpen, tonen aan dat kunst haar eigen normen van creativiteit, creatie, kwaliteit en betekenis zeker niet moet loslaten. Ze bewijzen ook dat die artistieke creatie tot op zekere hoogte een reëel risico loopt om de woede uit te lokken van de machthebbers die worden gehekeld. Dat is geen probleem, dat is net de bedoeling.

Dit artikel is een voorpublicatie uit de door Lieven De Cauter, Ruben De Roo en Karel Vanhaesebrouck samengestelde bundel Art and Activism in the Age of Globalization, die begin november verschijnt bij NAi Publishers. 

^ Terug naar boven
 

Reacties

Post new comment

The content of this field is kept private and will not be shown publicly.
  • Web page addresses and e-mail addresses turn into links automatically.
  • No HTML tags allowed
  • Lines and paragraphs break automatically.

More information about formatting options

Als maatregel om geautomatiseerde spamrobotten tegen te gaan, vragen wij u het huidige jaar in te vullen. Op die manier kunnen we uw bericht onderscheiden van spam.
By submitting this form, you accept the Mollom privacy policy.