De betekenis van het Kunstendecreet voor de toekomst van de sociaal-artistieke praktijk

Na de bekendmaking van de preadviezen voor de subsidies 2006-2009 zat het er begin april bovenarms op in het sociaal-artistieke veld. 'De betrokken adviescommissie had de vastgelegde criteria aan haar laars gelapt' en 'keek enkel maar door een artistieke bril'. Dat werd door sommigen ervaren als 'de doodslag voor alles wat er al die jaren is opgebouwd'. In haar uiteindelijke adviezen in mei verwoordde de commissie meer gefundeerd waarvoor ze stond, maar echte rust kon ze daarmee toch niet brengen. Zeker nu Anciaux zopas (nadat deze teksten geschreven werden) de finale knoop heeft doorgehakt, wordt dé discussie van het najaar: wat betekent het Kunstendecreet voor de toekomst van de sociaal-artistieke praktijk?

Kontro
de kunst van vage mensentaal

: Mia Grijp

Het verleden:

IETS ontstaat, organisch en uit liefde voor ...  Een 'broedsel' wil naar buiten. In intieme kring klinkt het: 'mooie droom, maar niet realistisch'.  Het broedsel zelf gelooft echter iets anders. Tastend, op de toppen van de tenen, zoekt het zijn plek om zelfstandig te gaan ademen. Dan hoort het dat het niet alleen is, dat er nog van dezelfde soort zijn. Nog vrijbuiters. Ze willen menselijkheid toevoegen aan een systeem dat blind en doof geworden is voor de noden van diegenen waarvoor het ontworpen is. Ze geloven niet zomaar in wat er overzichtelijk op papier vastgespijkerd staat. Ze geloven in oogcontact, intuïtie, lichaamstaal: het domein voorbij de woorden waarmee al miljoenen jaren gecommuniceerd wordt. De broedsels vormen een weefsel, een beweging die nieuw leven wil inblazen in papieren termen als verdraagzaamheid, wederzijdse steun en onderlinge verbondenheid. Het is een beweging die weigert 'een machtssysteem te dienen dat elke dag uitnodigt om het goorste van het menselijk wezen te laten zien' (Galeano). Een beweging die het recht neemt om uit de tredmolen te stappen, die niet meer wil meedoen. De geest van de tijd? Waarschijnlijk.

Toen een tiental jaar geleden op verschillende plekken organisaties ontstonden die later naar de naam 'sociaal-artistiek' zouden gaan luisteren, waren de verwachtingen hoog gespannen. We waren onderweg naar het nieuwe millennium. Warmte en creativiteit zouden in ere hersteld worden, alles ging veranderen! Het paradijs op aarde was (alweer) in wording. En het beleid pikte dat op … De broedsels, geëvolueerd tot een beweging die niet thuishoorde in het reguliere systeem, kregen kans op een tijdelijk nest. Omdat er nog geen kanalen voorhanden waren om hen 'te wettigen', werden ze ondergebracht in 'het nest van diegenen die nog geen regulier onderkomen hebben binnen het reguliere systeem'. Dat werd in 2001 het experimentele (jaarlijks aanpasbare) reglement voor sociaal-artistieke werkingen, in de wandelgangen ook wel eens 'de pot van Anciaux' genoemd. Op zich werd daarmee een gezonde situatie gecreëerd, maar het nest kon juridisch gezien maar drie jaar overleven. Aldus besloot het systeem waarbinnen de constructie was opgezet om steun te verlenen aan 'het nest van diegenen die nog geen regulier onderkomen hadden binnen het reguliere systeem'. Er werd stevig gewerkt om dat nest alsnog ergens thuis te laten horen. Alle creatieve sprongen van buitenbeentjes buiten het systeem werden verzameld en in logische, aangepaste regels gegoten. Het nest moest een sector worden. En aangezien alle broedsels, nu organisaties, zich bedienden van artistieke disciplines, werden ze ondergebracht binnen het nieuwe decreet van de kunsten. Het Kunstendecreet.

