Alles kids

Wie naar de website van het S.M.A.K. surft, vindt er tientallen reacties van mensen die Paul McCarthy's veelbesproken tentoonstelling HEAD SHOP/SHOP HEAD. Works 1966-2006 hebben bezocht. Zoals het een confronterende kunstenaar als McCarthy betaamt, blijken de meningen over zijn werk erg verdeeld. Terwijl sommigen de creatieve ongebreideldheid en de onomfloerste werkmethode van de Amerikaanse ketchup-kunstenaar bejubelen, steken anderen hun irritatie of zelfs walging voor al dat vunzige geklieder niet onder stoelen of banken. Nogal wat mensen op het forum gebruiken de woorden 'ziekelijk' (over de kunstenaar) of 'ziek' (over zichzelf, na de tentoonstelling). Daarnaast zijn er uiteraard de obligate stemmen die zich jammerend afvragen of de overheid ons belastinggeld wel aan dit soort platvloersheid moet besteden, 'terwijl we weten dat er dagelijks duizenden kinderen sterven van honger (naast de armoede in eigen land)'. Eentje vat zijn interne geborrel samen met de woorden 'Ziekmakend. Degoutant. Moet dat nou?'

Iets anders dat veelvuldig terugkeert, is de vraag of het S.M.A.K. (of de Stad Gent, of de politie, of het leger, weet ik veel) deze expositie niet beter als 'Kinderen Niet Toegelaten' zou bestempelen en er dus op zou toezien dat er geen kids met McCarthy's geamputeerde ledematen en seksueel aberrante fantasieën zouden worden geconfronteerd. 'Welke zinvolle uitleg kun je aan jonge kinderen geven over zoveel platte onzin?' vraagt iemand zich af. Iemand anders wilde zijn achtjarige dochtertje 'laten kennismaken met de moderne kunst', maar heeft na enkele minuten de keet verlaten 'om haar geen trauma te laten oplopen'. Nog iemand anders oordeelt: 'Misschien moeten we onze kinderen toch iets beter beschermen en ook de kunst waarmee we ze laten kennismaken, aanpassen aan hun leeftijd. Dat gebeurt toch ook als scholen naar het theater of naar de film gaan, en met de boeken die gelezen worden. Een film als C'est arrivé près de chez vous bijvoorbeeld wordt bij mijn weten toch niet op de lagere school vertoond.' De nagel op de kop, alleen verwacht deze mevrouw wel dat die selectie vóór haar, en niet dóór haar wordt gemaakt. Dat snap ik niet.

Wie naar een speedmetalconcert gaat, houdt zijn (kleine) kinderen thuis. Wie naar Bach gaat luisteren, doet dat ook. Niemand haalt het in zijn hoofd om zijn koters mee te nemen naar de opera, en zelfs in het theater kom ik zelden kinderen tegen. De reden daarvoor is eenvoudig: noch de ouders, noch hun kinderen zouden lol beleven aan hun avondje uit. Die ouders weten dat, en maken dus de juiste keuze wanneer ze naar een babysitter bellen. Ze weten heel goed dat hun bloedjes geen talent hebben om drie uur naar een klavecimbel te staren. Ze weten ook dat een lezing over Piet Mondriaan op weinig interesse zal kunnen rekenen.

In de musea is dat blijkbaar anders. Daar wordt kennelijk vlotjes zes euro neergeteld zonder een idee te hebben van wat er zal te zien zijn, en zonder aarzelen gaan we ervan uit dat hedendaagse kunst iets is waar kinderen gek op zijn. Tenzij je de laatste maanden in Kazachstan of Texas ondergedoken hebt gezeten, weet je door de overvloedige media-aandacht perfect wat je van Paul McCarthy kunt verwachten. Daaraan zal het dus niet gelegen hebben. Hier is iets anders aan de hand: de 'verkidsing' van de musea. In de promofoldertjes van de musea wordt trots meegedeeld dat er voor de kids ook allerlei spannende dingen te beleven vallen. Vind jij het spook dat in dit bronzen beeld verstopt zit? Boots het geluid na van de leeuw op dit schilderij! Komaan kids, wees eens creatief!

Het woord kids is op een godvergeten dag bedacht door marketeers. Het verwijst naar een categorie van consumenten, niet naar mensjes van vlees en bloed. Kids zijn een gat in de markt, een post op de (inkomens)begroting. Fortis heeft een spaarrekening voor kids, Renault maakt extra zitplaatsen voor kids. En de musea, die het spelletje hebben meegespeeld, zitten er nu ook mee opgescheept. Om hen te entertainen, nemen we onze kids bij wijze van keinijge activiteit mee naar een museum voor vet-hippe kunst. Wat er te zien is, doet er niet toe: 'tof' zal het zijn. Of zoals Wim Cuyvers onlangs nog treffend in De Witte Raaf geschreven heeft: actuele kunst is leisure geworden.

Ik ben erg blij dat het mij niet wordt verboden om mijn kinderen mee te nemen naar het S.M.A.K. Even blij ben ik dat ik zelf zo snugger ben geweest om hen niettemin toch thuis te laten. Philippe Van Cauteren, artistiek directeur van het SMAK, maakt zijn eigen borst wel nat: 'Ik besef wel dat men sommige werken als aanstootgevend kan zíén, maar een werk op zich kan niet aanstootgevend zíjn. Een dergelijk etiket komt er pas als bezoekers of de pers een waardeoordeel over een werk uitspreken. In elk geval: ik ga kijken met mijn zoon van 4,5 jaar.' Ik wens hun beiden, samen met alle andere kids, een megacoole dag.

^ Terug naar boven
 

Reacties

Post new comment

The content of this field is kept private and will not be shown publicly.
  • Web page addresses and e-mail addresses turn into links automatically.
  • No HTML tags allowed
  • Lines and paragraphs break automatically.

More information about formatting options

Als maatregel om geautomatiseerde spamrobotten tegen te gaan, vragen wij u het huidige jaar in te vullen. Op die manier kunnen we uw bericht onderscheiden van spam.
By submitting this form, you accept the Mollom privacy policy.