De creatieve klasse als vreemdelingenlegioen

Amsterdam heeft het goed begrepen: met kunstenaars en andere ‘creatieven’ kan je goedkoop de leefbaarheid op peil houden en tegelijk de vastgoedprijzen opstuwen. Vooral in Nieuw-West wordt er vol ingezet op de creatieve klasse. Maar dient de geregisseerde artistieke bedrijvigheid niet als dekmantel voor een ouderwets neoliberaal stadsvernieuwingsprogramma? ‘Broedplaatsen’ zijn meer dan creatieve vrijhavens.

In het Amsterdamse stadsdeel Nieuw-West is er een ritselende omwenteling gaande. Voor de crisis waren hijskranen, bouwhekken en betonmolens de voorbodes van onverbiddelijke vooruitgang. Nu zijn het pop-uprestaurants, filmavonden met bier uit microbrouwerijen, moestuinen met ‘vergeten groenten’, een koffiezaak met meubels van sloophout en duurzame producten, of een t-shirtlijn met brave prints die moeten appelleren aan het ‘undergroundgevoel’ van de buurt (‘Sleezy Sleeves maakt Slotervaart cool!’). Let wel: Nieuw-West is nog lang geen Hipsterville. Dat superstadsdeel, dat met zijn 144 200 inwoners steden als Leuven, Brugge en Namen gemakkelijk achterlaat, kampt met grote en diepgewortelde problemen. De werkloosheid is er hoger, het gevoel van onveiligheid groter en de sociale samenhang lager dan binnen de ringsnelweg A10. Als Nieuw-West het nieuws haalt, dan gaat het vaak over de zoveelste inbraakgolf of opgerolde wietplantage, de toename van thuisprostitutie of de opkomst van moslimfundamentalisme.

60_Griffioen_1.jpgTot de crisis werd sloop-en-nieuwbouwpolitiek gezien als panacee tegen alle grootstedelijke kwalen. Nieuw-West werd de plaats delict van de grootste stadsvernieuwingsoperatie in de Nederlandse geschiedenis. Die is ingezet rond de millenniumwisseling, en had tot doel armoede en criminaliteit te verhelpen door in te grijpen in de hardware. Buurt voor buurt werden de portieketagewoningen uit de jaren 1950 vervangen door hoogwaardige nieuwbouw, met aantrekkelijke appartementen voor de commerciële huur- en koopmarkt, om zo andere sociaal-economische groepen te trekken.

Verguld spraken beleidsmakers over Nieuw-West als ‘de grootste bouwplaats van Europa’. Maar door de crisis daalt de gedroomde toekomst langzamer neer dan gehoopt. Omdat de luxeappartementen moeilijker verhuurbaar bleken dan verwacht, werd de financiële bodem onder de operatie weggeslagen. Toch groeit Nieuw-West. In 2012 kwamen er tweeduizend zielen bij – een Amsterdams jaarrecord. In buurten die nog wachten op sloop, worden vaste bewoners gestaag vervangen door studenten en ‘antikrakers’ met tijdelijke huurcontracten. Leegstaande scholen, kantoren, garages en winkelruimtes worden in een handomdraai omgebouwd tot ‘culturele hotspots’ of ‘broedplaatsen’. Ook met gemeenschapskunstprojecten en aantrekkelijke woonovereenkomsten met kunstenaars wordt cultuur naar binnen gepompt. In het kielzog daarvan verandert – langzaam – de stedelijke ruimte, het winkelaanbod, de demografie. In de Overtoomse Veld en de Kolenkitbuurt, de twee buurten die het dichtst tegen de stad aanliggen, gaat dat het snelst. Daar hoef je niet meer op te kijken van een hippe koffie- of broodjeszaak, galerie of kledingruilwinkel.

De harde aanpak van sloop-en-nieuwbouw is ingewisseld voor allerlei ‘zachte’ processen van stadsvernieuwing, met de culturele sector in een sleutelrol

Het lijkt er dus op dat de harde aanpak van sloop-en-nieuwbouw is ingewisseld voor allerlei ‘zachte’ processen van stadsvernieuwing, met de culturele sector in een sleutelrol. Gaan creativiteit en cultureel ondernemerschap Nieuw-West redden? Is Plan B in werking gesteld? Bestuurders noemen die ontwikkeling liever een organische beweging dan ‘officieel beleid’. Paulus de Wilt, als stadsdeelvoorzitter verantwoordelijk voor onder meer cultuur en stedelijke vernieuwing, signaleert een mentaliteitsverandering bij de creatieve sector. Vroeger wilde men per se in de stad zitten, nu ziet men de voordelen van Nieuw-West in: ‘Er is hier ruimte, het is goedkoop en er is nog iets rafeligs. Het is eigenlijk een beetje zoals in Berlijn.’

Broeden met de buurt

De suggestie dat Nieuw-West plots ‘ontdekt’ is door de creatieve klasse, verbloemt dat er wel degelijk van bovenaf geregisseerd wordt. Neem het broedplaatsenbeleid, dat Amsterdam al sedert de eeuwwisseling kent. Met elf van die culturele verzamelgebouwen, alle geopend in de afgelopen vijf jaar, is Nieuw-West koploper. Dat is interessant, want aanvankelijk richtte dat beleid zich op het centrum en de oude havens eromheen. Het beleid moest waarborgen dat er in deze stad, met haar legendarisch overspannen woningmarkt, genoeg betaalbare ateliers bleven voor kunstenaars en andere ‘creatieven’. De eerste broedplaatsen zijn geïnitieerd en gefinancierd door de gemeente, maar inmiddels wordt de ontwikkeling en exploitatie grotendeels overgelaten aan externe broedplaatsontwikkelaars, zoals Urban Resort, Meurkens & Meurkens, Beehive en Codum. De werkzaamheden van het Bureau Broedplaatsen, een verlengstuk van de gemeente, zijn beperkt tot het faciliteren en mediëren van die processen en het toekennen van subsidies voor verbouwingen. Ontwikkelaars zijn verplicht 40% van de ruimte te verhuren aan kunstenaars en ‘creatieven’, tegen een maximum huur van 59 euro per meter per jaar. Met de overige 60% worden de investeringen terugverdiend.

60_Griffioen_2.jpgNieuwe broedplaatsen worden steeds vaker geopend in de sociaal-economisch zwakke wijken waarmee de centrale stad omgord is, zoals Nieuw-West, Noord en Zuidoost. Ze krijgen ook steeds meer sociale en economische functies toegedicht. Ze moeten ‘nieuwe impulsen’ geven aan de wijk, bijvoorbeeld ‘door de bewoners van de omliggende woonbuurten bij culturele activiteiten in het gebouw te betrekken’. Bij een feature over het broedplaatsenbeleid in Nieuw-West kopte het tijdschrift Breed, een uitgave van Bureau Broedplaatsen: ‘Nieuw leven voor een nieuwe wijk’. Het artikel vraagt zich af welke ‘betekenis’ de broedplaatsen, die ‘als paddenstoelen opschieten uit de grond’, voor de wijk hebben. ‘Bevorderen ze de sociale samenhang? Hebben ze een positieve invloed op het culturele aanbod? Zorgen ze voor een stijgende populariteit van de buurt?’ Ja, zo luidt de weinig verrassende conclusie. Hoezeer de plekken ook verschillen in karakter en aanpak, ze zitten allemaal nokvol ‘huurders die niets liever willen dan de sociale cohesie en de emancipatie van de buurt vergroten’.