Het heden:

Er werd een kader ontworpen! Met als een van de regels: 'denken buiten de kaders'. Tegelijk werden er mensen gezocht die wilden beoordelen wie van de broedsels mocht groeien en wie uit het nest moest worden gewipt. Tussen die beoordelaars zouden ook oorspronkelijke broedsels zitten. Zij moesten erover waken dat de rest van de beoordelaars begrepen waar het allemaal om begonnen is. Ze zouden de essentie bewaken, en buiten gaan wanneer hun dossier besproken wordt. Een mooi idee. Een beoordelingscommissie, zo wil de mythe, is als een rechter. Eens de pruik opgezet, wordt ze neutraal. Maar … een beetje acteur weet dat onder elke pruik een mens zit. Dat neutraliteit niet bestaat. Of zouden commissievoorzitter Koen De Ruyck en commissielid Geert Six dat wel kunnen, in neutraliteit beoordelen? We willen er graag in geloven. Maar hoe komt het dan dat De Vieze Gasten en de Unie der Zorgelozen, de respectieve organisaties waar zij beiden banden mee hebben, bij de recente eerste beoordelingsronde van het Kunstendecreet de meest lovende adviezen kregen? Neutraliteit bestaat niet. Bij niemand die lijf en leden veil heeft voor een sociaal-artistieke broednest.  

Veel zorgwekkender is echter de aanspraak van het systeem zelf op objectiviteit, op een objectieve beoordeling volgens papieren wetjes. Het ontworpen beoordelingskader, waarbinnen op een integere, inzichtelijke manier geëvalueerd moet worden hoe goed men onder meer 'buiten de kaders denkt', staat haaks op de praktijk. Want wie wil beoordelen, moet a priori papier als realiteit zien. Die moet — om het een beetje overzichtelijk te houden — abstractie maken van oogcontact, intuïtie en lichaamstaal, alles waar het voor deze sector in essentie om gaat. Diegenen die intuïtief werken en geloven in organische groei, komen dus geamputeerd aan de start. Dat werd ook aangetoond door de adviezen, en dan nog los van de negatieve adviezen voor jonge broedsels als De Klink en Collectief Theater Hart. Ook anderen werden verweten 'een taalgebruik te hanteren dat niet helder is'. Net die open, niet-vastgespijkerde benadering is echter een noodzakelijke voorwaarde voor creatieve processen. Die groeien langzaam, onvoorspelbaar, organisch en vrij. En dus moet men definities en omschrijvingen dagelijks herzien. Het is ontzettend moeilijk, zoniet onmogelijk om dit in één kastje te duwen.

Want wat doet de praktijk? Wat is sociaal-artistiek ongeveer, als we dan toch eventjes een constructieve poging wagen? Medewerker Bert Lemmens verwoordde het onlangs als volgt: 'Het is de rechtstreekse vertaling van wat leeft in en tussen de mensen, gezien door de multifacet-ogen van een theateratelier.' 'Rechtstreeks', omdat er geen tussenpersoon is die even gaat interpreteren wat er gebeurt. Het gebeurt collectief. Het wordt collectief geregistreerd, verteerd, voor goed bevonden en weerhouden of als irrelevant verworpen. 'Vertaling', omdat de groep zoekt naar die uitdrukking, die verwoording die het strikt persoonlijke overstijgt en bronnen aanboort van diepere algemene menselijkheid. 'Wat leeft in en tussen de mensen', omdat vertrouwen en wederzijds respect binnen dit heel bijzondere ecosysteem van vele leeftijden en culturele en etnische groepen, het de individuele deelnemer mogelijk maakt om zijn diepste emoties en dromen te gaan delen met anderen, in de absolute zekerheid van empathie en respect. 'Multifacet-ogen', omdat men niet slechts als doelgroep, of combinatie van verschillende doelgroepen aan dit project bijdraagt, maar als individu met een bepaalde achtergrond en bagage. Tenslotte 'atelier', in de meest directe betekenis van 'werkplaats' (een plaats waar men iets maakt, eraan sleutelt, bouwt en verbouwt ... tot het werkt!), omdat de essentie van het gebeuren een groepswerk in uitvoering is, waarbij de groei even belangrijk is als het eindproduct. Het is eigenlijk een zuiver taoïstische ervaring, waarbij 'tao' net zo goed de weg betekent waarop je gaat, als de actie van het gaan.

