Carrousel Bruxelles

In alle debatten in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen werd Brussel bizar genoeg grotendeels buiten beschouwing gelaten. Als zich ergens uitdagingen aandienen, dan toch wel aan de Zenne. Ook creatieve geesten worden door Brussel uit hun tent gelokt. Rekto:verso peilde bij een paar kunstenaars, bloggers en architecten naar hun verhouding tot de hoofdstad. Wat kan kunst Brussel bijbrengen?

Mira Sanders

doceert aan Sint-Lucas architectuur

Waarin daagt Brussel als stad je uit?

‘Brussel is kosmopolitisch. In vergelijking met andere grootsteden is het een eerder kleinschalige stad, maar ze koestert allerlei complexe en onverklaarbare aspecten van het stadsleven. Brussel is een collage. Verschillende gelaagdheden (stijlen, culturen, sferen, kleuren) maken de stad. Er bestaat geen uniforme laag die Brussel emblematisch maakt. Ik hou van die complexiteit. Ze vraagt een continue verkenning van de stad.’

Wat kan kunst/architectuur bijdragen aan de toekomst van Brussel?

‘Kunst en architectuur trekken de massavisie open: niet eenzijdig naar de stad kijken, maar geraakt worden door haar verschillende prikkels en daarop reageren door nieuwe scenario's op te stellen, perspectieven te tekenen en (vooral) vragen te stellen.’

Wat vind je van alle stedelijke kunstenfestivals?

‘Ik voel me niet door alle kunstfestivals “getriggerd”. Aan het Jazzfestival hou ik goede herinneringen over. Waarschijnlijk omdat de bus toen de hele nacht reed en we, naast de verschillende jazzperformances, allerlei nieuwe districten in Brussel hebben ontdekt. We mogen ons gelukkig prijzen dat we van zo veel evenementen kunnen genieten; er is spijs voor iedereen. Maar door die veelheid staat de inhoudelijke en professionele invulling wel eens op een laag pitje.’

Welke bijdrage kan kunst leveren aan de publieke ruimte?

‘Eigenlijk word ik zelden aangesproken door kunst in de publieke ruimte. Die is meestal zo spectaculair, en neemt de hele visuele en mentale ruimte in. Toen ik tijdens Over the Edges in 2000 de knikker van Honoré d'O tegenkwam op een Gents plein, vond ik dat wel pure poëzie: een fragment van de stad in spiegelbeeld observeren, in een knikkertje dat niet veel groter is dan je duim. Een knipoog naar ons wereldbeeld én naar de beeldelementen van de Vlaamse Primitieven.’

54_Mailronde_© Nicolas Keppens380.jpgWelke culturele uiting vind je zo bijzonder dat je niet snapt dat ze zo onderbelicht blijft in de reguliere kunstensector?

‘Wat ik betreur, is het verdwijnen van de kleine toonplek Comptoir du Nylon (2003-2006) aan de Vlaamsesteenweg in Brussel. Daar traden verschillende kunstenaars op. Die interventies waren niet altijd even kwalitatief, maar er leefde wel iets heel sterks. Het aanbod van tentoonstellingen was zeer dense en varieerde nogal, zodat het telkens een verassing was om door de Vlaamsesteenweg te lopen. Men durfde er buiten zijn eigen grenzen te treden en gelijksoortige projecten te ondersteunen. Zo was er Anspach Center (2006), een project dat ik samen met David Evrard op poten heb gezet in een voormalig commercieel centrum, dat toen op het punt stond om herbouwd te worden tot een casino. We hadden alle ruimte en vrijheid gekregen om er invulling aan te geven, maar wel met een klein budget. Dergelijke kleinschalige initiatieven zijn vandaag schaars geworden. Jammer, want ze lieten toe om heel veel bekende en onbekende kunstenaars een plek te geven, én erkenning te krijgen van de stad. Het gaf een belangrijke vrijplaats, zonder op zeker te moeten spelen.’

Noem een good practice uit het buitenland waar Brussel baat bij zou hebben.