Zijn broedplaatsen een stadsvernieuwingsvehikel? Er is in elk geval een verband, zegt Arwen Schram, projectleider bij Bureau Broedplaatsen: ‘Een broedplaats heeft veel sociaal en economisch potentieel. Juist in een wijk met problemen waar op cultureel gebied weinig te halen valt, zoals Nieuw-West, willen we dat niet onbenut laten.’ De toegevoegde culturele waarde zit vooral in de activiteiten voor de buurt, zegt Schram. In sommige broedplaatsen wordt contractueel vastgelegd dat huurders een dagdeel per week ‘voor de buurt’ werken. Dat kan variëren van het hosten van een snuffelstage voor kinderen tot het vormgeven van een wijklogo of het maken van een muurschildering. En al levert een broedplaats zelden banen op voor de buurt, toch heeft haar creatieve bedrijvigheid volgens Schram ook een economische component: ‘Alleen al omdat de mensen hun broodjes halen bij een bakker in de straat, of hun boodschappen in de buurt doen.’ Die sociale en economische aspecten worden evenwel niet gemeten door het Bureau: ‘Dat zijn aannames. Wij hebben geen tijd om dat te onderzoeken. Misschien moeten we daar eens een stagiair voor vragen, als afstudeerproject.’

Florida’s aansporing is kort en bondig: geef ruimte aan creativiteit en zelfs de meest achtergestelde groepen zullen profiteren

Die economische kijk op het broedplaatsenbeleid is overigens niet nieuw. Het was gek genoeg de Amsterdamse kraakbeweging die hem introduceerde. Toen de gemeente eind jaren 1990 enkele spraakmakende kraakpanden sloot, trokken pragmatische krakers aan de bel. Zij wezen de gemeente op het economische belang van vrijplaatsen voor de stad, als plekken waar experiment kan leiden tot innovatie. Als de vrijplaatsen weg zijn, vertrekt het creatieve talent naar het buitenland en verliest Amsterdam haar innovatieve voedingsbodem, zo luidde de redenering. Die utilitaire blik op creativiteit komt in de term ‘broedplaats’ nog heviger naar voren. Het zijn de culturele legbatterijen waarin ideeën worden geproduceerd waarvan wíj (de stad, het bedrijfsleven, de economie) in de toekomst kunnen profiteren.

Creatief met Richard Florida

Waar hebben broedplaatsen hun populariteit bij beleidsmakers precies aan te danken? Jaap Schoufour, hoofd van Bureau Broedplaatsen, heeft ooit publiek gesuggereerd dat het broedplaatsenbeleid gered is door het boek The Rise of the Creative Class van Richard Florida (2002). Juist op het moment dat het college van burgemeester en wethouders geen fiducie meer had in verdere investeringen, kwam die stadsmarketingsocioloog op de proppen met een handzame theorie over hoe de stedelijke economie aangevuurd wordt door de aanwezigheid van de hipcoolclever en bovenal creative. Florida’s aansporing is kort en bondig: geef ruimte aan creativiteit en zelfs de meest achtergestelde groepen zullen profiteren, omdat de welvaart die wordt gecreëerd, doorsijpelt tot in de onderste regionen van de maatschappelijke piramide. Reaganomics met een sociaal gezicht.

60_Griffioen_3.jpgVoor beleidsmakers over de hele wereld zijn Florida’s knip-en-plaktheorieën een soort episteme geworden, waarbuiten niet te denken valt, zoals Martha Rosler vaststelt in haar bijtende The Culture Class (2013). Het lijdt geen twijfel dat het broedplaatsenbeleid er sterk door gekleurd is. Al is Florida’s trickle down-these vaak aangevochten, vanuit zowel linker- als rechterhoek, ze ligt in granieten tafelen gebeiteld op bureaus in de bestuurskamers van het gemeentehuis, de stadsdeelkantoren en de woningbouwcorporaties. Florida heeft een sociaal vernisje gegeven aan het broedplaatsbeleid, omdat hij ‘aantoont’ dat ook de armen en de ‘oncreatieven’ garen spinnen bij de aanwezigheid van culturele kweekkamers in hun buurt. Misschien is het uit dankbaarheid dat het ‘Kunstenplan 2005 – 2008’ Amsterdam Creatieve Stad is genoemd. In het rapport wordt trots gesteld dat Amsterdam ‘de eerste stad in Nederland, wellicht zelfs de eerste stad van Europa’ is die ‘cultuur systematisch in verbinding brengt met het sociale, economische en ruimtelijke beleid’.

Die toon weerklinkt ook in het rapport Versterken door verbinden. Kunst- en cultuurbeleid Nieuw-West 2011–2014. Er staat dat het lokale kunst- en cultuurbeleid moet fungeren als een ‘integraal onderdeel’, en dat het zelfs ‘één van de pijlers’ van de stedelijke vernieuwing is. En nu de vernieuwing stagneert, is het belang van kunst en cultuur enkel toegenomen, aldus het rapport. Nu bevinden ‘kunst- en cultuuractiviteiten’ zich ‘op het snijvlak van gebiedsontwikkeling, kunst- en cultuureducatie, talentontwikkeling en (cultureel) ondernemerschap’. Kunst en cultuur behoren tot de ‘voornaamste waardemakende voorzieningen’. Ze dragen bij aan de leefbaarheid van wijken, een betere sociaal-economische positie en ‘hogere vastgoedprijzen’.

Het staat er echt: kunst en cultuur dragen bij tot hogere vastgoedprijzen. Hoe dan? Alleen al door simpelweg te bestaan. Florida en zijn volgelingen beschrijven heel nauwkeurig hoe de aanwezigheid van ‘creatieven’ al volstaat om de economische opwaardering van stedelijke randgebieden af te dwingen. Dat is hun rol binnen de kapitalistische voedselketen. Florida: ‘Capitalism has also expanded its reach to capture the talents of heretofore excluded groups of eccentrics and nonconformists (…) setting them at the very heart of the process of innovation and urban growth.’ Zielsverwant Charles Landry spreekt in The Creative City van kunstenaars als regenerators, explorers of kickstarters van gentrificatieprocessen, die verwaarloosde gebieden nieuw leven inblazen en support structures genereren, zoals cafés, restaurants en winkels: ‘They then attract a more middle-class clientele.’ Het doel van de economische voorhoede is dus om de vastgoedprijzen te verhogen en meer potente consumenten aan te trekken. Dankzij hun ‘creatieve bedrijvigheid’ fungeren kunstenaars als ‘de voorlopers die beoogde doelgroepen [uiteindelijke kopers en huurders] aantrekken’, om een ontwikkelaar op een bijeenkomst over kunst en de woningmarkt te citeren.

De karavaan van Adelheid Roosen

Onderzoekster Boukje Cnossen, die vanuit Nieuw-West de interne ecologie van broedplaatsen onderzoekt, heeft moeite met die sterke nadruk op economische groei: ‘Je gaat vermoeden dat dit het zoveelste vehikel van het neoliberalisme is. “Flexibiliteit” en “ondernemerschap” dienen gewoon als discursieve dekmantel voor de verdere afbouw van de kunstensector.’