Wat we maken, is dus de onbemiddelde vertaling van wat leeft in en tussen de mensen, al gaande. Het is zoeken. En zonder intuïtie en constante bezinning haal je het niet. De commissie daarentegen houdt niet van intuïtie, maar van rigide systemen. Dat bewijst bijvoorbeeld haar makkelijke bejubeling van de theorie van het veerkrachthuis, gebruikt binnen de geestelijke gezondheidszorg. De commissie heeft te weinig vertrouwen in wat het leven dagelijks aan mogelijkheden biedt (en niet alleen omdat ze te weinig projecten concreet gezien heeft). Zo adviseert ze ook aan verschillende organisaties om af te stappen van de klassieke theatertaal en vernieuwende concepten te bedenken. Maar dat gaat volledig voorbij aan het belang van techniek in dit vak. Om tempo te halen op een piano moet je óók de juiste vingerzetting kennen, wil je niet vroeg of laat in de knoei komen. Het is óók enkel de juiste préparation die ervoor zorgt dat je een pirouette draait. Nieuwe methodieken ontstaan niet omdat er een aantal mensen rond een tafel gaan zitten en om vernieuwing schreeuwen, maar omdat je doorleefde patronen en basistechnieken voortdurend verder ontwikkelt en bijstelt. In praktijk, al doende: dáár werken mensen op elkaar in en brengen ze bij elkaar innerlijke verschuivingen teweeg die zich vroeg of laat naar buiten vertalen. Zó worden er nieuwe accenten gelegd en ontstaan er nieuwe benaderingen: omdat verandering eigen is aan de mens. Alleen systemen huppelen achterop. De realiteit is hen altijd een stapje voor. Laat ons dus alsjeblieft ophouden met het voeren van tijdrovende non-debatten, en de vrijgekomen ruimte gebruiken om het leven te vieren: een excellente toegangspoort tot creatie.

Wij blijven vragen om niet gedwongen te worden om tegen onze instincten en onze organische ontwikkeling in te gaan omwille van een voor ons onbegrijpelijke behoefte aan duidelijkheid. Het niet weten is een ongelofelijk rijk domein, onontbeerlijk in de kunsten. Daarom deze oproep aan alle vrijbuiters binnen de sector, zo die er nog zijn: als we samen iets kunnen doen, dan is dat onze beginselen blijven verdedigen. We zijn ontstaan buiten de kaders, we moeten blijven vechten voor het recht om 'niet te passen'. We zijn niet recupereerbaar, geen tijdelijk fenomeentje voor studiegroepen. We moeten de waan van de controle negeren, blijven hameren op het herstel van een aantal geteisterde menselijke kwaliteiten. We hoeven niet tot in den treure om de oren geslagen worden met oubollige begrippen als 'vernieuwing'. We zijn er voorbij. Want als je organische processen en intuïtief handelen als realiteit aanvaardt, in plaats van ze voortdurend te minachten, hoef je het nooit meer over vernieuwing te hebben. Je zit er middenin. Je spreekt dan van evolutie.

Om het met Bodifée te zeggen: 'In het contact tussen mensen overstijgt de wereld de onverschilligheid van haar mechanische processen.'

verso
spieren ontwikkelen en trainen

: Koen De Ruyck

Met 'de kunst van een vage mensentaal' geeft Mia Grijp een mooie omschrijving van wat de sociaal-artistieke praktijk is of kan zijn. Die titel impliceert wel meteen dat het geen evidente kunst is. Het staat allemaal nog maar in zijn kinderschoenen, en er moet nog heel veel onderzocht en opgebouwd worden. Het is iets nieuws. Ik vergelijk dat graag met een spier die nog ontwikkeld en getraind moet worden. Daar horen dagelijkse oefeningen bij. En af en toe ook nieuwe oefeningen, spontaan ontwikkeld op basis van de vorige. Op dat vlak ben ik het volstrekt eens met Mia Grijp. Als ze de beoordelingscommissie verwijt te veel vast te houden aan papieren trainingsschema's en te weinig vertrouwen te hebben in de intuïtieve praktijk zelf, zie ik daar weinig concrete bewijzen voor. Het klopt dat we als nieuw aangetreden commissie zeker niet alle sociaal-artistieke projecten hebben kunnen zien, maar dat wil niet zeggen dat we zomaar abstractie maken van 'intuïtie, oogcontact en lichaamstaal'. Integendeel, we geloven daar als commissie juist heel sterk in. Net omdat deze kunstvorm zo nieuw is, zijn we er bij de advisering voortdurend van uitgegaan dat de sociaal-artistieke praktijk een dagelijkse zoektocht is, hard en moeilijk.

