Het Wilde Westen in elk van ons

Het lijkt erop dat Europa de grens tussen hoge en lage cultuur manu militari bewaakt. Toch kunnen beide elkaar versterken, ja, zelfs bevruchten. In Europese monden smaakt het woord ‘folklore’ eerder vies, terwijl het in andere continenten zo vanzelfsprekend deel uitmaakt van Cultuur dat het begrip in onbruik is geraakt. Hoog tijd dus dat Europeanen zich bezinnen over hun afkomst en te rade gaan bij de grootouders.

Toen ik in de jaren 1980 in New York studeerde, luisterde ik op zondagochtend vaak naar Columbia University Radio, waarop een dj country & western-muziek draaide. Ik heb het hier niet over commerciële Southern countryzangers zoals Garth Brooks, maar over de meer traditionele, ware cowboyfolkmuziek. De dj draaide oude opnames zoals Arizona Yodeler van The DeZurik Sisters, Patsy Cline of Eddy Arnold die Cattle Call bracht (google ze maar stuk voor stuk). Om de een of andere reden voelde ik me op zo’n zondagochtend verbonden met iets uit het verleden. Niet dat ik afstam van cowboys – in feite stam ik meer af van indianen – maar ik voelde me op een bepaalde manier thuiskomen toen ik dat soort muziek hoorde. Ik keerde als het ware terug naar mijn roots.

Ik heb het gevoel dat er in Europa een breuklijn is tussen folklore en wat er beschouwd wordt als kunst of ‘hoge cultuur’

Toen ik daarna twee jaar in Eindhoven woonde om mijn masterdiploma te behalen, keek ik op zondagochtend vaak naar Duitse of Oostenrijkse jodelaars, gekleed in Lederhosen op de Duitse televisie. Dat tot groot afgrijzen van mijn Nederlandse vriend. De melodieën waren onmiskenbaar mooi, en het jodelen deed me denken aan sommige van die cowboyliedjes waar ik in Amerika naar luisterde. Ik probeerde mijn Nederlandse vriendje de schoonheid van die liederen te laten inzien, of ten minste de meligheid ervan te leren waarderen, maar hij wou er gewoon niks van weten.

Maar als je luistert naar Amerikaanse rock-‘n-roll, voel of hoor je vaak dat het genre geworteld zit in country, bluegrass, jazz en andere oude muziekgenres. De verbondenheid ermee is levendig, wordt herkend en gewaardeerd. Maar ik heb het gevoel dat er in Europa een breuklijn is tussen folklore en wat er beschouwd wordt als kunst of ‘hoge cultuur’.

De Brazilianen lieten dat onderscheid tussen hoge kunst en folklore onder president Lula da Silva (met Gilberto Gil als minister van Cultuur) succesvol vervagen. Oude beoefenaars van populaire cultuur, zoals volksdansers, liedjeszangers en verhalenvertellers, werden erkend en kregen de titel van master toegekend. De term ‘folklore’ wordt er eenvoudigweg niet meer gebruikt. Brazilianen beschrijven traditionele culturele manifestaties als 'Populaire Cultuur'. Het werk van die masters is nu gelijkgesteld aan dat van bijvoorbeeld Antonio Carlos Jobim. Momenteel overweegt het Braziliaanse Huis van Afgevaardigden om een wet op te stellen ter bescherming en promotie van Masters of Knowledge and Practices of Popular Cultures. Die wet garandeert financiële bijstand van minstens twee minimumlonen aan mensen die de Braziliaanse cultuur op een herkenbare manier vertegenwoordigen. Dat kleine geldbedrag betekent veel voor mensen die erg oud zijn, amper over een pensioen beschikken, maar wel hun hele leven hebben gewijd aan de traditionele kunsten van een land dat gedurende zijn hele geschiedenis nooit een cultureel beleid uitstippelde, laat staan zijn kunstenaars ondersteunde.

56_Seabra_3_zeeuwse oorijzers.jpgIs dat soort erkenning van folklore überhaupt mogelijk in Europa? Zou Europa zichzelf kunnen verfrissen door te kijken naar zijn eigen folklore? Ik begrijp de terughoudendheid om die aspecten van kunst te ontdekken. Er zijn immers momenten geweest dat folklore gebruikt werd om nationalisme te promoten – denk maar aan nazi-Duitsland – maar ook verzet ondersteunde. Zo werd het bouwen van menselijke torens, als acrobatie, verboden onder Franco. Maar als we folklore van alle nationalisme ontdoen, zie ik die folkloristische manifestaties van traditionele kunst vooral als reservoirs van rijke melodieën, danstechnieken en verhalen die gewoon zeer natuurlijk en vanzelfsprekend zijn. Het voelt vaak heel eigen aan, als een comfortabele plek waar het lichaam een vorm van virtuositeit kan bereiken.