Culturele actoren draaien gewillig mee in de gentrificatie-industrie. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de voorhoedetaal waarmee ontwikkelingen in Nieuw-West ingekaderd worden. De teneur is dat de stad langzaam wordt uitgerold over het niemandsland erbuiten. Het gaat over ‘pionieren’, of zelfs over een ‘ontdekkingsreis’. Je proeft het in krantenberichten, die schrijven dat ‘Nieuw-West in opmars is’ en dat ‘studenten, kunstenaars en jonge ondernemers zich niet langer laten belemmeren door de A10’. De culturele actoren in Nieuw-West reproduceren dat idioom. Een tentoonstelling met schilderijen in Slotermeer krijgt de naam ‘Go West’. Georganiseerde fietstochten langs de broedplaatsen heten ‘expedities’. In ronkende pr-teksten spreekt men over het ‘openen’ van de wijk voor publiek, over de tocht naar de ‘overkant’ of over ‘ontginnen’. Maar natuurlijk is Nieuw-West geen braakliggend veld of niemandsland. Er wonen mensen. Zo’n 144 200 stuks. Het vertoog is echter met de punt naar buiten vormgegeven, gericht op mensen buiten Nieuw-West en bedoeld om hen te lonken.

Een ingewikkeld geval is het gevierde locatietheaterproject Wijksafari Slotermeer. In mei 2012 werden bezoekers door Marokkaanse jongens achterop de scooter door de wijk gereden, van speellocatie naar speellocatie. Maakster Adelheid Roosen wilde met het project verschillende werelden met elkaar in contact brengen en dat lijkt, afgaande op de reacties van bezoekers en betrokkenen, goed gelukt. Geen van de talloze krantenkritieken stelde echter de vraag hoe buurtbewoners het ervaren als er een maand lang, vier speeldagen per week, rond de zeventig ‘bezoekers’ door de buurt zwermen. Omdat de publieke ruimte het decor is, worden zij noodgedwongen veroordeeld tot het figurantendom. Of je nu een sigaretje rookt bij de tramhalte of in een advocado knijpt bij de groentestal, zodra de karavaan langstrekt, acteer jij ongevraagd mee in de multiculturele mooiweershow van Adelheid Roosen. Jij hoort niet bij de kijkers, maar bij wie bekeken wordt. Zo wordt je ‘andersheid’ nog eens extra benadrukt. Als buurtbewoner kwam dit op mij over als een sociaaldemocratische vorm van aapjes kijken. Slumming, maar dan gezellig.

Culturele actoren draaien gewillig mee in de gentrificatie-industrie

En zo lijden vele kunstprojecten in Nieuw-West aan wat BAVO ‘culturele therapie’ genoemd heeft: goedbedoelde culturele initiatieven ontnemen het zicht op desastreuze, bureaucratische ontwikkelingen, omdat ze te gefixeerd zijn op het verzachten van de bijeffecten.Kunst wordt dan een palliatief, in plaats van dat ze diepe, structurele problemen voor het voetlicht brengt – zoals het verband tussen stedelijke vernieuwing en bevolkingspolitiek, of het verlies van de publieke ruimte en de opkomst van gated communities in ‘Nieuw Nieuw-West’. Wat blijft er over van het subversieve potentieel van kunst als de kunstenaars zich zo mak schikken naar de status quo? Wordt zo de legitimiteit van de stadsvernieuwingsoperatie niet alleen maar dieper bestendigd? Neem de tijdelijke parken die her en der in Nieuw-West zijn ingericht, op lege kavels die al jaren wachten op investeerders. Het meubilair is zo ontworpen dat het in één dag ingeklapt en weggereden kan worden. De gemeente hoeft maar in de vingers te knippen, bijvoorbeeld omdat er een ontwikkelaar gevonden is, en alle interventies zijn weer verdwenen.

Armoede verhuizen met kunstenaars

In de Kolenkitbuurt, vlak tegen de binnenringse stad aan, is de vernieuwingsmachinerie weer op gang gekomen. In de komende jaren worden alle portiekflats gesloopt, op twee na. Het aandeel sociale woningbouw kegelt naar beneden, van boven 90% naar rond 50% – of in sommige buurten zelfs ver daaronder. De ‘oorspronkelijke’ bewoners krijgen voorrang op de markt, maar je hoeft geen wiskundewonder te zijn om te begrijpen dat niet iedereen terug kan. En wat doen de kunstenaars? Ze richten een gratis verhuisdienst op, omdat ze hebben gehoord dat de bewoners die moeten vertrekken, opzien tegen de geld- en tijdrovende verhuizing.

60_Griffioen_4.jpgDit voorbeeld demonstreert dat ‘zachte’ stadsvernieuwing niet in de plaats komt van ‘harde’ stadsvernieuwing, maar dat beide onderdeel zijn van dezelfde operatie. De ‘zachte’ aanpak wordt gebruikt om de transitie van ‘probleemwijk’ en ‘droomwijk’ zo soepel mogelijk te laten verlopen. De creatieve sector dient als glijmiddel om de tussentijd te veraangenamen, middels ‘sociale’ kunstprojecten en broedplaatsen, maar ook door een homestead-politiek waarbij kunstenaars zich voor een schijntje kunnen vestigen. De huurders met rechten zijn verdrongen, de poort staat wijd open voor tijdelijke huurders met een minimum aan rechten.

Zo is er ook in de Kolenkitbuurt duidelijk ingezet op initiatieven die draaien op kunstenaars. Binnen een straal van 500 meter tel ik in elk geval vijf van dergelijke projecten. Vrijwel zonder uitzondering hebben ze een maatschappelijke taak in de buurt, in ruil tegen een directe subsidie of indirect via een ‘vastgoeddeal’. In het laatste geval gaat het bijvoorbeeld om een woon-werkproject waarbij kunstenaars voor een schijntje (onder de 100 euro) een woning kunnen huren, op voorwaarde dat ze drie uur per week meedraaien in een van de sociale projecten in de buurt.

Is dit dan welzijnswerk-nieuwe-stijl? Terwijl overal in Amsterdam buurthuizen gesloten worden en er hard bezuinigd wordt op sociale functies, fungeren kunstenaars als een soort onderbetaalde buurtwerkers. Deze culturele actoren werken in een overbevolkt veld, waar de belangen vaak overlappen met andere organisaties en instanties, buurtcoördinatoren, praktijkteams, participatiemakelaars, wijkconciërges en hulpverleners. De samenhang is niet altijd helder. ‘Er zit geen systeem in. We zitten in elkaars subsidievaarwater. Dat is de verdeel-en-heers-strategie van de stad’, stelt een buurtorganisator. ‘Stad en corporaties profiteren van de onduidelijkheid. Ze hoeven minder te investeren, en met al die verschillende projecten lijkt het rendement erg hoog.’ Straks is de hardware vervangen en zijn al deze softwaredeskundigen overbodig.   

Volgens de buurtorganisator hebben we de bodem van de put nog niet bereikt. ‘Er gaat in deze maatschappij gewoon heel veel minder geld komen. Ons systeem wordt vreselijk Amerikaans. Buurthuizen zijn een luxe uit de jaren 1970, dat kunnen we ons niet meer permitteren. Dan is de vraag: moeten we dan maar helemaal niets doen en de doelgroepen die echt aandacht nodig hebben, zoals kunstenaars en buurtbewoners, gewoon laten stikken?’