Alleen hebben heel weinig organisaties zich in hun dossiers de moeite getroost om ons net dát goed uit te leggen, hoe moeilijk die oefeningen zijn. Bij sommigen místen we precies dat besef van vrije, langzame en onvoorspelbare processen. Anders gezegd: er werd te veel vastgehouden aan de gekende structuren, vanuit een zekere starheid. Kunst is durven onvoorspelbaar zijn, durven trainen op intuïtie. Als we dat in een dossier niet voelden, dan was dat voor ons al een reden om te neigen naar een negatieve advisering. Het klopt dan ook hoegenaamd niet dat organisaties die meer intuïtief zouden werken, in onze adviezen geamputeerd werden. Negatief geadviseerd zijn juist die organisaties bij wie we een hunkering naar groei misten, of bij wie de hele toekomst al van naaldje tot draadje leek vastgespijkerd. Dat gaat namelijk in tegen alles waar de sociaal-artistieke praktijk voor staat. Nogmaals: je moet durven vertrouwen op intuïtie. Alleen is dat voor ons nog iets anders dan dat je in je dossier geen heldere taal zou kunnen gebruiken. Mensen die al doende het juiste verband zijn gaan snappen tussen sociaal en artistiek, creëren vanzelf een heldere taal. En in het verlengde daarvan is het schrijven van een dossier toch geen oninteressante oefening? Je maakt met je team de balans op van waar je staat en schrijft op basis daarvan een gezonde intentieverklaring. Het is een vorm van introspectie, om tot de juiste conclusies te komen. Máák die denkoefening! Die is voor ons niet in tegenspraak met de intuïtie van het dagelijkse creatieproces. 

Het lijkt wel alsof Mia Grijp het eigenlijke nut van een overheidsbeleid tegenover de sociaal-artistieke praktijk in twijfel trekt. We mogen ons daar als kunstenaars echter niet van afkeren. We moeten juist actief blijven meedenken. En dat is meteen ook de reden waarom ikzelf ingegaan ben op de vraag om commissievoorzitter te worden. Het beleid is iets wat we moeten koesteren, in plaats van het uit handen te geven aan enkel externe experts. Binnen de kortste keren wordt zo'n commissie dan iets onwezenlijks. Nee, laat het maar iets van ons zijn. Daarom vind ik echt dat er ook in andere adviescommissies kunstenaars zouden moeten zitten. Het is een kwestie van je verantwoordelijkheid opnemen. Niet om op te treden als scherprechters, maar om bijvoorbeeld het sociaal-artistieke veld geëngageerd mee te helpen ontwikkelen. Mia Grijp insinueert dat daarmee de neutraliteit van onze commissie er volledig bij inschiet. Dat vind ik vooral een grove belediging aan het adres van de andere commissieleden. Het is zeker zo dat iemand als Geert Six staat voor een duidelijke visie op de toekomst van de sociaal-artistieke praktijk, maar hoeft dat daarom te betekenen dat iedereen dan meteen voor zijn verhaal zwicht? Het gaat hier niet om een beïnvloeding, maar om een inspireren van het collectieve commissiegesprek. En dat is in dit stadium van de groei van de sociaal-artistieke praktijk uiterst belangrijk. Samengevat: de Unie der Zorgelozen en de Vieze Gasten kregen van de zeven aanvragen voor vier jaar de meest lovende (maar zeker niet kritiekloze) adviezen, omdat ze gewoon de beste dossiers voorlegden. Mijn eigen verhaal met de Vieze Gasten is trouwens heel summier. Ik ben daar nog nooit op een vergadering aanwezig geweest, ik begeleid er gewoon elke dinsdagavond de buurtfanfare en treed er samen mee op.

Waar deze hele discussie eigenlijk om draait, is de vraag of het wel zo'n goed idee was om de sociaal-artistieke praktijk in het Kunstendecreet te stoppen. Tussen de lijnen lees ik bij Mia Grijp net die bezorgdheid, en zo zijn er diverse andere disbelievers. Maar ikzelf zal altijd met hand en tand blijven verdedigen: ja, dat was een goed idee. De sociaal-artistieke praktijk hóórt in het Kunstendecreet. Dat heeft niets te maken met 'vakjes' of 'rigide systemen', maar alles met nieuwe stappen in de ontwikkeling van dit veld. Want van waar komen we? Alles is tien jaar geleden begonnen vanuit het Armoederapport van de Koning Boudewijnstichting, vanuit de idee van armoedebestrijding dus. Men ging op zoek naar werkvormen om tot beweging te komen, om mensen weer een zelfbeeld te geven en hen meer sociaal te verankeren in hun directe omgeving. Dan is er toevallig ondervonden dat kunstenaars, als ze ook humaan voelend zijn, daar sterk in kunnen helpen. Kunstenaars werken immers vanuit impulsen waar veel mensen niet meer op durven vertrouwen, en hebben zo vaak een werkbaar zelfbeeld gecreëerd. In hun samenwerking met mensen bij wie dat zelfbeeld meer geraakt was, ontdekten kunstenaars dat je zelfs met hen iets op scène kon creëren dat de goegemeente kon beroeren en verbazen. Niet via de geijkte weg, maar op een eigen manier.

