Beste paddenstoelen,

Elke vrijdag schrijft een van onze vijf vaste online correspondenten een brief aan iets of iemand. Deze week laat Frank Keizer zich inspireren door bijzondere Japanse paddenstoelen, om anders te gaan leven met de doem van kapitalisme en ecologische rampspoed. 

Ik moet de hele tijd aan jullie denken. Ik ken jullie nog niet zo lang, maar jullie zijn een deel van mij geworden. Niet dat ik jullie gegeten heb. Ik heb jullie zelfs niet aangeraakt. Nog niet. Wel ben ik al bezig jullie te verteren.

75_keizer_matsutake 3.jpgJullie zijn niet zomaar paddenstoelen. Jullie zijn matsutake: een zeer geliefde en zeer geprijsde paddenstoel die aanbeden wordt in Japan. Jullie groeien tussen hard gesteente, op onherbergzame, verre plekken, in bosomgevingen waar het evenwicht door mensen verstoord is. Soms duiken jullie ergens op en ontstaat er een levendige handel in jullie, en soms zijn jullie ineens een jaar weg. Om ergens anders weer op te duiken. Jullie bijzonderheid is dat jullie kunnen leven en zelfs floreren te midden van ecologische verwoesting. Jullie waren de eerste levensvorm die weer opkwam in Hiroshima, nadat de atoombom de stad in 1945 had weggevaagd. Er zijn verhalen dat jullie inmiddels ook zijn opgedoken in Fukushima.

Ik ken jullie nog niet zo lang, maar de verhalen die rond jullie bestaan worden gesponnen, fascineren me en veranderen wat ik dacht te verstaan onder leven, politiek, geschiedenis, wereld.

Het was Anna Tsing die me over jullie vertelde. Haar kende ik van een boek over het Indonesische regenwoud als een plek van rommelige ontmoetingen tussen regio, staat en het globale niveau, waar politiek vanzelf opnieuw wordt uitgevonden als iets voorlopigs en heterogeens. Tsing is geïnteresseerd in de verstrengelingen, fricties en ongemakkelijke opeenstapelingen van de globalisering, en ze heeft jullie geplukt en van alle kanten betast en beroken. Nu ben ik – one sniff and whiff at a time – haar laatste boek aan het lezen: The Mushroom at the End of the World. On the Possibility of Life in Capitalist Ruins. Het is het verslag van heel wat ontmoetingen met jullie, van Oregon in de VS tot Japan, en van Zuid-Oost-Azië tot Finland, in rituelen en symboliek, in globale handelsketens en lokale geefeconomieën, bij precaire migrantengemeenschappen en bij rijke tussenhandelaren. Het boek getuigt over een jarenlang leven met matsutake, net zoals een antropoloog zou doen.

Precariteit is niet alleen somber, het is ook een morsige energie. Een werkelijke kans op verandering.

Alleen zijn jullie geen mensen, maar een andere soort. Tsing gebruikt jullie als metafoor voor een vorm en een mogelijkheid van gezamenlijk overleven, door een ongemakkelijk soort samenwerking, in de ruïnes die door het kapitalisme zijn achtergelaten. Wat gebeurt daar?

Het overleven van de matsutake is wat Anna Tsing ‘derde natuur’ noemt: iets wat niet dankzij, maar ondanks het kapitalisme in leven blijft. Tsing maakt overtuigend duidelijk dat dit hoe langer hoe meer de manier is waarop we allemaal leven – dus ondanks de met veel bombarie gebrachte verhalen over beschaving en vooruitgang. Maar ook ondanks de waarschijnlijkheid van een totale ecologische catastrofe. Een leven desondanks.

Volgens Tsing moeten we leren leven in dit ‘desondanks’, dat niet van voorbijgaande aard zal zijn. Moeten we werelden creëren waarin menselijke en niet-menselijke soorten samen leven, in gedeelde kwetsbaarheid. Anna Tsings verhalen over jullie worden bevolkt door een heerlijke, mottige bende personages: van plukkers en ondernemers tot wetenschappers, maar ook dennenbomen, aroma’s, stenen, modder. Precariteit is niet alleen somber, het is ook een morsige energie. Een werkelijke kans op verandering.

75_keizer_matsutake 2.jpgAnna Tsing biedt niet zozeer een theorie. Eerder verhalen. Die wakkeren bij mij vooral optimisme aan, een lust om anders te kijken, om geschiedenis los te weken van haar menselijke monopolie. Haar manier van schrijven is gebouwd op nieuwsgierigheid. Wat Anna Tsing doet, is een vorm van kunst: een kunst van aandacht schenken, van observeren hoe al die figuren met elkaar verbonden zijn, door lagen tijd, werelddelen en verschillende belangen heen, en hoe ze daarin assemblages vormen die niet passen – of hoeven te passen – in het verhaal van een grote, verenigde globale wereld waarin alle ritmes met geweld in overeenstemming zijn gebracht.

Tsings manier van kijken en vertellen laat zich niet leiden door harmonie of door veroveringszucht, maar door overlappingen. Naast, overheen, door elkaar. Geen utopisme, maar een vorm van speculatieve politiek, die ons – of in elk geval mij – kan bevrijden van de verlammende gedachte dat het allemaal niet meer te redden is, waardoor we ook alle opmerkzaamheid verliezen. Floreren in een ecologische catastrofe wil niet zeggen dat we door moeten gaan op dezelfde voet. Maar we kunnen ons wel afvragen hoe we zouden kunnen leven. Hoe werelden creëren zonder doemdenken of fantasie over een zachte landing?

Beste paddenstoelen, jullie zijn een oud verhaal, een nieuw verhaal, een bestaand verhaal – dat van de globalisering – dat van de zijkant wordt belicht. Het brengt ons in beweging om te kijken op een manier die werelden in de schaduw kan voeden, in plaats van ze over het hoofd te zien. Hoe kunnen we denken zonder de zekerheid van een afgrond, maar ook zonder de zekerheid van succes? Bij Tsing staan we steeds aan het einde van de wereld, maar ook aan het begin ervan.

 

^ Terug naar boven
 

Reacties

Post new comment

The content of this field is kept private and will not be shown publicly.
  • Web page addresses and e-mail addresses turn into links automatically.
  • No HTML tags allowed
  • Lines and paragraphs break automatically.

More information about formatting options

Als maatregel om geautomatiseerde spamrobotten tegen te gaan, vragen wij u het huidige jaar in te vullen. Op die manier kunnen we uw bericht onderscheiden van spam.
By submitting this form, you accept the Mollom privacy policy.