Dweilen met de afbraakstaat

De creatieve klasse, zelf half slaapwandelend, gidst de maatschappij richting een griezelige nachtwakerstaat

Zo proberen veel kunstenaars, ontwerpers, onderzoekers en critici in de ‘creatieve hotspots’ van Nieuw-West voor zichzelf een plek uit te kerven in een overvolle sector, waarin steeds minder te verdelen is. Ze veren van klus naar klus, en intussen proberen ze tijd en ruimte te vinden om niet slechts te produceren, maar ook te reflecteren. De ‘nouveau poor’, zo typeert Hito Steyerl die klasse. Of nog: ‘lumpenfreelancers’. Het woord ‘freelance’ is afgeleid van huurling: een ‘free lance’, wiens zwaard niet ter beschikking staat van slechts één heer. Een prachtige metafoor voor deze generatie: verlost van het juk van gedwongen dienstbaarheid aan een almachtige heer, maar daarmee ook verstoken van privileges. Vrij, maar ook gevangen in het voortdurende ‘Nu’ van vriendendiensten, openstaande rekeningen, schijnsuccessen, tijdelijke wooncontracten, social media exposure, merkloze koffie en naderende deadlines. Mag er van dat ‘gedeterritorialiseerde’ vreemdelingenlegioen wezenlijk engagement verwacht worden? Loyaliteit, engagement en solidariteit blijken zich maar moeilijk te vestigen op de instabiele fundering van proces- en projectmatig werk en lage, onregelmatige inkomsten.

Sommige van de creatieve nomaden in dat circuit hebben wel door dat ze als een economisch instrument worden ingezet, maar nemen dat, murw gebeukt in de eindeloze zoektocht naar geld en ruimte, voor lief. Zo ontstaat er een keten van medeplichtigheid waaruit niet te ontsnappen valt. ‘Vrijwel alle vormen van subsidie zijn afgeschaft, wat kunnen we anders? We worden allemaal gedreven door de nood om goedkoop te wonen’, zegt een kunstenaar, woonachtig in een broedplaats. Een ander, deelnemer van een sociaal woonproject: ‘Er is niemand die heel principieel gaat roepen “ik leef liever op straat!” als je hier bijna voor niets in een huis kan zitten.’

Participeren betekent in de praktijk kritiekloos meewerken aan de afbraak van een welvaartsstaat

Nieuw-West is zelf één grote broedplaats. Op dat nest wordt de participatiemaatschappij uitgebroed. Gemeenschapskunstenaars, culturele adviseurs, politici en ambtenaren houden gezamenlijk het nest warm. Het woord ‘participatiemaatschappij’ – door de koning gemunt in zijn eerste troonrede en vrijwel terstond tot ‘woord van 2013’ gekroond – is natuurlijk newspeak voor een overheid met een minimum aan verantwoordelijkheden en uitgaven. De constatering van filosoof Jacques Rancière dat participatie vandaag de dag niets anders is dan het opvullen van de gaten die de macht laat vallen, wordt in Nieuw-West onderstreept door de gemeenschappelijke arbeid van de creatieve klasse.

Zonder het goed en wel door te hebben, kruipen wij – ik hoor zelf bij deze groep, en ben zelfs bij enkele hierboven beschreven projecten betrokken geweest – in de rol van ‘de vriendelijke lieden wier hulp altijd kan worden ingeroepen om te dweilen, als de regering zichzelf wenst te ontslaan van haar verantwoordelijkheden’, om Claire Bishop te parafraseren. Participeren betekent in de praktijk kritiekloos meewerken aan de afbraak van een welvaartsstaat, die gebaseerd was op gelijkheid en solidariteit. De creatieve klasse, zelf half slaapwandelend, gidst de maatschappij richting een griezelige nachtwakerstaat, waarin de regering haar taken afgeknot heeft tot het aansteken van de straatlantaarns. Of kunnen kunstenaars dat ook goedkoper doen?

 

Roel Griffioen studeerde Journalistiek en Kunstgeschiedenis. Hij is freelancejournalist en onderzoeker, en woont in Amsterdam Nieuw-West. Hij schreef dit artikel met een onderzoekstoelage van rekto:verso.

Met dank aan Alejandro Ramirez en Taf Hassam.

 

^ Terug naar boven
 

Reacties

Goede analyse, mijn

Goede analyse, mijn complimenten en dank! Ga zo door.

roel goed artikel- ik hen een

roel goed artikel- ik hen een tijdje in west gelogeerd bij mijn zus en herken me in je betoog. wat mij wel opviel was dat de kunstenaars niet bij actviteiten met buurtbewoners aanwezig waren zoals een filmpresentatie bij het leger des heils.
het beleid heeft in de hele stad zijn weerslag.
ik woon in een van de oudste atelier/woonwerkgebouwen in amsterdam-zuid. het is een monument- zomerdijkstraat van architect zanstra, gebouwd in de crisis in 1932 door en voor kunstenaars. de bestemming is gewijzigd zonder de bewoners persoonlijk in te lichten. de woningen worden nu te koop aangeboden en aan het amsterdamse atelierbestand onttrokken. vanwege het convenant sociale huurwoningen tussen woningbouwverenigingen en de gemeente zijn er geen vergunningen of toestemming meer nodig. de bewoners hebben gepleit bij het stadsdeel en de centrale stad om het unieke karakter van het pand voor een nieuwe generatie knstenaars te behouden. ondertussen krijg ik steeds meer berichten dat woningen binnen de ring die ooit als atelierwoningen zijn gebouwd aan het bestand van cawa worden onttrokken. cawa heeft volgens een van mijn buren aangegeven dat kunstenaars buiten de ring moeten wonen en werken.
ook broedplaatsen als volkskrantgebouw en wollantstraat hebben hun langste tijd gehad als creatieve brroedplaats en hun functie vervuld.
het lijkt mij zaak om hier in een breder kader aandacht aan te besteden.

Niet alleen kunstenaars ook

Niet alleen kunstenaars ook gemotiveerde idealistische leerkrachten, het onderwijs in het algemeen, zet men in als goedkope buurtwerkers/creatievelingen om een wijk te veraangenamen.
De vaag omschreven visies in projecten zoals ' Brede School' (zie link) bevestigen eenzelfde trend.
http://www.ond.vlaanderen.be/bredeschool/visie/visietekst_2010.htm#_Toc2...
Kunst- en cultuureducatie als sleutel naar een succesvol leven en een job met een verloning die je in staat stelt om zo'n hippe loft te kopen.

Zeer knap en tegelijk confronterend artikel.

Al meer dan 15 jaar geleden

Al meer dan 15 jaar geleden is het beschreven verschijnsel van gentrificatie in Nieuw-West begonnen. In Osdorp werden bejaardenwoninkjes in het Stadspark Osdorp aan de Wolbrantskerkweg omgetoverd tot studentenhuisvesting. Voor de ouderen hadden deze woninkjes geen toekomstwaarde meer...
Het meest stuitende van deze ontwikkeling vind ik nog steeds dat men zich niet druk lijkt te maken over waar de verdreven mensen naartoe moeten. Dat moeten ze zelf uitzoeken. Steeds weer gaat de discussie over 'de transformatie van de buurt' en niet over de zorg voor de mensen die er wonen en werken. Alsof het pionnen zijn in het grote Monopolyspel dat boven hun hoofden gespeeld wordt.

"Het meest stuitende van deze

"Het meest stuitende van deze ontwikkeling vind ik nog steeds dat men zich niet druk lijkt te maken over waar de verdreven mensen naartoe moeten. Dat moeten ze zelf uitzoeken. Steeds weer gaat de discussie over 'de transformatie van de buurt' en niet over de zorg voor de mensen die er wonen en werken. Alsof het pionnen zijn in het grote Monopolyspel dat boven hun hoofden gespeeld wordt."

Spijker op de kop, Helma. Jouw boek 'Onrust in Park en Stad' heeft mij daarvoor de ogen geopend (ik heb je er een jaar of vier, vijf geleden ook hierover geïnterviewd, misschien weet je dat nog).