Op een bepaald punt kom je in zo'n proces voor een keuze te staan, en daar zijn we nu. Ofwel zeg je: we zijn er, en we laten iedereen maar gewoon doen waar hij zin in heeft. Of je kiest: bon, we hebben dat ontdekt, nu gaan we daar verder in zoeken om tot een beter resultaat te komen. In die laatste optie proberen kunstenaars hun fantasie zo te verwezenlijken dat ze met hun spelers bij iets hogers uitkomen dan wat er daarvoor was. Dat is de optie voor het Kunstendecreet. Binnen zo'n kader kan de sociaal-artistieke kunstvorm haar spieren verder trainen, via meer uitwisseling met de reguliere artistieke sector. En dat is géén ontkenning van het sociale aspect, zoals velen suggereren. Goed sociaal-artistiek werk is geen weegschaal waarbij het sociale omgekeerd beweegt met het artistieke. Integendeel. Hoe beter de sociale coherentie tussen de deelnemers is, hoe meer artistieke kwaliteit het eindresultaat zal hebben. En omgekeerd: hoe secuurder kunstenaars mét hun groep voor het artistieke gaan, hoe meer dat uiteindelijk sociaal ten goede komt aan de mensen zelf. Je moet op beide aspecten kwalitatief bezig zijn. Alleen lijken sommige organisaties, en ook Kunst en Democratie (ongeveer het steunpunt voor het sociaal-artistieke veld, wh), echt bang te zijn voor het artistieke. Alsof het om iets gevaarlijks gaat. Maar waarom zouden ze niet samenwerken met kunstenaars? Binnen bijvoorbeeld de reguliere podiumkunsten werkt men al tien jaar heel erg vanuit de instincten van de acteurs zelf. Kunstenaars hebben die sociale werkwijzen dus al enigszins mee. Het enige verschil is dat je met professionals klei boetseert, terwijl het in een sociaal-artistiek project om marmer gaat. Je ziet als begeleider bij mensen aders die je wil aanboren, maar als je er een te harde tik op geeft, kan de hele boel in stukken breken. Marmer boetseren is gewoon een grotere uitdaging.

Pas op, ik vind zeker niet dat elke organisatie verplicht met kunstenaars in zee moet gaan. Sociaal basiswerk met een creatieve inslag is minstens even zinvol. Maar het probleem is nu dat voor dat soort werkingen weinig volwaardige vangnetten bestaan naast het Kunstendecreet. Dat is dé uitdaging voor de toekomst: dat ook binnen sectoren als jeugd, welzijn of justitie geld vrijgemaakt wordt voor sociaal-artistiek werk. Pas dan zullen we echt transversaal aan de slag kunnen gaan. Voor het zover is, kan je echter moeilijk iedereen blijven opvangen in het Kunstendecreet. Met het voorgaande experimentele reglement kon de commissie zich dat nog veroorloven, en bepaalde organisaties het voordeel van de twijfel gunnen. Maar nu de trein echt vertrekt, moet je toch een bepaalde selectie maken. Anders zou op de duur zelfs de gemiddelde speelpleinwerking met een creatieve monitor er bij moeten kunnen, en dan kan je over vier jaar inderdaad zeggen dat het weinig zinvol was om in het Kunstendecreet mee te stappen. Nee, laat die speelpleinwerking vooral heel goed bezig zijn binnen het jeugdwerk, ondersteun ze dáár. En handhaaf ondertussen het Kunstendecreet voor die organisaties die via een kwalitatief onderzoek naar nieuwe methodieken net dat stapje meer willen zetten. En dan denk ik vooral aan de ontwikkeling van de artistieke spieren. Want in vergelijking met andere landen is het sociale verhaal hier in Vlaanderen immers al heel sterk en solide, qua ervaring en netwerken en zo. In sommige organisaties zelfs zo stevig, dat men geen extra duwtje meer durft geven. Sociaal-artistiek werk moet echter meer zijn dan een therapie. Het is pas als je dat ene stapje meer zet, dat de rock 'n roll begint.  

(Opgetekend door Wouter Hillaert)

^ Terug naar boven
 

Reacties

Post new comment

The content of this field is kept private and will not be shown publicly.
  • Web page addresses and e-mail addresses turn into links automatically.
  • No HTML tags allowed
  • Lines and paragraphs break automatically.

More information about formatting options

Als maatregel om geautomatiseerde spamrobotten tegen te gaan, vragen wij u het huidige jaar in te vullen. Op die manier kunnen we uw bericht onderscheiden van spam.
By submitting this form, you accept the Mollom privacy policy.