Ambacht in circus en visueel theater

Ambacht wordt vaak benoemd als iets wat de kunsten verloren zijn. Maar kun je er ook te veel van hebben? Of er te hard aan vasthangen? Het zijn vragen waar vandaag zowel circustheater als het ‘visuele theater’ (de hedendaagse mime) mee kampen. Waar dient het bijzondere metier van hun artiesten juist toe?

In theater lijkt ‘ambacht’ alleen nog een categorie die conservatieven bezighoudt, als ze zich nog maar eens opwinden over bijvoorbeeld ‘de tanende taalbeheersing bij acteurs’. Zij roepen in de woestijn. Tegenwoordig mag iedereen op toneel, zolang het veel zwaarder wegende criterium ‘authenticiteit’ maar gewaarborgd blijft. Dat maakt van theater misschien wel de meest democratische kunstvorm.popovichi1

Maar intussen wordt in meer lijfelijke podiumkunsten als mime of circus een heel andere strijd gevoerd. Kunde staat er traditioneel voorop. Zeker het old school circus, maar ook een hedendaags supergezelschap als het Canadese Cirque du Soleil, baseert zijn voorstellingen bijna uitsluitend op de haast bovenmenselijke en übertechnische controle van artiesten over hun lichaam. Mime voert misschien een minder extreem lichaam ten tonele, maar fysieke training is er net zo centraal, zowel tijdens de opleiding als in het creatieproces. Ook op het podium wordt het subject allereerst begrepen als lichaam: wat het in en over deze wereld te zeggen heeft, is wat het kan. Precies die sterkte wordt momenteel in vraag gesteld, vooral in het circustheater. De laatste tien jaar zet het ‘nouveau cirque’, bij ons bekend van Circus Ronaldo, Cie Ea Eo, Circo Ripoppolo en Circ’ombelico, niet enkel meer in op verbluffend technisch kunnen, maar tracht ze haar circustechniek in te zetten als vehikel voor een meer betekenisvol verhaal. Zo komt het nieuwe circus vandaag schoorvoetend terecht in de seizoensprogrammering van de Vlaamse kunsten- en cultuurcentra.

Loskomen van het ambacht als een anoniem en tijdloos houvast

Mime daarentegen lijkt zich in Vlaanderen niet te kunnen ontdoen van het romantische, enigszins stoffige imago van de witgeschminkte Pierrot. Zelfs al beweegt er veel in het veld van het visuele theater, de publieksperceptie volgt niet. Hoe dat komt? Alle pogingen tot interdisciplinaire vernieuwing ten spijt, blijven vele hedendaagse makers trouw vasthouden aan hun ambacht. Vaak lijkt hun demonstratie van metier een persoonlijke stem in de weg te staan. Vernieuwing wordt nog vooral begrepen als een vormelijk en technisch experiment, minder als een poging tot hedendaagse betekenisgeving. In de weegschaal van beide disciplines ligt de zoektocht naar een eigen en hedendaagse stem voorbij de universele en niet-tijdsgebonden taal van het loutere ambacht.

HET WACHTENDE AMBACHT

Een mooi beeld van die zoektocht bood midden februari de eerste editie van het Antwerpse Crossroads Festival for Visual Theatre. Het initiatief is een doorstart van het Mimefestival in Aarschot, dat in 2009 na twintig jaar werd stopgezet. Qua opzet lijkt er weinig verschil. Op het internationale programma in de Arenbergschouwburg en het Zuiderpershuis prijkten een twintigtal woordloze theater- en circusvoorstellingen uit Scandinavië, Oost- en Centraal-Europa, en zelfs uit Israël en Mexico. Samen boden ze opnieuw een breed scala van butoh, mime, circus, poppen- en maskerspel: even zoveel manieren waarop dit theater rechtstreeks, zonder verbale drempels, het onbewuste van zijn toeschouwers wil bespelen.

Grofweg getuigen de voorstellingen op Crossroads van twee verschillende omgangen met het ambacht van de fysieke acteur. In de eerste categorie is er Le Placard van het Frans-Servische gezelschap Gyöngyi Biro & Sophie Weiss, een voorstelling over twee vrouwelijke clowns in een te kleine kast. Elk in een dikke wollen jas, blijkt de ene nors en de andere op zoek naar aandacht en een beetje liefde, een gek danspasje of een glimlach. Hun lijven zitten te dicht op elkaars vel. Als de ene een arm plooit, krijgt de andere sowieso een elleboog in het gezicht. Het geeft een gepor en een bekkengetrek dat met grote bekwaamheid wordt uitgevoerd, maar dit duo verwart de specifieke taal van de mimespeler met de inhoud van hun voorstelling. Wat een verstild Wachten op Godot had kunnen zijn, wordt een brave stijloefening. Steeds opnieuw herhalen zich dezelfde klassieke tics. Ze leveren niet de gewenste absurditeit op, wel tandengeknars om zoveel vorm en zo bitter weinig frisheid.