Zeer veel dank voor dit

Zeer veel dank voor dit scherpe artikel. Als bewoner van Slotervaart ben ik benieuwd wat er uit de eieren kruipt als het legsel is uitgebroed. Ik ben trouwens ook wel benieuwd naar het perspectief van mijn buren op dit alles. De meesten van hen hebben denk ik nog nooit van een broedplaats gehoord. Ik zal het ze eens vragen voordat ze gedwongen moeten verhuizen naar...ik weet niet waar.

Goed verhaal en belangrijk

Goed verhaal en belangrijk dat dit zo scherp wordt geagendeerd. Dank daarvoor. Wat ik wel mis is iets van trots en plezier om samen de stad te maken. Het is evooral een aanklacht over hoe creatieven worden misbruikt. Het zou helpen om ook te duiden dat dit een beweging kan worden die dwingt om andere keuzes te maken voor de ontwikkeling van steden en wijken. daar ben cik toch wat optimistischer over

Twee leestips:
http://deruimtemaker.nl/2014/01/20/de-spelregels-voor-organische-gebieds... is vergelijkbare analyse maar dan bekeken vanuit gebiedsontwikkeling.
www.decaleidoscoop.org is instrument voor lokale initiatiefnemers en lokale politiek om op 5 niveaus gemeentebesturen te bewegen maatschappelijke initiatieven serieuzer te nemen.

Interessant artikel, en zeer

Interessant artikel, en zeer volledig! Het sluit aan bij een vrij recent stuk in de groene Amsterdammer:

https://www.groene.nl/artikel/te-duur-voor-de-middenklasse

Vooral een boek wat hierin genoemd, The Just City, is een aanrader.

Veel dingen die je vertelt

Veel dingen die je vertelt zijn nogal makkelijk afgeschoven naar bezuinigingen. De stad loopt werkelijk over van allerlei subsidies die naar rare en onduidelijke groepjes gaan, waarvan totaal onduidelijk is wat er mee gebeurt. Het lijkt me daarom erg logisch dat de stad wil weten waar het heen gaat, en dat hierop bezuinigd wordt.

Het is gewoon erg goed dat achterstandswijken worden vernieuwd. En oude gebouwen vervangen door nieuwe gebouwen lost geen problemen op, maar kost wel tientallen miljarden euro's. Ooit heb ik college gehad van een Hongaarse sociaal onderzoeker, en zijn meesterwerk was een onderzoek door heel Europa; de conclusie was dat iedere wijk waar meer dan 20 of 25% van de woningen sociale huur was, onvermijdelijk een achterstandswijk met veel criminaliteit, werkloosheid, schooluitval en bijbehorende problemen zou worden. Er zijn nog steeds buurten in Nieuw-West, Noord en Zuidoost waar 80-90% van de woningvoorraad sociale huur is. Er zijn buurten in het Centrum en binnen de A10-ring waar bijna geen sociale huur is. Dat moet gewoon simpelweg worden weggetrokken, want anders kan je doen wat je wil, maar verandert er niets. Ik woon zelf in zo'n buurt en dat is niet altijd een feest.

Op zich vind ik het verder een heel interessante conclusie die je trekt, en ik denk ook dat je gelijk hebt dat zachte vernieuwing de harde vernieuwing heeft vervangen. Ik vind het alleen jammer dat je zo met je vingertje staat te zwaaien dat het fout is. Amsterdam is een links bolwerk, en sinds de Tweede Wereldoorlog is de PvdA (de sociaaldemocratische arbeiderspartij) altijd al de grootste geweest (http://nl.wikipedia.org/wiki/Amsterdam_(gemeente)#Politiek). Dat heeft de stad heel veel goede dingen gebracht, maar ook minder goede dingen. Het lijkt me niet meer dan terecht dat die minder goede dingen ook gewoon eens erkend moeten worden, en dat ook wel eens wat anders mag worden geprobeerd dan gelijk die aloude tactiek van sloop-nieuwbouw. Het divers maken van buurten vind ik een erg interessante tactiek die voor mijn gevoel veel vruchten blijkt af te werpen, zeker omdat veel dingen minder geforceerd gaan.

Roel, dank voor deze

Roel, dank voor deze analytische observatie. Je legt de vinger op de zere plek. Hier in Amsterdam zingt je artikel al rond, hoop dat het door velen wordt gelezen. Hopelijk kan het bijdragen aan een discussie die (breder) gevoerd zou moeten worden. Met als resultaat een mentaliteitsverandering en alternatieven? Hartelijke groet, Victorien

Beste Roel, een goed en

Beste Roel,

een goed en doorwrocht stuk, dank daarvoor. Het legt de vinger op een zere plek waar te weinig bestuurlijke aandacht voor is. Het zou elke outsider nog verbazen hoe balletjes op lokaalpolitiek niveau kunnen rollen. De klakkeloze overname van Richard Florida's geloofsovertuiging is daar een mooi voorbeeld van.

Desondanks mag het wel gezegd worden dat Amsterdam, ondanks de voortkruipende invloeden zoals jij beschrijft, als stad nog steeds erg vriendelijk is naar de lagere inkomens. Zonder het sociale huurwoningbeleid waren alle laagopgeleide / niet-blanke / slecht betaalde mensen er allang uit gegentrified. En zoals iemand hier al in de comments meldt, op zo'n grote gemeente als Amsterdam verdwijnt er al heel wat geld om onduidelijke redenen in onduidelijke gaten; althans, dat is het gevoel. Dan neemt de roep om meer controle en strenger budgetteren toe, en neemt de vanzelfsprekendheid van subsidies af.

Desonanks: ook al ben ik geen Amsterdammer, ik ken er veel mensen in dergelijke situaties en kan me geheel en al vinden in je conclusie. Het is een bredere maatschappelijke tendens waarvan ik ook niet zie hoe dat (op afzienbare termijn) zal veranderen. Zoals je treffend omschrijft, iedereen schikt zich uiteindelijk, murw geslagen, in de nieuwe status quo.

Wat me nog het meest steekt aan het beleid zoals je het hier schetst, is de desinteresse van bestuurders om de onderlaag (we zeggen het niet graag in Nederland, maar ik doe het hier toch) te helpen of te stimuleren. Het is zoals jij ook schrijft beleid gericht op het langzaam verdrijven van onrendabelen en het binnenhalen van een demografische groep die meer gewenst is. Het lost geen enkel maatschappelijk probleem op, maar verschuift het slechts naar een ander gebied. Ook vind ik het krankzinnig dat hogere vastgoedprijzen als iets ronduit positiefs worden gezien, een teken van een stad die blaakt van gezondheid. Is Amsterdam nog niet duur genoeg? Je kunt hier wel aan zien in wiens lobbyistische zak beleidsmakers zitten.

Zoals een van de buurtbewoners die je aan het woord laat, zie ik ook Amerika als een mogelijke voorbode van wat Nederland kan worden. Dat heeft een aantal ronduit huiveringwekkende en vervreemdende aspecten, maar ik ga toch mijn commentaar met een positieve noot afsluiten.

Sarah Kendzior, een antropologe / schrijfster die regelmatig stukken schrijft voor Al Jazeera, ziet het begin van een nieuwe trend. New York is voor veel kunstenaars en creatieven tegenwoordig zo duur, dat het gewoon niet leuk meer is en men zich begint af te vragen of daar nog wel te halen is waar men voor komt. In Kendziors woorden is er wel behoefte aan de resultaten van creativiteit (hippe producten, nieuwe ideeën, interessante mensen) maar is men (de 'consumenten' van creativiteit) nauwelijks geïnteresseerd voor het moeilijke, hakkelende, kronkelige pad van wat creativiteit is (schetsen, proberen, vallen, opstaan, experimenten zonder duidelijke uitkomst). Dat leidt ertoe dat veel beginnende creatieven in NY eigenlijk alleen aan de bak kunnen als privé-kunstenmaker van het vermogende deel van de stad, bijvoorbeeld als muziekleraar voor hun kinderen.