‘Het gras is elders niet altijd groener, maar we kunnen wel onze attitude verbeteren. We verkijken ons hier te zeer op geld en roem, en vergeten soms de kwaliteit van wat we presenteren. Ik denk aan het Beirut Art Center in Beiroet. Het wordt hoofdzakelijk gerund door kunstenaars en denkers, die hun equipe en programmering continu evalueren. Dat ligt waarschijnlijk aan hun ligging, en aan de noodzaak om financieel en politiek te overleven. Wij zouden kritischer moeten optreden en toch ruimte laten voor de poësis. In Brussel zijn heel veel boeiende kunstenplatforms, maar die gaan jammer genoeg heel weinig inhoudelijke verbanden met elkaar aan. Elk stelt zich tevreden met zijn portefeuille om zijn programma uit te stippelen. Omdat het politiek niet anders kan? Het lijkt wel alsof we telkens willen tonen dat we het warm water hebben uitgevonden. We vergeten dat we samen een geschiedenis hebben, waarin tal van evenementen ooit al (beter) georganiseerd zijn.’

 

Willy Thomas

is acteur en coördineert het Brusselse stadsproject Tok Toc Knock van KVS

Waarin daagt Brussel als stad je uit?

‘Als toneelspeler voel ik me uitgedaagd door het kleine bereik van mijn “moedertaal”. Vroeger waren taal en theater nauw verbonden met “het publiek”, dat als “vanzelfsprekend” tot dezelfde (sprekende) wereld behoorde als wie op het toneel werd gerepresenteerd. Vandaag is de werkelijkheid van de stad (en lang niet alleen in Brussel) niet langer in zulke spiegels te vatten.’

Wat kan kunst/architectuur bijdragen aan de toekomst van Brussel?

‘Indien kunst en architectuur de nieuwe, superdiverse stedelijke werkelijkheid erkennen, kunnen ze niet langer bogen op oude verworvenheden. De crisis die daaruit volgt, zou moeten leiden tot vernieuwde strategieën. De verscheidenheid vereist interactie die de bron kan zijn van nieuwe artistieke en architecturale ontwikkelingen. De kracht om met verbeelding om te gaan, is het sterkste wapen, maar dat geldt natuurlijk niet alleen voor kunst en architectuur.’

Hoe kan kunst de publieke ruimte 'veranderen'?

‘Door er te zijn.’

Welke culturele uiting vind je zo bijzonder dat je niet snapt dat ze zo onderbelicht blijft in de reguliere kunstensector?

‘Het bevreemdt me vooral dat er sowieso weinig werkelijkheid doordringt in de reguliere kunstensector. De opsplitsing “kunst” en “sociaal-artistiek” zou een aanwijzing genoemd kunnen worden van de onmacht van de reguliere kunstensector tegenover de werkelijkheid eromheen. Hoe lang kunnen die “progressieve burchten van behoud” nog standhouden?’

 

Anna Rispoli

is podiumkunstenaar, ingeweken in Brussel

Waarin daagt Brussel als stad je uit?

‘Voor een Italiaanse is het blasfemie dat koffie bijna 3 euro kost. Misschien is de prijs van voedsel een van de weinig zichtbare effecten van het feit dat we de stad delen met het Europese Parlement. Brussel is voor mij nog steeds erg meerduidig: verschillende steden zijn als het ware in elkaar ingebed. Sommige zijn zichtbaar, andere niet. Het is fascinerend om die verschillende steden te observeren, terwijl ze een soort bastaarddialoog met elkaar improviseren.’

Wat kan kunst/architectuur bijdragen aan de toekomst van Brussel?

‘Het woord “utopie” heeft in de kunst (en recent ook in de architectuur) een goeie positie verworven, terwijl het in de politiek of wetenschap nog altijd de connotatie heeft van potentiële mislukking. De mogelijkheid om visionair te zijn en zaken te verbeelden zonder censuur, om nieuwe ideeën rond burgerschap uit te vinden, om niet-commerciële manieren te zoeken om globale en lokale maatschappijen te verbinden: dat zijn allemaal kostbare middelen die een concreet debat over onze gedeelde toekomst kunnen voeden.’

Wat vind je van alle stedelijke kunstenfestivals?

‘Soms lijkt het alsof kunst de plaats inneemt van de politiek. Het debat over onze toekomst is haast sterker in het kunstenveld dan in de verschillende Brusselse parlementen. Het feit dat “de stad” als thema meer op de voorgrond treedt, is erg positief: stedelijke kritiek is erg noodzakelijk, en beetje bij beetje groeit het aantal mensen dat interesse toont voor de stad.’

Hoe kan kunst de publieke ruimte 'veranderen'?

