De economie is van ons

In dit nummer wagen we ons aan economie. Niet omdat rekto:verso van zijn lijn is afgeweken, maar wel de economie. Er is iets loos, en dat voelt urgent. We hebben het zelfs geeneens over de kredietcrisis, of de eurocrisis, of hoe dat rijtje van vallende dominosteentjes op de vrije markt tegenwoordig ook heet. De kern van het probleem lijkt dieper te zitten. Er is iets scheef gegroeid in het wezen van de economie, in haar hoedanigheid van ‘huishoudkunde’: de leer van het leefbare evenwicht tussen kosten en baten, productie en consumptie.

De Tsjechische econoom Tomáš Sedláček schreef er een inspirerend boek over, dat net in het Nederlands is verschenen. In De economie van goed en kwaad herleest hij onze oudste mythen, van Gilgamesj tot Genesis, om aan te tonen dat economie in de kern altijd een kwestie is geweest van verhalen rond het goede leven, en dus een cultuurverschijnsel. Zelfs voor de grote wegbereiders van ons moderne economische denken – Adam Smith, John Stuart Mill, John Keynes – was economie in de eerste plaats een vorm van moraalfilosofie, aldus Sedláček. Hoe deze maatschappij inrichten zodat ze er beter van wordt? Wat is de ideale verhouding tussen de enkeling en de gemeenschap? Waarom werken, voor welke droom op de lange termijn?

Dáár zijn onze economen van afgeweken. Met hun vervreemdende kijk op ‘waarde’ zijn ze economie – van nature een sociale wetenschap – gaan bekijken als een puur wiskundige zaak, met cijfers, tabellen en modellen waar niet-economen niet over kunnen meepraten. Ze hebben de economie onttrokken aan onze culturele normen- en waardenhuishouding. Dáár zit het scheef, stelt ook ex-president Václav Havel in zijn voorwoord bij De economie van goed en kwaad:

‘De economie wordt vaak gezien als een soort boekhouden. Maar wat heb je aan boekhouden als zoveel dingen die samen ons leven vormgeven, moeilijk of zelfs helemaal niet te berekenen zijn? Ik vraag mij af wat zo’n boekhouder-econoom zou doen, wanneer hij de opdracht kreeg om het werk van een groot symfonieorkest te optimaliseren. Vermoedelijk zou hij alle pauzes in de symfonieën van Beethoven schrappen. Daar heb je immers niets aan, die houden de boel maar op, en orkestleden worden niet betaald om niets te doen.’

Havel trompettert natuurlijk een beetje, maar raakt minstens een snaar. Terwijl de economie zich vroeger door al het menselijke liet verrijken, lijkt ze er nu de plak over te zwaaien. Ze is de niet-menselijke Wet geworden. ‘Geen keus, de economie gebiedt ons om te besparen.’ Is dat een goddelijk gegeven? Of een menselijke keuze? Die vraag is het strijdperk van deze tijd.

HET KAN ANDERS

Zoals deze economie uiteindelijk raakt aan cultuur, kunnen we ze ons vanuit die cultuur ook weer toe-eigenen. Dat is de basisovertuiging achter dit nummer. Ze is ingegeven door de culturele praktijk: de films en de documentaires, de theatervoorstellingen en de beeldende kunst over ‘de financiële crisis’ zijn amper bij te houden. Een paar artikels in dit nummer laten er hun licht over schijnen. Hebben kunstenaars over economie iets anders te vertellen dan alle cafépraat en alle opinies van experts in de kranten? Waarin ligt hun ‘winst’?

Tegelijk wil rekto:verso een stapje verder zetten, weg uit de crisispoel waar veel van zulke kunst zich in blijft wentelen. ‘Alles is om zeep, zie je wel.’ Misschien is de enige crisis wel dat we het geloof kwijt zijn dat er alternatieven te bedenken vallen, dat economie een menselijke zaak is, die telkens opnieuw gedacht kan worden. Hoe ‘het goede leven’ vormgeven als werkende en samenlevende wezens anno 2012? Het antwoord van monetair expert Bernard Lietaer is even concreet als zijn analyse over de euro ontstellend is: ‘Creëer een economie met verschillende, complementaire munten die gebruikt worden voor verschillende doelen.’ Dit klinkt als een wat vaag voorstel, maar Lietaer weet je in zijn openingsinterview bij dit dossier moeiteloos te overtuigen van de noodzaak van een alternatief voor het euromonopolie.

In de cultuursector is ‘alternatieve financiering’ vaak gereduceerd tot sponsoring vanuit het bedrijfsleven, tot prostitutie met het Grote Geld. Eric Min geeft er in zijn artikel over de expo Kunst en financiën in Europa in het Brusselse KMSKB een mooi voorbeeld van. Maar bovenal onderzoekt dit nummer heel andere vormen van alternatieve economie: crowdfunding, het basisinkomen, de cultuurcoöperatie, vrijwilligerswerk. Allemaal schrijven deze modellen opnieuw de mens in de economie in, gaan ze weer uit van dialoog. Al staat hun praktijk in de cultuursector nog in de kinderschoenen, hun gedachtegoed inspireert. Het kan anders!

Zelf frist rekto:verso zijn huishouden op met een paar nieuwe vaste rubrieken. ‘De mosterd’, ‘Frisco Guantanamo’ en ‘Netwerkman’ gaan op stal, en ‘Ontluisteringen’ huppelt de wei in. In deze rubriek onderzoekt filmkunstenaar Nina de Vroome vijf nummers lang de culturele betekenissen van geluid, telkens met een eigen extra filmpje. Achteraan in elk nummer vervangt Leen Huet Bernard Dewulf als vaste columnist. En we voeren een vaste kunstenaarspagina in, met Nico Dockx die ze in dit nummer aftrapt. Geniet ervan. De wereld is helemaal niet om zeep.

^ Terug naar boven
 

Reacties

Post new comment

The content of this field is kept private and will not be shown publicly.
  • Web page addresses and e-mail addresses turn into links automatically.
  • No HTML tags allowed
  • Lines and paragraphs break automatically.

More information about formatting options

Als maatregel om geautomatiseerde spamrobotten tegen te gaan, vragen wij u het huidige jaar in te vullen. Op die manier kunnen we uw bericht onderscheiden van spam.
By submitting this form, you accept the Mollom privacy policy.