Veel nieuwe entrepreneurs trekken nu naar steden als Baltimore, Detroit of St. Louis (waar Kendzior woont). Daar is de criminaliteit wel hoger, maar de huur veel lager en ontstaat er werkelijk een bruisende scene waar veel uit voortkomt zonder dat iedereen onder dergelijke pittige economische omstandigheden hoeft te zwoegen. Conclusie: waarom is Amsterdam eigenlijk the centre of the universe voor Nederlandse creatieven? Laat die gentrification-architecten lekker links liggen en verkas naar Rotterdam of Eindhoven. (Ik weet het, zo makkelijk gaat het niet want zo'n beetje alle instituties op creatief gebied zitten in Amsterdam, maar toch he.)

http://www.aljazeera.com/indepth/opinion/2013/12/expensive-cities-are-ki...

Interessant artikel. Ik vraag

Interessant artikel. Ik vraag me met Helma af waar alle 'verdrevenen' naar toe zijn gegaan. Waar het probleem naar toe is/wordt verhuisd? Maar ook hoe veel mensen zich maar in de schulden zijn gaan steken om dat koophuis dan maar - met minimale korting- te kopen om in hun wijkie te blijven wonen. Om vervolgens hun baan te verliezen en in dramatische schuldproblematiek terecht zij gekomen. Weet iemand daar iets over??

Heb dit artikel met stijgende

Heb dit artikel met stijgende verbazing gelezen. Nieuw-West blijkt een “plaats delict”, waar creatieven “medeplichtig” zijn aan een losgeslagen participatiemaatschappij die de totaalgentrificering van het stadsdeel beoogt. Even voor de duidelijkheid: er zijn op dit moment welgeteld vijf broedplaatsen in Nieuw-West. Dit betekent dat in heel veel buurten in het stadsdeel de kans klein is dat bewoners daadwerkelijk geconfronteerd worden met de stoottroepen van het neoliberalisme. Hippe ‘nieuwe stedelingen’ zie je sowieso niet veel in Nieuw-West. In het artikel wordt gesuggereerd dat als onderdeel van de stedelijke vernieuwing oorspronkelijke inwoners verjaagd worden om plaats te maken voor witte gentrifiers. De cijfers spreken dit tegen.

Hoewel het aandeel sociale huur in Nieuw-West is teruggebracht (tussen 2005 en 2013 met 6,8% oftewel 2179 woningen) is het totale totaal aantal woningen in het stadsdeel sinds 2000 met bijna 8000 stuks toegenomen. Het aantal inwoners is ook flink gegroeid, van 125.000 in 2000 tot 140.000 in 2013. Nieuw-West heeft welbeschouwd een flink deel van de bevolkingsgroei van de stad sinds 2000 opgevangen. Echter, de nieuwe bewoners zijn geen frappuccino slurpende hipsters, maar hoofdzakelijk allochtone gezinnen. Het aandeel niet-westerse allochtonen in de totale bevolking van Nieuw-West nam tussen 2000 en 2013 toe van 37% naar 50%. Het betreft voor een flink deel huishoudens die behoren tot een nieuwe middenklasse. Zij profiteerden van het ruime aanbod aan betaalbare huur- en koophuizen in Nieuw-West. Niet voor niets is aantal (en aandeel van) gezinnen in de bevolking van het stadsdeel gegroeid, terwijl het aantal alleenstaanden afnam.

Gentrifiers zijn nog altijd schaars in Nieuw-West. Hun aandeel in de bevolking groeide met meer dan 5% in 5 buurten verspreid over het stadsdeel, maar elders was sprake van afname: tot 5% in 22 buurten en zelfs met meer dan 5% in 11 andere buurten. Er is weldegelijk een sterke migratiebeweging vanuit de stadsdelen binnen de ring naar Nieuw-West. Het betreft echter vooral die allochtone gezinnen, waaronder vele die hun woningsituatie verbeteren door naar nieuwbouw buiten de ring te verhuizen. Hun vertrek houdt wellicht verband met gentrification in West en Oost, dat zou nader onderzocht moeten worden. Dat geldt ook voor het negatieve migratiesaldo van Nieuw-West met de rest van Nederland. Een terechte vraag van Helma Hellinga dus.

Ik vind dat het artikel op krakkemikkige wijze tracht het Amerikaanse discours over gentrification en ongelijkheid op Nieuw-West te projecteren. Hierin slaagt de schrijver alleen door de feiten te negeren en op tendentieuze wijze allerlei initiatieven te brandmerken als in essentie ‘fout’. Ik kan mij goed vinden in Griffioens eindconclusie dat we zonder het door te hebben meewerken aan de afbraak van de verzorgingsstaat. Ik geloof ook dat de stad plek moet bieden aan iedereen die de behoefte voelt er te wonen. Het brandmerken van één van deze groepen, de gentrifiers (in het geval van Nieuw-West geheel onterecht), als schuldig lijkt me onzin. Als we serieus vinden dat de stad er voor iedereen is, moeten we bereid zijn woningen voor iedereen te bouwen. Hoe en waar, lijkt me een goede discussie waard. Overigens ben ik benieuwd wat de Hongaar uit de reactie van Ventje te zeggen heeft over het aandeel van 35% sociale huur in droomwijk Stadsdeel Centrum.

Hoi Errik, dank voor je

Hoi Errik,

dank voor je commentaar.

Het artikel is bedoeld om discussie aan te zwengelen en het doet mij deugd om te zien dat het daarin slaagt. Interessante statistieken. Even voor de duidelijkheid: er zijn op dit moment welgeteld elf broedplaatsen in Nieuw-West, althans volgens stadsdeel Nieuw-West en wethouder De Wilt. Enkele daarvan huiveren bij het woord ‘broedplaats’, dus noemen zij zich anders. De facto vallen zij onder hetzelfde beleid, en zij worden door de ambtenarij ook simpelweg als broedplaats aangemerkt. Andere broedplaatsprofessionals die ik sprak beamen dat NW koploper is en spreken de verwachting uit dat hier de komende jaren de rek zal zitten. Kortom, in Nieuw-West zijn op broedplaatsgebied de meeste ontwikkelingen, en dat gaat alleen maar meer worden.

Broedplaatsen zijn vooral werkplekken, dus in de bevolkingsstatistieken zal je dat niet terugvinden. Dan zijn er ook nog de bovengenoemde woonprojecten voor kunstenaars, waarbij sprake is van een vastgoeddeal, als een soort antikraak plus. Deze projecten worden niet meegeteld in het aantal broedplaatsen. Nu bevinden die zich bijvoorbeeld in het zuidelijke deel van de Kolenkitbuurt waar, met in totaal rond de veertig appartementen in beheer, en een stuk of vijf projectenruimtes, waaronder een ruilwinkel, een galerie en plek met biertjes uit microbrouwerijen. Om de hoek is er een pop-up restaurant, aan de overkant van de Burgemeester de Vlugt een uitgebreid gemeenschapskunstproject. Ik weet het, administratief gezien valt de Kolenkitbuurt niet onder Nieuw-West, maar stedenbouwkundig natuurlijk wel, en de problemen en oplossingen zijn eender.) Dan is er ook een pop-up restaurant om de hoek, plus een uitgebreid gemeenschapskunstprogramma. In zo’n piepklein buurtje is de aanwezigheid van ‘creatieven’ zeer sterk voel- en zichtbaar. Momenteel worden deze woonprojecten in de Kolenkit opgerold omdat het hele plangebied gesloopt gaat worden, maar naar verluidt wordt in ieder geval een van de twee projecten overgeheveld naar een volgend plangebied, in Nieuw-West. Verscheidene insiders hebben mij verteld dat zij verwachten dat hierop gaat worden ingezet in de komende jaren. In de gebieden die het dichtste tegen de ring aanliggen, gaan de ontwikkelingen het snelst – wellicht simpelweg omdat daar de grond het meest waardevol is, dus de machinerie het eerste weer op gang komt?