‘Op vele verbluffende manieren. Problemen ontstaan als we een permanente verandering willen installeren, na de tijdelijke perspectiefwijziging die artistieke praktijken kunnen voorstellen. De grote uitdaging van publieke kunst is een sneeuwbaleffect te creëren.’

Welke culturele uiting vind je zo bijzonder dat je niet snapt dat ze zo onderbelicht blijft in de reguliere kunstensector?

‘Misschien het irrationele geweld van krump dance?’

Noem een good practice uit het buitenland waar Brussel baat bij zou hebben.

‘De burgemeester vanBogota, Antanas Mockus, en zijn surrealistische aanpak van de wet. Ik zou maar wat graag onze minister van Mobiliteit, verkleed als clown, de roekeloze chauffeurs  te lijf zien gaan, of de schepen voor Sociale Zaken in een Supermanpak over de stad zien vliegen, om na te gaan waar het gelijkekansenbeleid met voeten wordt getreden.’

 

Regine Debatty

blogt op we-make-money-not-art.com over kunst, design en technologie

Wat vind je van alle stedelijke kunstenfestivals?

‘In principe zijn ze fantastisch: ze openen de ogen, en tonen aspecten en eigenaardigheden van een stad die bewoners niet langer opmerken. Bovendien halen ze kunst en cultuur weg uit de musea en de galeries: dat is altijd goed. En iedereen houdt van een fijn feestje. Wel hangt er een beetje te veel “brood en spelen” over al die festivals. Vele evenementen doen niet zoveel meer dan bier of wodka trakteren, afhankelijk van welke sponsor ze konden strikken. Ze bouwen gewoon een feestje, maar gaan voorbij aan de echte sociale, ecologische en politieke kwesties waarmee een stad kampt. Ik zou stedelijke festivals meer risico’s willen zien nemen, meer willen zien functioneren als een forum dat burgers stimuleert tot debat en reflectie.’

Hoe kan kunst de publieke ruimte 'veranderen'?

‘Het hangt ervan af over welke kunst we het hebben. Kunstwerken die geselecteerd en gefinancierd worden door lokale overheden, dragen weinig bij aan de verandering van de publieke ruimte. Soms smukken ze alleen maar een plein op. Ik ben meer geïnteresseerd in wat niet-gesubsidieerde artistieke projecten teweegbrengen. Een goed voorbeeld is Santiago Cirugeda, een architect uit Sevilla die van de gaten in allerlei officiële procedures gebruikmaakt om het woonbeleid of het beheer van de publieke ruimte te verbeteren. Omdat zijn stadsbestuur hem geen speelplaats liet bouwen, vroeg hij een vergunning aan voor een container, waar hij die speelplaats dan bovenop plaatste. Onlangs heeft hij op YouTube een filmpje gepost waarin hij met Playmobilspeelgoedjes demonstreert hoe je een tijdelijke flat op je dak bouwt. Cirugeda’s oplossingen zijn goedkoop, snel en voor iedereen haalbaar. Kunst in de publieke ruimte kan ook functioneren als katalysator voor bredere discussies. Een schitterend voorbeeld daarvan is Conflict Kitchen, een street food joint in Pittsburgh waar men enkel eten serveert uit landen waarmee de Verenigde Staten in conflict zijn. Het eten is verpakt in papier met allerlei feiten over dat land (Iran, Cuba, Venezuela, Afghanistan): zijn regering, zijn cultuur, hoe de VS het percipieert. Conflict Kitchen creëert een forum voor conversaties die mensen normaal gezien niet voeren. De kunst kan misschien niet zozeer de publieke ruimte op zich veranderen, maar ze kan een noodzakelijke uitlaatklep bieden voor twijfels en ongemak. Als geen ander stimuleert ze het soort dialoog dat de media niet langer mogelijk maken.’

^ Terug naar boven
 

Reacties

Post new comment

The content of this field is kept private and will not be shown publicly.
  • Web page addresses and e-mail addresses turn into links automatically.
  • No HTML tags allowed
  • Lines and paragraphs break automatically.

More information about formatting options

Als maatregel om geautomatiseerde spamrobotten tegen te gaan, vragen wij u het huidige jaar in te vullen. Op die manier kunnen we uw bericht onderscheiden van spam.
By submitting this form, you accept the Mollom privacy policy.