Het vertrekpunt van Le Placard is duidelijk het eigen kunnen van beide makers, niet wat ze willen vertellen. Als toeschouwer kijk je naar een besloten ambachtelijke code, niet naar de (non)logica van een verhaal of een universum. Het doet een beetje denken aan de dramaturgie van traditionele circusnummers, die zich baseert op technisch perfectionisme en niet wordt samengehouden door een kernconcept dat herkenbaar is voor een hedendaagse toeschouwer.

NIET KUNNEN PRATEN

De meeste voorstellingen op Crossroads passen echter in een tweede categorie: ze tonen de veranderingen waar het genre in verwikkeld is. Zij verbinden beelden die als visuele prikkels op zichzelf staan met beelden die iets vertellen omdat ze kaderen in een frame dat betekenis geeft voorbij de abstracte beweging van een kundig lichaam. Ook circustheater kampt met dat balanceren van het lichaam tussen beeld en vertelling, wat waarschijnlijk tekenend is voor een ambacht op zoek naar dat grotere kader genaamd Kunst. Gek genoeg lijken zowel circus als mime dat kader tegenwoordig steeds vaker te vinden in performance, en niet in theater, video, poppenspel of hedendaagse dans.

popovichi2Daarvan getuigt vooral The Amnesic Days of the Polar Night, een visuele theatervoorstelling van de Roemeense choreografe Iona Mona Popovici. Op scène zie je vier acteurs tussen bakken vol plastic rommel, een boek en een opgezette arend. Wat ze uitvoeren, heeft veel weg van een bizar en gewelddadig ritueel, georkestreerd door een vrouwelijke sjamaan met een ooglapje. Of gaat het hier om een stuurloze en moedwillig vergetende generatie op skeelers, die zoekt naar een grond waar het de witte vlag van z’n nieuwe koninkrijk kan neerpoten? In elk geval slaagt The Amnesic Days erin om het fysieke ambacht van zijn acteurs logisch te vertalen in een onbestemd, maar erg hedendaags aanvoelen van de wereld. Hun woordeloosheid is een niet kunnen praten, een vertaling van een gewelddadig levensgevoel dat zich bedreigd voelt en dat, bij gebrek aan beter, met gebalde vuist terugslaat in het Niets.

The Amnesic Days zet de vier lichamen van de acteurs in als middel in de zoektocht naar betekenis. Het doet dat niet door die lichamen in te schrijven in een theatrale vertelling, maar door in your face hun pure visualiteit in het hier en nu te benadrukken. Popovici heeft goed gekeken naar de kracht van performancekunst. De lichamen die ze opvoert, combineren eenzelfde radicale zijn, eenzelfde extreem persoonlijke claimen van betekenis, met het fysieke kunnen van de acteurs. Tegelijk ambachtelijk en betekenisvol, dragen deze lichamen geen masker dat hen vreemd is. Ze verschijnen als autonome machines die geen vertaling nodig hebben.

Opvallend is dat deze turn naar performance de laatste jaren ook duidelijk zichtbaar is in het hedendaagse circuslandschap. Na een periode waarin het circus ‘theater’ heeft proberen zijn, lijkt het zich nu meer bewust van het woordeloze, directe en gevaarlijke potentieel dat het deelt met de performancekunst en haar op zichzelf staande visualiteit.

ARTISTIEK ONDERZOEK

Zeker in fysiek veeleisende kunstvormen als mime en circus blijft metier een stevig en zelfs broodnodig fundament voor experiment. Maar ambacht is een middel, geen doel. Het huisvest een verscholen romantische kunstenaar die volledig verdwijnt achter zijn of haar werk en achter de regels van een overgeleverde traditie. Een hedendaags theatermaker denkt echter vanuit een grote autonomie. Hij neemt afstand in tegenover zijn materiaal, zijn lichaam. Zonder het tussenschot van een personage vindt hij meer ruimte voor de expressie van een persoonlijke en actuele noodzaak. Voor ironie en transparantie ook. Voor vraagstelling en onderzoek. De strijd van mime en circus om aansluiting te vinden bij een hedendaagse taal is dan ook geen gevecht tussen traditie en vernieuwing, maar een loskomen van het ambacht als een anoniem en tijdloos houvast. Kunst is immers die plek waar wereld, persoonlijkheid en ambacht elkaar kruisen. Als het visuele theater erin slaagt om zijn straffe fysieke kunnen in te zetten in een onzeker zoeken naar de persoonlijke en maatschappelijke noodzaak van wat het wilt vertellen, dan zal het zijn plekje in het theaterlandschap wel vinden.

Bauke Lievens is als theaterwetenschapster en freelance dramaturge verbonden aan verschillende circusgezelschappen.

^ Terug naar boven
 

Reacties

Post new comment

The content of this field is kept private and will not be shown publicly.
  • Web page addresses and e-mail addresses turn into links automatically.
  • No HTML tags allowed
  • Lines and paragraphs break automatically.

More information about formatting options

Als maatregel om geautomatiseerde spamrobotten tegen te gaan, vragen wij u het huidige jaar in te vullen. Op die manier kunnen we uw bericht onderscheiden van spam.
By submitting this form, you accept the Mollom privacy policy.