De cijfers die je geeft vanaf 2000 zijn zeer interessant, maar jij weet natuurlijk dat die periode in twee brokken uiteenvalt: voor de crisis betekende stadsvernieuwing vooral sloop en nieuwbouw, na de (officiële of officieuze, daar verschillen de meningen over) bouwstop is er vooral ingezet op tijdelijke oplossingen: antikraak, creatieve woon- en werkprojecten, gemeenschapskunstprojecten, etc.. Die tijdelijke oplossingen hebben – in mijn optiek – tot doel om de leefbaarheid en grondprijzen op peil te houden tot er weer in bakstenen geïnvesteerd kan worden. Ik denk dat de oplossing niet (alleen) in bakstenen zit, maar (vooral) in duurzame investeringen in de gemeenschap.

Verder wil ik opmerken dat ik al de hierboven genoemde initiatieven niet wil brandmerken als in essentie ‘fout’ (zoals jij suggereert) en ook niemands idealisme wil miskennen (zoals Erik stelt) maar wel dat culturele actoren wat mij betreft kritischer mogen zijn op hun eigen positie, en oog moeten hebben voor de processen waarin zij een rol spelen. Ik denk juist dat al deze – soms zeer bewonderenswaardige en geslaagde – initiatieven deel uitmaken van hetzelfde programma dat in ieder geval een gedeelte van deze buurtbewoners wil vervangen door betere, nettere, en - ja - meer kapitaalkrachtige bewoners. Straks komt de sloop-, nieuwbouwmachinerie weer op gang en dan mogen alle creatieven hun spullen weer pakken, dan worden die zwaarbevochten buurttuinen weer gesloten, verdwijnt die leuke ruilwinkel, verdwijnt dat sympathieke project met Marokkaanse vrouwen, is er geen plek meer voor dat min of meer succesvolle buurttheater. Alle kunstenaars-annex-buurtwerkers mogen op zoek naar een nieuwe plek, of worden overgeheveld naar een ander stedelijk rampgebied. De buurtbewoners die zij kortstondig geholpen hebben, zijn dan al vertrokken, om vaak niet meer terug te keren. Ik dik het misschien beetje aan hier, maar dit is volgens mij wel de crux van wat zich thans afspeelt.

Oei, dit is veel te lang geworden. Ook alle anderen: dank voor het commentaar!

-> Erik Buursink: De Hongaar

-> Erik Buursink: De Hongaar uit de reactie van Ventje zou waarschijnlijk zegen dat het aandeel sociale huur in het Stadsdeel Centrum veel lager is. Tot enkele jaren geleden was sociale huur in Nederland immers mede bedoeld voor de lagere middeninkomens, en niet de laagste 5-10% van de inkomensverdeling die internationaal als definitie wordt gehanteerd . Juist die iets meer verdienende groep, en niet de groep gentrifiers uit Roel's stuk, draagt de ontwikkeling van Nieuw West die je schetst. Die groep heeft ook het meest te verliezen bij de harde inkomensgrens die de Nederlandse regering heeft ingevoerd (met Brussel als schaamlap maar het idee kwam toch echt uit Den Haag) en zij wonen ook in de wat grotere sociale huurwoningen die de corporaties als gevolg van de verhuurdersheffing moeten gaan verkopen. Die twee ontwikkelingen zijn de echte bedreigingen voor Nieuw West en mijn eigen stadsdeel (Noord). Als de gebruikers en bewoners van de broedplaatsen de gevolgen hiervan iets minder erg maken door zich voor de buurt in te zetten dat alleen maar winst. Deze mensen neerzetten als frontsoldaten van het neoloberalisme miskent hun idealisme en haalt hun inzet onderuit.

PornEcology. That's what

PornEcology. That's what this article is to me. Sorry. In my experience, as the culture activist, volunteer and resident, the last year was a major change and more positive change is coming.

I'm also surprised that you skipped through or 24 murals and all the activities around them: http://www.hartvannederland.nl/nederland/noord-holland/2013/grijze-muren...

Zelfs na opnieuw lezen van

Zelfs na opnieuw lezen van het stuk - en de commentaren, begrijp ik nog steeds niet helemaal de porté van deze discussie. In de reactie van Roel op de bijdrage van Errik staat echter de volgende - ik denk essentiële - zin: "Ik denk juist dat al deze – soms zeer bewonderenswaardige en geslaagde initiatieven deel uitmaken van hetzelfde programma dat in ieder geval een gedeelte van deze buurtbewoners wil vervangen door betere, nettere, en - ja - meer kapitaalkrachtige bewoners." Afgezien van dat dit wel erg riekt naar een complottheorie, houdt het ook geen rekening met de dynamiek van de politieke werkelijkheid.
Ik denk namelijk dat Roel wel degelijk gelijk heeft dat dat motief een rol gespeeld heeft bij de oorspronkelijke stedelijke vernieuwingsplannen van wat toen "Parkstad" heette. Men verwoordde het natuurlijk anders ("De eenzijdige samenstelling van de bevolking – met een hoog aandeel probleemgezinnen en mensen met een laag inkomen – moet verbeteren door Parkstad aantrekkelijker te maken voor hoger opgeleiden en mensen met een ruimere beurs." Iets dergelijks zal er wel gestaan hebben.), maar het komt op hetzelfde neer.
Wat Roel echter over het hoofd ziet, is dat men daarbij absoluut geen behoefte had aan broedplaatsen, of hoe ze zich dan ook willen noemen. De broedplaatsen zijn er deels gekomen ondanks de stedelijke vernieuwing en deels pas nadat er een politieke verandering had plaatsgevonden. Daarbij werd men geholpen door de crisis die de stedelijke vernieuwing vertraagde, waardoor er gebouwen ter beschikking kwamen voor creatieven.
En ja, we beschouwen de broedplaatsen en de aanwezigheid van creatieven die zich extra willen inzetten voor de buurt als een instrument om verandering teweeg te brengen. Echter niet de verandering waar Roel aan denkt. Wat we willen is dit stadsdeel meer een onderdeel maken van Amsterdam, met méér stedelijkheid, méér ontmoeting, méér diversiteit, kortom meer reuring.
Volgens mij heb ik in mijn gesprek met Roel er ook de nadruk op gelegd dat ik niet uit ben op het vervangen van de inwoners van Nieuw-West door andere, kapitaalkrachtige of anderszins, bewoners, maar dat het mij juist gaat om de ontwikkeling van onze eigen bewoners.
Veel van de nieuwe Amsterdammers in dit gebied hebben inmiddels kinderen die zich ontwikkeld hebben, die beter opgeleid zijn dan hun ouders. Er is ook een middenklasse ontstaan van mensen die wél succesvol zijn geweest. Velen van deze willen graag in Nieuw-West blijven. Daar moet dan wel de mogelijkheid voor zijn.
Ik vraag me bovendien af wat Roel nou precies beoogt. Moet ik ophouden met ruimte voor creatieven te realiseren? Moeten we weer terug naar de het oude ideaal van de slaapwijken? Wilt u reuring? Gaat u dan vooral naar het centrum! Rust, graag. Geen evenementen en geen horeca. En die vieze armoedzaaiers willen we niet in dit stadsdeel. Dat meen je toch niet?
Ik vind het prima als je mijn beleid met enig wantrouwen bekijkt en waarschuwt voor de mogelijkheid dat als straks de markt weer aantrekt al die mooie broedplaatsen weer verdwijnen. Precies om die reden ben ik ook niet zo'n voorstander van de tijdelijkheidscultus die momenteel nogal veel gehoord wordt. Ik wil graag permanent méér ruimte voor creativiteit en diversiteit.
De nieuwe stedelijke vernieuwing wil precies dát mogelijk maken. Niets mis mee, toch?