Op 8 januari van dit jaar verhuisde ik naar Crato, Brazilië, om er te werken op het Ministerie van Cultuur. Crato is de hoofdstad van de voormalige kleine republiek Crato, die in de vroege jaren 1800 gedurende zes dagen geleid werd door een vrouwelijke president, net voordat Brazilië onafhankelijk werd van Portugal. Anders dan in Rio, waar ik vroeger woonde en waar de Afrikaanse en Portugese cultuur met elkaar versmolten, is Crato een regio waar de Portugezen en de Cariri-indianen samenkwamen. Al is dat eerder een tragische gebeurtenis, aangezien de Cariri’s volledig werden uitgemoord tijdens de kolonisatie van de regio. Maar is ook de Cariri-cultuur verdwenen? Iedereen ziet er immers nog indiaans uit, al praat men nu Portugees en belijdt men het katholicisme. Maar als ze hun muziekinstrumenten bovenhalen en aan het dansen slaan, hoor je in hun liederen en zie je in hun bewegingen sporen van wat de Cariri-cultuur geweest moet zijn.

Is er een equivalent in Europa? Jullie hebben geen indianen, geen oorspronkelijke bewoners of inboorlingen meer. Waar is jullie Wilde Westen? Dat oude plekje dat toch net iets meer verbonden is met jullie streek of land? De plek die net iets meer oorspronkelijk aanvoelt?

Misschien kan het doorgeven van tradities het meest innoverende zijn wat Europeanen vandaag kunnen doen

Is het dáár, bij mensen die nog aan volksdansen doen of oude liederen zingen, zoals de Sardische polyfone zangers of de Spaanse Sevillana? En wat met die vrouwen in Zeeland die nog rondlopen met Zeeuwse oorijzers? Die vind ik zo geweldig en helemaal sciencefiction. Was ik een dragqueen in Nederland, ik droeg oorijzers. Ze zijn zo ongelooflijk cool. Toch heb ik nog niemand gezien in de hoge kunst die ze artistiek exploreert of gebruikt. Nog nooit een modeontwerper gezien die ze ergens voor gebruikt. Waar blijft de cross-over, zoals je die wel hebt bij country & western of rock-‘n-roll? Of komt in Europa het zoeken naar het Wilde Westen in jezelf simpelweg neer op aankloppen bij vorige generaties?

Luister naar hun melodieën, kijk hoe hun lichamen bewegen als ze dansen. Misschien hoeven Europeanen niet steeds opnieuw de oude opera’s te hernemen, aangevuld met hightech kostumering en vastgelegd design – die megaproducties die Europa zo Europees maken. Ga gewoon een generatie of twee terug. Ga op bezoek bij je grootouders, de oudste nog levende mensen die je kunt vinden. Luister naar hun verhalen, leer hoe ze zingen, leer hoe ze bewegen. Misschien kan het doorgeven van een stuk of wat tradities het meest innoverende zijn wat Europeanen vandaag kunnen doen.

Ricky Seabra (www.rickyseabra.com) is een Amerikaans-Brazilaanse theatermaker, dramaturg en ontwerper. Hij woonde en werkte in Nederland en New York, en opereert vandaag vanuit Rio de Janeiro en Crato in Brazilië. Met Joao Braune (Fomenta Produçoes en Casa da Gloria), Dirk Verstockt en Leen Laconte creëerde hij onlangs een platform dat de samenwerking tussen Brazilië, België en Nederland wil stimuleren, zie www.boris.be.

Vertaling en redactie door Virginie Platteau.

^ Terug naar boven
 

Reacties

Post new comment

The content of this field is kept private and will not be shown publicly.
  • Web page addresses and e-mail addresses turn into links automatically.
  • No HTML tags allowed
  • Lines and paragraphs break automatically.

More information about formatting options

Als maatregel om geautomatiseerde spamrobotten tegen te gaan, vragen wij u het huidige jaar in te vullen. Op die manier kunnen we uw bericht onderscheiden van spam.
By submitting this form, you accept the Mollom privacy policy.