Beste Paulus, zeer veel dank

Beste Paulus, zeer veel dank voor deze reactie. Je maakt een paar rake aanmerkingen op mijn stuk.

Je hebt in het gesprek inderdaad duidelijk gesteld dat jij geen volgeling bent van die tijdelijkheidcultus. Mooi zo, echt, want ik heb de indruk dat veel beleidsmakers dat wel zijn. Toch heb ik sterk het idee dat die cultus in Nieuw-West een feit is. Broedplaatsen hebben misschien nog de meest duurzame aanwezigheid, met – naar ik meen – contracten voor vijf of tien jaar. Ik woon in de Bakemabuurt, die nu bijna volledig bevolkt wordt door anti-krakers, en studenten met jaarcontracten. Wat doen wij daar? Het overbruggen van de bouwdip. Ondertussen ontmoet ik in andere buurten mensen die niet weten wat nu de status van hun straat is: wordt alles nou gesloopt, of toch niet? Ik geloof dat jij ijvert voor meer duurzame oplossingen – ik denk dan bijvoorbeeld aan jouw prikkelende plan voor de Bakemabuurt als ‘vrije culturele zone’, hoewel ik daar ook wel een paar vraagtekens bij heb. Maar de vermoeidheid waarmee dat soort plannen worden ontvangen in de woningbouwwereld, in combinatie met een toename van tijdelijke initiatieven, wekt bij mij het vermoeden dat wij met onze rechtenvrije wooncontracten gewoon de boel warm houden tot de Parkstad-machinerie weer op gang komt. Ik hoop dat ik ongelijk heb?

Ik ken het argument ‘ meer reuring’ en ja, daar had ik meer recht aan kunnen doen in het artikel. Ik geloof ook dat ‘ reuring’ goed is, maar of het een doel op zich moet zijn, dat weet ik niet. Als ik door over de Burg. De Vlugtlaan, via Plein 40-45, naar huis wandel heb ik bovendien nooit het idee dat er reuring te kort is in Nieuw-West. (Ik zit nu tijdelijk in een stad in het buitenland, en mis eerlijk gezegd de reuring van De Vlugtlaan.) Maar misschien denk je aan een ander soort reuring? Het type reuring dat anderen misschien gentrificatie noemen?

Het valt me vooral op dat de

Het valt me vooral op dat de kunstenaars in dit artikel ons van bovenaf opgelegd worden en zichzelf als buitenstaander zien en voelen. Als buurtbewoner van Amsterdam-Nieuw-West erger ik me daar heel erg aan. Dat is het probleem: al die mensen van boven en van buiten. Het blijft top-down terwijl een buurt juist gebaat is bij bottom-up of grassroots (leuke termen allemaal bedacht door politici en geleerden).
En voor 'creatieven' (wat dat ook mogen zijn) die zich ontzettend uitgebaat voelen: als je voor 100 euro een huis huurt tegen zo'n 12 uur werken per maand: dat noem ik niet slecht betaald. Dat noem ik ruim 30 euro (op zijn minst!) per uur verdienen.

Ik snap je ergernis en ben

Ik snap je ergernis en ben het ook deels mee eens, maar ik geloof dat je ook wel snapt dat de berekening wel erg kort door de bocht is... Gaat een beetje voorbij de kritiek van dit artikel. En snijdt ook wel juist gedeeltelijk aan wat jij zo kort formuleert

Ik merkte in 2007 al zoiets

Ik merkte in 2007 al zoiets op – zie de homepage-link. Heel raak en heel interessant betoog, dat ik hier zie. Met al die commentaren moet ik het toch eerst nog op m'n gemak doorlezen. Tot dan houd ik het nog op onderhoud, onderhoud, onderhoud. Verhuurders, lokale overheid en bewoners (vooral huurders) moeten zichzelf en elkaar daar beter op aanspreken. Zo lang dat niet serieus gebeurt, blijft er in Nieuw-West een situatie bestaan waarin in elk geval bewoners niet serieus genomen worden. Dat bewijst ook de schofferende manier waarop bestuurders per dossier vele tientallen burgers met hun zienswijzen afserveren.

Dit was de

interessant Arnold!

interessant Arnold!

http://www.mmr.cz/getmedia/ca

http://www.mmr.cz/getmedia/ca719017-ac81-4d5a-bdce-65417e47b211/Tosics.pdf

Daar staat e.e.a. uitgelegd. Kijk vooral eens op pagina 13.

http://www.mmr.cz/getmedia/ca

http://www.mmr.cz/getmedia/ca719017-ac81-4d5a-bdce-65417e47b211/Tosics.pdf

Daar staat e.e.a. uitgelegd. Kijk vooral eens op pagina 13.

Goed artikel, het ontbreken

Goed artikel, het ontbreken van kritiek is in Nederland echt een probleem.

Ik ben er erg blij mee omdat eindelijk eens een oefening in opnieuw inzicht proberen te krijgen over wat er nu eigenlijk in gang wordt gezet. We kunnen zo eens samen de rekening opmaken. Nee (Paulus), het is geen complot theorie. Het is uiterst zinnig om te reflecteren vanuit de verschillende perspectieven. Ik ervaar zelf een enorme CITY MARKETING machine die alles de hele tijd schoonveegt. Ook debat en reflectie op het stedelijke beleid (broedplaatsen/ achterstandswijken etc etc) wordt zorgvuldig gekuist,...
Het verschil tussen cultuur en promotie is vervaagd.

Goed om eens iets te overdenken.... Waar werken wij vanuit de beeldende kunsten aan mee?
Het heroverwegen van de ingenomen posities en van de belangen is iets wat echt ontbreekt en ik denk dat het artikel op een zinnige manier bijdraagt aan andere inzichten/ wellicht een verkenning van nieuwe perspectieven. Kijk hierbij eens naar de rol die de mensen nemen in Oost (voormalig Dieren asiel) aan de Polderweg. http://www.at5.nl/artikelen/65929/voormalig-dierenasiel-gekraakt

Post new comment

The content of this field is kept private and will not be shown publicly.
  • Web page addresses and e-mail addresses turn into links automatically.
  • No HTML tags allowed
  • Lines and paragraphs break automatically.

More information about formatting options

Als maatregel om geautomatiseerde spamrobotten tegen te gaan, vragen wij u het huidige jaar in te vullen. Op die manier kunnen we uw bericht onderscheiden van spam.
By submitting this form, you accept the Mollom privacy policy.